Buiteolandscb Overzicht. Doof Nationale Militie. c&'dU Léhfauleling tci October uit testellen. Maat hij meende, dat dit niet de minste kans hadaange* nomen te worden. De reden, die hij daarvoor opgaf, en de gang van zaken, dien hij voorspelde, waren beide voor mij zeer verrassend. Reeds nu zoo becijferde hij zou de Kieswet van den minister Tak kunnen rekenen opeone meer derheid van 20 stemmen, daar aleolitB 40 ledbn der Kamer (12 liberalen, 8 anti-revolutionairen én 20 Roomschen) nog als besliste tegenstanders zijn te beschouwen. En algemeen dit stelde hij vast wordt begrepen, dat die tegenstanders, hoe verder de tijd vordert, nog in aantal zullen verminderen. Nu verwacht hg het voorstel, om de behandeling der „reformbill" lot October uit te stellen, niet van ultra-conservatieve zijde, maar juist vau eenen (en wèl van een zeer de aandacht trekkenden Roomschen) voorstander der finale kiesrechtuitbreiding, die heil ziet in uitstel, en daardoor versterking der meer derheid, vooral met eeu deel zijner eigen nog voor overtuiging vatbare geestverwanten, hoopt te verkrij gen. Omgekeerd verwacht mgn zegsman steuu voor de behandeling der „refonnbill" reeds in Juli, niet alleen van de meest sanguinische demokraten, maar ook en vooral van die conservatieven, die zich over de gevolgen van langer uitstel, over mogelijke ver flauwing van den tegenstand sommiger geestverwan ten, bezorgd maken. Dat zou dus eeu zeer verras send schouwspel kunnen worden 1 Toen ik mijne verwondering te kennen gaf over znlke voorspellingen, werd mg geantwoord *Gg vergeet dat de conservatieven nog één goede reden hebben, om de mogelijke gevolgen van uitstel, om het slinken hunner minderheid te vreezee. Is de nieuwe Kieswet in de Tweede Kamer aangonomen, dan gaan de Haagsche, Utrechtsche en andere beeren' petitionneeren bg de Ëerste Kamer, en dan zal deze te minder lust en te minder moed vertoonen, om haar „veto" uit te sprekon, naarmate de meerderheid ▼éér het wetsontwerp in de Tweede Kamer grooter geweest is." Yindt ge niet, dat mgn zegsman, toen hg me dit antwoord gaf, het bewijs leverde van een zeer goed inzicht in de soort berekeningen, eigen aan dat conservatisme, dat niets conserveert? Staten-Generaal. 2» Kamer. Zitting van Dinsdag 30 Mei 1893. Nadat de minister voor de tweede maal hei woord gevoerd had over de bedrijfsbelasting, waren toch nog een viertal sprekersRugs van Beerenbroek, Dobhelmnn, Lambreohts en Poelman, die van voren af begonnen, alsof er niets gezegd ware. Zij brach ten niéts nieuws te voorschijn. Alleen kwam de beer Poolman op de onzinnige gedachte een motie te doen om het debat voorloopig d. i. tot na de kieswet uit te stellen. Nota bene nu het eindver slag over de kieswet nog niet is uitgebracht en de Kamer dut niets te doen zou hebben. Dit doodge boren wioht werd spoedig ter aarde besteld, nadat èn de Voorzitter en de meerderheid der vergadering op ondubbelzinnige wijze bun afkeuring over derge lijk obstructionisme had te kennen gegeveu. Eindelijk dan kwaW er eon eind aan de algemoene beraadslagingen en begon de disoussie over de arti kelen. Reeds bij art. I begon eene interessant ge vecht over de ooöporatie. De heer Van Karnebeek stelde voor de coöperatieve veroenigiugen alleen te belasten, indien zij ook aan niet-ledeu leverende heereu Kerdijk c. s. alleen voor zoover zij aan derden garderobe waarin tal van kostbare toiletten van de schoonste kleuren op mannequins waren aitgestald. „Wg