Bulfenlamlsch Overzicht.
Uit het reeds in druk rondgezonden verslag der
eommiaaie tot de zaken der Broederschap bleek o. a.,
dat de meeste gemeenten in ledental vooruitgingen
zoodat de Broederschap thans SM leden meer telt
dan ten vorigen jare.
Op voorstel van den voorzitter worden tot voort
durende leden der Vergadering benoemd de beeren
ds. J. H. Maronier en A. A. Hurome.
Ia het sanvullingsverslag der bovengenoemde com
missie werd o. u. medegedeeld, dat de commissie een
brief van rouwbeklag gericht had aan H. M. de
Koningin-Regentes na het overlijden van H. M.'a
vader, den vorst van Waldeck en Pyrmont, en namens
H. M. eene dankbetuiging had ontvangen.
De boekhouder der Broederschap had in zgn ver
slag o. a. mede te deelen, dat «le Broederschap twee
legaten, elk vau 500, ontvangen had van de heeren
C. E. Viruly en A. E. Roest »an Limburg, beiden
te Rotterdam overleden. De rekening sloot met een
betrekkelijk groot voordeelig saldo.
Tot eersten voorzitter van de volgende vergadering
werd benoemd dr. J. Herman de Ridder van Meppel,
tol tweeden voorzitter ds. A. K. E. Horst van Lo-
ohem, tot eersten en tweeden secretaris de heeren
ds. H. A. van Oordt en W. A. Terwogt, die alle
deze benoeming aanvaardden. Tot lid der commissie
tot de zaken der Broederschap benoemt de vergade
ring den aflredenden secretaris ds. H. P. Schim van
der Loeff van Leiden, en tot curator van het semi
narium den emeritus-predikant J. H. Maronier.
De boksende kangoeroe, waarmede te Londen, te
Parys en elders in het buitenland voorstellingen werden
gegeven, is te Amsterdam aan het Centraal-station
gestorven. Het dier was derwaarts gevoerd om het
in een café ohantant te doen optreden.
Rechtsingang is verleend tegen den klerk bg de
Staatsspoor, J. K. L., te Eindhoven, wegens het schrij
ven en inzenden van een voor den stationsassistent
bg de Staatsspoor J. A. Hurome, te Eindhoven,
beleedigend stuk, in het soc.-dem. weekblad De
Seingever, orgaan van den bond Spoorwegpersoneel.
Staten-Generaal. 2- Kamir. Zitting van
Dinsdag 6 Juni 1893.
Bijna de goheele dag werd gewgd aan de vraag
of de inkomsten uit bedrijf en beroep gelijkelijk in
de belastiog moeten worden aangeslagen. De opiniën
over de draagkracht van .vaste inkomen zgn zeer
verdeeldhield men vast san bet beginsel, dat een
bedrijf in den regel eenige waarde vertegenwoordigt,
die met den dood niet geheel verloren gaat, terwijl
een beroep inkomsten geeft, die geheel met den dood
verdwijnen, dan zou men, dunkt ons, het spoediger
eens zgn over het te maken onderscheid. Dooh de
meeste leden volgen de inspraak van hun gemoed.
De een voelt veel voor de kleine ambtenaren, de
tweede voor gepensioneerden, een derde voor de arme
tobbere van winkeliers, zoodat het een wedstrijd lijkt
te worden, wie voor zgn protégés den meesten aftrek
kan machtig worden.
De heer Poelman vordedigde een amendement,
volgeqs hetwelk alle ambtenaren naar 75 pot. van
huu inkomen zullen worden getroffen.
De heer Borgetius wenscht de eerste 1000 van
pensioenon, lijfrenten en wachtgelden sleohts voor de
helft in rekening te brengen.
kleur aan. „Do Hörselberg en de Blooksberg zgn
tegenwoordig met een telephonischeii en electrischen
spoorweg verbonden, en als ik mevrouw Veuus vertel,
dat ik een charmante vriendin heb onder de.... kloine
heksen daar, dan zal zjj mg waarschijnlijk wel eons
een vrgkaartje geven I"
«Verschrikkelijk mensoh Ik pl den bezemsteel
in zout water stoppen I" dreigde Kspérance zoo
allerliefst, als haar mogelijk was, eu op eens sprak
ze weer zuiver Duitsoh, zoonis gewoonlijk, als zg in
vuur geraakte.
