BINNENLAND
Ballenlandsclt Overzicht.
e« atot si»b paatygenooten af, welke gjj in
het vervolg nooiTig hebt; tracht eenigermate
te gemoet te komen aan deze volstaekt niet
louter denkbeeldige betwaren indien de hoofd
zaak er geen schadli door lijdt.
Wjj zelyea hebbw in extrrnni* onae bezwa
ren geofiEsrd og het altaar dear vaderhuideftefd»
en van het partybelang, omdat wjj begrepen
dat de eerste levensvoorwaarde eener politieke
party ia het vermogen om ieta tot stand te
brengen en dat het beroep op het vertrouwen
dat wij kunnen stellen in onze leiders, gehoor
verdiende. Voorziende, dat ten slotte de li
berale en antirevolutionaire voorstanders der
kieswet gezamenljjk de meerderheid zouden
nitmakeu, leek ons de kans om een liberaal
voorstander der wet te krjjgeu verkiealyker
dan die te gunnen een antirevolutionairen de
mocraat. Wjj erkennen, dat de uitstekende
voordracht van den heer Borgesius grooten
invloed heeft uitgeoefend op onze overleggin
gen trouwens het besluit om onzydig te bljj-
ven in een strjjd, dien wy een kwart eeuw
met onze vrienden voerden, bleek, wat ons
betreft, ondoenlyk. Het geld toch by ons meer
eene vraag van tactiek dan van beginsel.
De Standaard weet nu ook, boe de zaken te
Gouda staSn. Zij was uieuwsgierig in welke
twee deelen het Goudsche liberalisme zich
splitBen zouin een klein conservatief of een
groot vooruitstrevend deeloftewel, omgekeerd
in een machtige conservatieve groep met een
smaldeel van lieden die vooruit willen. Wat
zal zjj met die wetenschap doen Consequent
party kiezen voor de kieswet en haar geest
verwanten aanraden den liberaal te stemmen?
Oftewel uitvluchten zoeken en zich übthouden.
Den heer Bastert aanbevelen, den man met
den kleurloozen naamden valen conservatief,
die niet» representeert, behoorende tot het politiek
tnsschenzetselzooals zij hem noemde, gaat toch
niet aau. Wy zjjn benieuwd naar de slotsom
harer overwegingen. De antirevolutionairen
hebben natuurlijk den afloop der herstemming
in handen^ Na al hetgeen zjj dezer dagen
zeideu, ligt steun aan den liberalen man der
kieswet op hun weg. Doch der anti-revolu
tionairen wegen zyu onnaspeurlyk Standaard
en consequentie zijn twee. Liberalen-haat zit
daar in 't bloed.
GOUDA, 1 Juni 1893.
Het ondersoek van het water der Waterleiding
had gedurende Mei het volgende resultaat:
8 Mei 3.5 Mg. permanganas kalious per 1000 oc.
8" 8.6 0 f sus
17 8.1 0 0 000
94 0 2.2 0 0 0 0 0
81 0 9.3 0 0 0000
Naar wij uit go«b bron venmaan is ds heer T.
G. G. Valeue, in verband met de herstemming
voor het Lidmaatschap der Tweede Kamer, voor
nemens in enkele plaatsen van het district Gouda
op te treden tot het houden eener politieke voor
dracht;
Aan het pmtkantoor Gouda en de, daaronder
ressorteerende, hulpkantoren werd gedurende de
maand Mei 1893 in de Rijkspostspaarbank ingelegd
5676,66; terugbetaald 4112,31.
Het laatste, door dat kautoor uitgegeven, boekje
draagt het nummer 3462.
Mej. C. D. van Schouwenburg alhier deed gisteren
te 's Hage examen voor de akte als onderwijzeres.
Heden morgeu bad ten bureele van den Garni-
zoens-Commaudant de aanbesteding plaats van
aardappelen, vleetch, vet en spek, ten dienste van
het Garnizoen alhier.
Voor aardappelen werd ingeschreven door P. Mul
voor f 2.58 en J. Gerritsen voor 2.24 per H.L.
