riNG
Maandag 7 Augustus 1893.
32sto Jaargang;.
No. 9116.
BINNENLAND.
IP
n
G- E X- TT ZX
Mewws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
xrlkrt
deweg.
I
.hnstein
i
<s>
FELILLETO H.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
Arti-Legi, waarna Z.H.E.G. weder
Urasze 22.
ns
en Kaas
or resp.
national
tion de
enz.
(FbrWt
De in het Politieblad gesignaleerde persoon
van Hendrik Raaymaakers, letterzetter, is te
Gouda, waar hy werkzaam is, aangehouden
nlcatie
kor van
Naar het Iloogduituch.')
XXIV.
lg-
aatschappy
en heeft door het betalen zyner boete de op
zending naar Rotterdam voorkomen.
Bedankt voor het beroep te Leerdam door
ds. P. 8. Bartstra te Krimpen aan de Lek.
o, waarop zy
iügene, welke
weeden pry's,
jegekend. De
orico worden
Oe Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden'is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
ADVERTENTIËN worden geplaatst van
15 regels 4 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
93)
Olivier’s gelaat daarentegen werd steeds hooger
gekleurd, en hij zag steeds uitdagender rond. Hij
voelde dc kleine hand op zijn arm beven, hij drukte
ze vaster en dichter tegen zich aan. Daarbuiten
hoorde men: „Jü Narro!” De muziek schetterde,
en prins Carnaval wierp van zijn opgesierden troon-,
wagen rozen onder de joelende menigte.
Twee jonge officiersvrouwen, die vroeger de be-
ininnelijkheid zelve tegen Maria-Louize waren geweest,
verwijderden zich met opvallende haast van het raam,
waarheen Nennderscheidt zijn vrouw bracht. Slechts
Goseck volgde hen als een schaduw, en ging naast
de barones voor het open raam slaan.
De jonge vrouw beefde en sidderde. De schrille
kreten van de straat klonken haar verdoovend in de
ooren, terwijl haar hart scheen stil te staan van over
weldigende smart, veroorzaakt door deze plotselinge
uitstorting.
MWat is er toch gebeurd, Goseck, wat moet deze
moer dan ergerlijke en beleedigende houding van
het gezelschap beteekenen?”
De graaf trok zijn schouders op. „Lasterpraatjes,
men beantwoordt de booze tongen met kogel of
zwaard, of anders ignoreert men ze."
Voor het eerst richtte Maria-Louize den blik op
haar echtgenoot. Er glinsterden tranen aan de don
kere wimpers. „Ik vermoed iets, Oliviereen
onvoorzichtigheid.... de eene of andere onbedacht
zaamheid van my...."
Goseck viel haar in de rede. „Gij hebt de hofdame
der oude prinses uw besluit medegedeeld, om voor taan
de weldadigheidsbijeenkomsten niet meer te bezoe
ken! Dat was nu wel wat eigenmachtig, maar toch
volstrekt geen doodzonde, en dat hoeft ook eerder
byval gevonden bij ieder, die niet bekrompen denkt,
dan dat het reden tot ergernis heefl gegeven."
„Natuurlijk I» knikte Olivier vol overtuiging.
Hetgeen die menschen zoo zeer heeft ontstemd,
moet wol van ernstiger aard wezen. Wie zegt u,
dat men tegen u front maakt, Olivier is altijd een
hofmaker geweest, en nu is hij het vaandel ontrouw
geworden, wacht dus eerst af, uit welken hoek de
wind waait." Hij kwam zeer vertrouwelyk naderbij,
en wierp Maria-Louize een blik toe, als iemand,
die in het geheim met den ander in goede verstand
houding is. „Wat het echter ook moge zijn, ge be
hoeft u geen oogenblik te verontrusten, mevrouw I
Ik sta u ter zijde, en zal het schild omhoog hou
den Geen vergiftigde pijl zal u treffen I”
Met gloetenden blik hief Olivier het hoofd op.