Claudia zag naar Olivier rond, daar zjj zgn naam
hoorde noemen. Een langen, op vreemde wjjze
schitterenden blik wierp zg hem toe, en daarop
krulden zioh haar lippen spottend, en de eukeie losse
diamanten in haar kapsel fonkelden als dauwdruppels
op een roos. De hofmaarsohalk scheen niet bijzonder
gesticht te wezen voor de eigenzinnigheid van freule
Oironvalo, en vóórdat Claudia baron von Nenn-
derscheidt nog met een woord kon verwaardigen,
boog hg diep voor haar.
«Permitteer mij, Doorluchtigheidmen is van
plan, om dadelijk een ommegang door de zaal te
gaan ondernemen mooht gij wellicht ook lust hiertow
gevoelen, dan...."
«Doorluchtigheid, ik hoop, dat ik u mgn arm en
geleide zal mogen aanbioden," hiermede drong prins
Honeok naast den sprekerhg had te voron vorstin
Claudia in de logo mogen binnen brengen, en liet
zioh nu verder ook op zgn recht als Cicerone voor-
De heer De Ras wenseht dezelfde reductie toe te
passen op alle vaste inkomens.
De heer Heemskerk stelt voor ook reductie te
geven voor ben, die in dienst zgn van het bijzonder
ooderwgs en instellingen vau liefdadigheid.
De heer Van Beuningen vreest voor onzuivere stem
ming bg al die vrijstellingen en wil dus de beele
paragraaf der vrijstellingen en reductiën doen ver
vallen.
Dat zgn zoo ongeveer de voornaamste wijzigingen,
die in debat waren.
De minister erkent geen verschil tusschen bedrjjf
en 'oeroep, doch wil pensioeuen enz. wel minder treffen.
Intusschen laat hij de beslissing over het amendement
Borgesius aan de Kamer over.
De heer Levy bopleitte de aanspraken der ambte
naren op mindere belasting dan de bedrijven, doch
vond tegenspraak bjj dec heer Van Houten. Do heer
Rutgers, die zooveel voelt voor de landbouwers, bleek
onvermurwbaar voor de ambtenaren. Ook de beer
Farncombe Sanders was van die meening, doch wilde
ook de lijfrenten ten volle aanslaan.
Tot eene stummiug kwam het niet, daar alle pa
ragrafen vau dit artikel 3 eerst moeten besproken
worden. Zoover is meu nog niet, want thans is de veel
besproken landbouwuitzondering aan de orde. Reeds
is voorgesteld door den heer Poelman om eenvoudig
die paragraaf te schrappen en de winst op het land
bouwbedrijf to belasten als van elk and or. Do heeren
Gerritsen en Lioftinck stelde voor ook de coöpera
tieve landbouwproductie-vereenigi'ngeu in de uitzon
dering op te nemen.
Heden voortzetting.
In de Militaire Spectator komt een ingezonden stuk
voor van den gapens, majoor dor O.-I. infanterie
Kessler, waarin hg optreedt tegen het te vuur en te
zwaard veroveren van Aljeh. Integendeel wijst de
heer Kessler op het vroeger door anderen uitge
sproken oordeel„Atjeh te verlaten is in het be
lang van bet vaderland, van de koloniën, van het
leger er. van de humaniteit een gebiedende plicht.*
Na al hetgeen is voorgevallen, acht hg het echter
daartoe waarschijnlijk te laat. Maar nogmaals eenh
expeditie tegen Atjeh uit te rusten, zou het gevolg
hebben, dat wg uitgeput raken en eene achter-
waartsche stelling zulleu moeten innemen. Ons
prestige zal dan nog meer dalen, terwgl niet gedacht
zal kunnen worden aan het gebruiken ouzer mili
taire macht, waar ze elders noodig mocht zgn.
