BURGERPLICHT.
Buitenlan<lscb Overzicht.
Vermogensbelasting. Sommigen meenen, dat
tij by de aangifte bun Termogen niet ten Toile heb
ben op te geren, maar alechta ua aftrek ran 10*000.
Zoodanige aangifte zou met de wet in strjjd zijn.
Een der heeren inspecteurs ran de Registratie ver
zoekt ons in herinnering te brengen, dat het geheele
bedrag ran bet rermogen moot worden aangegeven,
en dat de erfstelling ran 10.000 door den in-
specteur wordt toegepast bij vaststelling van den
aanslag.
Uit Rome werd Zaterdag het bericht ontvangen,
dat prof. Moleschott ua eene zeer korto ougesteldheid
overleden is.
De dood van dezen uitnemenden Nederlander zal door
zeer velen in den lande met diep leedwezen worden
vernomen. Nog in het vorige jaar, bij gelegenheid
van de viering van zijn 70sten verjaardag, is gebleken
dat zijne vroegere landgenooUn niet van hem zjjn ver
vreemd, al was Moleschott ja?enlang in den vreemde
gevestigd en al had bjj eene andere nationaliteit
aangenomen.
Jacob Moleschott was geboren op 9 Augustus 1822
te 's-Hertogenbosch, waar zyn vader de geneeskundige
practjjk uitoefende. Hg studeerdo aan de universiteit
te Heidelberg en werd op 22-jarigen leeftijd door
Teylers Genootschap bekroond voor eeae critiscbe be
schouwing over Liebig's theorie der plantenvoeding
een gesohrift, dat terstond aan zynen naam als geleerde
beteekenis gaf.
Na zijne promotie vestigde hij zich als arts te
Utrecht. Niet echter in de geneeskundige practjjk lag
Öne bestemming; tot eenen leerstoel geroepen, zou
olesohott onder de geleerde mannen in ons laud al
dadelijk eene eerste plaats hebben ingenomen. In zijn
vaderland vond hjj echter in die dagen slechts mis
kenning; bij werd het slaohtofter van bekrompenheid
en onverdraagzaamheid.
Reeds in 1847 keerde hij naar Heidelberg terug, om
daar als privaat-docent lessen te openen in physiob-
gisohe chemie en anthropologic. Van daar ging hy
naar Zürich, waar hy een professoraat aanvaardde.
Niet enkel te Utrecht, maar ook te Heidelberg en
te Zürich gaf de matorialistiiehe richting van den
voortreffelijker» denker aan velen aanstootdooh al
was het getal zyner tegenstanders en vijanden groot,
de hooge eigenschappen van zynen geest werden er
kend en hy verwierf zich eenen Kuropueschen naam.
In 1861 werd hy aan de universiteit te Turijn ge
roepen, en dóór vatte hij ook de geneeskundige practyk
weder op. Hij liet zioh in Italië naturaliseeren en
werd in 1878 tot senator benoemd. Sedert 1878 was
hy hoogleeraar aan de universiteit te Rome.
Niet in zyn vaderland, maar in Italië heeft deze
groote Nederlander de plaats gevonden, waarop de
zeldzame eigenschappen van zyn verstand en de scherpte
van zijnen blik hem aanspraak gaven. Maar gelukkig
kan by zijn graf getuigd worden, dat in latere jaren
ook zyn vaderland hem heeft loeren waardeeren als
een der voortreffelijkste geleerden van onzen tyd.
Brommeijer schrijft in het Arasterdamsche „Week-
Wad"
Het is opmerkelijk hoe de Handel al meer eu moer
de profetische richting uitgaatdit kan je nu zien
aan den termynhandol, alles wordt tegenwoordig ter-
mynhandel. Oppervlakkige menscheu noemen dit
een kwaad, en zeggen, dat de reëele handel op die
manier in disorediet komt; maar je begrijpt wel, dat
er veel meer profetische geest toe noodig is, om te
weten weten wat iets waard zal zyn over een, twee
of drie maanden, dan op het oogenblik. Dit was
dan ook het voordeel van den koning van Egypte,
die door te droomen van zeven vette en zeven magere
koeien, en door de uitlegging van Joseph, er achter
was gekomen, dat hy eerst zeven jaar lang flinke
oogsten zou krygen, en daarna zeven jaar lang ge
brek aan graan, weshalve hij pakhuizen bouwde en
huurde, om al het graan dat hy overhield, te be
waren, in plaats van bet aan do markt te brengen.
