Buiteolandscb Overzicht.
Doof
Nationale Militie.
c&'dU Léhfauleling tci October uit testellen. Maat
hij meende, dat dit niet de minste kans hadaange*
nomen te worden. De reden, die hij daarvoor opgaf,
en de gang van zaken, dien hij voorspelde, waren
beide voor mij zeer verrassend.
Reeds nu zoo becijferde hij zou de Kieswet
van den minister Tak kunnen rekenen opeone meer
derheid van 20 stemmen, daar aleolitB 40 ledbn der
Kamer (12 liberalen, 8 anti-revolutionairen én 20
Roomschen) nog als besliste tegenstanders zijn te
beschouwen. En algemeen dit stelde hij vast
wordt begrepen, dat die tegenstanders, hoe verder
de tijd vordert, nog in aantal zullen verminderen.
Nu verwacht hg het voorstel, om de behandeling
der „reformbill" lot October uit te stellen, niet van
ultra-conservatieve zijde, maar juist vau eenen (en
wèl van een zeer de aandacht trekkenden Roomschen)
voorstander der finale kiesrechtuitbreiding, die heil
ziet in uitstel, en daardoor versterking der meer
derheid, vooral met eeu deel zijner eigen nog voor
overtuiging vatbare geestverwanten, hoopt te verkrij
gen. Omgekeerd verwacht mgn zegsman steuu voor
de behandeling der „refonnbill" reeds in Juli, niet
alleen van de meest sanguinische demokraten, maar
ook en vooral van die conservatieven, die zich over
de gevolgen van langer uitstel, over mogelijke ver
flauwing van den tegenstand sommiger geestverwan
ten, bezorgd maken. Dat zou dus eeu zeer verras
send schouwspel kunnen worden 1
Toen ik mijne verwondering te kennen gaf over
znlke voorspellingen, werd mg geantwoord *Gg
vergeet dat de conservatieven nog één goede reden
hebben, om de mogelijke gevolgen van uitstel, om
het slinken hunner minderheid te vreezee. Is de
nieuwe Kieswet in de Tweede Kamer aangonomen,
dan gaan de Haagsche, Utrechtsche en andere beeren'
petitionneeren bg de Ëerste Kamer, en dan zal deze
te minder lust en te minder moed vertoonen, om
haar „veto" uit te sprekon, naarmate de meerderheid
▼éér het wetsontwerp in de Tweede Kamer grooter
geweest is." Yindt ge niet, dat mgn zegsman, toen
hg me dit antwoord gaf, het bewijs leverde van een
zeer goed inzicht in de soort berekeningen, eigen
aan dat conservatisme, dat niets conserveert?
Staten-Generaal. 2» Kamer. Zitting van
Dinsdag 30 Mei 1893.
Nadat de minister voor de tweede maal hei woord
gevoerd had over de bedrijfsbelasting, waren toch
nog een viertal sprekersRugs van Beerenbroek,
Dobhelmnn, Lambreohts en Poelman, die van voren
af begonnen, alsof er niets gezegd ware. Zij brach
ten niéts nieuws te voorschijn. Alleen kwam de
beer Poolman op de onzinnige gedachte een motie
te doen om het debat voorloopig d. i. tot na de
kieswet uit te stellen. Nota bene nu het eindver
slag over de kieswet nog niet is uitgebracht en de
Kamer dut niets te doen zou hebben. Dit doodge
boren wioht werd spoedig ter aarde besteld, nadat
èn de Voorzitter en de meerderheid der vergadering
op ondubbelzinnige wijze bun afkeuring over derge
lijk obstructionisme had te kennen gegeveu.
Eindelijk dan kwaW er eon eind aan de algemoene
beraadslagingen en begon de disoussie over de arti
kelen. Reeds bij art. I begon eene interessant ge
vecht over de ooöporatie. De heer Van Karnebeek
stelde voor de coöperatieve veroenigiugen alleen te
belasten, indien zij ook aan niet-ledeu leverende
heereu Kerdijk c. s. alleen voor zoover zij aan derden
garderobe waarin tal van kostbare toiletten van de
schoonste kleuren op mannequins waren aitgestald.
