Bultenlanüscb Overzicht. van de dwaze domme meuschbeid weg te gaan. Daarin zeide hg dat zij onder de schaduw van den dood gelukkig en eendrachtig leefden en geheel iu elkander opgingen. Huu eenig genoegen bested iu bloemen, vogels, het vrije veld en de muziek. Uit overtuiging zochten zij den dood. Werkelyk waren zy Vrijdagavond uit hunne woning, die zij voor 14 dagen gehuurd hadden en waar zij vooral in de laatste dagen vroolijk als twee kinderen leefden, vertrokken en zij keerden niet weer. Een onder zoek werd ingesteld ea Zaterdag vond men in het bosoh by Canterbury de beide lijken naast elkander. De jonge vrouw, zy was 17 a 19 jaar oud, uitge strekt op het gras met een kogelwonde aan de lin kerslaap, de jonge man, het hoofd bij haren hals, daarnaast met een wondo aan de linkerslaap en een revolver in de hand. Op hunne lichamen lag een ruiker wilde rozen met een zwart lint saamgebonden. De hoeden, de parasol eu de wandelstok waren zorgvuldig opzij neergelegd. Men vermoedt, dat ten minste de jonge man aan waanziekte leed iu zijne familie kwam deze ziekte erfelijk voor. Men schrijft uit Roelof-Arendsveen aan het „Leidsch Dbl." Het is hier thans in het hartje van den doperw- tentyd. Ieder beijvert zich om te halen wat daarvan te halen is. De tuinder is van den vroegen morgen tot den laten avond met alle besohikbare handen aan het snijden. De kooplieden voor de Araster- damsohe markt, de handelaars op andere steden (hier parlevinkers genaamd) en de leveranoiers voor ver schillende fabrieken van verduurzaamde levensmid delen te Leiden, Rotterdam en elders, zitten elkander des avonds letterlijk iu het vaarwater, om zooveel mogelijk op te halen en zoo spoedig mogelijk met huune vraoht in zee te zijn. Het is al leven en be weging en drukte tot laat in den avoud. Gelukkig voor de Veen onderscheidt dit jaar zich tot dusverre allergunstigst van de vorige. Indien het met de hoofdproducten op dezen voet voortgaat, kan zij een „goed jaar" hebben, hetwelk zij dan ook wel dubbel en dwars noodig heeft. Eéne voorname zaak is echter te betreuren, en wel, dat voor den arbeid op den akker en voor het pellen der erwten thuis zoovele handjes worden geëxploiteerd van kinderen van 11, 10 en soms nog minder jaren, die geregeld op de schoolbanken moesten worden aangetroffen. Deze omstandighoid houdt het gemiddelde peil van de ontwikkeling der bevolking betrekkelijk laag, in ver houding tot de zorg en de kosten, welke èn vau den kant der gemeente du der parochie worden aangewend tot het verschaffen van goed onderwijs. Verbeteriug in dezen toestand is wel te hopen, maar in de eerste jaren nog niet te verwachtou. Naar aanleiding van het 7 B-jarig bestaan der Rotterdamsche Spaarbank, oorspronkelijk opgericht door bet •Departement Rotterdam van het Nut, is een korte geschiedenis dier nuttige instelling niet uitvoerige statistieken bewerkt door den beer T. G. Gleiobman, met behulp van den hoofdboekhouder, den heer M. W. Voogt (Wyl en Zn. Rotterdam). Bij het eind van het 75e boekjaar beliep het aan de inleggers verschuldigde bedrag f 7.969.821 het reservefonds was groot f 1.335.276. De rente is thans 3 pCt. on wordt per hlAe maand berekend. Van do gelegenheid om cejts^Baten N. W. S. te krijgen, is door 180jpersonen voor een bedrag van ongeveer f,360.000 gebruik gemaakt. Voor sommen boven f2000 wordt in den regel geen rente vergoed. Volgens een statistiek van de beroepen der inleg gers over de laatste twee jaren maakten van de Spaarbank gebruik 8065 werklieden, 1955 werk bazen, 1054 bedienden, 728 beambten, 48 militairen, 820 schippors en zeelieden, 207 ouderwyzers en ge- neesheeren enz., 19 renteniers en gepensioneerden, 2067 scboolsparende kinderen, 112 Vereenigingen en 8720 zonder opgave van beroep, waaronder 2740 gehuwde vrouwen. Een jaar of twaalf geleden werd heel ons land in beroering