Een stukje sociaal waagstuk. Er wordt wel eens
beweerd, dat 't voortdurend moeilgker wordt, eene
botrekking te krggeu, dat er voor elke plaats 10
of 12 of 15 liefhebbers opdagen.
Malligheid is dat, onwaar, een verzinsel.
De minister van Justitie heelt dit ten duidelijkste
in het licht gesteld in do St.-Gt. van gisterenavond die
de benoeming vermeldde van de nieuwe inspecteurs
der rijktveldwacht.
Vooi die negen betrekkingen, die in rang en be
zoldiging 1200) gelijk staan met dio van inspecteur
van politie, heeft de minister nl. zoodanig gebrek
aan sollicitanten gehad, dat hg is moeten eindigen
met het baantje op te dragen aan tweo gepensionoerdo
kapiteins vau het O. L leger en daarna ook zelfs aan
twee gepensioneerde Indische majoors.
Als men voor een betrekking van 1200 niemand
staan. «Zal Uwe Doorlachtigheid de vriendelijke
goedheid willen hehbengrande ronde door zaal
en foyer I" en hg lachte zóó, dat zgn melkblond
snorretje over zgu fraaie witte tanden opstak, en
bood toen met twee korte buigingen zgn arm aan.
Claudia boog oven, half achteloos, half minzaam.
«Zou dat niet te vee! van het goede zijn, waarde
Honeok P" haar stem klouk week ec gedempt. «Wg
hebben elkaar reeds zoo goed loeren kennen, eu alle
uieuwtjes reeds zoo van alle kauten besproken
een weinig changement des decorations zou werkelijk
niet kwaad zgn I Bedenk u intusschen maar eens
een grappige anecdote.... iets uit het kazerneleven....
of een pendant van 'den «dooden boer".,., later zal
ik u dan wel weer geduldig aanhooren, en er om
lachenen daarna reikte de betooverendste aller
vrouweu hem met een niet te beschrqven lachje
haar hand tot een kus, en wendde zioh haastig tot
Nenudersoheidi.
«Wees gij mgn gids, baron, maar neem geen Baede
ker maar sleohts uw eigen herinnoriugen ter hand
een enkele zwerftocht van uw zoo stormachtig be
wogen levonscheepje vindt ik veel interessanter, dan
al die met bloemen versierde gaugen eu dwarsgangrn
van dit operagebouw I"
Olivier stond met her opgeriohte gestalte lachend
over al de hoofden heen te zien van hon, die te ver- i
geefsch hadden getracht om den naam Neunderscheidt
in het stof te treden Het slot van het eerste bedrijf
wasAan mg het rijk, aan mg de macht 1"
meer vinden kan, zoodat men baar moet geven aan
personen, die reeds f 2800 pensioen genieten, dan
is toch inderdaad het bewijs geleverd, niet waar?
dat er geen gebrek is
Maar in ernstis zulke bevoordeeling van vrindjes,
ten koste van menschen die naar een baantje bunke
ren, niet ietwat ergerlijk? Haagsche Ct)
De mode van 1830 zal eerst compleet zgn, zegt
het Amsterdamsch Wbl. als men er ook de coiffure
uit dien tijd in haren zeer karakteristieken vorm bg
draagt, het haar van achteren hoog opgewerkt en
van daar in twee lange gefriseerde bossen naar de
slapen afhangend, een kapsel dat veel meer flatteert
dan men het op het oogenblik wel wil inzien. Het
geeft toch door de slapen te overschaduwen, meer
uitdrukking aan de oogen, evenals nog niet lang
geleden het pouny en het kroes op het voorhoofd
maar daarenboven geeft het, naast de wang af
hangend, iets zacht vrouwelgks aan het gezicht, dat
zeer bekoorlgk kan staan. Vooral magere, smalle
gezichten, te lange neuzen, te spitse kinuen schijnen
er mindor onevenredig door.
Men is iutusschen nog maar aan de overgangen,
en vindt die in de kapsels Dubarry en Pompadour.