„Wg moeten beginnou met te passen voor het geval,
dat er iets aan de corsage te veranderen is."
Ternauwernood liet Maria Louize haar blik over
de uitstalling gaan.
„Het eerste", zeide zij kort, en met bijzonder harde
stem.
„O'het zilverbrocaat, zeer wel," en madame Verdan
schelde om een jong meisje en begon haastig aan tepassen
Er was voor alles gezorgd. Van het linnengoed
af, ragfijn met kanten versierd en met borduursels
van buitengewone fraaiheid belegd, tot balschoenon
toe van vorschillendö kleuren, evenals waaiers en
shawls, oen waarlijk vorstelijke trousseau.
Stom eu gelaten, onderwierp zich de jonge vrouw
aan de metarmophose, die de bedrijvige handen der
kamenier haar deden ondergaan.
De kapper kwam, en tooverde haar hoofd met het
zedige nonnenkapsel om in een bijzonder lieflijk kopje:
bevallige lokjes kroesden over het witte voorhoofd,
en te midden van dezen fraai opgemaakten haardos
spreidde een zilver vogeltje zgn vlerkjes uit.
Een knecht kwam melden, dat de thee in het
bouoir van mevrouw de barones gereed stond.
Maria-Louize was voor den spiegel gezeten, en tot
groote verbazing van het dienstpersoneel heeft zg op
zijn best een blik daarin geworpen. Zg hield haar
wimpers diep neergeslagen, terwjjl het bleeko ge
zichtje, met den scherpen trek om den mond er uitzag,
leveren.®De'J| hfeer KerdljkJ vóbd noóólg te wgzen
op de 'rol, die de coöperatie thans meer en meer
speelt in de politiek en verwachtte daarom wel ver
werping van zgn amendement, doch toonde toch de
billijkheid aan de verkregen besparing, die geen
winst is, niet te belasten. De heer Borgisius, even
groot coöperator als de heer Kerdüjc, vi van ge
heel tegenovergestelde meenlb'fc. H(j méende dat
bevoorreohting dezer vereeiiigingen niet inliet belang
zou zijn der ooöperatie zelve en strijdig pet recht
en billijkheid. Winst was or in elk gevl en deze
inkomsten zouden onbelast blgven. Een jjhteressant
onderwerp zeker voor verdere bespreking, n
In eene druk bezochte openbare vergadering der
kiesvereeniging De Uniey aid. Amsterdaiji vqn den
„Bond voor algemeen kies- en stemrecht,® trad gis
teren avond mr. P. J. Toelstra uit Leeuwarden als
spreker op, met het onderwerp„Gratie, Eet hqogstp
recht". Uit de korte toespraak, waarmedl de voor
zitter, de heer A. H. Gerhard, do bijeenkomst qpende
bleek, dat mr. Troelstra in hoofdzaak zon trachten
aan te toonen, dat in de reofitsgedingen van <j|n laatste»
tgd tegen sociaal-democraten qls voornaamste pleit,
voor de rechters had moeten gelden dej/èrkennióg,
dat er omstandigheden voorhanden'waiM geweest1,)
die noodzakelijk tot eene'ootsing Aoestan leiden. i
Mr. Troelstra begon zijd rede raat de nWdedeoling,
dat het doel dezer vergadering niet was |eu protpst
te doen hooren, maar onl'|a het licht te'stellen, [dat
er, van welk standpunt ooit beschouwd, motieven te
over voorhanden zjjn.qmtqn opzichte der feroombel-
den in het Noorden het recht van gratie toe te passen,
eu dat juist do bgzoudóreAuard van dat recht lolt die
overweging moet leideifêtf J
Na eene sohets te hpi|uu{r geléverd van den toestand,
die aan 'do troebelqt m het Noörden voorafging,
gaf spreker een ovefzicl^ van de feiten, die to{ de
veroordeeling van Poutsijna, Stienstra eu arbeiders
van Franeker, Appelscha en Sappemeer aanleiding
gaven.
