If i in; ILUB. t MIE. 1893. N° 6044. I SS, (ij ABEL, BINNENLAND. VG. 4 Zaterdag 13 Mel FEUILLETON. I .114. eist. JN, n d met f190 JES, - JBAK, ag. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Ometre^pn* </en en* De mxeading van advertentiên kan geaohleden tot «en uur dea namiddags van den dag der uitgave. middelen te Gouda. r en Kaas over en zeg zief B, nu je man Zoon. Da prjjs per drie meenden ia 1.25. franco per poat 1.70. Alaonderlgke Nommera VIJF CENTEN. De uitgave deser Courant geschiedt dagelgks met uitsondering ven Zon- en Feestdagen. andeit Bovendien worden alle AdrerteniiSn gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 'twelk des Maandags rerschgnt. twee uur. STUUB. inde iCHE unentair, LTO. laat schappy GOUDSCHE COURANT. (Naar het Hoogdwttch.) VI. IN B 36. &VI.VH. ADVERTENTIEN worden gepleetat ▼an 15 regels 50 Centen; iedere regel meer 10Centen. ÖROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Men verzoekt ons tegen een persoon te waarschuwen, die er zijn werk van maakt om op naam van gun stig bekende ingezetenen bij sommige winkeliers waren te halen. Om schade te voorkomen is het wenschelijk dat men niet te veel vertrouwen stelt in onbekende personen, die in den winkel komen. De Telegraaf meldt het volgende Wederom doen zich te Gouda meerdere gevallen van influenza voor, waarvan eenige met doodelyke afloop. Uit één huisgezin in den Platteweg aldaar stierven vader, moeder en schoonzoon. GOUDA, 12 Mui 189S. Bij kon. besluit is benoemd tot controleur der directe belastingen, invoerrechten en aocijnsen te rw„.r Arnhem P. J. A. Clavareau, controleur derzelfde Antwerpen in 1894, met het wapen dier stad middelen te Gouda. I zien en welke alleen te -- tentoonstelling verkrijgbaar De milicien, die onlangs de roode vlag bevestigd heeft aan den vlaggestok boven de kazerne „Oranje By kon. besluit is aan M. J« Chevallier, op zijn verzoek eervol ontslag verleend als burgemeester van Schoonhoven. Olivier sneed hem driftig den pas (jan r.r „Driftkop! Zoudt ge in staat zijn, den eenig- I getje, waarop de stralen van het maanlicht als dunne sten mensch, die uit liefde tot jou den moed bezit glinsterende slangetjes door de wuivende twijgen Nassau* te Amsterdam, zal voor den krygsraad te rechtstaan en is daarvoor naar Haarlem overgebraoht. (Amsterdammer.) Dezer dagen overleed te Berlyn, de rentenier Peter Münohow, beter bekend onder den naam Liigen-Peter. De 76 jarigen man was vooral bekend in de „Weisbierlokalen* in het Noordoostelijk deel van Berlyn, waar hij woonde, en was een gaarne gezien gast, daar hij door xyn leugenachtiche verha len de stamgasten uren lang wist bezig te houden. Münchow geloofde ten slotte zelf de met zoo grooten ernst door hem vertelde leugens. Zijn ver halen hadden hoofdzakel^k betrekking op Bismarck, dien hij bijzonder vereerde, en de conferentie, die hij mot dezen voor het begin van den Kulturkampf had, vormde het voornaamste nummer van zyn programma. Zooals de oude man leefde, stierf hy ook. Op toe keren namiddag kreeg M. in een der bierhuizen welke hy bezocht, een beroerte. Hy werd te huis gebroht eu door oen ouden bekende, een by hem in de buurt wonendon goneosheorbehandeld. Toen het met hom zou afloopen, gaf de dokter aan de’ wennende huishoudster te kennon, dat de dood ieder oogenblik kon intreden. Lüge» Peter hoorde dat en zich oprichtonde zoide hijNonsens, dokter myn vriend, v. Z, geheimraad bij het ministerie van binnenlandsche zaken heeft nog, ja ren na zulk een aanval geleefd. In het volgende oogenblik echter was do oude man dood. De gewoonte om te liegen ging bij hem zoover, dat hy zich zelfs onder een valschen naam A. s. Dinsdag zal het SO jaren geleden zijn, dat de heer 8. 