BINNENLAND Ballenlandsclt Overzicht. e« atot si»b paatygenooten af, welke gjj in het vervolg nooiTig hebt; tracht eenigermate te gemoet te komen aan deze volstaekt niet louter denkbeeldige betwaren indien de hoofd zaak er geen schadli door lijdt. Wjj zelyea hebbw in extrrnni* onae bezwa ren geofiEsrd og het altaar dear vaderhuideftefd» en van het partybelang, omdat wjj begrepen dat de eerste levensvoorwaarde eener politieke party ia het vermogen om ieta tot stand te brengen en dat het beroep op het vertrouwen dat wij kunnen stellen in onze leiders, gehoor verdiende. Voorziende, dat ten slotte de li berale en antirevolutionaire voorstanders der kieswet gezamenljjk de meerderheid zouden nitmakeu, leek ons de kans om een liberaal voorstander der wet te krjjgeu verkiealyker dan die te gunnen een antirevolutionairen de mocraat. Wjj erkennen, dat de uitstekende voordracht van den heer Borgesius grooten invloed heeft uitgeoefend op onze overleggin gen trouwens het besluit om onzydig te bljj- ven in een strjjd, dien wy een kwart eeuw met onze vrienden voerden, bleek, wat ons betreft, ondoenlyk. Het geld toch by ons meer eene vraag van tactiek dan van beginsel. De Standaard weet nu ook, boe de zaken te Gouda staSn. Zij was uieuwsgierig in welke twee deelen het Goudsche liberalisme zich splitBen zouin een klein conservatief of een groot vooruitstrevend deeloftewel, omgekeerd in een machtige conservatieve groep met een smaldeel van lieden die vooruit willen. Wat zal zjj met die wetenschap doen Consequent party kiezen voor de kieswet en haar geest verwanten aanraden den liberaal te stemmen? Oftewel uitvluchten zoeken en zich übthouden. Den heer Bastert aanbevelen, den man met den kleurloozen naamden valen conservatief, die niet» representeert, behoorende tot het politiek tnsschenzetselzooals zij hem noemde, gaat toch niet aau. Wy zjjn benieuwd naar de slotsom harer overwegingen. De antirevolutionairen hebben natuurlijk den afloop der herstemming in handen^ Na al hetgeen zjj dezer dagen zeideu, ligt steun aan den liberalen man der kieswet op hun weg. Doch der anti-revolu tionairen wegen zyu onnaspeurlyk Standaard en consequentie zijn twee. Liberalen-haat zit daar in 't bloed. GOUDA, 1 Juni 1893. Het ondersoek van het water der Waterleiding had gedurende Mei het volgende resultaat: 8 Mei 3.5 Mg. permanganas kalious per 1000 oc. 8" 8.6 0 f sus 17 8.1 0 0 000 94 0 2.2 0 0 0 0 0 81 0 9.3 0 0 0000 Naar wij uit go«b bron venmaan is ds heer T. G. G. Valeue, in verband met de herstemming voor het Lidmaatschap der Tweede Kamer, voor nemens in enkele plaatsen van het district Gouda op te treden tot het houden eener politieke voor dracht; Aan het pmtkantoor Gouda en de, daaronder ressorteerende, hulpkantoren werd gedurende de maand Mei 1893 in de Rijkspostspaarbank ingelegd 5676,66; terugbetaald 4112,31. Het laatste, door dat kautoor uitgegeven, boekje draagt het nummer 3462. Mej. C. D. van Schouwenburg alhier deed gisteren te 's Hage examen voor de akte als onderwijzeres. Heden morgeu bad ten bureele van den Garni- zoens-Commaudant de aanbesteding plaats van aardappelen, vleetch, vet en spek, ten dienste van het Garnizoen alhier. Voor aardappelen werd ingeschreven door P. Mul voor f 2.58 en J. Gerritsen voor 2.24 per H.L. Voor vleesch en vet werd ingeschreven door H.H. Van der