moeten beginnou met te passen voor het geval, dat er iets aan de corsage te veranderen is." Ternauwernood liet Maria Louize haar blik over de uitstalling gaan. „Het eerste", zeide zij kort, en met bijzonder harde stem. „O'het zilverbrocaat, zeer wel," en madame Verdan schelde om een jong meisje en begon haastig aan tepassen Er was voor alles gezorgd. Van het linnengoed af, ragfijn met kanten versierd en met borduursels van buitengewone fraaiheid belegd, tot balschoenon toe van vorschillendö kleuren, evenals waaiers en shawls, oen waarlijk vorstelijke trousseau. Stom eu gelaten, onderwierp zich de jonge vrouw aan de metarmophose, die de bedrijvige handen der kamenier haar deden ondergaan. De kapper kwam, en tooverde haar hoofd met het zedige nonnenkapsel om in een bijzonder lieflijk kopje: bevallige lokjes kroesden over het witte voorhoofd, en te midden van dezen fraai opgemaakten haardos spreidde een zilver vogeltje zgn vlerkjes uit. Een knecht kwam melden, dat de thee in het bouoir van mevrouw de barones gereed stond. Maria-Louize was voor den spiegel gezeten, en tot groote verbazing van het dienstpersoneel heeft zg op zijn best een blik daarin geworpen. Zg hield haar wimpers diep neergeslagen, terwjjl het bleeko ge zichtje, met den scherpen trek om den mond er uitzag, leveren.®De'J| hfeer KerdljkJ vóbd noóólg te wgzen op de 'rol, die de coöperatie thans meer en meer speelt in de politiek en verwachtte daarom wel ver werping van zgn amendement, doch toonde toch de billijkheid aan de verkregen besparing, die geen winst is, niet te belasten. De heer Borgisius, even groot coöperator als de heer Kerdüjc, vi van ge heel tegenovergestelde meenlb'fc. H(j méende dat bevoorreohting dezer vereeiiigingen niet inliet belang zou zijn der ooöperatie zelve en strijdig pet recht en billijkheid. Winst was or in elk gevl en deze inkomsten zouden onbelast blgven. Een jjhteressant onderwerp zeker voor verdere bespreking, n In eene druk bezochte openbare vergadering der kiesvereeniging De Uniey aid. Amsterdaiji vqn den „Bond voor algemeen kies- en stemrecht,® trad gis teren avond mr. P. J. Toelstra uit Leeuwarden als spreker op, met het onderwerp„Gratie, Eet hqogstp recht". Uit de korte toespraak, waarmedl de voor zitter, de heer A. H. Gerhard, do bijeenkomst qpende bleek, dat mr. Troelstra in hoofdzaak zon trachten aan te toonen, dat in de reofitsgedingen van <j|n laatste» tgd tegen sociaal-democraten qls voornaamste pleit, voor de rechters had moeten gelden dej/èrkennióg, dat er omstandigheden voorhanden'waiM geweest1,) die noodzakelijk tot eene'ootsing Aoestan leiden. i Mr. Troelstra begon zijd rede raat de nWdedeoling, dat het doel dezer vergadering niet was |eu protpst te doen hooren, maar onl'|a het licht te'stellen, [dat er, van welk standpunt ooit beschouwd, motieven te over voorhanden zjjn.qmtqn opzichte der feroombel- den in het Noorden het recht van gratie toe te passen, eu dat juist do bgzoudóreAuard van dat recht lolt die overweging moet leideifêtf J Na eene sohets te hpi|uu{r geléverd van den toestand, die aan 'do troebelqt m het Noörden voorafging, gaf spreker een ovefzicl^ van de feiten, die to{ de veroordeeling van Poutsijna, Stienstra eu arbeiders van Franeker, Appelscha en Sappemeer aanleiding gaven. Wat is er gedaan, vraagt spr. thans, door het Nederlandsche volk, Om duidelijk te doen uitkomen, dat die veroordeelden tte zwaar gestraft zijn P Na uiteenzetting van hetgeen