Toen moesten ze zolfs uit Palestina in Egypte komen
om te koopen, en welke goede zaken die Pharao
destijds gemaakt heeft, kan je denkeu. Van zulke
toestanden hebben ze nu aan de Korenbeurs geeu
begrip meer. In 't algemeen bestaat het denkbeeld
nog wel, maar hier in ons land weten ze het niet
zoo goed uit te werken. Daarvoor moet je in de
nieuwe woreld wezen. In Amerika heb je nog van
dio koninkjes, die op den Egyptisohen golijken en
op de heele voorraad van het een of ander artikel
beslag weten te leggen, tot de pryzen genoeg in de
hoogte zyn gegaan maar ik zal je dat later wol
eens duidelijk maken; het is nu genoeg voor je te
weten, dat de handel lang zoo'n eenvoudige zaak
niet is als je wel zoudt denken, en dit geldt niet
alleen van den goederen-, maar ook van den geld
handel, zoodat je er zeker van kuut zijn, dat al zijn
de Amerikanen ook hierin veel grooter voorspellers
dan onze lui er genoeg slimmerts op de Amsterdam-
sche Beurs rondloopen, wien je maar een profeten
mantel hebt om te slaan, om ze uit profeteren te
kunnen sturen, blijkens de voorwetenschap, die ze
hebben aangaande de waarde van een effect.
De wielrijder Lenz, die op zijn tweewieler eeq
reis doet in het verre Oosten, heeft het in China
dikwijls hard to verantwoorden gehad. De Chineezen,
die nog nooit een rijwiel gezien hadden, biolden het
wezen, dat daar op een paar raderen kwam aan
vliegen, voor een boozen geest. Tussohen Ichang en
Hamcow vooral werd de arme wielrydor mishandeld
en met steenen gegooidde kleeren werden hem van
het lijf gescheurd en hij zou door zyn verwoede aan
vallers gedood zijn, als niet een inlandsch soldaat,
door de overheid tot zijne besohikking gesteld, was
tusschenbeide gekomen.
Op andere plaatsen moest by kunsten maken voor
het volk of kleiun geschenken uitdeolen, om de
vijandige gezindheid te bezweren.
Lenz zal na die «varingen het wel niet eens zyn
mot het bekende opera-citaat la Chine eel un pays
charmant.
Een Amsterdammer, wielrijder van huis uit,heeft
in het belang van zyn sportgenooten een inhalig
boertje niet onaardig te pakken gehad. Toen hy
nog candidaat-arts was, maakte hy, ongeveer twee
maanden geleden, vau Wageningen uit een tochtje
naar een aan den Ryn gelegen dorp.
Dicht in de nabijheid daarvan brak iets aan zyn
wiel, waarvoor hy de hulp van den dorpssmid noo
dig had. Het was Zondag, en de mau vroeg voor
de karwei die in Amsterdam misschien met twee
gulden zou zyn betaald, 12 gulden als betaling
vooruit. Toen de aanstaande dokter hem op het
belachelijke wees van dien eisoh, zeide hij, hebzuoh-
tig lachende „Nou, goat den woar ge wult/ Wij
er geen andere raad was, betaalde de sportman den
vrekkigen boer ec ging zyns weegs.
8inds veertien dagen is onze sportman echter, ter
vervanging van den aldaar overleden dokter, in het
bovenbedoelde dorp als arts gevestigd. Ed wat ge
beurt nu P
Zaterdag 11., tegen den avond, wordt aan zyn
woning gebeld, voorloopig nog alleen door hem en
een oude werkster bewoond, en staat, neet het zweet
op 't golaat, voor den dokter de smid, die hem
zoo ruim had laten betalen.