Voor vleesch en vet werd ingeschreven door H.H.
Van der Wolf voor 0.74'/g, A. D. Horneman
voor 0.63, 8. M. Wolf voor 0.58, A. van
Lieshout voor 0.58, wed. J. Dongelmans voor
0.6ü, W. de Jou voor 0.64'/^ H. C. van
Oudenallen voor 0.52eu G. C. Brujjnel voor
0.53 p. K.G.
Voor spek werd iugesohreven door C. J. Brujjnel
voor 0,68, van Gorcum voor 0.679, i0, Mans te
Amateidam voor 0,65, Klaushuis te Amsterdam
voor 0,828S/ioos en de wed. J. Dongelmans voor
0,61 per K. G.
Het ruim 4 jarig zoontje van T. van Boon is
gisteren middag ton 5 uur spelende onder den slee
perswagen geraakt van van Hofwegen met het onge
lukkig gevolg dat het kind is overleden.
De heer Mr. P. J. Snel te 's-Gravenhage is
benoemd tot Lid van het Collego van Counnissarisr
sen van do'Noord-Brabautsch-Duitsohe spoorweg
maatschappij.
Benoemd te Haastrecht voor den Polder Hoog en
Laag Bilwjjk tot poldermeester de Heer C. den
Baars. Tot poldermeester beneden Haastrecht de Heer
C. Hoogeveen.
Het dividend der nuamlooze vennootschap Kon.
Nederlandsohe Machinefabriek te Helmond (voorheen
E. H. Begeman), bedraagt over het afgeloopen boek*
jaar 42 per aandeel.
Men schrijft aau de Schoonh. Ct.
Wie tegenwoordig een wandeling van Schoonhoven
naar Haastrecht inaakt, Blaat een deernisvoilen blik
op de Vlist, die iu een toestand verkeert, waarin
zelfs oudeu vau dagen haar uog nooit te voren heb
ben gekend. Verschillende polders, Polsbroek, Bon-
repas, Berg-Ambaeht, Vliat, oost- en westzijde, heh-
ben zich gedurende de lange droogte met haar water
govoed eu de Langeralcaohe molens, die anders hel
overtollige polderwater uitstortten in haar schoot,
werkten in omgekeerde richting eu namen, wat ze
vroeger gaven, met woeker terug. Z66 beroofd,
levert- de Vlist een erbarmelijk gezicht, een treffende
illustratie van dit regenloos voorjaar op. De lacgs
haar oevers zoo schilderachtig verspreide rietgorzen
en met wilg beplante eilandjes verheffen zich hoog
boven haar laag geworden peil eu de aan baar zoomen
geplaatste wit gesobuurde boereustosppen sen uit de
boogt» al* m»t verachting neer op hei drabbig nat,
dat als ee» lange, vuile streep traag kruipt langs de
naakte slikken aan haar kant. „Wat ie de mijneen
valzou haar „stroom4' nimf kunnen klagen, als
deze niet' reeds weggevlucht is misschien Korte jaren
geleden toch droeg de Vlist, die nu haar naam van
vaarwater kwalijk kan ophouden tegonover een vracht
schuit of simpele bcerenschouw, eenstoomboot
zelfs, al moet het ook worden erkend, dat scherp
gespitste ooren in haar zuchtend stampen „tobben,
tobben hoorden en al is het evenzeer waar, dat
haar bjjnaam van „strijkijzer" geen schitterend denk
beeld van haar diepgang gaf.
Gisteren namiddag te 5 uren is, te midden van
zjjne werkzaamheden, in een der lokalen van den Baad
van State plotseling aau eene beroerte overleden du
heer jhr. mr. G. C. van BeeUen, minister van staat,
vice-president van den Baad van State.
De ontslapen staatsman was vroeger burgemeester
van Amsterdam en trad in 1853, na de Aprilbewe
ging als minister van binnenlandsche zaken op in
het ministerie-Van Hall. Hij moest dit ambt opge
ven ten gevolge van de oppositie tegen de door hem
ontworpen schoolwet. Van Mei 1858 tot Sept. 1875
was hij lid der Tweede Kamer, en gedurende ver
scheidene jaren haar voorzitter.