daartoe dool- de commissie der radicalen is verdicht, komt hij tot de slotsom, dót deze weinig anders heeft gedaan dan geld ver morsen en een verkeerden weg heeft ingeslagen. Waar nu het recht vau gratie juist is gevestigd met het oog op vonnissen, hoewel wettelijk juist gewezéo, strijdend tegen het algemeen rechtsgevoel, meent spreker dat men juist hier in de eerste plaats met zulke gevallen te doen heeft. Spreker draagt daarom de volgende motie voor „De vergaderibg, bijeengeroepen door de kiesver eeniging De Unie 'op 30 Mei spreekt de wensche- ljjkheid uit dat aan de arbeiders, die tengevolge der volksbeweging in het noorden in (ie afgeloopen maan den veroordeeld znq, gratie worde verleend." Spreker maakt déarbij de opmerking, dat het niet de bedoeliug was een verzoek om gratie van deze bgeeukomst ie doen uitgaan, maar door deze moiie een eventueel verzoek om gratie van de zijde van bloedverwanten of vrienden der veroordeelden krach tig te steunen. De heer Gerhard voegde daarbij, dat de veroeni- ging, welke deze bijeenkomst had belegd, naar hij hoopte daarin door anderen gestound zou worden, alsof het in diepen slaap verzonken was. Zij zuchtte en stond op. „Roep mij, als de ver anderingen aan de japon klaar zijn, madame Verdan." Daarop sloot zg de deur achter zich dicht, eindo- lijk is zij alleen geheel alleen. En nu is ook al haar kraoht en zelfbeheeersching ten einde. Zij geeft zich aan haar droefheid over en valt neder op een fauteuil, zij slaat de handen voor haar gelaat, en barst los in bittere tranen. Al de foltering van ouuitrprekelijk heimwee doorschrjjnt haar ziel en geeselt haar met de scherpe roede van de smart, gelijk de stormwind de witte lelie dek velds knakt en ter aarde werpt. Geheel alleen, geheel verlaten op de wereld I Verraden en bedrogen door hem, dien zij geloofd en vertrouwd beeft, door hem die als een lichtend, majesteitelijk heiligenbeeld haar geheele ziel en denken inuam, door hem, die elke snaar in haar hart deed trillen, dien zij bemind heeft met de zuiverste innigheid van haar ziel. Dien zij be mind „heeft" P.,.. Het is alsof er een ijskouden adem overheen is, die het kristalheldere beeld in haar hart met eeu waas bedekt heeftmisvormd, van zijn voet stuk neergehaald, van alles beroofd wat hem voorheen zijn 8traleuden aureool verleende, staart dat beeld haar nu zoo vreemd, zoo ontzettend vreemd aan. Gelijk eenmaal een aschrugen daalde eu de vorste lijke pracht van Pompeji hegroef, zoo dwarrelen er ook kleine zwarte lettertjes over dit beeld heen, en bedekken het met ontgoocheling en verachting, zoo dat er niets meer van overblijft dan het loodzware zooflat ten slotte een nationale beweging t%r verkrij ging van gratie voor de bedoelde personen in het leven zou zgn geroepen. Nadat de motie bg acclamatie was aanvaard en nog eene enkele opmerking waé gemaakt door den heet* Gerhard, werd de vergadering gesloten. Gisteren is te Hoorn het standbeeld voor Jan Pietersz. Coen onthult. Dr. Schhipman hield daarbij een feestrede, waaraan wij het Walgende ontleenen: Het is op den 30n Mei 161 yoor eenige dagen is de Gouvwneur-Generaal, die namens de In(lisdbe Compagnii* de Nederlandsche bezittingen in, Indië beheert en bestiert, van zgn schijnbare vluént uit de Molukkonfteruggekeerd. Met Oeu vloot, van|l6 schepen, door andere voorafgegaan, is hg op de éeedevan Jakatra verschenenmet door tastenden spoect! heeft hij zijn volk ontscheept en \n het fort