De man vroeg dringend onmiddelyke hulp, daar
zjjn vrouw in 't vooruitzicht was het gezin te vermeer
deren.
„Jawel" antwoordt de arts, „maar.dat kost honderd
pop/ en na eenige tegenkanting zegt hij op dezelfde
manier als de smid het hem bad toegevoegd„Nou
goat den woar ge wult."
Dat kon de boer niet, want dan zou hij nog
eenige uren moeten rijden, en dat was niet geraden,
zoodat hy onder den drang van het oogenblik toe
stemde.
Nadat do hulp was verleend, gaf de arts den
„gelukkigen" boer de verzekering, dat hij het gewone
tarief zou volgen, maar dat hij hem aanraadde, in
't vervolg geen misbruik te maken van den nood of
een ongeluk van anderen, voornameiyk niet by wiel
rijders, die zeer dikwyls geplukt worden.
De les heeft bij den boer goed gepakt en was
teer verdiend.
Een ingenieur uit Lübeck deelt het volgende mede
over de schipbreuk van het Engolsche stoomschip
Coanza, aan de kust van Liberia en over de gruwe
lijke behandeling welke de opvarenden van de negers
hadden te lyden.
Op 22 Januari gingen wij, zoo vertelt de ingenieur,
van Hamburg naar Rotterdam, waar wy een lading
jenever innamen. Van Rotterdam voeren wy over
Sierre Leone, kaap Mount, Monrovia naar Grand
Bassam.
Op 17 Februari des avonds te 7 uur, stoomden
wy met volle kracht op de fiajahrotsen, zoodat wij
in reddingsbooten het schip moesten verlaten. De
rairip was aan de kust bemerkt, en weldra werden
houderde met negers bemande bootjes zichtbaar. Zij
overvielen ons en roofden een deel van onze goederen.
Toen wy de kust hadden bereikt bood de koning
ons een hut aan, waar wy overnachtten. Onze schrik
den volgenden morgen was echter groot. Gedurende
den nacht was ons door de negers ook nog het
overige deel der kleederen ontstolen, zoodat wy niet»
meer bezaten, dan hetgeen wy aan hadden.
De gezagvoerder der Coanza zond nu een boot met
den derden officier naar bel 20 mylen verder gelegen
Sinoë om hulp te halen, die ons echter eerst over
vier dagen kon bereiken. Gedurende dien tyd ston
den wij aan allerlei mishandelingen bloot.
De negers waren dronken geworden van de gesto
len jenever en in dezen toestand overvielen zy ons.
Daar wij geen wapens hadden om ons de negers van
het lijf te houden, werden wij zoolang gemarteld tot
wij alles afgegeven hadden. Geld, horloges, kleeren,
alles werd beroofd en nauwelijks gekleed liepen wy
in de brandende hitte vau 80 graden C. langs het
strand.
Op 28 Februari eindelijk kwam hulp. Wij werden
naar Sinoë gebraoht en daar in de Noorsche en
Hollandsohe factorijen opgenomen, en voortreffelijk
kleine Maria-Louize moet wel een alles doordringend
stemgeluid hebben, haar stem en haar woorden ver
volgen hem zelfs tot in den onrustigen en dikwyls
afgebroken slaap. Het nieuwe heeft altjjd een zekere
bekoring, en gravin Herff met haar Madonna-gelaat
was hem geheel nieuw. Nog weet hy niet wat er
waar en wat er gemaakt aan is. Bah 1 is Goseok
dan nog nooit bedrogen uitgekomen P Eu verbeidt
hij met ongoduld het tydstip, dat de kleine sohyn-
heilige jammerlijk uit haar rol zal vallen, als maar
eens de trouwring aan haar vinger schittert en de
wereld met haar giftigen adem haar voorhoofd zal
hebben beroerd Haha I.... Gravin Maria-Louize
is een vrouw en Goseok kent de vrouwen
Baron van Neunderscheidt zit in zijn fumoir en
verveelt zich met een stapel couranten tegonover hem.