gebracht door de even brutaio als veel vuldige diefstallen met braak, die toen werden ge pleegd. Heden was het in het noorden, te Leeuwar den, waar op zekeren dag in een villa al het goud en zilverwerk werd ontvreemd, morgen geschiedde hetzelfde in het zuiden, te Maastricht. Wat vtout- heid betreft, daarvan getuigt het meest de indertijd in de bladen breedvoerig omschreven inbraak etc. te Heemstede. De dief, Friedrich Mohrae, werd i gevat den Sin Mei 1881 en veroordeeld tot 14 jaar gevangenisstraf. Den 29n September daaraan- volgende kreeg hij er nog 2 jaar bij, wegens een, sedert aan het licht gekomen, ook door hem gepleeg- den roof. Bijna een dozijn jaren waren van zijn ldbgen straftijd verstreken, toen de man zoodanig ziek werd, dat do geneesheer aan het tuchthuis te Leeuwarden hier was hij ingesloten geen hoop meer had op zijn herstel. Toen volgden herhaalde smeekschriften van zijn in Duitschland wonende moeder, om haar kind in vryheid te stellen en hem ten harent te laten sterven. Op 16 Maart jl. werd daaraan eindelyk toegegeven, nadat de dokter had verklaard, dat de patiënt, indien hy dadelyk werd ontslagen, Dog zou mogen worden vervoerd, maar een week later niet meer. Zoo bekwam de man dan ontheffing van zijn verdereu straftyd en bracht men hem in den gemakkei yksten brancard en met. de grootste zorg per StaaUpoorweg-Maatschoppig over de Hannoversche grenzen, iu den schoot zyner be droefde tamilie. Dezelfde man nu, die bijna drie maaudon geleden als ongenetslyke zieke werd ontslagen, is den 7njl. te Amsterdam in preventieve hechtenis gebracht, als verdacht van diefstal met braak enz., op dien datum te Nieuwer-Amstel gepleegd. (Jnut.) Dat een natte zomer voor den landman veelal zeer sohadelyk is, zal wel door niemand in twijfel worden getrokken. Maar droge zomers zyu al eveumin ver kieslijk. Zy worden door deu boer nog meer ge vreesd. En geen wonder. Wordt door een aanhou denden regen veel bedorven wat anders bewaard zou zijn gebleven, een droog en schraal jaargetijde levert niets op en vernietigd zoowel de vrucht als de hoop van den landbouwer. De geschiedenis is in deze ryk aan voorbeelden. Als proevo wil ik, schryft een onzer berichtgevers, van de 13e eeuw af een opgave laten volgen van eenige jaren, die zich door bijzondere droogte hebben gekenmerkt. Men zal er uit kunnen zien, dat natte zomers doorgaans boven droge zyn te verkiezen. 1210. In dit jaar had men een zeer drogen zomer zoodat het bosch Fluessen in brand geraakte, waardoor het geheel werd vernietigd. De grond, moerassig en veenachtig en door de groote hitte zeei dróóg, brandde tot een aanmerkelijke diepte uit, waaMffoor een water ontstonddie later het aanzijn gaf aan bet meer van dienzelfden naam. 1477. Door de droogte ontstond in dit jaar mis gewas, waardoor de levensmiddelen zeer scbaarsch an duur werden. 1503. De zómer van 1503 was buitengewoon heet en droog. Vele venen geraakten in brand, inzonderhoid te Giethoorn, Bakkeveen te Haule, welke brand mode groote schade aan de bosschen toebracht, alsmede aan den te veld staande rogge. 1504. Tusschen den 22en Juli en Allerheiligen viel er in het geheel geen regen, wat in de hoogere streken van Friesland een volkomen misgewas van hooi en granen tengevolge had, zoodat de landlieden genoodzaakt waren huu nooddruft in Utrecht en Holland te zoekon, wat velen in dien tijd van druk kende laBten tot den bedelstaf bracht. 1557 was hoogst onvruchtbaar, in meer dan zes maanden viel er geon regen, waardoor de oogst uiterst slecht was en vele plaatsen bijna niets opleverden. Een natuurlijk gevolg was een groot gebrek aan levensmiddelen. Het brood sieeg tot zulk een hoogen prys, dat het, in stukken van 5'/| KG. verkocht werd voor twee-en-twintig en vijf-en* twintig stuivers. 