In 1876 volgde hij baron A. Mackay van Ophemert
op in de hooge betrekking van vice-president, van
den Baad van State, welke hij tot zijD dood vervulde;
In 1888 werd hij benoemd tot minister van staat,
na reeds te voren ia den adelstand te zijn verheven.
De ontslapene was in alle kringen der maatschappij}
hoog geacht, zoowel door zijn welwillendheid als door
zjjnen vriendelijken en harteljjken omgang.
Dit plotselinge sterfgeval te 's-Hage veroorzaakte
groote ontsteltenis, ook onder de leden van de Tweede
Kamer, die na afloop der vergadering nog eenigen
tijd iu een aangrenzend lokaal bijeen gebleven waren.
Onder hen bevond zich ook de schoonzoon van den
ontslapene. Toen deze in allorijl naar hem benen
gesneld was, had de heer van Beenen reeds opgehou
den te leven.
Tijdens het treurige voorval plaats greep, was de
heer van Beenen in de zaal. voor de bestuursgeschil-
len, waar hij de Zitting had gepresideerd, iu
gesprek met den staatsraad jhr. van Eysinga. De
vice-president werd eensklaps ongesteld en viel in
bewusteloozen toestand tegon den grond. Oogeublik-
kelijk werd beproefd hein met de eerste hulpmiddelen
die onder het bereik lagen, bij te brengen, terwijl
inmiddels boden werden uitgezonden om geneeskun
dige bulp in te roepon. Na 'Verloop van weinige
minuten was het leven eohter uitgebuseht, en dr.
Blom Coster, die het eerst verscheen, kon slecht»
den dood constat eereu.
Het ljjk bleef in het vertrek waar de hooge. staats
dienaar stierf, tot des avonds 9 uur,, toen het door
de familie in ontvangst werd genomen, en naar de
woning des overledene in de Parkstraat werd over
gebracht.
leeuen tot zulk een onwaardig oomadiespel? In
hevigeu angst drukt Mariar-Louize haar koele handen
tegen de slapen, toorn en smart wellen weder op in
haar ziel. Zij sohudt heftig het hoofd. Goseck heeft
geen oogenblik den waren loestand der zaken inge
zien. Hjj deukt, dat zij door haar man bemind en
geëerd wordt, hoe zou die haar anders getrouwd
hebben En daar Olivier geen redelijken brief kan
schrijven, daarom wilde hy voor het gelnk van zijn
vrieud een vasten grondslag leggen. Nogmaal ont
vloeien tranen aan de oogou der eenzame vrouw.
fb, Goseck, als gjj eens wist. hoe ellendig uu hoe
dfep rampzalig ik beu I".... Zou hij werkelijk niets
doorgronden? Hij moet toch Nenudersoheidt's hart
•n karakter kennen, zou hy het voor mogelijk hou-
cLiu, dat een kaartenhuis van illusies tegen heftige
leVensslormtjn bestand isP.O, ik bemin u, Maria-
Louize," bedenkt hy (j|m niet, dat zulke woor-
deu een echo nalaten in het eenzame hart; dat het
bedrogen hart het moet uitschreeuwen van leed en
veriateubeid en met de zware aauklaobt voor hem
zal treden „Kora na, wat gjj beloofd hebt, zet al
dat klatergoud, Waarmee gjj mjj hebt gelokt, om in
eeht goud, en laat mjj niet in een woestjjn ver
smachten, waar gjj mjj een paradjjs hebt beloofd I"
Hoe zal hij xioh rechtvaardigen? Hij zal ten ant
woord gevon«Ik heb het goede willen doen en
geluk willen aanbrengenik heb de lente van uw
jonge liefde door stralend zonlioht verhelderd opdat
tenminste één geluk het uwe kon zjjn, opdat gjj
tenminste één kleinood zoudt kunnen mudeoeinen in
de verschroeiende hitte van den zomer, de herinuering
aau de lente I"
Een zuoht ontwrong zich aan haar borst. „Een