Hij wilde de lippen openen, om hierop een driftig
antwoord te geven, maar zwijgend klemde bij de
tanden op elkaar onder den kouden, ironischen blik
die hem uit de grijze oogen van Eustache trof.
„Ik kom daar net uit de kerk," vervolde do graaf,
slechts tot zijn buurvrouw het woord richtend. „Het
is mij een levensbehoefte geworden om orgeltonen
te hooren, om te bidden en te biechten. Die be
hoefte is als een onloschbare dorst over my geko-
Aan de. A. E. Remy, ie Hengeloo (O.), is
het gevraagde emiritaat tegen 1 September
eervol verleend.
wroegingen zijn hem als tweesnijdende zwaarden in
zijn hoofd gedrongen, liefde en jaloezie hebben zyn
hartebloed druppelsgewijze vergoten, en al de zon
den, die hij in zijn leven begaan beeft, zyn tot
reusachtige, meedoogenlooze gedaanten geworden, die
zich niet door een aflaatbrief laten aftobrikken. Die
geesten wakkeren zelven de vlammen aan, die het
goud van zyn ziel moeten zuiveren van het slyk.
De geldbuidel van graaf Goseck is spoedig weer
gevuld; zijn lippen, droog van het bidden,zijn spoe
dig weer bevochtigd, zijn knieën zyn weer gauw
geheeld, maar Nennderscheidt draagt de sporen van
zijn boetestryil levenslang als eereteeken op zijn voor
hoofd, diepe groeven en rimpels ia een paar nachten
erin gegroefd.
De optocht is voorbij. Olivier mengt zich haaitig
onder het gezelschap en begroet vorstin Tautenstein
met zeer veel vertoon. Zij steekt hom zeer vrién
delijk haar kleine hand toe, en het is, alsof haar
lachje eenigszins medelijdend is. Ook de andere
dames en hoeren kunnen hem niet duidelijk genoeg
laten merken, dat men tegon hem niet de minste
grief heeft, en dat men hem zeer gunstig gezind is,
„Arme man I’*.... hij schynt geen flauw vermoe
den te hebben hij is zoer te beklagen Deze
en dergelyke uitdrukkingen vangt Jnj af en toe op
uit de gesprekken, die tondom hem'op rachten toon
gefluisterd worden.
Zoo opgewonden, als hij te voren was, zoo onge
naakbaar trotsch en rustig wordt hij nu. Hy gaat
naar Maria-Louize terug, biedt haar zyn arm on
leidt haar naar hel rytuig.
Een 80-tal weeskinderen woonden gisteren
avond voor rekening van den WelEd. Heer
G. J. Steens Zynen, de voorstelling by in de
schonwbnrgtent van Van Lier. In de pauze
werden zij nog onthaald op wafels.
LP SOAP-
ing een huilend
q Remon-
Dames-
Bchestaan-
inde Klok
of Wollen
£-Horloge.
vltsersche
jrloge.
‘ême Zeep,
•n Ringen
ugon premiëu
ilende gezicht
I voor 1 doos
Gisterenavond werd voor een volle zaal bij
Van Lier opgevoerd: »het Mannetje uit de
Maan,« blyspel met zang in 5 bedryven,
't welk nog al in den geest viel.
De hoofdrollen waren in goede handen. De
rol van Corri, door hare zusters als de wilde
man* betiteld, werd door Mej. Cohen uitste
kend vertolkt, vooral in het derde bedryf, toen
zy het leven van een vrouwelyk persoon, van
de geboorte tot op hoogen leeftijd zoo mees
terlik weergaf.
Mevrouw Albregt-Engelman speelde ah
Marianna onverbeterlyk, doch dit zijn wij van
haar gewoon, zij bezit de gave om ieder haar
toegedachte rol naar behooren te vervullen.
Ook aan de overige dames kan een woord
van lof, evenals aan de heeren niet onthouden
worden.