8. Polak zijn borstelfabriek alhier oprichtte. Dat hy het als patroon met zijne werklieden wel vinden kan, blijkt daaruit, dat hij onder zijne ge zellen er een heeft, die 45 jaar, een die 38, een die SO en een die 18 jaar thans bij hem werkzaam is. Op Zaterdag en Israelietiscbe feestdagen laat de heer Polak niet werken, maar zijne bedienden worden steeds voor de volle week uitbetaald, ofschoon ze op Zondag ook niet werken. je de waarheid te zeggen, overhoop te schieten, ruioozen omdat bij je ’t zand uit de ongen wil wasschen, dat schrede vleiende huichelaars met de loftrompet erin geblazen li. s hebben I Wat rnij betreft, goed, „wat ik niet weet, maakt "me niet heet,” troost je daarmee als een oud wyfl” Nennderscheidt veegde zich haastig met den zak doek over ’t gloeiende voorhoofd. „Zeg dan toch, wat eraan mankeert, en wat je aan deze decoratie hindertIk ben overtuigd, dat je ’t goed meent, maar lange inleidingen maken me ongeduldig.” „Verrpoedt je dan niet, wat Zyn Hoogheid in hot zin had, toeu bij jou, onschuldige jongen, als de eerste uit zijn rijk begiftigde F” „Geen sikkepit! Ik denk, dat hij er niets bij gedacht heeft, maar me eenvoudig een bewijs heeft willen ghven van zijn goedheid en genade!” hebt je dan verricht? Je hacken niet scheef geloopen, j Goseck’s lippen vertrokken zich spottend: „O, -- Mooie kuollen op de pro- heilige onschuld geen geld, geen Zwitsers,. Olivier. balletten van zak- ’t Touwtje, dat als bij een hansworst de ledematen j:..iul. (]er mebschen in beweging brengt, en hun doen en handelen regelt, heet: egoïsme. Dat is zonder uit- j zondering *t eenige motief, al geven ze 't een ande ren naim. Ga nog een eindje met me mee, en ik i zal Je de beweegredenen verraden van den hoogen gever.” Hij legde zijn hand op Nennderscheidt’s arm en trok hem moe naar een smal dichtbegroeid zyweg- bet maanlicht als dunne België gegeven, en deze aangelegenheid nogmaals het bestuur aanbevolen. Met leedwezen moest de Voorzitter constateeren, dat niets onbeproefd werd gelaten, doch de Tweede Kamer, laatstelijk in 1880, als hare meaning heeft uitgesproken, dat aan de wet van 1877 geen terugwerkende kracht kan gege ven worden, en alle pogingen om de Kamer lot een ander inzicht te brengen, hadden schipbreuk geleden. Evenwel zal nogmaals oene poging worden aangewend. ’t Maanlicht bescheen *t gelaat 'van den graaf, en een eigenaardig loerende trek om zyn baardloozen mond werd zichtbaar. Langzaam trad hij een s terug. „Wal me aan dat zijden dasje uiet bevalt F Dat het tot een leiband is gemaakt om jou als willenloos offer naar je noodlot te sleepee.’ Zoo, jnu weet je ’t, geef je nu c-“" u. j“ A gezegd hebt 1” Stomme verbazing was in Olivier's trekken te lezen. „Wat beduidt dat.... ik begrijp je niet....” „Waarlijk? Je bent anders zoo dom niet, beste vriend, in die dingen I” Nog eens legde Goseck zijn hand op don schouder van den ander, en schudde het hoofd. „I^eg je hand op je hart, Nennderscheidt, en zeg eens, verbeeldt je j« nu werkelyk, dat je den gouden Leeuw uit dankbaarheid hebt gekregen voor de groote diensten aan je vaderland bewezen? Wat Ja.. wAw.nlvl 0 Ta LuLLa... WIA. ..Laa/ je maag niet bedorven, monade laten kijken, operetten en 1 geld voorzien, in alle opzichten hoogst verdienstelijke daden, maar voor de Leeuwenorde eerste klasse toch nog niet veel te beteekenen 1" Olivier beet zich op de lippen*en duwde boos de smalle hand van zyn schouder. „Als je me belec- digen wilt, Eustache, kies dan liever een beter oogen blik, waarop ik andere wapenen ten mijnen dienste heb, mijn vuisten!” riep hy opgewonden. „Driftkop! Zoudt ge in staat zjjn, den Mn van- of en de na- RIANU8 nnemer en i Waddinx- i Mei 1893, i 25n MEI ten kantore R te Wad- 10) „Twyfelachtige onderscheidingen P Wat moet dat beduiden F” „Nu, jaik heb er zoo m^n eigen gedach ten over 1” en Goseck lachte zachjes en klopte hem op den schouder. „Waarom zou ik nu, niets ver moedende onschuld, je hei genoegen van dit keurig halsbandje bederven I Laat ’t rusten en goeden nacht, mijn jongen „Een oogenblik, ik haat dergelyke orakelspreuken I” De aderen op Nennderscheidt’s voorhoofd zwollen op. „Wat hebt je op deze orde aan te merken en waarom torn je eraan F zeg I” „Myn God, wat steekt de baron van wal I Kom, ga naar bed en slaap het weg, *t is toch niet meer te Veranderen I” Goseck wendde zich mot een half modelijdend en half spottend gebaar af, en wilde weggaan „Tot ziens, morgen by ’t ontbijt” „Goseck I”/... C >f. „Wat bevalt je niet aan deze orde, of aan mij, die hem draagt F Ik verlang antwoord I” Volgens de Independence is er sprake van nieuwe postzegels, uit te geven tijdens de tentoonstelling te ia j Toor- j Antwerpen en tijdens de louden zijn. De eergisteren te 's Hags houden jaarvergadering der „Vereeniging van gepentionneerde officieren van het Nederlaudscbe leger* werd door den voorzitter, den gapens, kolonel Stoop, meteen hartelijk wel komstwoord geopend, waarin hy den wensch uitaprak dat allen zullen medewerken om zooveel mogelyk gepensionneerde officieren, die in behoeftige omstan digheden verkeeren of door hoogen ouderdom niet meer in de gelegenheid zyn iets bij hun pensioen te verdienen, te steunen, onder mededeeling dat het bestuur zal overwegen, aan enkele oud-gediende hoofdofficieren, die zeer vele Jaren actief gediend en slechts 1800 pensioen hebben, zoo noodig, een bijslag op hun pensioen te geven. De rekening werd goedgekeurd, onder d mkbetui- gi^g aan der» secretaris-penningmeester, den gep. kapitein Hissink. Het voorstel van het bestuur, om de uitkeering van den bijslag ook dit jaar weder te doen plaats hebben, werd bij acclamatie goedgekeurd en voorts aan het bestuur een onbepaald crediet toegestaan om hulp te verleenen in bijzondere omstandigheden. De aftredende bestuursleden werden herkozen. Wederom werd de aandacht gevestigd op de volgens generaal Mac Leod, onbillijke en onverantwoordelijke behandeling van de gepensionneerden vóór de wet van 1877, die nog steeds niet gelijkgesteld zijn met hun kameraden, die in lateren tijd gepensionneerd (Oranje i werden. Gewezen werd op het voorbeeld, door 1 zien

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1893 | | pagina 1