Er klinken vootstappen in de aangrenzende kamer,
en graaf Eustnche, die op elk uur van den dag on
aangediend bij zijn besten vriend mag binnenkomen,
slaal de portiére open. Een korte, en vanOlivier's
kant teer opgeruimde begroeting; Goseok schjjnt
slecht gehumeurd te zyn, kykt zijn vriend zelfsliiet
aan en werpt zich in een stoel. „Een fameus sport
artikel...^ nieuwe rijtoeren van Oostenryksche me-
dedingers!" zegt hij, een fransch dagblad uit zyn zak
halend, terwijl by dit Neunderscheidt toewerpt. Met
gospannen aandacht rust zyn blik op Olviier, die zich
dadelijk met veel belangstelling in de lectuur verdiept.
„De postbode beeft me hier voor de deur een brief
van je bruid afgegeven; zal ik dien maar openmaken P'
Neunderscheidt luistert op zyn best. „Natuurlijk*
lees maar opl" Goseok ontvouwt krakend het papier,
diepe stilte.
„Zal ik het je vertellen?"
„Haakje, stoor me nu !ie?er niet later 1
Een dromelsche vent, die Czepany uitstekende
dressuur."
„Ik zal dezen brief maar naast da anderen leggen
dan kunt ge hem later zelf wel lezen 1"
Olivier bromt iets onverstaanbaars, terwijl Goseck
zich naar zijn schrijftafel begeeft. Er speelt een fyn
lachje om diens lippen, hij is er zeker van dat de
brief binnen eon uur vorgeten zal zyn. Terwyl
Neunderscheidt zyn lectuur ten einde brengt, leunt
Goseok in zijn stoel aohterover. „Eeu fataal bericht,
my boy, ik moet voor eeu veertieu dagen op reis
gaan, om een rechtszaak in C. te inatrueereD."
„Wel drommels en mjjn correspondentie met
Louize dan P"
Daar heb ik al over gedacht, en nu dunkt my
het beste, dat ik ir. uw naam de verdere briefwisse
ling blyf *o«ren. Dat moet wel van wege het schrift.
Ik heb de noodige maatregelen ten opzichte »an de
post genomon, zoodat uw brieven aan ray worden
opgezonden, en ook de mjjne den stempel van hier
zullen dragen
„Maar Goseok hoor eensdat gaat toch
heelemaaal niet!"
„Weet ge er dan iets anders op P Niet P Nu danl
Goede hemel, ouwe jongen, tusschen twee zulke
trouwe kameraden als wij zijn, bljjfl het toch eigen-
rjjk hetzelfde wie van ons schrijft; ik zal de brieven
brieven bewaren, die leest ge dan vóór de bruiloft,
een dag to voren kom ik terug, en daarmede is de
geheele geschiedenis klaar."
„Ja, drommels ja maar
„Er is nu eenmaal niet» aan te veranderen
Goseok trok zenuwaohtig ongeduldig zyn schouders
op. „Gy hebt willen dicteeren, dus draag er nu de
gevolgen van. Het is eigenlijk niet de moeite
waard om er nog verder over te spreken! Ofiknu
naar den staat van haar gezondheid "aag of gy I
Vooruit nu, ga met mij op de club ontbijten/ Een
tyd lang nog was Olivier afgetrokken, maar Goseek
wist zyn gedachten af te leiden.
Van het prachtige paleisachtige gebouw, dat, door
een park omgeven, in de onmiddelyke nabijheid van
het slot van den erfprins stond, was plotseling hst
koopbord verdwenen. Met nieuwsgierige verbazing
werd de groote bedrijvigheid, die achter de murén
heersohte, door de bewoners der residentie aangegaapt.
Werklieden waren van vroeg tot laat druk in de weer,
de voornaamste winkels zonden hun kostbaarste nrti-
kelen in hoog geladen wagens er heen, terwijl een be
roemd decorateur met koortsachtige haast een troep
werklieden commandeerde, die door middel van rui-
sohende brokaatzijde, satijn en pluche de zalen en klei
nere vertrekken in ware pronkstukjes herschiepen.