Wat is er gedaan, vraagt spr. thans, door het
Nederlandsche volk, Om duidelijk te doen uitkomen,
dat die veroordeelden tte zwaar gestraft zijn P Na
uiteenzetting van hetgeen daartoe dool- de commissie
der radicalen is verdicht, komt hij tot de slotsom,
dót deze weinig anders heeft gedaan dan geld ver
morsen en een verkeerden weg heeft ingeslagen. Waar
nu het recht vau gratie juist is gevestigd met het
oog op vonnissen, hoewel wettelijk juist gewezéo,
strijdend tegen het algemeen rechtsgevoel, meent
spreker dat men juist hier in de eerste plaats met
zulke gevallen te doen heeft. Spreker draagt daarom
de volgende motie voor
„De vergaderibg, bijeengeroepen door de kiesver
eeniging De Unie 'op 30 Mei spreekt de wensche-
ljjkheid uit dat aan de arbeiders, die tengevolge der
volksbeweging in het noorden in (ie afgeloopen maan
den veroordeeld znq, gratie worde verleend."
Spreker maakt déarbij de opmerking, dat het niet
de bedoeliug was een verzoek om gratie van deze
bgeeukomst ie doen uitgaan, maar door deze moiie
een eventueel verzoek om gratie van de zijde van
bloedverwanten of vrienden der veroordeelden krach
tig te steunen.
De heer Gerhard voegde daarbij, dat de veroeni-
ging, welke deze bijeenkomst had belegd, naar hij
hoopte daarin door anderen gestound zou worden,
alsof het in diepen slaap verzonken was.
Zij zuchtte en stond op. „Roep mij, als de ver
anderingen aan de japon klaar zijn, madame Verdan."
Daarop sloot zg de deur achter zich dicht, eindo-
lijk is zij alleen geheel alleen. En nu is ook
al haar kraoht en zelfbeheeersching ten einde. Zij
geeft zich aan haar droefheid over en valt neder op
een fauteuil, zij slaat de handen voor haar gelaat,
en barst los in bittere tranen. Al de foltering van
ouuitrprekelijk heimwee doorschrjjnt haar ziel en
geeselt haar met de scherpe roede van de smart,
gelijk de stormwind de witte lelie dek velds knakt
en ter aarde werpt. Geheel alleen, geheel verlaten
op de wereld I Verraden en bedrogen door hem,
dien zij geloofd en vertrouwd beeft, door hem die
als een lichtend, majesteitelijk heiligenbeeld haar
geheele ziel en denken inuam, door hem, die elke snaar
in haar hart deed trillen, dien zij bemind heeft met
de zuiverste innigheid van haar ziel. Dien zij be
mind „heeft" P.,.. Het is alsof er een ijskouden adem
overheen is, die het kristalheldere beeld in haar hart
met eeu waas bedekt heeftmisvormd, van zijn voet
stuk neergehaald, van alles beroofd wat hem voorheen
zijn 8traleuden aureool verleende, staart dat beeld
haar nu zoo vreemd, zoo ontzettend vreemd aan.
Gelijk eenmaal een aschrugen daalde eu de vorste
lijke pracht van Pompeji hegroef, zoo dwarrelen er
ook kleine zwarte lettertjes over dit beeld heen, en
bedekken het met ontgoocheling en verachting, zoo
dat er niets meer van overblijft dan het loodzware
zooflat ten slotte een nationale beweging t%r verkrij
ging van gratie voor de bedoelde personen in het
leven zou zgn geroepen.
Nadat de motie bg acclamatie was aanvaard en
nog eene enkele opmerking waé gemaakt door den
heet* Gerhard, werd de vergadering gesloten.