lange zomer die alles wat leeft heeft verschroeit, een
koole herfst met rjjp en vorsteen koude een
zame winterO, miju God, zal ik de kracht heb-
beu om dit doornige levenspad tot het einde te be
wandelen Zul ik den strjjd kunnen bestAan, die in
mjjne zie! woelt, zal ik Bterk genoeg zjjn mjjn eigen
hart, zonder schuld of smet, door alle verzoekingen
heen te dragen, welke mjj overal hare netten spannen
De eohtgeuoote vau een man sau wiens zijde ik koel
eu zwjjgend zal voortschrjjden, als een goede kame
raad naast iemand, wiens ziel mij klein en bekrom-
peu'toeschijut, dien ik niet kau liefhebben en niet
kau achten, en wiens beeld toch in mjju hart zal
bljjven voortleven, als een schoon, onbeschrjjfnlyk
liefljjk sprookje, dat met bittere tranen eindigde
En naast hem de groote, edele gestalte fan dien an
der, die voor mij een beeld van het volmaakte is
geworden, die door het noodlot aan mijne zjjde wordt
geplaatst, om mot zjjn foukelende oogeu mij te ver
blinden, om met zijn lippen woorden uit te sproken,
die duizendvoudigen weerklank in mjjn hart zullen
viaden Almachtige, help mij, geef mij den moed,
om tot Olivier te gaan en hem te smueken „Laat
mjj tot mjju stille eenzaamheid wederkeeren, de last
des levens »alt mjj te zwaar in deze vreerode wereld!"
Geheel ontroerd en buiten ziohzolven hief Maria-
Louize de gevouwen handen ten hemel, maar mach
teloos liet tij ze weer neervallen, en als versteend
blikte tij in twee ernstige mannenoogen, die toornig
op baan neerzagen.
Wei was Olivw's portret; De karaaa» op da- lus
ters flikkerden, het was alsof er schaduwen trokken
over het gelaal van den baron. Het scheen Maria-
Louize toe, of hjj de lippen opende om te zeggen
„Onrechtvaardige, wat veroordeelt ge mij lichtvaardig.
Kan ik dan niel wordeu wat ik nog niet ben? Wie
echter zal mjj den weg tot het ware geluk wijten,
als gij mij aan mjjn lot overlaat?"
Lungzaam en wankelend trad' de jonge vrouw
naderbij. De vlammeu flikkerden hoog »p, en het
portret begon te glimlachen. Die vroolijke overmoe
dige Uch, die uit den ferond van zjjn hart kwam.»
telkens weer verzocht„Ik ben toch zoo gelukkig
eu terreden, laoh toch met me mee!" En do oogem...
die blikten zoo dartel en vermetel de wereld
onbezonnen, ongebreideld, dol en dwaas I Maar
valsohheid en veinzerij was er niet in te bekennen,
en het opeu voorhoofd en de fijne, goedige trek om
moncl en kiu schenen trouwhartig te verzekeren„IJ
beu tooh uog zoo kwaad niet als ik er wel uitzie
Maria-Louize zuchtte diep: „O, nas
zoo goed eu edel als uw uiterljjk O,.had ik tooh
de macht (lie boiden aan elkaar gelijk te maken
Wat echter beu ik aan uwe zijde, wat kan ik, ramp-
„alige, dooa met mijn gering, krnchl^
Eea knachtje van dan landbouwer Motz te Nieaw-
Buinen wilde gaarne aan horloge hebben. Zjja ouden
hadden het daarvoor eohter te armoedig. Ook zjjn
loon liet het niet toe. Geen anderen uitweg wetende,
besloot hij, H. M. de Koningin er om een te vragen.
Drzer dagen schreef hjj in alle stilte een brief en
Vrjjdag jl. overhandigde de Burgemeester vbd Borger,
mr. Dibbiis, hem een prachtig uurwerk.
Staten-Generaal. 2» Kamx%. Zitting van
Woensdag 31 Mei 1898.
De coöperatie lokte nog veel debat uit. Bjjna de
geheele zittiug was er mode gemoeid.