Wolf voor 0.74'/g, A. D. Horneman voor 0.63, 8. M. Wolf voor 0.58, A. van Lieshout voor 0.58, wed. J. Dongelmans voor 0.6ü, W. de Jou voor 0.64'/^ H. C. van Oudenallen voor 0.52eu G. C. Brujjnel voor 0.53 p. K.G. Voor spek werd iugesohreven door C. J. Brujjnel voor 0,68, van Gorcum voor 0.679, i0, Mans te Amateidam voor 0,65, Klaushuis te Amsterdam voor 0,828S/ioos en de wed. J. Dongelmans voor 0,61 per K. G. Het ruim 4 jarig zoontje van T. van Boon is gisteren middag ton 5 uur spelende onder den slee perswagen geraakt van van Hofwegen met het onge lukkig gevolg dat het kind is overleden. De heer Mr. P. J. Snel te 's-Gravenhage is benoemd tot Lid van het Collego van Counnissarisr sen van do'Noord-Brabautsch-Duitsohe spoorweg maatschappij. Benoemd te Haastrecht voor den Polder Hoog en Laag Bilwjjk tot poldermeester de Heer C. den Baars. Tot poldermeester beneden Haastrecht de Heer C. Hoogeveen. Het dividend der nuamlooze vennootschap Kon. Nederlandsohe Machinefabriek te Helmond (voorheen E. H. Begeman), bedraagt over het afgeloopen boek* jaar 42 per aandeel. Men schrijft aau de Schoonh. Ct. Wie tegenwoordig een wandeling van Schoonhoven naar Haastrecht inaakt, Blaat een deernisvoilen blik op de Vlist, die iu een toestand verkeert, waarin zelfs oudeu vau dagen haar uog nooit te voren heb ben gekend. Verschillende polders, Polsbroek, Bon- repas, Berg-Ambaeht, Vliat, oost- en westzijde, heh- ben zich gedurende de lange droogte met haar water govoed eu de Langeralcaohe molens, die anders hel overtollige polderwater uitstortten in haar schoot, werkten in omgekeerde richting eu namen, wat ze vroeger gaven, met woeker terug. Z66 beroofd, levert- de Vlist een erbarmelijk gezicht, een treffende illustratie van dit regenloos voorjaar op. De lacgs haar oevers zoo schilderachtig verspreide rietgorzen en met wilg beplante eilandjes verheffen zich hoog boven haar laag geworden peil eu de aan baar zoomen geplaatste wit gesobuurde boereustosppen sen uit de boogt» al* m»t verachting neer op hei drabbig nat, dat als ee» lange, vuile streep traag kruipt langs de naakte slikken aan haar kant. „Wat ie de mijneen valzou haar „stroom4' nimf kunnen klagen, als deze niet' reeds weggevlucht is misschien Korte jaren geleden toch droeg de Vlist, die nu haar naam van vaarwater kwalijk kan ophouden tegonover een vracht schuit of simpele bcerenschouw, eenstoomboot zelfs, al moet het ook worden erkend, dat scherp gespitste ooren in haar zuchtend stampen „tobben, tobben hoorden en al is het evenzeer waar, dat haar bjjnaam van „strijkijzer" geen schitterend denk beeld van haar diepgang gaf. Gisteren namiddag te 5 uren is, te midden van zjjne werkzaamheden, in een der lokalen van den Baad van State plotseling aau eene beroerte overleden du heer jhr. mr. G. C. van BeeUen, minister van staat, vice-president van den Baad van State. De ontslapen staatsman was vroeger burgemeester van Amsterdam en trad in 1853, na de Aprilbewe ging als minister van binnenlandsche zaken op in het ministerie-Van Hall. Hij moest dit ambt opge ven ten gevolge van de oppositie tegen de door hem ontworpen schoolwet. Van Mei 1858 tot Sept. 1875 was hij lid der Tweede Kamer, en gedurende ver scheidene jaren haar voorzitter. In 1876 volgde hij baron A. Mackay van Ophemert op in de hooge betrekking van vice-president, van den