Deze vormen toch ook een overgang tusschen het
haar naast het gezicht, dat men bv. op het portret
van mevr. de Sdvigné vindt, en het open voorhoofd
van Maria-Antoinette. Zeker is het dat eone revo
lutie in het kapsel aaustaande is; het blgkt zoowel
uit de geïsoleerde pogingen der verschillende kap
perstijdschriften en concoursen, als uit de onzekerheid
bg de draagsters zeiven.
Uit Utrecht schrijft men:
Als men oen bewijs wil, dat eene algemeene keu
ring van voedingsmiddelen noodzakelgk is, dan vindt
men dit in het verslag van de commissie van toe
zicht op vee en vleesch in onze gemeente. Volgens
de bestaaude verordening moet vleesch, dat in kleine
stukken ingevoerd wordt, op de plaats van herkomst
gekeurd worden. Nu zijn in verschillende gemeen
ten die vloesch naar hier uitvoeren, geen veeartsen
gevestigd. Men moet daar vertrouwen stellen in
beëedigdo keurmeesters, wier kennis van vleeschkeu-
ring in de meeste gevallen volgens het verslag «te
recht mag worden betwijfeld." Daarop wordt iu het
verslag aangehaald wat de eerste keurmeester over
dit punt zegt: «Het zou zeer wenscbelijk zgu dat
een dergelijk bewgs van keuring en herkomst alleen
geldig was wanneer het werd afgegeven door een
gediplomeerden veearts. Ware dit het geval, dan
kan, bg' eene serieuse opvatting van hunne taaie, He»
ingevoerde vleesch aan eene behoorlgke controle
worden onderworpen. Deze veeartsen moeten dan
de dieren, waarvan het vleesch naar hier zal worden
verzonden levend en geslacht keuren en hun goed-
keuringsstempel drukken op het gedeelte dat verzon
den wordt. Thans gebeurt het wel, dat een goed-
keuringsbowijs wordt afgegeven voor vleesch, hetwelk
daar ter plaatse werd ingevoerd en dat dasrna naar
hior wordt doorgezonden. Daarom geof ik de com
missie van toezicht op vee en vleesch alhier in over
weging, bg het dageljjksoh bestuur onzer gemeente
alsnog aan te dringen op verbetering in dezen toe
stand. Tot heden heb ik hier niet cp aangedrongen,
daar verscheidene slagers alhier door deze bepaling
in moeielijkheden zullen komen, omdat niet overal
veeartseu zgn tooh moet ten slotte het algemeen
Als een onbesohrgfelgk zacht, luchtig en goudge-
tint wolkje zweefdo vorstin Tautenstein aan «le zijde
van Olivier voort, en haar indrukwekkende cavalier
moest zich laag neerbuigen, om haar met een gloeiea-
den blik hartoohtelgk toe te fluisteren
«Toen Ulysses geheel onder den indruk der beko
ring was, en aan Ka'ypso's zij hem de jaren als mi
nuten toeschenen, toen vergat hg allesden langen
tgd, dat hg rondgedwaald had, zgn avonturen, zijn
tehuis en zgn vrouw, en toen sprak hij niet over het
verleden, maar slechts over het lieflijke en wonder-
schoone heden I"
De brillanten in haar kapsel Ahotea stralen, dansten
voor zgn oogen, en vielen als vonken vuur iD zijn
hart, vlammen sloegen uit, gloeiend heete, govaar-
lijke vlammen I
XII.
Fiiles leunde zwaar op den rand der loge, en
zag, geheel afgetrokken, op de menschenmassa neer,
die zoo bont en luidruohtig dooreen woelde, even
als de koortsachtige gedachten achter haar gloeiend
voorhoofd.
Hordt vervolgd.)
hygiënisch belang in deze zwaarder wegen dan het
eigonbelang der slagers."