(Hordt vervolgd.)
behandeld. Op 28 Februari bracht de Benin ons
naar Liverpool. Onderweg werd byna de geheele
bemanning der Coanza ziek en een matroos stierf.
Do liberale kiesvereeniging „Burgerplicht' hield
Zaterdag-avond weder eene vergadering tot het
stellen van een candiduat voor de Tweede Kamer.
De Voorzitter, de heer Th. G. G. Valette, deelde
bij opening der vergadering mede, dat deze nieuwe
vorgadering was noodig geworden, doordien er in
de liberale Centrale Kiesvereeniging voor het hoofd
district Gouda geen overeenstemming was verkregen.
Elk der aaugesloten kiesvereenigiugen had een ver
schillend candidaat, die in aanmerking kwam met het
bij reglement voorgeschreven aantal stemmende
heeren Valette voor Gouda (7 stemmen), Van Hattum
van Ellewoutsdyk voor Krimpen a/d L. (4 st.), Lans
voor Boskoop (8 st.), Van der Breggen voor Wad-
dinxveen (3 st.). De afgevaardigden ter Centrale
vergadering, gebonden door hun mandaat, hadden
geen besluit kunuen nemen en moesten zich dus
weder tot hunne vereenigingen wenden. Naar aan
leiding van dion loop der zaken on in verband met
persoonlijke overwegingeu bad de voorzitter gemeend
zich verder voor eeu oandidatuur niet beschikbaar te
moeten stellen. Onder dankbetuiging aan die leden,
die hem gestemd hadden, verklaarde hy dus beslist
elke candidatuur te weigeren. Wilde de vergadering
meor inlichtingen, dan was hy bereid die te geven,
doch liefst in eene besloten vergadering.
Op voorstel van den heer Noothoven van Goor
werd nu de vergadering veranderd in comité-generaal
en de vertegenwoordigers der pers verlieten de zaal.
Na heropening der openbare vergadoring deelde
de Voorzitter mede, dat berichten waren ingekomen
van de heeren Van der Breggen en Lans, dat zij
voor eene eventueele candidatuur bedankten. Tevens
braoht hij in herinnering, dat de vergadering weder
geheel vrij was in haar keuze.
Alsnu werd overgegaan tot het noemen van namen.
De heer D. G. van Vreumingen stelde voor den
heer J. N. Bastert, oud-minister van waterstaat, welke
candidatuur werd gesteund door de heeren G. C. de
Vooys en G. A. D. J. Gabrij.
De heer H. E. van der Roer stelde voor den heer
T. G. G. Valette, voort, der vereeniging, dooh deze
verzocht onmiddellijk zyn naam buiten bespreking te
laten en stelde zelfs niet eens de vraag of iemand
die candidatuur steunde, zoodat zy niet op de lyst
gebracht werd.
Aangezien eerst niemand meer genoemd werd,
maakte de heer Mr. J. Fortuyn Droogleever de op
merking, dat voor vele leden de heer Bastert uiet
geavanceerd genoeg was en deze leden met één can
didaat op de lyst niet in de gelegenheid zouden zyn,
van hun gevoelen te doen blijken, daar blanco-bil
jetten als niet-geldige stemmen worden aangemerkt,
waarom hij voorstelde te besluiten geen candidatuur
te stellen.
Volgens reglement kon daaraan geen gevolg ge
geven worden, aangezien men feitelijk reeds bezig
was een candidaat te stellen. Alsnu ontstond eene
eenigszins verwarde en gerekte discussie over de vraag,
welke beteekenis men hechten zou aan de blanco
biljetten, welk debat wy achterwege laten als voor
onze lezers van geen belang. De voorzitter meende
zioh ten slotte te moeten houden aan bet bestaande
gebruik, dat meebrengt de blanco-biljetten niet mee
te tellen. Inmiddels gaf hjj den heer Van Vreumingen
in overweging ook de oandidatuur-Bastert in te trok
ken, omdat dan vanzelf de vergadering uiteen zou
moeten gaan, zonder een candidaat te hebben gesteld
en ieder lid vrjjbleef te stemmen naar zijn overtuiging.