geworpqu. Het ziet er slecht uit in het lang belegerde fou. Al heeft ook op den I2n Maart dëj kapitein Van Mftij onder het hijsohen der vlaggén, het luiden der klakken, hetdriiikeu Van deïj eerewijn dh] kleine sterkte, met dejr weildfiohen naaiq Batavia gedoopt, al noemde hij de vieó bolwerkerfjjHolland, Wpet-FrieslandZeeland en Gelderland dit tfsr- toou van 'mood is niets hnders dan vertöpn. ,iYnn waren moed' is géén sprake. In het fort Jjhoerélhen disorders ongeregeldheden. Er is gecastreerd, 1 verschonken, verteerd, gedoofd. I Er zijn bededagen gehouden, iqaar de bededagen znn door drinkgelagen besloten. Meer dan 'p vgands 'geweid hebben zgn dreigementen |tegen do bezetting! vermochtglands,, eere is bittóHgk gekrenkt. I Eén man zal met één slaj; dat; alles Yernndljttbn. Op deu dertigaten 3^£ei 1619 takt de' Gouve$neur+, Generaal met zijn 13 Compagnies, ongevoer duizend mah sterk, met vliegende vaandelen op dè staf Ja- kitra los. Van verdediger, van lui on Iqom V)?rde« dlgèr, wordt hg aanvaller. J lij f' Waar de poging tot stand houdon wordt beproefd, daar wordt de poging zelve ter peer geslagenl| Als d'avönd daalt is niet alleen de stad vero verdij'ijiaar raer.den grond gelgk gemaakt. Een oude wpreld is,ver- diiVapen, een nieuwe verschgnt. De Holtyndscbe kleu- rim 't Oraoje-blanje-bleu, wapperen onder den Ja- véanscLen hemel; het „Wilhelmusivan Nassouwe" schettert klaar en helder als een morgenlied, door dé lucht; onder dit vaslodel en onder dtzc tonen begint de historie een nieuwen marscli. ,De redenaar gaf hierna een denkbeeld van het groote gewicht der eerste versterkte vestiging en het oordeel, dat Coen-zelf daarover had, o. n. toen hij schreef aan Hoeren Zeventienen„Siet en conside- reers doch, wat een goede ooeragie vermach en hoe d'Almogendo voor ons gestreden en Qoos gesegent heeft." Voor het beeld zichtbaar werd teekende spreVer den held zooals hij was, naar het uiterlijk eu naar den geest, om na de onthulling met het volgende zgn rede te besluiten Zéé staat dan Jan Pietersz. Coen voor onsde man van weinig woorden en vele daden, de man van het zwaard, de man van de scheppende kracht. De machtige verschijning, door deD kunstenaar gewrocht, grijpt ons aan, schudt ons geweten wakker, doet uit de diepte vau Ket verleden als met geweldigen ba- zuinstoot het woord tot ons komen„Dispereert niet daar kan iu Indien wat groots verricht worden." gewicht van den ketting, waarmee het ten eeuwigen dage aan het hart van zgn vrouw werd vastgesmeed. Met een geweldigen jammerkreet breekt de smart zjch een weg óver Maria-Louize's lippen Ten eeuwige dage IMóet zg dat dragen P Kan zij het dragen? Wat moet zij aan zgn zjjde doen P Als een goede kameraad met hem in gelijken pas loopen, mee laohen en gekheid maken in zgn sqlon de honneurs- waarnemen. Het klinkt haar als een droom door de ziel, en dan staat haar weer plotseling voor de oogen wat die andere die andere haar heeft geschreven wiens letters zij zoo duizendmaal iu blijde verrukking aan de lippen heeft gedrukt. „Het moet wel iets wonderbaarlijks zgn, zooals twoe zielen zich iu liefde geheel kunnen vereenigen, geen woord elkaar verber gen, geluk en leed en smart en nood tezamen kunnen dragonen van den eersten kus tot aan den dood slechts van hun liefde spreken Zoo luiden zgn woorden, en daaronder stond verder „Een heerlijke, onglooflijke, en haast onmogelijke poëzie. Ik heb deze opvatting dor liefde steeds voor een overspannen