1590. De zomer van 1590 was zoo buitengewoon droog en heet, dat er bijna niets kon groeien en de beesteu in het veld dorst leden, daar de vaarten en slooteu alle uitdroogden. Hooi werd er byna niet ge wonnen, zoodat velo koeien in den daarop volgenden winter van gebrek stierven. 1656 en 1668. De zomers van deze jaren waren zoo droog, dat, wegens gebrek aan regen, de velden iu de vruchtbaarste en schoonste tijden des jaars een dor en kwynend aanzien hadden, en men om lafenis voor men8chen en vee schier verlegen was. 1783. Het jaar 1788 was door eenen warmen en byzonder drogen zoiber gekenmerkt gedurende welken men bijna onafgebroken nevel of zoogenaamde» veen brand had, waardoor zon en maan langen tijd een vuurrood aanzien verkregen. De droogte was zoo groot, dat men op vele plaatsen met het veo, dat vau dorst smachtte, geen raad wist. Naar gemeld wordt was op het Nieuwe Bildt eene „dobbe" met drinkbaar water, werwaarts het vee, dat door niets te stuiten was, meer dan twee uur ver gaans kwam, om lafenis; want van 8tiens, Finkura, Hyum en Hallura en nog verder vejwijderde plaatsen vond men hier dagelijks veo om den dorst te lesschen. 1818. Na een zeer nat voorjaar, dat met den 9en Mei in droogte veranderde, was de zomer en ook het geheele najaar zeer droog. De levensmiddelen, die reeds zeer duur waren, stegen daardoor nog meer in prijs. Ook het warme jaargetijde van het volgende jaar mag onder do zeer droge zomers gerangschikt worden. 1826 was eveneens buitengewoon droog en wam. De hitte maakte op onderscheidene plaatsen slacht offers, daar de menschen onder de ongewone warmte bezweken. Wat ons thans overkomt is dus niet een ieit dat op zichzelf staat, niet eene gebeurtenis die eenig is. Ook in deze geldt het woord vau den prediker„Is er eenig ding, daervan men soude kunnen seggen, siet dat, 't is nieuw het is alrees geweest in de eeuwen, die voor ons geweest zijn." „Luistor 1 luister „Geen voorjaar zonder liefdegloed, Geeu balzaal zonder Söderroann 1" „Bravo 1 eenvoudig, maar met veel talent gemaakt „Wie is toch die ridder van do droevige figuur, dion zy daar juist aan den baak heeft geslagen „Zacht wat, zacht wat! haar gloeiende adoraleur. Een bedeesde jonge referendarisstraatarm, zy beminnen elkaar on hoop van het spoedig uiteinde van den ouden York „Zij heeft veel te grooto handschoenen aan, en niet eeos ordentelijk dichtgeknooptZie toch eens, hoe zij haar klauwen slaat in den arm van haar prooi 1" t „Nu man, maak je dan toch los „Mee moet hijZij heeft een eigen wil hoor 1 Rechtsom.... linksom ik wed, dat hy ia zijn doods angst hardop de maat telt Maria-Louizo had eveneens het bewuste panr 111 het gewoel ontdekt en gadegeslagen. Zy waren gelukkig. Hun oogen straalden, en hun blikken ontmoetten elkander ongomerkt, hoogst schuchter, maar tóch vol liefde voor deze beide menschen bestond er niemand buiten hen in de zaal. Een pijnlijk en toch niet afgunstig gevoel van deelneming welde er ir. Maria-Louize's hart op. Dat bloeiende jonge meisje met haar lompe en ongracieuso bewegingen kwam haar liever en bekoorlyker voor I dan vorstin Claudia met haar lenige bevalligheid, die op de tonen eener bruisende dansmuziek over het gladde parket beenzweefdemen kan daarop niet I steunen, noch er zich aan toevertrouwen. XIV. Vorstin Tautenstein. bad naar Graaf Goseok ge vraagd, en dien interessanten man aan zich laten voorstellen. Ook hem zag zij aan met baar door dringenden vurigeu blik, mqar vreemd genoeg, de vuurgloed van haar oog scheen zijn bart niet te ontvlammen. Nennderscheidt's vriend boog diep en 1 onderdanig voor deze betooverende vrouw, die sedert twee jaren het drooraboeld was geweest van zijn dweperij, en het doel van zijn eerzuchVig streven. Nu zag deze verleidelijke Kalypso met een glimlach, die haar parelwitte tanden toonde, lol hem op, en hij beantwoordde dit met strakke kalme oogen, en zag haar aan, ala had hij een wassen beeld