De heer Van Vreumingen was daartoe wel bereid,
indien het bestuur op zioh nam geen anderen cau-
didaat aan te bevelen.
De Voorzitter beloofde zulks, doch de opmerking
werd gemaakt, dat het bestuur volgens reglement
der Centrale Vereeniging verplicht is, den candidaat
der meerderheid van de aangesloten vereenigingen
aan te bevelen, zoodat men die voorwaarde niet kou
aaunemen. Het denkbeeld, zich dan af te scheiden
van de Centrale, werd wel opgeworpen, doch daar
omtrent kon in deze vergaderiug geen besluit ge
nomen worden.
De heer Van Vreumingen handhaafde nu de Can
dida tuur-Bastert.
Alsnu stelde do heer J. M. Noothoven van Goor
de candidatuur van den heer A. Lans te Capelle
*/d- IJsel, ondersteund door de heeren Mr. J. For
tuyn Droogleever on H. A. C. Brinkman.
De heer Van Vreumingen krygt nu het woord ter
aanbeveling van den hoer Bastert. Hy zegt, dat hij
niet veel zal voegen by hetgeen door hem in de
vorige vergaderiug is gesproken. De heer Bastert
is een eerlijk, kundig, gematigd liberaal man, als
oud-minister en oud-lid der kamer volkomen op de
hoogte van de belangen des lauds. Alleen meent hy
eerlyk to moeten verklaren, dat de heer Bastert niet
gunstig gestemd is voor de aanhangige kieswet, die
eerstdaags aan de orde komt.
De heer Mr. J. Fortuyn Droogleever verklaart zioh
beslist tegen de candidatuur-Bastert, omdat deze
heer nict-liberaal is. Na de mededeeling van den
heer Van Vreumingen acht hy het voor eene ver
gadering, die eerst een verklaard voorstander der
kieswethervorming stelde, niet mogelijk dezen can
didaat te aanvaarden. Zulks zou met een zelfmoord
gelyk staan.
De heer J. van Dantzig verklaart zich ook tegen
den heer Bastert, nu hjj gehoord heeft, dat doze een
tegenstander is van de kieswet-Tak en dus niet
liberaal is. De heer Bonte protesteert tegon de
meening, dat ieder die niet de wet-Tak aanvaardt,
zooals die daar ligt, den naam van liberaal onwaardig
is. Hjj is bereid mede te gaan met eene groote
uitbreiding dor kiesbevoegdheid, doch zou het aan
hangige ontwerp gaarne gewijzigd zien toch meent
hy nog steeds liberaal te zyn. Overigens is'de juiste
meening van den heer Bastert over de kieswet hem
niet bekend.
De heer Gabrjj beveelt den heer Bastert aan als
een echt vaderlander, die de belangen van Nederland
naar zijn beste weten zal behartigen en zaken boven
personen stellen zal.
De heer van Vreumingen zegt ook te meenen, dat
men liberaal kan zjjn, zonder dat men de ongewijzigde
wet-Tak aanvaardt. Ook herinnert hjj, dat in het
district Bodegraven indertjjd allo liberalen, ook de
meest geavanceerde, voor de verkiezing van den heer
Bastert werkten, terwijl alle liberale bladen hem
aanbevalen.
De heer Noothoven van Goor beveelt den heer
Lans aan als een kundig, bekwaam en eerlijk man,
volkomen bekend met de belangen van het district.
Wel heeft hij voor eene oandidatuur bedankt, doch
aangezien hjj een plichtmatig man is, hoopt hjj, dat
hij thans zich ook ten plicht zal rekenen in het
belang van het district eene candidatuur te aanvaarden.
Alsnu wordt tot stemming overgegaan. Op den
heer Laos worden uitgebracht 28, op den heer Bas
tert 22 st., terwyl 7 blanco brieQes zijn ingeleverd.
De heer A. Lans, ie Capelle a/d IJsel, wordt dus
tot candidaat van Burgerplicht geproclamevftl.