dweperij gehouden, wrarvoor hot gewichtigste steeds ontbrak n. 1. de meuschen die gesohikt zgn om mot geheel hun ziel zoo standvastig en zoo grenzeloos Jief te hebben. Vroeger heb ik geen vrouwonhart als rein gonoog beschouwd om als tempel ie dienen voor ?ulk goddelijke liefde, totdat een slem mij den weg wees naar dat tooverland waar het nog iels wonderbaarlijks, is zooals twee zielen iu liefde zich vereenen. {Hordt vervolgd.) „Dispereert niet». Daar is eono disperantie, qtie zich van ons meoster zou kuunen maken, de diBperautie, die het antwoord zoo zgn op de vraagwat groots hebben wg in Indië verricht P Zeker, wij hebbon grljte dingen gedaanwg, een klein volk, hebben beleid en wijsheid, heldenmoed en, reuzenkracht in het bo- heer van Indië gotoond. j Maar het groote, het grootsche, dat wat hooger ia dan de rgkdora, meer dan de handel, kostelijker dan de overwinst, maar dat wat lichtender is dan de zon en heiliger is dan de glorie, het groote en grootsche doel der christe lijke beschaving, hoe hebben wg het nagestreefd, hoe nabij zgu wg het gekomen P Dispprantié kan er ijju, disperautie als berouw, disperantie als twijfel aan onszei ven. Maar, neen, dispereert niet. Daar is een berouw, dat verlamt, daar is eèu twijfel, die dood'. Wat niet verricht is en ziedaar de leuze dis Jan Pieterszoon Coen op dezen dag aan zijn volk overgeeft wat niet verriëht is, kan vorriohl, moet verricht worden zoo moge 't zgn 1 En dan nog „siet ende coDsidereerf wat oen goede oouragie vermag." Goede oouragie, wsjt beter verma king kan de schepper van ons Indisch Rgk ons sten Goede conragio wg komen Jan Cqmpagnie lijn afscheid geven met al zgn goedei'eigenschappen i bg niet meer van onzen dag. Maai Jan Courage loeten wg blgvengeloof, liefde, geestdrift, de drie dementen van de poëzie der dadon, moeten de ziel •rvullen van ons volk. 1 Courage dan, courage in Indië, courage ook in ^Nederland, courage in den strijd voor de vrgheid, fijlie het recht als haar t^eelingszuster tegroet, cou rage iü, den strijd voor het recljt, dat] geen hooger plicht Kent dan!de vrgheid te stutten eij te verweren. Couragé» waar fyit geldt ons vertrouwd op de toe- koiet, de toekomét, dik voor otj* staat] afgebeeld in jlonde Koningin, het kind ijüb Orane en Neder- dat moge bloeien eu groeièn ondJr ilea hoili- igenjvan den almaohtigen ,Öod I kasteel van Blaerthum,' óp 45 minuten af- vau jEindho/en gelegen, i« geheeljdoor brand (èld. Van het eertijds fraaie kasteeljfi dat waar- ■ii(lijk dagteekent uit de 15e eeuw, ia niets meer fiiau de naakte muren. Men heef^met moeite eeifö fraai bordes van grooto kiinstwaéhle uit de vestibule en eene antieke deur kunnen redden. Men vermoedt, dat de braud veroorzaakt werd door werkvolk, dat eqnige herstellingeq had te verrichten. De gebouwen warep verzekerd vqfflk/l 1,000 bij de Utrechtiche Brandwaarborg-Maatsqjljfcppij. Het kasteel was vroeger de woonplaats der *3onkors Yan Eijk, heeren tot Blaerthom—mist en Velthoven, zooals de grafsteen vermeldt van Jdnkér Rodolf van van Egk en diens eohtgenoote, ii 1580 overleden. Het ging later in eigendom overfaan do Baronnen Van Delmermol, te Brussel, van wie de tegenwoor dige eigenaars, de familie Verdugnen, nabg Luik, het geërfd hebben. In het jaar 1804 werd het kasteel nog gedeeltelijk vernieuwd. Gedurende de laatste zes jaren was hot onbewoond. Do Amsterdammer schrgft Elkon dag komt er iu de liberale bladen een niouwe getuige, die „met zekerheid* weet