Dat i# goed gezegd, maar hoe oordeelt deze
autoriteit, die zoo hoog» eischen stelt zelfs aan plat
telandsgemeenten, ten "aanzien van vleesch dat naar
hier zal gaan, over zgne eigen plichten ten aanzien
vbc vleesch dat van hier verzonden wordt P
De omstandigheid dat het aantal afgekeurde run
deren verre beneden dat van andere jaren is, wordt
in het verslag toegelicht door de volgende mededee-
ling van den eersten keurmeester
«Dit verschil is teer groot on laat zich door het
volgende verklaren. Gedurende de drie eerste jaren
van mijn verblgf alhier heb ik steeds het vleesch van
runderen, dia aan algemeene tuberculose lijdende wa
ren, geheel voor de oonsumtie afgekeurdondanks
allerlei weeklachten vau slagers en veehouders, met
de daaruit voortvloeiende onaangenaamheden, heb
ik langen tijd beslist geweigerd dit standpunt te
verlaten, hoewel in Arasterdam en Rotterdam het
vleesch van deze dieren in de meeste gevallen aan
den reekooper wordt teruggegeven. Ofschoon uit
een algemeen sansitair oogpiint dit teruggeven niet
te verdedigen is, is het toch van eeno andere
zijde beschouwd voldoende wanneer de inwoners
der gemeente gevrijwaard worden voor het eten van
dergelijk vleesch, terwgl andere gemeenten dan maar
moeten zorgen eene behoorlijke gereglementeerde
vleeschkeuriug te bebbon. Langzamerhand ben ik
tot de overtuiging gekomen (grootendeels door cou
rantenberichten betreffende processen tusschen ge
meenten en slagers, b. v. Meppel m Helmond,) dat
het voorloopig het beste zal zgn het vleesch van
tuberculeuss dieren zooveel mogelijk naar buiten te
doen vervoeren, terwgl dat wat hier krachtens de
verordening nog verkocht kan worden, aan zoodanige
bepalingen is onderworpen, dat de slagers het, zoo
oecigszins mogelijk, liever naar buiten zenden."
In zulke tegenstrijdigheden kan slochts eene alge
meene regeling voorzien, die ook noodig is op bil—
Igkheidsgronden want is het noodig, dat de gezond
heidsbelangen niet geschaad worden door de toe
geeflijkheid of onvoldoende kennis van keurmeesters
hier of daar, er moet ook tegen gewaakt worden,
dat te strenge opvatting bij de keurmeesters de gel-
dclijko belangen van slagers eu veehouders meer
schade dan iu het algemeen belang onvermijdelijk is.
Strafvervolgingen tegen sociaal-democraten. Men
gaat, meent de Arnh. Crt. tegenwoordig wel wat ver
met het voor het gerecht brengen van sprekers op
vergaderingen van sooiaal-democraten, en indien het
gerucht waarheid beVaf,"dat de veelvuldige vervol-
gingeo wegens majesteitsschennis, opruiing en derge
lijke, op zich zelf zeker af te keuren zaken, toe te
schrijven zijn aan circulaires uit Den Haag dan wordt
het tijd dat in de Tweede Kamer dit punt eens ter
sprake wordt gebracht en eeu votum vau de Volks
vertegenwoordiging uitgelokt over defce, nu en dan
niet weinig kleingeestige, altoos hatelijke eu verbit
tering wekkende vervolgingen.
Uit een zedelijk oogpunt is het optreden van deze
kinderen van het Zwolsoh congres niet anders dan
streng af te keuren, en de stokerijen en opruierjj,
welke zij zich veroorloven teu aanzion van onkundige,
liohtgeloovigu lieden, kunnen zeker even gevaarlijk
werken als wanneer men kinderen vuur en wapens
tot speeltuig geeft. Maar de strafbaarheid van zulk
een optreden, wanueer er geen gevolg aan gegeven
woret, geen verzet, geen rustverstoring er uit voort
gekomen is. moet men zoo hoog niet rekenen; voor
de politic, die tot vervolging den eersten stoot geeft,
is het steeds ongeraden en gevaarlyk zioh te gedragen
naar het voorschrift: qouverner c'eatprevoir. Opruiing*
die afstuit op het gezond verstand van de menigte en
dus niets uitwerkt, heeft hoegenaamd geen gevaar
in; men geeft daaraan een ongewensohte beteekenis
juist door het rervolgen. En heeft zg gevolg, dan
geeft de wet de wapens niet alleen tegen de dadelijke
bedrijvers van de misdadige gevolgen, inaai'ook tegen
hen, die de feiten door hunue strafbare woorden en
aanhitsingen hebben uitgelokt.