De heeren Levy en Veegeus voeren in 't schuitje
van den he»r Kerdijk, niet alleen bIb medevoorstel
lers vau zjjn amondement, maar als volkomen de aan
gevoerde argumenten duelende. Er is geen winst,
geen koop en verkoop, dus geen object van belasting.
De heeren Van Houten en Harte eu met hem de
minister Pierson plaatsten zich op het staudpunt van
den heer Borgesius de leden gezamenljjk oefenen
een bedrijf uit en op dat bedrijf wordt door het
waardeverschil tusscheu de inkoopsprjjzen plus on
kosten en de verkoopsprijzen winst behaald, ergo is
de coöperatieve vereeniging belastbaar.
De heer Lieftinok deed een vraag, hoe het zal
staan met do coöperatieve zuivelfabrieken, in het
Noorden meer dan 100 in getal, die gezamenljjk uit
de melk der deelnemers hun boter bereiden, met
geen ander dool dau om een product te verkrjjgen,
dat beter prijzen op de markt bedingen kan. Na
tuurlijk ook belastbaar, zeide de Minister.
De stemming over de coöperatie-amendementen
had nog niet plaats, daar eerst de andere alinea's
van artikel 1 moeten worden besproken. Als zoo
danig kwam aun de orde de belasting van buiten
landers, di» bier door gemachtigden verzekeringen
sluiten, of persoonlijk of bjj gemachtigden een be
drijf of beroep uitoefenen, of door middel van tus-
soheapereonen leveranciëu doen aan particulieren.
De heer Hintzen deed een poging deze laatste cate
gorie te sohrappen, belovende verdere pogingen tot
besuoeiing, tenzij hij nadere inlichtingen kreeg, hoe
deze belasting eigenlijk is bedoeld.
De heer Van Beuningen wees ook cle moeilijkheden
die het treffen van buitenlanders zal baren, terwjjl
heeren Mutsaers, Bpol en Tydeinan elk op zjjne
wjjze het standpunt des ministers verdedigde.
Heden is de minister over deze quaestie aan hot
woord.
De voorzitter der Kamer heeft medegedeeld, dat
het eindverslag over de kieswetontwerpen goreed is.
Later zal een voorstel worden gedaan om de be
handeling aan de orde te stellen. Ala zjjn aanvan
kelijk voornemen gaf de heer Gleichman te kennen,
te zullen voorstellen, het aan de orde te stellen, na
afloop van do bebandeliug der bedrjjfsbelasting en
van eenige kleine wetten, en nadat enkele dagen
rust zjjn gehouden. Als datum noemde hjj Woens
dag 12 Juli.
In de 3e vergadering van het „Nederlandach
Oogheelkundig Gezelschap", Zondag te Botterdam
gehouden, maakte dr. Moll opmerkzaam op de ge
brekkige wjjze, waarop in het algemeen de eisohen
zjjn geformuleerd, die aan het gezichtsvermogen van
adspiramburger-ambtenaren (belastingen, Indisch amb
tenaar, bosohwezen posterijen, kadaster) worden gesteld,
waardoor het niet mogelijk is, aan jongelieden vóór
da keuring eeuige zekerheid omtrent hunne toelating
te geven. Bij de beraadslaging werd de wenaohelijk-
haid aangetoond, om de verschillends vooraohriften
t* verzamelen eu terau* ua te gaan, welke eisohen
voor de verschillende betrekkingen op watenachappe-
ljjken grond bobooien te-worden vastgesteld:In hoe
verre raegeu brillen worden toegelaten? Welke graad
van gozioüra vatmoya laoet al* graaa> worde* vast-
petehl? Welks ooggebreken moeten wegens buu
flrcgressicven aard worden buitengesloten? Eene oom-
missie, bestaande uit prof. Snellen, dr. Moll en nr.
8lruub, werd uitgenoodigd, een rapport voor de vol
gende vergadering voor te bereiden.
De schrijver van „Langs den weg; kroniek en
critiek" in de Provinciale Groninger Ct. zegt, naar
aanleiding van de plaat in het Weekblad De Am
sterdammer, waarop „prof. Pekelharing op de pjjnbank"
wordt voorgesteld, o. a.