Baad van State, welke hij tot zijD dood vervulde; In 1888 werd hij benoemd tot minister van staat, na reeds te voren ia den adelstand te zijn verheven. De ontslapene was in alle kringen der maatschappij} hoog geacht, zoowel door zijn welwillendheid als door zjjnen vriendelijken en harteljjken omgang. Dit plotselinge sterfgeval te 's-Hage veroorzaakte groote ontsteltenis, ook onder de leden van de Tweede Kamer, die na afloop der vergadering nog eenigen tijd iu een aangrenzend lokaal bijeen gebleven waren. Onder hen bevond zich ook de schoonzoon van den ontslapene. Toen deze in allorijl naar hem benen gesneld was, had de heer van Beenen reeds opgehou den te leven. Tijdens het treurige voorval plaats greep, was de heer van Beenen in de zaal. voor de bestuursgeschil- len, waar hij de Zitting had gepresideerd, iu gesprek met den staatsraad jhr. van Eysinga. De vice-president werd eensklaps ongesteld en viel in bewusteloozen toestand tegon den grond. Oogeublik- kelijk werd beproefd hein met de eerste hulpmiddelen die onder het bereik lagen, bij te brengen, terwijl inmiddels boden werden uitgezonden om geneeskun dige bulp in te roepon. Na 'Verloop van weinige minuten was het leven eohter uitgebuseht, en dr. Blom Coster, die het eerst verscheen, kon slecht» den dood constat eereu. Het ljjk bleef in het vertrek waar de hooge. staats dienaar stierf, tot des avonds 9 uur,, toen het door de familie in ontvangst werd genomen, en naar de woning des overledene in de Parkstraat werd over gebracht. leeuen tot zulk een onwaardig oomadiespel? In hevigeu angst drukt Mariar-Louize haar koele handen tegen de slapen, toorn en smart wellen weder op in haar ziel. Zij sohudt heftig het hoofd. Goseck heeft geen oogenblik den waren loestand der zaken inge zien. Hjj deukt, dat zij door haar man bemind en geëerd wordt, hoe zou die haar anders getrouwd hebben En daar Olivier geen redelijken brief kan schrijven, daarom wilde hy voor het gelnk van zijn vrieud een vasten grondslag leggen. Nogmaal ont vloeien tranen aan de oogou der eenzame vrouw. fb, Goseck, als gjj eens wist. hoe ellendig uu hoe dfep rampzalig ik beu I".... Zou hij werkelijk niets doorgronden? Hij moet toch Nenudersoheidt's hart •n karakter kennen, zou hy het voor mogelijk hou- cLiu, dat een kaartenhuis van illusies tegen heftige leVensslormtjn bestand isP.O, ik bemin u, Maria- Louize," bedenkt hy (j|m niet, dat zulke woor- deu een echo nalaten in het eenzame hart; dat het bedrogen hart het moet uitschreeuwen van leed en veriateubeid en met de zware aauklaobt voor hem zal treden „Kora na, wat gjj beloofd hebt, zet al dat klatergoud, Waarmee gjj mjj hebt gelokt, om in eeht goud, en laat mjj niet in een woestjjn ver smachten, waar gjj mjj een paradjjs hebt beloofd I" Hoe zal hij xioh rechtvaardigen? Hij zal ten ant woord gevon«Ik heb het goede willen doen en geluk willen aanbrengenik heb de lente van uw jonge liefde door stralend zonlioht verhelderd opdat tenminste één geluk het uwe kon zjjn, opdat gjj tenminste één kleinood zoudt kunnen mudeoeinen in de verschroeiende hitte van den zomer, de herinuering aau de lente I" Een zuoht ontwrong zich aan haar borst. „Een lange zomer die alles wat leeft heeft verschroeit, een koole herfst met rjjp en vorsteen koude een zame winterO, miju God, zal ik de kracht heb- beu om dit doornige