voor zich, dat, plotseling door het licht beschenen, in eeus verried hoereer hy zich bedrogen had, door zooveel klatergoud voor edel metaal aan te zien. Toer. het Hof zich had teruggetrokkd», om de thee to gebruiken, nam Claudia dop arm vau prins Ho- neck om de loge te verlaten; zij begaf zich naar den Grootheitog, eu verzekerde hem met een zilver- helder lachje, „dat baron Nennderscheidt een meer dan origineel raonsch was, dat men bij hem werke- 1 lyk niet stevig genoog de teugels kon aantrekken, meer nog dan bij eonig ander sterveling. En zijn vrouw, dat die maar al te goed op het gansje van Buchenau geleek Onderwijl dat zij deze opmerkingen maakte, begat Goseck zich haastig naar Olivier en trok hem ter zijde: „Vorstin Tautenstein heeft uerg voorgetrokken boven ray, ik word behandeld als zuur bier, dat men wegzet; wilt gij my een dienst bewijzen en mij voor een gek figuur bewaren P" Nennderscheidt's gelaat werd nog rooder. „Wat wilt gij van mij?" vroeg hij binnensmonds. Gij weet, dat ik steeds over mijn waanzinnige vereering voor schoonheid gesproken heb, en Claudia als de kroon van alle vrouwen op een afstand aan bad zooals eertijds de verliefde schaapherder, die volgens Uhland's zeggen, zyn lammetje langs het koningsslot drenf en met «en eerb.edlg smachten opzag tot de godesse Mn zijn hort. Ik rleide mij, dat ik wellicht indruk op haar zou maken, en daarom van te voren mijn maatregelen genomen, dat myn tuinman op last van een ""bekende van avond de vertrekken der vorstin zoodanig met rozen zon v.rsieron, alsof er een regen van rozen in was neergedaald. Nu eohtsr, naar hare, meer dan koele behandeling - „„wi «iet „Maar Goseck, ik begryp u wbe°l met meer! Ik was integendeel juist op t pont jaloersoh „p u te worden...." „it ,moU,d.) Staten-Generaal. 2Kamb*. Zitting van Donderdag 15 Juni 1893. De Bedrijfsbelasting hoeft een flinkeu stap vooruit gedaan. Alle ameudementeu zyn verworpen behalve dat «au den heer Borgesius, dat eene algemeene verlaging beoogde, hoewel met een subamendement- Holdt, waardoor de belasting met 650 begiut en niet met f 700. De heer Huldt had dil niet ge daan uit fiscaliteit, maar om het vooratel-Borgesius te redden. Een verstandig besluit, dat de Kamer gelegenheid gaf iets te doen voor de kleine inkomens. Trouwe-is het araendement-Borgesius'was voor den minister het meest aannemelijke. De andere streden met de eoonomie der wet of verbraken den samen- haug met de Vermogensbelasting. Zoo kon b. v. aftrek voor kinderen en andere huiselijke omstandig heden ai«t meer geschieden, omdat daarmede in de vermogensbelasting ook niet is gerekebd. Het thans aangenomen stelsel komt in hoofdzaak hierop neer Wie 650 inkomea heeft betaalt 1, wie 700 heeft 2, daarna geschiedt de opklim ming met 0,76 voor elke 80, zoodat men by een inkomen van 1600 betaalt 14. Tot 8200 betaalt men dan verder 14, vermeerderd met 2 voor elke 100, die 't inkomen de 1600 te boven gaat, en boven 8200 f 140, benevens 3,20 voor elke 100 meer. Heeft meu nu echter belastbaar vermogen van 18.000 of 14.000, Jan komt de regoling hierop neer, dat men evenveel als naar bovenbedoeld tarief betaalt, doch voor bedrijfsinkomens van f 600 min der, dus bijv. 14 reeds voor een bedryfsinkomen van 1100. Heeft men belastbaar vermogen van 16.000 tot f 200.000 gld., dan gelijk tarief voor inkomens vaa 400 minder, en heeft men moer dan 2 ton, dan 8,20 voor elke 100, die de inkomsten de f 200 te boven gaan. Eeu ander geïmproviseerd amendement werd ook inderhaast gevoteerd, maar in de richting van ver scherping. Het percentage voor vennootschappen, coöperatieve vereenigingen, reederyen enz. werd ver hoogd van 2 op 2,5. Daarmede zjjn de moeilyke quaes ties van de baan, zoodat men mag verwachten, dat verdere behan deling van een leien dakje zal gaan. Hoe gevaarlyk het ia met een houd door eene weide