Gisteren is te Hoorn het standbeeld voor Jan
Pietersz. Coen onthult. Dr. Schhipman hield daarbij
een feestrede, waaraan wij het Walgende ontleenen:
Het is op den 30n Mei 161
yoor eenige dagen is de Gouvwneur-Generaal, die
namens de In(lisdbe Compagnii* de Nederlandsche
bezittingen in, Indië beheert en bestiert, van zgn
schijnbare vluént uit de Molukkonfteruggekeerd. Met
Oeu vloot, van|l6 schepen, door andere voorafgegaan,
is hg op de éeedevan Jakatra verschenenmet door
tastenden spoect! heeft hij zijn volk ontscheept en \n
het fort geworpqu. Het ziet er slecht uit in het
lang belegerde fou. Al heeft ook op den I2n Maart
dëj kapitein Van Mftij onder het hijsohen der vlaggén,
het luiden der klakken, hetdriiikeu Van deïj eerewijn
dh] kleine sterkte, met dejr weildfiohen naaiq Batavia
gedoopt, al noemde hij de vieó bolwerkerfjjHolland,
Wpet-FrieslandZeeland en Gelderland dit tfsr-
toou van 'mood is niets hnders dan vertöpn. ,iYnn
waren moed' is géén sprake. In het fort Jjhoerélhen
disorders ongeregeldheden. Er is gecastreerd, 1
verschonken, verteerd, gedoofd. I Er zijn bededagen
gehouden, iqaar de bededagen znn door drinkgelagen
besloten. Meer dan 'p vgands 'geweid hebben zgn
dreigementen |tegen do bezetting! vermochtglands,,
eere is bittóHgk gekrenkt. I
Eén man zal met één slaj; dat; alles Yernndljttbn.
Op deu dertigaten 3^£ei 1619 takt de' Gouve$neur+,
Generaal met zijn 13 Compagnies, ongevoer duizend
mah sterk, met vliegende vaandelen op dè staf Ja-
kitra los. Van verdediger, van lui on Iqom V)?rde«
dlgèr, wordt hg aanvaller. J lij f'
Waar de poging tot stand houdon wordt beproefd,
daar wordt de poging zelve ter peer geslagenl| Als
d'avönd daalt is niet alleen de stad vero verdij'ijiaar
raer.den grond gelgk gemaakt. Een oude wpreld is,ver-
diiVapen, een nieuwe verschgnt. De Holtyndscbe kleu-
rim 't Oraoje-blanje-bleu, wapperen onder den Ja-
véanscLen hemel; het „Wilhelmusivan Nassouwe"
schettert klaar en helder als een morgenlied, door
dé lucht; onder dit vaslodel en onder dtzc tonen
begint de historie een nieuwen marscli.
,De redenaar gaf hierna een denkbeeld van het
groote gewicht der eerste versterkte vestiging en het
oordeel, dat Coen-zelf daarover had, o. n. toen hij
schreef aan Hoeren Zeventienen„Siet en conside-
reers doch, wat een goede ooeragie vermach en hoe
d'Almogendo voor ons gestreden en Qoos gesegent
heeft."
Voor het beeld zichtbaar werd teekende spreVer
den held zooals hij was, naar het uiterlijk eu naar
den geest, om na de onthulling met het volgende
zgn rede te besluiten
Zéé staat dan Jan Pietersz. Coen voor onsde
man van weinig woorden en vele daden, de man van
het zwaard, de man van de scheppende kracht. De
machtige verschijning, door deD kunstenaar gewrocht,
grijpt ons aan, schudt ons geweten wakker, doet uit
de diepte vau Ket verleden als met geweldigen ba-
zuinstoot het woord tot ons komen„Dispereert
niet daar kan iu Indien wat groots verricht
worden."
gewicht van den ketting, waarmee het ten eeuwigen
dage aan het hart van zgn vrouw werd vastgesmeed.
Met een geweldigen jammerkreet breekt de smart
zjch een weg óver Maria-Louize's lippen Ten eeuwige
dage IMóet zg dat dragen P Kan zij het dragen?
Wat moet zij aan zgn zjjde doen P Als een goede
kameraad met hem in gelijken pas loopen, mee laohen
en gekheid maken in zgn sqlon de honneurs-
waarnemen. Het klinkt haar als een droom door de
ziel, en dan staat haar weer plotseling voor de oogen
wat die andere die andere haar heeft geschreven
wiens letters zij zoo duizendmaal iu blijde verrukking
aan de lippen heeft gedrukt. „Het moet wel iets
wonderbaarlijks zgn, zooals twoe zielen zich iu liefde
geheel kunnen vereenigen, geen woord elkaar verber
gen, geluk en leed en smart en nood tezamen kunnen
dragonen van den eersten kus tot aan den dood
slechts van hun liefde spreken Zoo luiden zgn
woorden, en daaronder stond verder „Een heerlijke,
onglooflijke, en haast onmogelijke poëzie. Ik heb deze
opvatting dor liefde steeds voor een overspannen
dweperij gehouden, wrarvoor hot gewichtigste steeds
ontbrak n. 1. de meuschen die gesohikt zgn om mot
geheel hun ziel zoo standvastig en zoo grenzeloos Jief
te hebben. Vroeger heb ik geen vrouwonhart als rein
gonoog beschouwd om als tempel ie dienen voor ?ulk
goddelijke liefde, totdat een slem mij den weg wees
naar dat tooverland waar het nog iels wonderbaarlijks,
is zooals twee zielen iu liefde zich vereenen.