levenspad tot het einde te be wandelen Zul ik den strjjd kunnen bestAan, die in mjjne zie! woelt, zal ik Bterk genoeg zjjn mjjn eigen hart, zonder schuld of smet, door alle verzoekingen heen te dragen, welke mjj overal hare netten spannen De eohtgeuoote vau een man sau wiens zijde ik koel eu zwjjgend zal voortschrjjden, als een goede kame raad naast iemand, wiens ziel mij klein en bekrom- peu'toeschijut, dien ik niet kau liefhebben en niet kau achten, en wiens beeld toch in mjju hart zal bljjven voortleven, als een schoon, onbeschrjjfnlyk liefljjk sprookje, dat met bittere tranen eindigde En naast hem de groote, edele gestalte fan dien an der, die voor mij een beeld van het volmaakte is geworden, die door het noodlot aan mijne zjjde wordt geplaatst, om mot zjjn foukelende oogeu mij te ver blinden, om met zijn lippen woorden uit te sproken, die duizendvoudigen weerklank in mjjn hart zullen viaden Almachtige, help mij, geef mij den moed, om tot Olivier te gaan en hem te smueken „Laat mjj tot mjju stille eenzaamheid wederkeeren, de last des levens »alt mjj te zwaar in deze vreerode wereld!" Geheel ontroerd en buiten ziohzolven hief Maria- Louize de gevouwen handen ten hemel, maar mach teloos liet tij ze weer neervallen, en als versteend blikte tij in twee ernstige mannenoogen, die toornig op baan neerzagen. Wei was Olivw's portret; De karaaa» op da- lus ters flikkerden, het was alsof er schaduwen trokken over het gelaal van den baron. Het scheen Maria- Louize toe, of hjj de lippen opende om te zeggen „Onrechtvaardige, wat veroordeelt ge mij lichtvaardig. Kan ik dan niel wordeu wat ik nog niet ben? Wie echter zal mjj den weg tot het ware geluk wijten, als gij mij aan mjjn lot overlaat?" Lungzaam en wankelend trad' de jonge vrouw naderbij. De vlammeu flikkerden hoog »p, en het portret begon te glimlachen. Die vroolijke overmoe dige Uch, die uit den ferond van zjjn hart kwam.» telkens weer verzocht„Ik ben toch zoo gelukkig eu terreden, laoh toch met me mee!" En do oogem... die blikten zoo dartel en vermetel de wereld onbezonnen, ongebreideld, dol en dwaas I Maar valsohheid en veinzerij was er niet in te bekennen, en het opeu voorhoofd en de fijne, goedige trek om moncl en kiu schenen trouwhartig te verzekeren„IJ beu tooh uog zoo kwaad niet als ik er wel uitzie Maria-Louize zuchtte diep: „O, nas zoo goed eu edel als uw uiterljjk O,.had ik tooh de macht (lie boiden aan elkaar gelijk te maken Wat echter beu ik aan uwe zijde, wat kan ik, ramp- „alige, dooa met mijn gering, krnchl^ Eea knachtje van dan landbouwer Motz te Nieaw- Buinen wilde gaarne aan horloge hebben. Zjja ouden hadden het daarvoor eohter te armoedig. Ook zjjn loon liet het niet toe. Geen anderen uitweg wetende, besloot hij, H. M. de Koningin er om een te vragen. Drzer dagen schreef hjj in alle stilte een brief en Vrjjdag jl. overhandigde de Burgemeester vbd Borger, mr. Dibbiis, hem een prachtig uurwerk. Staten-Generaal. 