Zondag namiddag had in het Hyde Park te Londen
eene groote betoogiog plaats ten gunste van Home-
rule, als antwoord op die welke onlangs in de Albert
Hall gehouden werd. Zjj tfrerd bijgewoond door
15,000 personen, meerendeels uit de kleine burgerij.
De lagere volksklasse was schaars vertegenwoordigd.
De stoet trok van de Thameskade met groene vaan
dels en muziek naar het park, waar dertien estra
des waren opgericht, van welke Iersohe afgevaardigden,
leden van den Graafsohapsraad, aanvoerders der
werkmansparty »n anderen toespraken hielden. Er
werd een tesolutie aangenomen, luidens wolke al de
aanwezigen zioh verbonden om Gladstone bij zijn
werk te helpen en een eipde te maken aan het
conflict tusschen het volk Vau Engeland en van
Ierland. Tevens werd de obstructie van conserva
tieve zijde gelaakt, en er werd verklaard, dat, in
geval het Hoogerbuis dit voorbeeld mocht volgen,
meu met voldoouing eene botsing tusschen het
Huis der Gemeenten en het Huis der Lords be
groeten zou.
Alles liep in volmaakte orde af.
Ofschoon de dokwerkers te Huil het vergeljjk
heeten te hebben aangenomen, hebben er voortdurend
wanordelijkheden aldaar plaats. Vorseheidene niet—
leden van den dokwerkersbond werden aangevallen
en mishandeld, terwyl de matrozen- en stokershond
luide over de schikking klaagt als eene verraad-
pleging. De bestaande gisting noopte de plaatselijke
overheid, de politiemacht van buitenaf voorloopig
nog te Huil te houden. Ook bewaken dragonders
weder de dokken.
De werkstakers zullen nu tot den arbeid kannen
terugkeeren— „voor zoover er plaats voor hen zal
zjjn/ wordt er veelzeggend aan toegevoegd want
van het wegsturen der vrjje arbeiders te hunnen
gelieve is geen sprake. Wel is waar zijn een aantal
der laatstgenoemden slechts voor eenige weken aan
genomen goworden, en dezen zullen dus kunnen
wordeu afgedankt. tDooh zeer vele andere hebben
zich te Hnll gevestigd en worden natuurlijk door
de reeders aan het werk gehouden.
Wat zjjn dus nu de vruchten van deze onrecht
matige werkstaking voor de werkstakers geweest?
In de eerste plaatst armoedeeene armoede, zóó
nijpend, dat or thans giften moeten ingezamold wor
den ton behoeve van honderden gezinnen, wien,
nadat zij alles verteerd en verpand hadden, hetaller-
noodigste is gaan ontbreken. In de tweede plaats,
voor velen, ook nog het verliezen van hunne brood
winning. En in de derdo plaats bet gevoelig achter
uitgaan van den handel met andere woorden, van
de brou van bestaan voor de arbeiders zoowel als
voor de patroons.
De nederlaag van het unionisme eeuet grove ar
beidersklasse als die der sjouwors H unskilled labour
zeggen de Engelschendat is arbeid tot welken
louter handenkraoht, geene technische bedrevenheid
of kunstvaardigheid wordt vereischt is dit geval
zoo volkomen mogelijk geweest. Niet alleen hrtben
de dokwerkers hunnen zin niet kunnen krygenniet
alleon moeten zjj thans öljjde zjjn, indien zjj, op de
voorwaarden der reeders, hun werk weder mogen
hervatten maar sjj zjjn zelfs genoodzaakt geworden
de liefdadigheid in te roepen van hunne zegevierende
patroons en (xooals de Time» het uitdrukt) de krui
mels op te rapen van onder denzelfden disoh, dien
zy al hun best hebben gedaan om van spijzen te
ontblooten.