{Hordt vervolgd.)
„Dispereert niet». Daar is eono disperantie, qtie zich
van ons meoster zou kuunen maken, de diBperautie,
die het antwoord zoo zgn op de vraagwat groots
hebben wg in Indië verricht P Zeker, wij hebbon grljte
dingen gedaanwg, een klein volk, hebben beleid
en wijsheid, heldenmoed en, reuzenkracht in het bo-
heer van Indië gotoond. j Maar het groote, het
grootsche, dat wat hooger ia dan de rgkdora, meer
dan de handel, kostelijker dan de overwinst, maar
dat wat lichtender is dan de zon en heiliger is dan
de glorie, het groote en grootsche doel der christe
lijke beschaving, hoe hebben wg het nagestreefd,
hoe nabij zgu wg het gekomen P Dispprantié kan er
ijju, disperautie als berouw, disperantie als twijfel
aan onszei ven. Maar, neen, dispereert niet. Daar is
een berouw, dat verlamt, daar is eèu twijfel, die
dood'. Wat niet verricht is en ziedaar de leuze
dis Jan Pieterszoon Coen op dezen dag aan zijn volk
overgeeft wat niet verriëht is, kan vorriohl, moet
verricht worden zoo moge 't zgn 1
En dan nog „siet ende coDsidereerf wat oen goede
oouragie vermag." Goede oouragie, wsjt beter verma
king kan de schepper van ons Indisch Rgk ons
sten Goede conragio wg komen Jan Cqmpagnie
lijn afscheid geven met al zgn goedei'eigenschappen
i bg niet meer van onzen dag. Maai Jan Courage
loeten wg blgvengeloof, liefde, geestdrift, de drie
dementen van de poëzie der dadon, moeten de ziel
•rvullen van ons volk. 1
Courage dan, courage in Indië, courage ook in
^Nederland, courage in den strijd voor de vrgheid,
fijlie het recht als haar t^eelingszuster tegroet, cou
rage iü, den strijd voor het recljt, dat] geen hooger
plicht Kent dan!de vrgheid te stutten eij te verweren.
Couragé» waar fyit geldt ons vertrouwd op de toe-
koiet, de toekomét, dik voor otj* staat] afgebeeld in
jlonde Koningin, het kind ijüb Orane en Neder-
dat moge bloeien eu groeièn ondJr ilea hoili-
igenjvan den almaohtigen ,Öod I
kasteel van Blaerthum,' óp 45 minuten af-
vau jEindho/en gelegen, i« geheeljdoor brand
(èld. Van het eertijds fraaie kasteeljfi dat waar-
■ii(lijk dagteekent uit de 15e eeuw, ia niets meer
fiiau de naakte muren. Men heef^met moeite
eeifö fraai bordes van grooto kiinstwaéhle uit de
vestibule en eene antieke deur kunnen redden.
Men vermoedt, dat de braud veroorzaakt werd door
werkvolk, dat eqnige herstellingeq had te verrichten.
De gebouwen warep verzekerd vqfflk/l 1,000 bij de
Utrechtiche Brandwaarborg-Maatsqjljfcppij.
Het kasteel was vroeger de woonplaats der *3onkors
Yan Eijk, heeren tot Blaerthom—mist en Velthoven,
zooals de grafsteen vermeldt van Jdnkér Rodolf van
van Egk en diens eohtgenoote, ii 1580 overleden.
Het ging later in eigendom overfaan do Baronnen
Van Delmermol, te Brussel, van wie de tegenwoor
dige eigenaars, de familie Verdugnen, nabg Luik,
het geërfd hebben. In het jaar 1804 werd het kasteel
nog gedeeltelijk vernieuwd. Gedurende de laatste
zes jaren was hot onbewoond.