„Het moge den beer Van Houten ergeren door
Braakensiek als boulsrakker ta zijn afgebeeld, laat
het hem dan tot troost strekken, dat hij tegenwoor
dig als een gehoorzame dienaar van ministers wordt
beschouwd. Immers scbjjnt de eertijds zoo onafhan
kelijke Gronioger afgevaardigde daarin thans zjjn
roem te stellen. Is dit een gevolg daarvan, gelijk is
beweerd, dat hjj er genoegen in vindt beurtelings
alle partijen teleur te stellen Of daarvan, dat hij
ucb eens bij een verkiezing een herstemming moest
laten welgevallen?
Ofschoon ik niet durf beslissen, zal ik voorloopig
het laatste maar aannemen, omdat dit de meest
gunstige verklaring is voor den draai, diea onze af
gevaardigde heeft genomen. Het kan tooh een lid
der Kamer nauwelijks euvel geduid worden, dat hij
de trouwe mandataris tracht te wezen van zijn kiezers.
Alleen zou men den heer Van Houten er a^n kunnen
herinneren, dat het onmogeljjk is de heele wereld
en zjjn tante tevreden te stellen, on zoolang er ver
schillende stroomingen zjjn in een politieke partjj,
een afgevaardigde moeiijjk de vertegenwoordiger kan
wezen van elke nuance dier partjj. Eu dan, als er
gekozen moet worden tusschen verschillende richtin
gen, zal de keuze waarbij de zelfstandigheid van den
afgevaardigde het best wordt bewaard, het eerst
wordeu gebillijkt, omdat karakter evenzeer op prijs
wordt gesteld als kunde.
Dit had ook prof. Pekelharing moeten bedenken,
toen hij te kwader ure bet briefje van ontslag schreef
au* zjjn medeleden vau het veel besproken oomité.
Het gaat niet aan zich aan de beoordeeliug van zulk
een daad te outtrekken door de verklaring, dat tij
om persoonljjke redenen geschiedde. Niemand laat
zich door zulk een verklaring den mond auoeren.
Allerminst schrikt zjj dagbladcorrespondenten af te
vertellen wat zjj „uit goedo bron" hebben vernomen/
Zoo hebben we nu reeds allerlei lezingen van het geval.
De een spreekt van pressie van regeeringswege,
de ander van beter inzicht en berouw. Vandaag
wordt tegengesproken wat gisteren is medegedeeld,
en morgeu wordt het oorspronkeljjke gerucht beves
tigd om overmorgen weer te worden geloochend.
Maar zwijgen doet men biet, ook niet als een oud-
medolid den aangevallene in het Sociaal Weekblad
welwillend in bescherming neemt. Het eenige middel
om de praatjes spoedig uit de tcereld te krijgtn, is een
interpellatie in de Kamer, of een openhartige bekentenis
van prbf. Pekelharing lelven. Nu is deze be-
kebtenis te vergen noch te verwachten, en voor een
interpellatie zal er wel geen tjjd zjjn. Zoo mogen
dau de geruc- ten langzaam doodbloeden en (le hoog
leeraar over niet al te langen tjjd weer qen geuoegeljjk
leven lijden na zjjn politiekeu zelfmoord."
Het nieuwste Jin-de-siècle tafreel, dat Parijs op
het Marsveld zijn bevolking dezer dagen te genieten
gaf, is een wedstrjjd van zakkendragers, en wel tus-
scben zwarte en blanke zakkendragers, want de tij
delijk te P&rjjs vertoevende Dahomeyaupu namen er
aan (leel. Er werd dus getreden tuschen „besohnafde"
eu onbeschaafde zakkendragers, en de uitkomst heeft
geleerd dat de „beaehaving" negatieven invloed op
het zakkendragen heeft. Want de overwinning werd
behaald door den Dahomeyaan Alkivi, die, met een
zak vau 100 kilo op den rug, het eerst aankwam en,
ongerekend het en thousiastisch aplaus, wel een stand
beeld heeft verdiend I Van de blanken was Soustère
de eerst aankomende; maar het had weinig gescheeld,
of hjj had zjjn glorie met zijn leven moeten betalen.