Hoe langzaam ook het werk der Borne Rule Bill
in het lagerhuis vordert, dank zjj de onverzoenlijke
obstruotionistische taotiek der unionisten, wanhoopt
Gladstone, die een onwrikbaar optimist is, niet, of
alles zal goed terecht komen. De stand van zaken,
wat de behandeling der home Rule Bill betreft,
verklaart de Daily New», is veel beter dan ten ge
volge van de talrijke amendementen op het papier
sohynt. Vooral beschouwt de heer Gladstone het als
een gunstig teeken dat de ministorieele meerderheid
vast aaneengesloten blijft en een cyfor aantoont,
aanzienlijk boven het normale getal. In zyn lang
durige ondervinding heeft hjj nog nimmer een gou
vernementeels meerderheid, die gedurende voortien
dagen uur op uur wordt aangovallen, voortdurend
zoo vast bijeengehouden gezien.
Het is een harde strjjd en menig jeugdig staats-
man zou vertwijfelen en terugdeinzen, waar de grijze
liberale premier den moed en hel vertrouwen toont
van een jong strijdlustig ridder. Intusschen zal de
korte vacantia, welke deze onvermoeide staatsman het
lagerhuis tot den 29en a. heeft gegund, en die hij
zelf te midden der zjjnen op zyn geliefd Hawarden
doorbrengt, ook zjjn krachten ongetwijfeld versterken.
De Frausohe Kamer beraadslaagde over de door
de regeering ingediende aanvrage tot vervolging van
den afgevaardigde Baudin (die zioh by de Mei-bo-
tooging tegen de politie heeft verzet). Het rapport
der commissie, strekkende om machtiging te ver-
leenen tot de vervolging, werd na een lang en heftig
debat met 276 tegon 194 stemmen aangenomen.
Generaal Dodds is Zaterdagnamiddag door president
Carnot ontvangen. De generaal was in burgerkleeding.
In de Italiaansche Kamer deelde Giolitti mede,
dat de aanvrage om ontslag van het Kabinet den
koning is ter hand gesteld.
De minister verzocht der Kamer in het belang van
den openbaren dienst de beraadslaging over de be
grooting voort te zetten. Na eeu lang debat werd
het voorstel met groote meerderheid aangenomen.
De Senaat keurdo het eveneens good.
De koning had in den namiddag een onderhoud
met de voorzitters der beide Kamers.
De Kamer braoht de algemeene beraadslagingen
over de begrootThg van buitenlandsche zaken ten
einde en begon aan de artikelsgewijze behandeling.
De ministor van buitenlandsohe zaken, Brin, ver
klaarde, dat het na de verklaringen van Giolitti en
het besluit der Kamer, onmogelijk is te antwoorden
op de opmerkingen, welko gedurende de algemeene
beraadslagingen gemaakt zjjn. In den loop der de
batten over de artikelen, zou de minister alle vragen
van administratieven aard beantwoorden.
In Duitsohland blijft het donker en op het „waoli-
ter wat is er van den naoht?" komt nog geen
antwoord. De kansen der legerwet zjjn weer iets
gerezen, maar in geljjke mate vermeerdert de ver
warring in de partij toestanden. Het centrum valt
meer en meer uiteen. In Silezië begon oen reactie
tegen dr. Lieber's democratische neigingen en nu
hebben ook eenige kiezers te Wiesbaden, waar de
oJericale leider in de laatste 22 jaren oppermachtig
was, een tegenoandidaat gesteld, die voor het voof-
stel-Von Huene wil stemmen. En in het district
Keulen werd de candidaat der clericalen gemachtigd
voor het voorstel te stemmen, als hij de belangen
der agrariërs in het district bevordorde.
De sociaal-democraten toonen de kraoht van zelf
vertrouwen. Zij hebben reeds 280 candidaten gesteld,
van wie 119 kans hebben gekozen te worden. Er
zyn in het rjjk 897 kiesdistricten. Zeer waarschynljjk
zal de verdeeldheid der radicalen hen helpen. In
Oldenburg heeft Richter, de leider der Folktpartei,
zich „tydeljjk" candidaat gesteld tegen majoor Hinze
vau den Freiainnigen Verein. Hij wil Hinze noodzaken,
zich terug te trekken. Maar zoo berokkent Richter
het liberalisme groote schade.
De onthulling van hot monument der in 1849
gevallen Honvedt te Buda-Pest is zonder buitenge
wone voorvallen, maar met geestdriftige eigen» voor
Hongarije's Koning afgeloopen.