te zeggen dat prof. Pekelharing niet voor drang gezwicht is, toen hg zijn ontslag nam uit hot bekende comité ter ondersteuning van de gezinnen der veroordeelden in het Noorden. Men kan hiermede voortgaan, maar de zaak ver andert daardoor niets. Wij „weten" dat de heer Pekelharing zgn ontslag heeft genomen uit vrees, dat het hem anders zou worden gegeven. Wg „weten," dnt hij met Tak geconfereerd heeft, en het weinig bemoedigende van dat onderhoud zijn besluit heeft bepaald. En nu mogen uit deu Haag bg tientallen berichten van het tegendeel komen, „met zekerheid,met meer dau zekerheidhet feit blijft oen feit. Te loocheneu zij het, uittewissohon is het niet. Zooals men weet, is er ook te Rotterdam al sedert eenige jaren sprake van het maken eener installatie tot voortbrenging van eleclriciteit voor verlichting en beweegkracht. Onder overlegging van breedvoerige rapporten achten B. en W. thans de zaak voor beslissing rijp en zgn zij van oordoel dat het wenschelijk is tot de uitvoering over te gaan vud de plannen voor eenigen t)jd door de directeuren der gemeentewerken, der gemeente-gasfabrieken en dor handelsinrichtiugen ingediend. Mitsdion stollen B. on W. voor, te besluiten 1 dat zal worden overgegaan tot het maken eenor installatie tot voortbrenging en levering van fllectriciteit voor verlichting en beweegkracht, over eenkomstig de plannen daartoe door de drie direc teuren ontworpen 2 dat de exploitatie daarvan van gemeentewege zal geschieden en aan de directie der gasfabrieken zal worden opgedragen 3 dat voor de oprichting van het centraalstation der installatie zal worden aangewezen het terrein der gasfabriek aau dén Oosizeedgk; 4 dat men de firma Siemens llalske zal worjen aangegaan een overeenkomst, als door de directeuren is voorgesteldi 5 voor de uitvoering der voorgestelde plannen toe te staan een som van 700,000, uit geldleeningjte verkrggon met de bepaling dat voor amortisatie daar van een tijdvak van ten hoogste 25 jaren zal worden aangenomen, eu 6 dat zal worden overgegaan tot de uitbreiding van de hydraulische inrichting op Fgenoord in dén door de directeureu aangegeven zin en daarvoor, be houdens latere regeling op de gemeentebegrooilnj uit geldleening toe te staan eeij som van 100.Ó0I Het water-drama (fut deu laatsten kermisdag Hoogeveen werd I afgespeeld heeft zich ais volgt «oei gedragen. t 1 De kermis wal niet drukj bijna van geen beteeke- nisde muliise deed zicb ook hier gelden' en de „8pullebazen"flmaakten sleohto zaken. „Verdien je niets meer op* het land, dan mot je het maar zoeken in het water,"redeneerde een hardlooper van pro fessie, en InjiDood aan, om voor éen gulden boven van de Zunlersche bruyj in bet kanaal te springen, jujst een krniepiint van twee waterwegen. I 'kiei bedrag was spoedig bgeen. En toen do kunste- lÜkér zich óp de leiitling plaatste, drong een dichte leuigte nieuwsgierigen op, om bet waagstuk te zien. Plofl Daar ging de waaghals, maar niet alleen, toor het opdringen der nieuwsgierigen braken de inningen, en zij, «iio in ifle voorsie rgen stouden, ^geveeit VÜftig in getal, déden den toer on vrijwillig On()er qen waren veel kinderen, zelfs een vrouw t een ^uigeling op den arm. (|Men stélle zich de algemeebe ontsteltenis voor van dq massa,'omstanders, die eenpklpps zulk een aantal groote enijkloine mensohen van de brug in het ka naal zagen vallen. Onverwijld gingen vier 'onverschrokken mannen, A. J. Ribbens, Abr. v. d. Horst, P. v. d. Horst, en