Do Amsterdammer schrgft
Elkon dag komt er iu de liberale bladen een
niouwe getuige, die „met zekerheid* weet te zeggen
dat prof. Pekelharing niet voor drang gezwicht is,
toen hg zijn ontslag nam uit hot bekende comité ter
ondersteuning van de gezinnen der veroordeelden
in het Noorden.
Men kan hiermede voortgaan, maar de zaak ver
andert daardoor niets.
Wij „weten" dat de heer Pekelharing zgn ontslag
heeft genomen uit vrees, dat het hem anders zou
worden gegeven.
Wg „weten," dnt hij met Tak geconfereerd heeft,
en het weinig bemoedigende van dat onderhoud zijn
besluit heeft bepaald.
En nu mogen uit deu Haag bg tientallen berichten
van het tegendeel komen, „met zekerheid,met
meer dau zekerheidhet feit blijft oen feit.
Te loocheneu zij het, uittewissohon is het niet.
Zooals men weet, is er ook te Rotterdam al sedert
eenige jaren sprake van het maken eener installatie
tot voortbrenging van eleclriciteit voor verlichting
en beweegkracht.
Onder overlegging van breedvoerige rapporten
achten B. en W. thans de zaak voor beslissing rijp
en zgn zij van oordoel dat het wenschelijk is tot de
uitvoering over te gaan vud de plannen voor eenigen
t)jd door de directeuren der gemeentewerken, der
gemeente-gasfabrieken en dor handelsinrichtiugen
ingediend.
Mitsdion stollen B. on W. voor, te besluiten
1 dat zal worden overgegaan tot het maken
eenor installatie tot voortbrenging en levering van
fllectriciteit voor verlichting en beweegkracht, over
eenkomstig de plannen daartoe door de drie direc
teuren ontworpen
2 dat de exploitatie daarvan van gemeentewege
zal geschieden en aan de directie der gasfabrieken
zal worden opgedragen
3 dat voor de oprichting van het centraalstation
der installatie zal worden aangewezen het terrein der
gasfabriek aau dén Oosizeedgk;
4 dat men de firma Siemens llalske zal worjen
aangegaan een overeenkomst, als door de directeuren
is voorgesteldi
5 voor de uitvoering der voorgestelde plannen toe
te staan een som van 700,000, uit geldleeningjte
verkrggon met de bepaling dat voor amortisatie daar
van een tijdvak van ten hoogste 25 jaren zal worden
aangenomen, eu
6 dat zal worden overgegaan tot de uitbreiding
van de hydraulische inrichting op Fgenoord in dén
door de directeureu aangegeven zin en daarvoor, be
houdens latere regeling op de gemeentebegrooilnj
uit geldleening toe te staan eeij som van 100.Ó0I
Het water-drama (fut deu laatsten kermisdag
Hoogeveen werd I afgespeeld heeft zich ais volgt «oei
gedragen. t 1
De kermis wal niet drukj bijna van geen beteeke-
nisde muliise deed zicb ook hier gelden' en de
„8pullebazen"flmaakten sleohto zaken. „Verdien je
niets meer op* het land, dan mot je het maar zoeken
in het water,"redeneerde een hardlooper van pro
fessie, en InjiDood aan, om voor éen gulden boven
van de Zunlersche bruyj in bet kanaal te springen,
jujst een krniepiint van twee waterwegen.
I 'kiei bedrag was spoedig bgeen. En toen do kunste-
lÜkér zich óp de leiitling plaatste, drong een dichte
leuigte nieuwsgierigen op, om bet waagstuk te zien.
Plofl Daar ging de waaghals, maar niet alleen,
toor het opdringen der nieuwsgierigen braken de
inningen, en zij, «iio in ifle voorsie rgen stouden,
^geveeit VÜftig in getal, déden den toer on vrijwillig
On()er qen waren veel kinderen, zelfs een vrouw
t een ^uigeling op den arm.
(|Men stélle zich de algemeebe ontsteltenis voor van
dq massa,'omstanders, die eenpklpps zulk een aantal
groote enijkloine mensohen van de brug in het ka
naal zagen vallen.