Met verbazing heoft de Arnh. Crt. o. a. vernomen,
dat oen sociaal-democraat, die de wensoh had geuit,
dat twee Europeescbe potentaten, die olkaar gekust
hadden, elkaar hadden doodgezoond, en die ze groot-
moordenaars of zoo iets genoemd had, vervolgd zal
worden.
Dit is iemand «zoekon" voor een feit, dat indien
het door een geestig leekenaar in beeld was gebracht,
dezelfde rechters, die thans zulke vonnissen, wellicht
had doen lachen.
Een vervolgecspolitiek is altoos een verkeerde
politiek, vooral verkeerd, wanneer daartoe van hoo-
gerhand mooht wordenjaangespoord of gedreven. Het
*ou ons daarom genoegen doen, schrijft de Arnh. Crt.,
indieu er op eeaigorlei wijze licht kon gegeven wor
den over de loopende geruchten, dat dergelijke aanspo
ring hier te lande tegenwoordig gegeven wordt. Wg
hebben het tot nog toe niet geloofd, ook omdat wg
het met de eer, onafhankelijkheid en discretie van
de rechterlgke macht in strjjd achtten, dat de amb
tenaren van het openbaar ministerie van hooger
autoriteit bevel zouden outvaugen en blindelings ge
hoorzamen tot sévir, zooals de Franschen het noemen.
Maar het gerncht is zitó taai en waudelt zóó onver
moeid voort; wensohelgk is 't dat men dat tracht
uit te roeien, want het doet aau de regeering en aan
de regeering en aan de jvstitie meer kwaad dan het
optreden van de sociaal-denujeraten zelf.
De Reforme heeft in bet park van het kasteel van
Bouchoute, van achter het loover, de gewezen keizerin
van Mexiko, prinses Charlotte, gezien.
De Kiezerin leunde op den arm van haar dokter
en was vergezeld van een harer vrouwelijke bedien
den. Haar gezondheid schgnt goed te zgn. Zg
ging met groote, als afgemeten, stappen, een weinig
gebogen, en hield het hoofd gericht naar hare volg
ster, die haar iets vertelde, waarnaar zij met aandacht
scheen te luisteren.
De gelaatstrekken der Keizerin gelijken op die
van Leopold I; met de jaren zgn die trekken scherper
geworden. Haar korte haren breugea het portret
te binnen, dat De Winne van den Koning schilderde.
Niets duidde bg de Keizerin aan dat zij in ziu-
neloozen toestand verkeerdemen zou den km, een
zieke aan de beterhand te zien wandelen Zij was
gekleed in een grijs-mastieken mantelhaar hoedje,
niet zeer bevallig, is sedert lang uit de mode.
In een ander gedeelte van het park zag de ver
slaggever du Keizerin terug, altyd wandelend. Zg
liet snel den arm van den dokter los, ging een bloem
plukkon en bleef staan op een brug, om de bewe
gingen van een zwsan gade te slaan.
Op vgftien meter van elkander stonden een kamer
dienaar met een parapluie in de hand en een jacht
opziener met het geweer over den sehouder gehangen;
zij wachtten onbewegelijk totdat de Keizerin hare
wandeling voortzette.
Twee maal daags wandelt de Keizerin in het park,
als het goed weer is. Zg zegt: «Wg gaan uit 1" en
kiest zelve den weg. Hierin volgt zij stipt hare
gewoonte hetzelfde uur, deuzelfden weg.
Haar gezelsohapsfuffrouw of haar geneesheer stelt
haar soms een andureu weg voor. Dan antwoordt zij
kortweg: „Men vraagt dat niet." Zg luistert, maar
spreekt slechts nis men tot haar het woord richt
oen oordeel over iets geeft zg nooit.
De gesprekken, die men met haar houdt, loopen
over hetgeen zioh voor het oog opdoet: nooit wordt
tot de Keizerin over de gebeurtenissen vau den dag
gesproken. Zod iets zou 'baAr fóstig zgn; zij is zoo
gewoon aan het leven te fióuchoute, dat de minsto
verandering hierin zou hinderen.