2» Kamx%. Zitting van Woensdag 31 Mei 1898. De coöperatie lokte nog veel debat uit. Bjjna de geheele zittiug was er mode gemoeid. De heeren Levy en Veegeus voeren in 't schuitje van den he»r Kerdijk, niet alleen bIb medevoorstel lers vau zjjn amondement, maar als volkomen de aan gevoerde argumenten duelende. Er is geen winst, geen koop en verkoop, dus geen object van belasting. De heeren Van Houten en Harte eu met hem de minister Pierson plaatsten zich op het staudpunt van den heer Borgesius de leden gezamenljjk oefenen een bedrijf uit en op dat bedrijf wordt door het waardeverschil tusscheu de inkoopsprjjzen plus on kosten en de verkoopsprijzen winst behaald, ergo is de coöperatieve vereeniging belastbaar. De heer Lieftinok deed een vraag, hoe het zal staan met do coöperatieve zuivelfabrieken, in het Noorden meer dan 100 in getal, die gezamenljjk uit de melk der deelnemers hun boter bereiden, met geen ander dool dau om een product te verkrjjgen, dat beter prijzen op de markt bedingen kan. Na tuurlijk ook belastbaar, zeide de Minister. De stemming over de coöperatie-amendementen had nog niet plaats, daar eerst de andere alinea's van artikel 1 moeten worden besproken. Als zoo danig kwam aun de orde de belasting van buiten landers, di» bier door gemachtigden verzekeringen sluiten, of persoonlijk of bjj gemachtigden een be drijf of beroep uitoefenen, of door middel van tus- soheapereonen leveranciëu doen aan particulieren. De heer Hintzen deed een poging deze laatste cate gorie te sohrappen, belovende verdere pogingen tot besuoeiing, tenzij hij nadere inlichtingen kreeg, hoe deze belasting eigenlijk is bedoeld. De heer Van Beuningen wees ook cle moeilijkheden die het treffen van buitenlanders zal baren, terwjjl heeren Mutsaers, Bpol en Tydeinan elk op zjjne wjjze het standpunt des ministers verdedigde. Heden is de minister over deze quaestie aan hot woord. De voorzitter der Kamer heeft medegedeeld, dat het eindverslag over de kieswetontwerpen goreed is. Later zal een voorstel worden gedaan om de be handeling aan de orde te stellen. Ala zjjn aanvan kelijk voornemen gaf de heer Gleichman te kennen, te zullen voorstellen, het aan de orde te stellen, na afloop van do bebandeliug der bedrjjfsbelasting en van eenige kleine wetten, en nadat enkele dagen rust zjjn gehouden. Als datum noemde hjj Woens dag 12 Juli. In de 3e vergadering van het „Nederlandach Oogheelkundig Gezelschap", Zondag te Botterdam gehouden, maakte dr. Moll opmerkzaam op de ge brekkige wjjze, waarop in het algemeen de eisohen zjjn geformuleerd, die aan het gezichtsvermogen van adspiramburger-ambtenaren (belastingen, Indisch amb tenaar, bosohwezen posterijen, kadaster) worden gesteld, waardoor het niet mogelijk is, aan jongelieden vóór da keuring eeuige zekerheid omtrent hunne toelating te geven. Bij de beraadslaging werd de wenaohelijk- haid aangetoond, om de verschillends vooraohriften t* verzamelen eu terau* ua te gaan, welke eisohen voor de verschillende betrekkingen op watenachappe- ljjken grond bobooien te-worden vastgesteld:In hoe verre raegeu brillen worden toegelaten? Welke graad van gozioüra vatmoya laoet al* graaa> worde* vast- petehl? Welks ooggebreken moeten wegens buu flrcgressicven aard worden buitengesloten? Eene oom- missie, bestaande uit prof. Snellen, dr. Moll en nr. 8lruub, werd uitgenoodigd, een rapport voor de vol gende vergadering voor te bereiden. De schrijver van „Langs den weg; kroniek en critiek" in de Provinciale Groninger Ct. zegt, naar aanleiding van de plaat in het Weekblad De Am sterdammer, waarop „prof. Pekelharing op de pjjnbank" wordt voorgesteld, o. a. „Het moge den beer Van Houten ergeren door Braakensiek als boulsrakker ta zijn afgebeeld, laat