Soustère heeft er W uren ea 10 minuteu over
gedaan, om dan afstand ran 180 kilometer, met 100
kilo op zjjn rag, af te Ifcggeu. Uitgeput eu verhit
had bjj werktuigelijk zuilt da kleeren van het lijf
gerukt, zoodat hjj nagenoeg naakt was, toen hjj nog
100 meter had af te leggen. Niet verder kunnende,
ging bij zitten en weekte, dat men hem te drinken
zou geven. Men gaf hem een glas Champagne, dat
hy iu teug ledigde. Daarna hervatte hjj don
tooht, tot tien meter vau den eindpaal, slechts tien
mater 1 Hek gejuich verdubbelt, de geestdrift is ten
tof gestegen, ra graaot aan razernij..Doch plotse
ling ikeorseht eau. raider plechtig zwijgen Souatère
ia op eea zwaar en dreigt iu
zvrjjm te vallen.
Zijn vrienden pogen hem aan te moedigon, maar
hjj stoot hen trnrng, zuabteud: „Laat mjj met rust,
ik ben dood.ik ben dood!» Nogmaals laat men
hem Champagne drinken, waarop eeu zeuuwtoeval
volgt. Een geneesheer snelt toe en geeft hem een
zekere hoeveelheid kolfia te (hinken. lumiddels komt
een mededinger hem voor. Soustère. ziet het, en de
man, die zich nier meer bewegen- kon, naar het
scheen, neemt' weder zrjn verpletterenden last op,
dien hij, reeds vier dagmi> heeft voortgesleept, werpt
dien op zjjn schouders en horvat den tocht.
Aan den eindpaal ontdekte men dat hjj nog on
geveer 200 meter rnoesf doorlöopenom zjjn laatste
ronde te voleinden, daar Hjj' op die* afstand van het
punt va* uitgang mm vertrokken. Hij wankelt dus
voort. Naar gelang hjj aim de laatse meters komt,
wordt zjjn stap weer vaster, zijn houding kalmer,
en op het oogenbhk van aankomst, zoodat hjj slechts
zjjn zak heeft te UOea vallen, begint hij eensklaps
te draven au geeft al dravende tot aan de* paal een
halve ronde cadeau. Daar werpt hjj den zak op de
weegschaal en valt iu de armee van eenigen makkers.
Na gewreven te zjjn, was hij weldra weer bjjgekomen.
Was het tooneel barbaarsch genoeg voor de Da-
homeyanen, om van de enropeesche en met namen
van de frauscbe beschaving een hoog denkbeeld op
te vatten?
Te Londen trok dezer dagen op de bloementen
toonstelling een nieuwe roos d» algemeene aandacht.
De roos ia „ontdekt* door den hovenier Turner te
Slough. De tentoongestelde exemplaren moeten eea
waarde van 5000 p. st hebben. Uet is een kaï-
mozjjnroode klimroos. Zjj groeit langs hekken, mu
ren enz. De roos heeft den naam ontvangen „the
rambler* (de zwerver.)
De Ëngelsche radicale volksvertegenwoordiger La-
bouohère wordt in den laatsten tjjd gekweld door
een onbekenden vjjand, die hem niet alleen telkens
beleedigende briefkaarten schrijft, maar hem bjjna
dagelijks last bezorgt met allerlei op zijn naam be
stelde goederen, welke hem door leveranciers toe
gezonden en natuurlijk niet door hem aangenomen
worden.
Het zjjn dikwijls dingen, die veel ran vervoer
kosten groote bezendingen steenkolen, wijn of sterke
drank, slaapkamer-ameublementen, of ook wel klee
deren, hoeden, euz., Onlangs was het weer iets
anders. Toen vond hjj een troep aansprekers voor
zjjn huis, die hem beleefd groetten en hem meedeel
den, dat zij kwamen om den heer Labouohère te
begraven, en een paar dagen later kwam iemand
hem spreken over het verbranden van zjjn stoffeljjk
overschot.