Zij beschouwt zich ook niet nis een opgelotene,
en in werkelijkheid wordt zg ook alleen in het oog
gehouden.
De toestaud laat aan die ongelukkige vrouw de
begoocheling van hare verloren souvereiniteitzg
wordt door geheel haar omgeving als Keizerin be
handeld. Ook is zg volkomen kalm, heeft geen ont-
raering en geen bezorgdheid, en men voldoet aan
al haar verlangens.
De uitspanning van dit zonderlinge Hof is altgd
dezelfde: wandelen, muziekmaken en lezingen. In
de laatste jaren leerde de Keiierin de harmonium
bespelen, eu zij speelt soms melodiën van Schubert.
De dames van haar omgeving lezen haar verhalen
van Walter Scott voor en soms godsdienstige boe
ken. Ook borduurt zjj.
De arme zinnelooze is in de laatste jaren veel
rustiger geworden; de gezondheid is goed, en nog
lange jaren kan zg leven, doch genezen niet meer.
Rgk is zij, maar wat geeft biet rijkdom? De werk
lieden, die met ontbloot hoofd haar zien voorbijgaan,
lijn voorwaar gelukkiger dan zij.
Vrijdag ochtend te Ö'/a ure heeft de plechtige
overhandiging van de Gouden Roos plaats gehad in
de marmeren zaal van het paleis te Brussel. De zaal
was in een kapel herschapen en te midden van een
dichte versiering van levend groen was eeu altaar
opgericht waarvan rechts de zetels stouden, bestemd
voor de koninklijke familie cn het Huis des Kouiugs,
en links fauteuils voor den aartsbisschop van Mecbe-
len en voor den nuntius. Tegenover het altaar zaten
de genoodigden, alle ministers en hunne eohtgenooten,
de voorzitter van den Senaat en Kamer, de ministers
van den Kongostant van Eetvelde en De Grelle- Rogier,
de dekens der St. Gudula-kerk eu der kerk St.
Jaques-sur-Coudenburg en twee kanunniken van Me-
chelen.
De mis werd gelezen door den nuntius, bygestaan
door mgr. Celli' auditeur der nuuciatuur en mgr
Simon, aalmoezenier van het Hof. Na afloop var.
de mis las de speciale pauselijke gezant mr. Nicotra
de pauselijke bréve en een Latgnsche brief des Pausen
aan de koningin voor, nadat de Koningin persoon
lijk het zegel van den brief verbroken had. Hierop
stond de Koningin op, schreed naar het altaar en
ontving daar uit handen van den nuntius, de faïenoe
vaas, waarin de Oouden Roos lag, en na tweemalen
gebogen te hebben kuste de Koningin tweemalen het
kleinood en begaf zich naar hare plaats terug. Hierop
heeft de nuntius sich van zgn miskleeding ontdaan
en do plechtighoid met gebed gesloten.
Ia pleohtige stilte verlieten allen de kapel en be
gaven zich naar de zoogenaamde prinselijke vertrek
ken, waar bet koninklgk (paar cercle hield. Hier
overhandigde de Koning eigenhandig het grootkruis
der Leopoldsorde aan den nuntius en het komman-
deurskruis aan de heeren Celli en Nicotrs. Van den
anderen kant heeft te dezer gelegonheid de Paus den
aalmoezenier vau het Hof, mgr. Simon, tot zijn huis
prelaat benoomd.
Volgens de Oaulois en de XIXihne, Siècle zullen
de algemeen» verkiezingen in Frankrijk den 20sten
Aug. plaats hebben.
De rede, door den oud-Minister Constans te Tou
louse gehouden, heeft in vele kringen beter indruk
gemaakt, dan President Carnot en Minister-president
Dupuy aangenaam is. De kracht van die rede sohgnt
voornamelijk gezocht te moeteu worden in de meer
welwillende houding door Constans aangenomen togen-
over de conservatieven of bekeerde republikeinen (de
rallié») en zgn uitval tegen de socialen. Iu de Figaro zegK
Magnard, die in het comité zit van de constitutioneele
rechtorzyde, dat de bekeerae monarchalen nu een
aanvoerder hebben, indien ze dat willen. De Événement
zegf, dut de rede van Constans juist een program is
voor de verkiezingen.