met vee te gaan, is weder te Ootmarsum ge bleken, waar er bijna drie vrouwen het slaohióffer van waren geworden. Dezen passeerdon een voetpad door de weide; de eene had een hondje bij zieh, wat de woede der koeien dermate opwokte, dat zy gehqel op hol raakten en als wilde dieren op den bond eu de vrouwen losstormden. Do eene vrouw outvluohtte en kroop in een opening van eene heg; de tweede kreeg hevige atooten; hare kleederen werden als aan flarden gescheurd, maar ook deze kwam overigens met den schrik vrij, behulre een paar pijnlijke plaatsen; maar do derde, een oude weduwe, eigenares van het hondje, dat eerst heil by bij haar zoobt, werd voor de grond geworpen, ge trapt en gestooten en als onkenbaar door inmid dels te hulp gesnelde mannen opgenomen. De ougelnkkige, bij wie reeds twee dokters werden ont boden, verkeert in hoogst zorgelijken toestand Het oproer onder de gevangenen te Tourah, bij Kaïro, blijkt reeds lang te hebben gebroeid. Her- haaldelyk waren dergelijke georganiseerde pogingen tot ontsnapping voorgekomen en de omstandigheid dat de bewakers gestraft werden wanneer jzy vluch telingen doodschoten, heeft blijkbaar den oproerigen geest zeer aangewakkerd. Het jongste voorval ge schiedde als volgt Zooals gewoonlijk hadden de gevangenen, ten ge tale van 600, gearbeid in steengroeven, op eenigen afstand van de govangenis en zy keerden terug in •fdeelingen van 50* terwijl de geheele troep door 36 gewapenden werd begeleid. Toen de achterste afdeelingen een spoorlyn kruisten op weg naar de gevangenis, hetgeen met eukele wyzigingen in de marschorde gepaard ging, werd er op eens een af gesproken sein gegeven, waarop de 60 gevangenen zich op de twee achterste bewakers wierpen en de- zon, hoewel ze te paard zaten, iu een oogwenk neer sloegen en hun de geweren ontrukten. Toen maak ten alle 6<> zich uit de voeten. Elf van de bewakers die de rest van deu troep begeleidden, zetten de vluchtelingen na, terwyl de overigen over de hoofden van de 560 andere gevangenen salvo's vuurden, om hun vrees aan te jagen; dit gelukte dan ook en niemand durfde zich verroeren. Intusschen werden de vluchtelingen weldra inge haald door de elf bereden bewakers en schoten toen de twee buitgemaakte geweren op hun vervolgers af. Twee paardoo werden gedood en de twee berij ders buiten gevecht gesteld. Mpar de wachters Manden uu zelf het vuur op do gevangonen, met net gevolg, dat zy niet minder dan 39 mau doodden. De overige 11 ontsnapten. Onlangs outmoette aan den ingang van een her berg te Vucbt het kan ook ergens anders zyn gebeurd I een gewoon soldaat met zyn lieQe aan den arm zyn sergeant. Heel eerbiedig stelt hy zyn meisje aan zyn superieur voor, terwyl hij deftig aanslaat Sergeant, miju zuster. Ja, ja, was het antwoord, ik ken ze; het is myn zuster ook geweest. Eeu predikant had in zyn dorpsgemeente een menigte misbruiken en slechte gewoonten willen tegengaanmaar sommigen hadden hem dit zeer kwalijk genomen en allerlei laster tegen hem uit gestrooid. Toen nu gezegde predikant plotseling ziek werd en sterven ging, begon het dien lasteraars tooh van binnen te branden en wilden zij zich met hun domino verzoenen. „Wy zien nu in," zeiden zij, toen zij in de pastorie waren toegelaten, „dat wij onrecht deden en wy. willen alles weer goedmaken. Kant, wilt gij ons vergeven P" „Ik heb u reeds lang vergiffenis geschonken," wrs zyn antwoord. „Maar gy wilt alles weer goed maken, niet waar?" „Zeker" zeiden zy. „Welnu," hernam hij, „dan heb ik ook een ver zoek aan u, wilt gij daaraan voldoen?" „Gaarne," riepen allen uit éeu mond. „Neme dan een van u," klonk het van het ziek bed, „dat kussen en beklimme hy daarmee den toren. Dan moet hij oen venster openen en alle veeren uit dit kussen om zich heen strooien." Een der aanwezigen deed gelijk gevraagd was, en teruggekomen zoide by„Nu dominé, ik