Voorts heeft de onbekende vjjand hem ook ver
scheidene beleefdheden laten bewijzen en uit zijn
naam (en voor zjjn rekening) o. a. een zalm gezon
den aan den heer Gladstone, een Stilton-kaaa aan
Sir William Harcourt enz.
De aanstaande verkiezingen voor de Fransche Kamer
houden de gemoederen reeds druk bezig. Nu de
veranderingon in de kiesdistrioten, die de laatste
rolkstelling noodig maakte, aangenomen zjjn, komt
men vrjj wel algemeen tot de overtuiging, dat vele
afgevaardigden, die de tegenwoordige regeering
gaarne uit het politieke strijdperk zou verwjjderen
o. a. 6 van de bekendste Boulangisten, de socialis
ten Dumay, en Toni Revillon, Baudry d'Asson
(royalist) en een paar Bonapartisten -— in de nieuwe
Kamer niet gekozen zullen worden. De smet door
het Panama-schandaal op den regeeringsvorm geworpen
schijnt dezen niet veel kwaad gedaan te hebben.
Op het oogenblik hebben de candidaten der op
positie weinig kanssluiten de oppositie-partjjen
zich echter aaneen, dan zouden met behtllp der ruil
liés de bordjes wel eens verhangen kunnen worden.
Tot nu toe schijnen eohter de meeste Fransohender
Bepubliek gunstig gezind te zjjn.
Op artikel 8 van het Iersche Home Bule^ontwerp
was door generaal Goldsworhy als amondement voor
gesteld, den post van onderkoning van Ierland af te
schaffen. Dit amendement werd door Gladstone be
streden en met 265 tegen 219 stemmen (meerder
heid 46 verworpen.
Dat het amendement-WoImer op art. 8 van het
Home Ruie-ontwerp met slechts 21 stemmen ver
worpen werd, kenschetst den Bteeds groeienden
afkeer van het Britsohe Lagerhuis om Gladstone
op zjjn gevaarljjken weg te volgen. De heer Wolmer
wilde bepalen dat een Iersch parlement geen be
sluiten mag nemen over quaestiën waaromtrent het
gesn wetten kan vaststellen. De gevaren zjjn volgens
de Unionisten uiet te overzien ais wordt toegelaten
dat eon Iersch parlement op voetspoor van socialis
tische en anaohistische gemeenteraden in Frankrijk,
afkeuring betuigt met regeeringsdaden en vrij is,
wanneer Engeland in oorlog geraakt, een motie van
instemming met den vjjand aan te nemen.
Een vinnige strjjd is nog te wachten over artikel
9 van het ontwerp, dat bepaalt hoe Ierland in het
Engelscbe parlement vertegenwoordigd moet worden.
De leiders der uniosten hebben besloten hun honding
te dezen opzichte niet te bepalen vóór zjj zeker weten
hoe de regeering daarover denkt. Onder de aanhan
gers van het ministerie wordt het versohil van
meening over de beste oplossing der quaestie steeds
grooter. Stelt de regeering voor, dat alle Iersohe
afgevaardigden te Westminster zullen bljjven dan is
het zeker, dat haar aanhangers zich zullen splitsen
in twee scherp gescheiden partijen.
De Timet had gitaren een langen brief van lord
Randolph Churchill met een uitvoerige opgaven van
de samenstelling en werking van het Iersche Parle
ment in Mei van 1784, sterkkende om aautetoonen,
dat Gladstone voortdurend een aantal onjuistheden
vertelt om ziju tegenwoordige Iersche politiek te
rechtvaardigen. „Onder deze omstandigheden", zegt
ord Randolph, „zjjn authentiekeu documenten, waar
uit de waarheid blijkt, niet zonden nut."
Ook in de Pinksiervacantie was deze bekende lord
ijverig werkzaam in het politieke leven en hield hjj
op tal van plaatsen redevoeringen. Te Clayton bij
Bradford sprak hjj voornameljjk over de vrjjheid der
kiezers in Engeland en Schotland, in rergolijking