Het Engelsohe Lagerhuis hervatte de algemeene
beiaadslagingen over het Home Rule-ontwerp, nadat
het een grootaantal amendementen verworpen bad met
een meerderheid vau 3037 stemmen afwisselende.
Eeu amendement van Sir Henry John, strekkende
om de lersche wetgevende vergadering hit reoht te
ontzeggen uitleverings-verdragen met vreemde mo
gendheden te sluiten, werd met enkele wijzigingen
aangenomen.
Bismarck's orgaan de Hamb. Nachrichten pleit
tegon een nieuwe ontbinding van den Rijksdag. Het
blad acht het niet waarschijnlijk dat de bondsre-
geeringen ernstig voornemens zgn, de offioieuze
bedreiging uit te voeren. Wel is er geen artikel in
de grondwet dat dit verbiedt, maar wel strijdt het
met den geest dier grondwet. Als de regeering niet
den gewenechten uitslag vindt op haar beroep op
het volk, is zg genoodzaakt eene schikking te treffen
Om een tweede ontbinding te rechtvaardigen is het
niet voldoende, nieuwe redenen en gezichtspunten
aan te voeren. Het artikel eindigt als volgt: „wanneer
ondanks dezen stand van zaken de Rijksdag nog
maals uithoofde van het legerontwerp ontbonden werd,
zou de sohiju gewekt woiden, alsof men door de
duimschroeven aan te zetten, een anderen uitslag
van de verkiezingen teweegbrengen, of de kiezers
door de voortgezette ontbindingen en nieuwe ver
kiezingen tot toegeven dwingen wilde. Beide zou in
strgd wezen met de grondwet en gelijkstaan met
dwang op de uitspraak der kiezers. Daarmede zou
een 8chein-üon*titutionali»mu» beginnen, dat in naam
der grondwet hel absolutisme der regeering invoerde
Het moet groote ontevredenheid kg de kiezers wek
ken, wanneer de regeering eerst tegen den Rijksdag
een beroep op hen doet, maar dan hunne beslissing
als van nul en geener waarde beschouwt als deze
haar niet bevalt."
In een bljjkbaar geïnspieerd artikel keert de Natio-
nal-Ztg. zich tegen de verklaringen van Kalnoky, die
zg als een „gemoodelijk herdersspel" betitelt. De
reden dat aldus op de vredesbazuin wordt geblazen,
is niet ver te zoeken, zegt het bladOostenrijk wil
de beurs in een goede stemming brengen; dat komt
het ie pas bg den overgang tot den goeden standaard.
Tot nu toe had men in Oostenrijk altijd verlangd,
dat Duitschland Oostenrijks belangen in het Oosten
mede hielp verdedigen en daarom miliaire offers
brachtmaar nu sohgnt men Duitschland niet alleen
do militaire offers, maar ook de gespannen inter-
natonale verhoudingen ten laste te willen leggen,
en gaat meu met de vriendschap van Rusland ooquet-
teoren. Duitschland, beweerd het blad verder, is tevre
den als Oostenrgk met Rusland op goeden voet, m aar
Duischland staat met Rusland op minstens even goeden
voet. Als Oostenrijks belangen niet meer in aanmer
king komen, kan Duitschland zgne betrekkingen
tot Rusland, eerst ter wille van Oostenrgk afgebro
ken, regelen op den voet der vau oudsher bestaande
opvatting, dat Duitschland en Rusland buren zgn
zonder tegenstrijdige belangen in de hooge politiek.
Uit Chicago wordt gemeld, dat omtrent de quaestie
der bekroningen het volgende besloten is Er zullen
dertien juries zgn, voor elke hoofd afdeel ing één. In
elke jury zal één deskundige de tentoongestelde
voorwerpen onderzoeken, en in geval daartegen be-