L. Hildèraink, die te raiddeu der verwarring hun tegenwooraigheid van geest hadden behouden, te water. SpWeaig kregen z\j eénigo kinderen in handen, zetten zo op een sohuit, doken in de diepte en brachten weer drenkelingen aan de oppervlakte. Een viertal hunner zwom Zonder hulp naar den walkant en de overige werden door Óen hardlooper en met behulp van een sohuit op t^droge gebracht. Boven verwachting werdqn allen gered. Wel liepen sommigen builen op en bloedden anderen in het aan gezicht, dewgl zij op steenen of palen waren terécht gekomen, maar nadeeiige gevolgen zal dit onvrijwillige bad wel voor geen der betrojtken personen hebben. Toen men hu|de bracht aan de moodige redders, maakte de hhVdioo(ier van die gelegenheid gebruik om stilletjes uit te snijden. In het Engclsche Lagerhuis verklaarde de onder minister van buitenlandsche zaken, sir Edw. Grey, dat de laatste berichten geen hoop geven op een spoedig einde van den chroniéóhen oorlogstoestand in Atjeh, die nu reeds zoo lang voortduurt. Ten gevolge van dé laatste order door het Nederlandsch- Indische gouvernement uitgevaardigd, is de blokkade der kust van Atjeh echter gedeeltelijk opgeheven. Het blijkt dat de achtereenvolgende regceriug op verschillende tijden van meening waren, dat de be palingen van het traotaut vau 1319 niet altijd van weerszijden werden nageleefd en niet meer als van kracht konden worden beschouwd. Een motie van den afgevaardigde Brookfield, om wegens de wedéenrie'n ié Derby mótgpn geen zitting te houden, werd met 281 tegen 169 stemmen ver worpen. Op artikel 3 van het Home Rule-ontwerp was door den afgevaardigde Wolmer een amendement ingediend, daartoe strekkende, dat aan het Iersche wetgevende lichüam verboden zou worden resolutiën to nemen over quaestiën, waaromtrent het geen wet ten kan vaststellen. DU amendement werd door de regeering bestreden en mot 259 tegen 238 stemmen, dus met ceue meerderheid van slechts 21 stemmen verworpen. Op de bankon der oppositie ging een uitbundig gejuich op, toen de rogeering zulk een geringe meer derheid vond. Het was in de Fransche Kamer, bg de voortzetting der beraadslaging over het ontworp, strekkende om het aantal vertegenwoordiger» in evenredigheid te brengen met het veranderde nelental in de kiesdis tricten, een dag van amendementen. Het eene volgdo op het andere. Hoofdzakelijk liep de beraadslaging over eeu voorstel van den heer Bazille, om het man daat van afgevaardigde on vereen tgbaar te verklaren met een bezoldigd openbaar ambt. Een openbaar ambtenaar die zich candidaat stelt voor de Kamer moet reeds zes maanden vooraf zgn ontslag genomen hobben. Het moet voorgoed gedaan zgn met de offioieele, onndidatuur, in welken vorm ook, sprak de heer Bazille, en dat is de bedoeling van het voorstel. Het voorstel werd goedgekeurd met 294 stemmen tegen 221. Een daaraan toegevoegd artikel, bepalende dat het voorstel) insgelijks van toepassing is op de leden der geestelijkheid, werd insgelgks goedgekeurd, nadat de uT*Hnjninais hoet bestreden had met het argu- it de geestelijken geen openbare ambtenaren sonen, inisters, onder-secretarissen van staat en per nio tijdelijk met eene zending zijn belast, zgn e wet uitgezonderd. Een jmendement van den heer Douville-Maillefou, volgei|[ihetwelk het mandaat van afgevaardigde al- fthouden is aan ieder, die eene overeenkomst staat gesloten heeft of in dienst is van per- ie eene overeenkomst met den ftaat gesloten