Onverwijld gingen vier 'onverschrokken mannen,
A. J. Ribbens, Abr. v. d. Horst, P. v. d. Horst, en
L. Hildèraink, die te raiddeu der verwarring hun
tegenwooraigheid van geest hadden behouden, te
water. SpWeaig kregen z\j eénigo kinderen in handen,
zetten zo op een sohuit, doken in de diepte en
brachten weer drenkelingen aan de oppervlakte. Een
viertal hunner zwom Zonder hulp naar den walkant
en de overige werden door Óen hardlooper en met
behulp van een sohuit op t^droge gebracht.
Boven verwachting werdqn allen gered. Wel liepen
sommigen builen op en bloedden anderen in het aan
gezicht, dewgl zij op steenen of palen waren terécht
gekomen, maar nadeeiige gevolgen zal dit onvrijwillige
bad wel voor geen der betrojtken personen hebben.
Toen men hu|de bracht aan de moodige redders,
maakte de hhVdioo(ier van die gelegenheid gebruik
om stilletjes uit te snijden.
In het Engclsche Lagerhuis verklaarde de onder
minister van buitenlandsche zaken, sir Edw. Grey,
dat de laatste berichten geen hoop geven op een
spoedig einde van den chroniéóhen oorlogstoestand
in Atjeh, die nu reeds zoo lang voortduurt. Ten
gevolge van dé laatste order door het Nederlandsch-
Indische gouvernement uitgevaardigd, is de blokkade
der kust van Atjeh echter gedeeltelijk opgeheven.
Het blijkt dat de achtereenvolgende regceriug op
verschillende tijden van meening waren, dat de be
palingen van het traotaut vau 1319 niet altijd van
weerszijden werden nageleefd en niet meer als van
kracht konden worden beschouwd.
Een motie van den afgevaardigde Brookfield, om
wegens de wedéenrie'n ié Derby mótgpn geen zitting
te houden, werd met 281 tegen 169 stemmen ver
worpen.
Op artikel 3 van het Home Rule-ontwerp was
door den afgevaardigde Wolmer een amendement
ingediend, daartoe strekkende, dat aan het Iersche
wetgevende lichüam verboden zou worden resolutiën
to nemen over quaestiën, waaromtrent het geen wet
ten kan vaststellen. DU amendement werd door de
regeering bestreden en mot 259 tegen 238 stemmen,
dus met ceue meerderheid van slechts 21 stemmen
verworpen.
Op de bankon der oppositie ging een uitbundig
gejuich op, toen de rogeering zulk een geringe meer
derheid vond.
Het was in de Fransche Kamer, bg de voortzetting
der beraadslaging over het ontworp, strekkende om
het aantal vertegenwoordiger» in evenredigheid te
brengen met het veranderde nelental in de kiesdis
tricten, een dag van amendementen. Het eene volgdo
op het andere. Hoofdzakelijk liep de beraadslaging
over eeu voorstel van den heer Bazille, om het man
daat van afgevaardigde on vereen tgbaar te verklaren
met een bezoldigd openbaar ambt. Een openbaar
ambtenaar die zich candidaat stelt voor de Kamer
moet reeds zes maanden vooraf zgn ontslag genomen
hobben. Het moet voorgoed gedaan zgn met de
offioieele, onndidatuur, in welken vorm ook, sprak de
heer Bazille, en dat is de bedoeling van het
voorstel.
Het voorstel werd goedgekeurd met 294 stemmen
tegen 221.
Een daaraan toegevoegd artikel, bepalende dat het
voorstel) insgelijks van toepassing is op de leden der
geestelijkheid, werd insgelgks goedgekeurd, nadat de
uT*Hnjninais hoet bestreden had met het argu-
it de geestelijken geen openbare ambtenaren
sonen,
inisters, onder-secretarissen van staat en per
nio tijdelijk met eene zending zijn belast, zgn
e wet uitgezonderd.