het hem dan tot troost strekken, dat hij tegenwoor dig als een gehoorzame dienaar van ministers wordt beschouwd. Immers scbjjnt de eertijds zoo onafhan kelijke Gronioger afgevaardigde daarin thans zjjn roem te stellen. Is dit een gevolg daarvan, gelijk is beweerd, dat hjj er genoegen in vindt beurtelings alle partijen teleur te stellen Of daarvan, dat hij ucb eens bij een verkiezing een herstemming moest laten welgevallen? Ofschoon ik niet durf beslissen, zal ik voorloopig het laatste maar aannemen, omdat dit de meest gunstige verklaring is voor den draai, diea onze af gevaardigde heeft genomen. Het kan tooh een lid der Kamer nauwelijks euvel geduid worden, dat hij de trouwe mandataris tracht te wezen van zijn kiezers. Alleen zou men den heer Van Houten er a^n kunnen herinneren, dat het onmogeljjk is de heele wereld en zjjn tante tevreden te stellen, on zoolang er ver schillende stroomingen zjjn in een politieke partjj, een afgevaardigde moeiijjk de vertegenwoordiger kan wezen van elke nuance dier partjj. Eu dan, als er gekozen moet worden tusschen verschillende richtin gen, zal de keuze waarbij de zelfstandigheid van den afgevaardigde het best wordt bewaard, het eerst wordeu gebillijkt, omdat karakter evenzeer op prijs wordt gesteld als kunde. Dit had ook prof. Pekelharing moeten bedenken, toen hij te kwader ure bet briefje van ontslag schreef au* zjjn medeleden vau het veel besproken oomité. Het gaat niet aan zich aan de beoordeeliug van zulk een daad te outtrekken door de verklaring, dat tij om persoonljjke redenen geschiedde. Niemand laat zich door zulk een verklaring den mond auoeren. Allerminst schrikt zjj dagbladcorrespondenten af te vertellen wat zjj „uit goedo bron" hebben vernomen/ Zoo hebben we nu reeds allerlei lezingen van het geval. De een spreekt van pressie van regeeringswege, de ander van beter inzicht en berouw. Vandaag wordt tegengesproken wat gisteren is medegedeeld, en morgeu wordt het oorspronkeljjke gerucht beves tigd om overmorgen weer te worden geloochend. Maar zwijgen doet men biet, ook niet als een oud- medolid den aangevallene in het Sociaal Weekblad welwillend in bescherming neemt. Het eenige middel om de praatjes spoedig uit de tcereld te krijgtn, is een interpellatie in de Kamer, of een openhartige bekentenis van prbf. Pekelharing lelven. Nu is deze be- kebtenis te vergen noch te verwachten, en voor een interpellatie zal er wel geen tjjd zjjn. Zoo mogen dau de geruc- ten langzaam doodbloeden en (le hoog leeraar over niet al te langen tjjd weer qen geuoegeljjk leven lijden na zjjn politiekeu zelfmoord." Het nieuwste Jin-de-siècle tafreel, dat Parijs op het Marsveld zijn bevolking dezer dagen te genieten gaf, is een wedstrjjd van zakkendragers, en wel tus- scben zwarte en blanke zakkendragers, want de tij delijk te P&rjjs vertoevende Dahomeyaupu namen er aan (leel. Er werd dus getreden tuschen „besohnafde" eu onbeschaafde zakkendragers, en de uitkomst heeft geleerd dat de „beaehaving" negatieven invloed op het zakkendragen heeft. Want de overwinning werd behaald door den Dahomeyaan Alkivi, die, met een zak vau 100 kilo op den rug, het eerst aankwam en, ongerekend het en thousiastisch aplaus, wel een stand beeld heeft verdiend I Van de blanken was Soustère de eerst aankomende; maar het had weinig gescheeld, of hjj had zjjn glorie