kerd in overweging genomen met 285 stem- 178. |iit voorstel zouden de hinbtenatin der groote |maatBchappijeni van de Fransone bank, van mede i MetjA» sonen,1 i|y hebben] mén tea •poonral het Credit foncier, enz. uitgesloten worden van de Kamer. Opmerkelgk dat de regeering bij deze beraadslaging, die vrg 'ang geduurd hoeft, geen mond opengedaan heeft. Zij hield zich alsof de zaak haar niet aanging. De Heer Constans heeft, volgens den Pargschen correspondent van Daily News, het voornemen een groote centrale partij to vormen, omvattendo de cen- trumapai|yen der republikeinen, de gematigde oppor tunisten i en radicalen, een partij die volgens den oud-minister het algemeen gevoelen van het land juist zouj weergeven en die de royalisten, welke niet van deqj graaf van Pargs maar van den Paus het waohtwq^rd ontvangen, zou kunnen absorboeren. Zulk een partij zou onweerstaanbaar zijn, zoowel bij een aaq val der uiterste linker- als bij een der uitorste rechterzijde. Ongetwijfeld wil de heer Constans meer dan ooit een overwegende rol spelen bij de verkiezingen en wil hij optreden als de tegenstander van den heer Dupuy, die tegen de toelating der „ratliés" is, door hem nog onlangs in een rede, resignés genoemde. De Engelsche bladen geven nog altgd verhalen van den tocht van Salisbury door Ulster. Te Lon donderry werd Salisbury door den mayor en den Gemeenteraad in ambtsgewaad aan het station op gewacht en met een adres verwelkomd. In het ge meentehuis werd een openbare bijeenkomst gehou den voorgezeten door den hertog van Aberoorn. Salisbury hield een rede over den politieken toestand. Hg wees op al de terughouding en geheimzinnigheid, die de indiening van Home-Rule had gekenmerkt; zelfs op dit oogenblik wül de sluier, die het plan bedekte, nog niet geheel opgeheven. Wat Gladstone van zins was betreffende twee dnr voornaamste punten van het ontwerp, de positie der Iersche leden in het Rijksparloment en de regeling der finanoiën tus- schen Groot-Brittannië en Ierland had hg nog altgd niet medegedeeld. Het Horae-Rule-plan van Glad- stone, voor zooverre dit nu bekend was, zou Ierland bankroet maken, een groote vermeerdering van be lasting ten gevolge hobben en een einde maken aan den tegenwoornigen agrarischen toestand, waarbij pachters gaandeweg eigenaars kunnen worden hunner hoeven. Onderzoek van de VERLOFGANGERS der MILITIE te Lande. De BURGEMEESTER van GOUDA, brengt ter algemeoue kennis, dat ingevolge art. 188 der Wet op de NATIONALE MILITIE, van den 19n Augus tus 1861 Staatsblad No. 72), DE INSPECTIE DER VERLOFGANGERS voor de Gemeente GQUpA, is bepaald op WOENSDAG deu 14u JUNI 1893, des morgens ten I08/« ure, op de STADSTIMMER- WERF aan de Turfmarkt alhier. Dat daaraan behooren deel te nemen al de VER^ LOFGANGERS dor MILITIE TE LAND, die voor den In April 11. in het genot gesteld zgn van on bepaald verlof, ongeacht de lichting of de Gemeente waartoe zij behooren, alleen zgn hiervan uitgezonderd de verlofgangers die in de maand Juni e. k. in wer kelijke dienst moeten komen. Voorts worden de verlofgangers opmerkzaam gemaakt a. dat zg volgens art. 140 der genoemde Wet, ter Inspectie behooren te verschijnen in uniform ge kleed en voorzien van de Kleeding- en Uitrusting stukken, hun bij het vertrek met verlof medegegeven, van hunne Zakboekjes en van hunne Verlofpassen. b. dat zg volgens art. 130 der Wet, worden ge-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1893 | | pagina 2