Een jmendement van den heer Douville-Maillefou,
volgei|[ihetwelk het mandaat van afgevaardigde al-
fthouden is aan ieder, die eene overeenkomst
staat gesloten heeft of in dienst is van per-
ie eene overeenkomst met den ftaat gesloten
kerd in overweging genomen met 285 stem-
178.
|iit voorstel zouden de hinbtenatin der groote
|maatBchappijeni van de Fransone bank, van
mede i
MetjA»
sonen,1 i|y
hebben]
mén tea
•poonral
het Credit foncier, enz. uitgesloten worden van de
Kamer.
Opmerkelgk dat de regeering bij deze beraadslaging,
die vrg 'ang geduurd hoeft, geen mond opengedaan
heeft. Zij hield zich alsof de zaak haar niet aanging.
De Heer Constans heeft, volgens den Pargschen
correspondent van Daily News, het voornemen een
groote centrale partij to vormen, omvattendo de cen-
trumapai|yen der republikeinen, de gematigde oppor
tunisten i en radicalen, een partij die volgens den
oud-minister het algemeen gevoelen van het land
juist zouj weergeven en die de royalisten, welke niet
van deqj graaf van Pargs maar van den Paus het
waohtwq^rd ontvangen, zou kunnen absorboeren.
Zulk een partij zou onweerstaanbaar zijn, zoowel bij
een aaq val der uiterste linker- als bij een der uitorste
rechterzijde.
Ongetwijfeld wil de heer Constans meer dan ooit
een overwegende rol spelen bij de verkiezingen en
wil hij optreden als de tegenstander van den heer
Dupuy, die tegen de toelating der „ratliés" is, door
hem nog onlangs in een rede, resignés genoemde.
De Engelsche bladen geven nog altgd verhalen
van den tocht van Salisbury door Ulster. Te Lon
donderry werd Salisbury door den mayor en den
Gemeenteraad in ambtsgewaad aan het station op
gewacht en met een adres verwelkomd. In het ge
meentehuis werd een openbare bijeenkomst gehou
den voorgezeten door den hertog van Aberoorn.
Salisbury hield een rede over den politieken toestand.
Hg wees op al de terughouding en geheimzinnigheid,
die de indiening van Home-Rule had gekenmerkt;
zelfs op dit oogenblik wül de sluier, die het plan
bedekte, nog niet geheel opgeheven. Wat Gladstone
van zins was betreffende twee dnr voornaamste punten
van het ontwerp, de positie der Iersche leden in
het Rijksparloment en de regeling der finanoiën tus-
schen Groot-Brittannië en Ierland had hg nog altgd
niet medegedeeld. Het Horae-Rule-plan van Glad-
stone, voor zooverre dit nu bekend was, zou Ierland
bankroet maken, een groote vermeerdering van be
lasting ten gevolge hobben en een einde maken aan
den tegenwoornigen agrarischen toestand, waarbij
pachters gaandeweg eigenaars kunnen worden hunner
hoeven.
Onderzoek van de VERLOFGANGERS der
MILITIE te Lande.
De BURGEMEESTER van GOUDA, brengt ter
algemeoue kennis, dat ingevolge art. 188 der Wet
op de NATIONALE MILITIE, van den 19n Augus
tus 1861 Staatsblad No. 72), DE INSPECTIE DER
VERLOFGANGERS voor de Gemeente GQUpA,
is bepaald op WOENSDAG deu 14u JUNI 1893,
des morgens ten I08/« ure, op de STADSTIMMER-
WERF aan de Turfmarkt alhier.
Dat daaraan behooren deel te nemen al de VER^
LOFGANGERS dor MILITIE TE LAND, die voor
den In April 11. in het genot gesteld zgn van on
bepaald verlof, ongeacht de lichting of de Gemeente
waartoe zij behooren, alleen zgn hiervan uitgezonderd
de verlofgangers die in de maand Juni e. k. in wer
kelijke dienst moeten komen.
Voorts worden de verlofgangers opmerkzaam gemaakt
a. dat zg volgens art. 140 der genoemde Wet,
ter Inspectie behooren te verschijnen in uniform ge
kleed en voorzien van de Kleeding- en Uitrusting
stukken, hun bij het vertrek met verlof medegegeven,
van hunne Zakboekjes en van hunne Verlofpassen.
b. dat zg volgens art. 130 der Wet, worden ge-