met zijn leven moeten betalen. Soustère heeft er W uren ea 10 minuteu over gedaan, om dan afstand ran 180 kilometer, met 100 kilo op zjjn rag, af te Ifcggeu. Uitgeput eu verhit had bjj werktuigelijk zuilt da kleeren van het lijf gerukt, zoodat hjj nagenoeg naakt was, toen hjj nog 100 meter had af te leggen. Niet verder kunnende, ging bij zitten en weekte, dat men hem te drinken zou geven. Men gaf hem een glas Champagne, dat hy iu teug ledigde. Daarna hervatte hjj don tooht, tot tien meter vau den eindpaal, slechts tien mater 1 Hek gejuich verdubbelt, de geestdrift is ten tof gestegen, ra graaot aan razernij..Doch plotse ling ikeorseht eau. raider plechtig zwijgen Souatère ia op eea zwaar en dreigt iu zvrjjm te vallen. Zijn vrienden pogen hem aan te moedigon, maar hjj stoot hen trnrng, zuabteud: „Laat mjj met rust, ik ben dood.ik ben dood!» Nogmaals laat men hem Champagne drinken, waarop eeu zeuuwtoeval volgt. Een geneesheer snelt toe en geeft hem een zekere hoeveelheid kolfia te (hinken. lumiddels komt een mededinger hem voor. Soustère. ziet het, en de man, die zich nier meer bewegen- kon, naar het scheen, neemt' weder zrjn verpletterenden last op, dien hij, reeds vier dagmi> heeft voortgesleept, werpt dien op zjjn schouders en horvat den tocht. Aan den eindpaal ontdekte men dat hjj nog on geveer 200 meter rnoesf doorlöopenom zjjn laatste ronde te voleinden, daar Hjj' op die* afstand van het punt va* uitgang mm vertrokken. Hij wankelt dus voort. Naar gelang hjj aim de laatse meters komt, wordt zjjn stap weer vaster, zijn houding kalmer, en op het oogenbhk van aankomst, zoodat hjj slechts zjjn zak heeft te UOea vallen, begint hij eensklaps te draven au geeft al dravende tot aan de* paal een halve ronde cadeau. Daar werpt hjj den zak op de weegschaal en valt iu de armee van eenigen makkers. Na gewreven te zjjn, was hij weldra weer bjjgekomen. Was het tooneel barbaarsch genoeg voor de Da- homeyanen, om van de enropeesche en met namen van de frauscbe beschaving een hoog denkbeeld op te vatten? Te Londen trok dezer dagen op de bloementen toonstelling een nieuwe roos d» algemeene aandacht. De roos ia „ontdekt* door den hovenier Turner te Slough. De tentoongestelde exemplaren moeten eea waarde van 5000 p. st hebben. Uet is een kaï- mozjjnroode klimroos. Zjj groeit langs hekken, mu ren enz. De roos heeft den naam ontvangen „the rambler* (de zwerver.) De Ëngelsche radicale volksvertegenwoordiger La- bouohère wordt in den laatsten tjjd gekweld door een onbekenden vjjand, die hem niet alleen telkens beleedigende briefkaarten schrijft, maar hem bjjna dagelijks last bezorgt met allerlei op zijn naam be stelde goederen, welke hem door leveranciers toe gezonden en natuurlijk niet door hem aangenomen worden. Het zjjn dikwijls dingen, die veel ran vervoer kosten groote bezendingen steenkolen, wijn of sterke drank, slaapkamer-ameublementen, of ook wel klee deren, hoeden, euz., Onlangs was het weer iets anders. Toen vond hjj een troep aansprekers voor zjjn huis, die hem beleefd groetten en hem meedeel den, dat zij kwamen om den heer Labouohère te begraven, en een paar dagen later kwam iemand hem spreken over het verbranden van zjjn stoffeljjk overschot. Voorts heeft de onbekende vjjand hem ook ver scheidene beleefdheden laten bewijzen en uit zijn naam (en voor zjjn