heb uw wensch vervuld." „Dit is het eene gedeelte van myn verzoek," autwoordde de zieke, „het andere betreft u allen. Gaat been en zoekt alle veeren by elkaar en doet ze weer in dit kussen, en legt het dau onder mijn hoofd, zoo kan ik getroost sterven." Toen zetteu ze groote oogen op tegen den dominé, van wien zy daohten, dat hy niet meer bij zyu ver stand was. „Maar dat is onmogelijk," zeiden zij „de wind heeft die veeren overal verstrooid." Dat is het nu juist wat ik u wilde laten gevoelen," zei de predikant pijnlyk lachend. „Gij zeidet, dat ge alles weer wildot goedmakenmaar dat kunt ge niet. Als men gelasterd heeft kan men daar wel berouw over hebben, maar het kwaad, dat men stichtte, kan men nooit geheel herstellen. Er blijft aitijd wat vau hangen. (Zw. Ct.) De Engelscho beriohten over de cholera in Fran- kryk, door de consuls vorstrekt, luiden zeer ernstig. Te Lorient zouden in de laatste weken wel 600 ge vallen plaats gehad hebben, waaronder 178 doodelyk. Uit Zuid-Frankrijk zijn er geen verontrustende berichten ovor de ziekte. To Cette had men Dinsdag nog een paar gevallen. Te Hamburg is men op zijne hoede tegen mogelyk gevaar. Alle reederyen, scheepsmakelaars, emigranten expediteurs en hotelhouders hebben een kennisgeving ontvangen, waarbij, ter verhindering van het over brengen van de cholera, de Senaat bekend maakt, besloten te hebben, daar nog alfyd, ondanks het ver bod, Russische landverhuizers naar Hamburg komen dit van den 16n Juni af by de politie-verordening te verbieden. Alle na 15 Juni per spoor, te voet of te water op Hamburgseh staaisgebied komende land verhuizers zullen door de politie geweerd worden, ook indien zij voorzien zyn van plaatskaarten en vol doende geldmiddelen. De Russische reizigers dier kajuitsbiljetten hebben naar Amerika, zullen aan deze bepaling niet worden onderworpen. De vergaderingen der liberale Unie laten bij hen die daaraan deeluemen, steeds een aangenamen indruk achter om de hartelijke belangstelling in de publieke zaak, waarvan allen blijk geven, en om het oprechte streven naar overeenstemming, dat afgevaardigdeu uit alle oorden des lands bezielt. Het hoofdbestuur, voor ditmaal de sociale vraag stukken aan de orde stellende, had daarmede geon ander doel dan het bewustzijn te verlevendigen, dat deze vraagstukken moor dan ooit op den voorgrond zullen treden en een oplossing vragen, en dat het op den weg der liberale partij ligt daaraan al haar krachten te wydeu in den geest der liberale begin selen. En nu was wel dit het meest verblijdendo ver schijnsel op deze vergadering, dat de verschillende nuances der partij niet alleen doordrongen waren vau de noodzakelijkheid van zulk een politiek, maar ook volkomen instemminx betuigden met do hoofd beginselen, die gevolgd moeten worden en die door den inleider, prof. Drucker, zoo meesterlijk waren ontwikkeld. Welsprokent) was in dit opzicht het woord van mr. Cohen Stuart, afgevaardigde van het Amster- damsche Grondwetdie, zioh vertegenwoordiger der droite noemde, er prys op stelde te verklaren, dat hy de rede van prof. Druoker volkomen onderschreef. En alsof dit nog niet genoeg ware, kwam daarop mr. Bik namens het Haagsche Grondwet verklaren, dat men niet moest meenen, dat alle kiesvereenigingen die de droite vertegenwoordigden, ziob dan daardoor onderscheidden, dat zy tegen de kieswet waren neen ook de Grondwetwier votum wel eens verkeerd was begrepen, was voor de kieswet. Voorwaar, de Liberale Unie was Zaterdag jl. haar naam ten volle waard. Zy het een voorteeken voor de toekomst! {Vaderland.) Gisteren was de groote dag in Duitschland verkiezingen. De jeugdige Keizer, altyd op reis, is thans te Berlyn of liever te Potsdam en wacht daar den afloop af. Gewoonlyk duurt het echter een paar dagen voor er van den uitslag der 397 districten genoeg bekend is, om aan het berekenen te gaan. De gioote steden zyu spoedig bekend, zy zyn meest alle vryzinnig of sociaal, schoon de mogelykheid bestaat, dat, ten gevolge van de meerdere samen werking vau conservatieven en nationaalliberalen en de verdeeldheid van de vryzinnigen en socialisten, hier eu daar een enkel district van kleur verandert. Een paar schapen maakt echter op zulk een groote kudde niet veel uit. Üe berichten van het platteland komen gewoonlyk langzaam in. En wanneer wy alles van den dag van gisteren weten, dan geeft het vermoedelyk nog niet veel, daar het aantal herstem mingen zoo groot zal zyn, dat daarvan de bepaling van de sterkte der partyen afhangt. Meer en meer wordt hut gebruik by de partyen, niet om door de stemming zoo spoedig mogelijk tot een beslissing te komen, maar om de eerste verkiezing te beschouwen als een krachtmeting, ten einde op de daar verkregen oyfers naderhand te bluffen. Dat doet welbeschouwd - niet af, daar alleen de meerderheid beslist van een district, en al de minderheden geen meerderheden worden, wanneer men ze optelt, maar men gunt zioh ook in de politiek wel eens onschuldige genoegens en men zoekt tegenwoordig overal, naar 't schijnt, geflatteerde balansen. Die menigte eandidaten nu zal ten gevolge hebben, dat het aantal herstemmin gen grooter ii dan ooit te voren. „Wie voor het voorstel-Huene is, kan niet in de centrumpartij blyven" zoo verklaarde de clerioale afgevaardigde Lieber dezer dagen in eene kiezers- bfleenkomst. Zeer onwaarschijnlijk daarom is het, dat het centrum ten slotte nog voor" het legerout- werp stemmen zal. Door het uittreden van Von Huene, Ballestrem, Schorlemer-Alst en zijne agrariërs, is het radicale deel dezer partij onder dr. Lieber tot nog hardnekkiger verzet gedreven. En wegens de houding van deze meerderheid aoht de Fots. Ztg. het lot der legerwet beslist: in den eerstvolgenden Ryksdag zal het, zegt het blad, geene meerderheid vinden. Over den datum, waarop de nieuwe Ryksdag bij- eengeroepeu za.' worden, over de voorsteileu die ingediend zullen worder. met uitzondering van het legerontwerp natuurlijk over het begin der werkzaamheden en deu duur der zitting is nog niets besloten. De regeering wacht eerst den uitslag der verkiezingen af. Vermoedelijk echter zullen iu de eerstvolgende zittiug de belastingontwerpen bohandeld worden. Op 12 millioen frs. is de bate geschat, die de Fraueoho schatkist jaarlijks zou trekken van de be lasting op de omzettingen ter beurze. Gemiddeld zou dus de dagelyksche ontvangst, de Zon- en feest dagen in den aftrek begrepen, 40,000 fr. zijn. B(j die berekening heeft men aangenomen, dat er dooreen genomen dagelijks 12 millioen aan Fransche rente ter beurze wordt omgezet. Doch sedert den 1 Juni toen de nieuwe belaatiugwot in werking is getreden, is er dagelyks gemiddeld slechts een millioen aan Fransche rente verhandeld. Die omzettingen in an dere fondsen moeten in evenredigheid nog meer verminderd zyn. En hierbij is de achteruitgang niet gebleven. De ontvangsten der telegraafkantoren op de beurs, zijn van 5000 a 6000 fr., die ze dagelyks bedroegen, tot op een vierde gevallen; die aan de telephoonkantoreu van 5000 6000 fr., tot op een vyfde. Dit alles is door eene commissie uit de ban kiers den minister van financiën onder bet oog ge bracht, om hem duidelijk te maken, wat reeds de dadelijke gevolgen dier mislukte wet zijn. En dan de verwijderde gevolgen. Wat zal er b. v. gebeuren, als bij mogelyke beroeringen ir, de binnen- of bni- tenlandsohe politiek de beurs, uit de behoefte van het oogenblik één en al levendigheid, als met lam heid ge«lagen is Er werd onder anderen herinnerd aan het geval dat indertijd met Schnaebele plaats had, en aan den kleinen stormloop, die voor eenige maunden op de spaarbanken is geweest.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1893 | | pagina 2