rekening) o. a. een zalm gezon den aan den heer Gladstone, een Stilton-kaaa aan Sir William Harcourt enz. De aanstaande verkiezingen voor de Fransche Kamer houden de gemoederen reeds druk bezig. Nu de veranderingon in de kiesdistrioten, die de laatste rolkstelling noodig maakte, aangenomen zjjn, komt men vrjj wel algemeen tot de overtuiging, dat vele afgevaardigden, die de tegenwoordige regeering gaarne uit het politieke strijdperk zou verwjjderen o. a. 6 van de bekendste Boulangisten, de socialis ten Dumay, en Toni Revillon, Baudry d'Asson (royalist) en een paar Bonapartisten -— in de nieuwe Kamer niet gekozen zullen worden. De smet door het Panama-schandaal op den regeeringsvorm geworpen schijnt dezen niet veel kwaad gedaan te hebben. Op het oogenblik hebben de candidaten der op positie weinig kanssluiten de oppositie-partjjen zich echter aaneen, dan zouden met behtllp der ruil liés de bordjes wel eens verhangen kunnen worden. Tot nu toe schijnen eohter de meeste Fransohender Bepubliek gunstig gezind te zjjn. Op artikel 8 van het Iersche Home Bule^ontwerp was door generaal Goldsworhy als amondement voor gesteld, den post van onderkoning van Ierland af te schaffen. Dit amendement werd door Gladstone be streden en met 265 tegen 219 stemmen (meerder heid 46 verworpen. Dat het amendement-WoImer op art. 8 van het Home Ruie-ontwerp met slechts 21 stemmen ver worpen werd, kenschetst den Bteeds groeienden afkeer van het Britsohe Lagerhuis om Gladstone op zjjn gevaarljjken weg te volgen. De heer Wolmer wilde bepalen dat een Iersch parlement geen be sluiten mag nemen over quaestiën waaromtrent het gesn wetten kan vaststellen. De gevaren zjjn volgens de Unionisten uiet te overzien ais wordt toegelaten dat eon Iersch parlement op voetspoor van socialis tische en anaohistische gemeenteraden in Frankrijk, afkeuring betuigt met regeeringsdaden en vrij is, wanneer Engeland in oorlog geraakt, een motie van instemming met den vjjand aan te nemen. Een vinnige strjjd is nog te wachten over artikel 9 van het ontwerp, dat bepaalt hoe Ierland in het Engelscbe parlement vertegenwoordigd moet worden. De leiders der uniosten hebben besloten hun honding te dezen opzichte niet te bepalen vóór zjj zeker weten hoe de regeering daarover denkt. Onder de aanhan gers van het ministerie wordt het versohil van meening over de beste oplossing der quaestie steeds grooter. Stelt de regeering voor, dat alle Iersohe afgevaardigden te Westminster zullen bljjven dan is het zeker, dat haar aanhangers zich zullen splitsen in twee scherp gescheiden partijen. De Timet had gitaren een langen brief van lord Randolph Churchill met een uitvoerige opgaven van de samenstelling en werking van het Iersche Parle ment in Mei van 1784, sterkkende om aautetoonen, dat Gladstone voortdurend een aantal onjuistheden vertelt om ziju tegenwoordige Iersche politiek te rechtvaardigen. „Onder deze omstandigheden", zegt ord Randolph, „zjjn authentiekeu documenten, waar uit de waarheid blijkt, niet zonden nut." Ook in de Pinksiervacantie was deze bekende lord ijverig werkzaam in het politieke leven en hield hjj op tal van plaatsen redevoeringen. Te Clayton bij Bradford sprak hjj voornameljjk over de vrjjheid der kiezers in Engeland en Schotland, in rergolijking

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1893 | | pagina 2