Het slottableau, waarin door de medewer
kende personen de Nederlandsche vlag met
het oranje vertoond werd, was uitmuntend.
me», ik smacht naar dc bron ran genade, van waar
heid en licht. Gij zijt het, die mij den sitallen
weg gewezen hebt, en nu heb ik bet gevoel alsof
ik zonder oponthoud of rust voorwaarts moet stormen
om alles in te halen, wat ik tot nu toe beh ver
zuimd
Olievier wondde zich plotseling af. De sluitend
zalvende toon, die Goseck zich bad aangewend, was
hem ondragelijk. Hij zag, dat ook Maria-Louize
den spreker verbaasd aanstaarde. Neen, zij was zeker
wel de alleronschuldigste oorzaak van de godsdienstige
opwekking, die hom zoo plotseling had aangegrepen.
Een oogenblik hoorde hij nog met saamgetrokken
wenkbrauwen, hoe Goseck tusachen de schetterende
muziek door, dikwyls afgebroken door het woeste
applaus en getier der menigte, die eiken groep van
den optocht toejuichte, een voordracht hield over de
onbegrensde zaligheid van biecht en absolutie. Met
een ironisch lachje kruiste hij de armen en dacht
„Hot kan zyn, dat hij gelijk heeft. Het moet by
het zondigen wel een aangenaam vooruitzicht wezen,
als men weet dat men zijn ziel weder wit als sneeuw
kan wassdlien met oen paar zilverstukken en een paar
geschaafde knieën I „Gij zult niet begeeren uws
naasten vrouw I” Bah, graaf Goseck strekt beide
handen naar haar uit en koopt een aflaatbrief.”
Met een smalend lachje strijkt Nennderscheidt zyn
klam geworden baren op zijn voorhoofd glad. Zalig
hij, die met goud en liohaamswonden boete kan
doen I De protestant, voor wien de gouden poort der
absolutie gesloten blijft, heeft lange, folterende nach
ten op de pijnbank gelegen, hij heeft zyn ziel ge
marteld en in hevigen strijd met de booze machten
van het verleden gekampt. Berouw en gewetene-
Bij gelegenheid der Kermis is den 4de dezer
in een herberg op de Markt over een oude
veete een twist ontstaan, waarby zekere A.
Perdyk door Van Dijk met een glas een bloe
dende wond werd toegebraefyt. De dader vluchtte.
De heer Spruit behandelde den verwonde, ter-
wyl door de Politie proces-verbaal is opgemaaki
Het gemeentebestuur van Haastrecht heeft
dé twee nieuwe brandspuiten ontvangen. Zij
zien er zeer netjes en solide uit, zoodat de
fabrikant, de heer Bikker te Rotterdam, alle
eer van zyn werk heeft. Spoedig zullen zy
beproefd worden. De eene is geplaatst in den
polder Roozendaal, de tweede in Benedeh-
Haastrecht. Door die vermeerdering is de ge
meente voldoende van brandbluschmiddelen
voorzien.
In de Dinsdagavond gehouden vergadering
van het departement Schoonhoven der Maatsch.
Tot Nut van ’t Algemeen werd o. a. door den
bibliothecaris, den heer A. J. Overdykink,
verslag uitgebracht betreffende de Volksbiblio
theek. Blijkens dat verslag werden, met wel-
willenden steun van de Commissarissen, gedu
rende de afgeloopen wintermaanden, in 17
zittingen, aan 212 personen ter lezing uitge
geven 2497 boeken, zynde 280 stuks meer dan
in den winter 1891/92.
Met het oog op de gunstige werking dezer
inrichting, die jaarlyks wordt uitgebreid en
thans nit niet minder dan 1458 boekdoelen
bestaat, besloot het Departement de daarvoor
op de begrooting nitgetrokken som ditmaal
te verhoogen, ten einde tot het drukken van
een nieuwen catalogus kan worden overgegaan.
Een eigenaardige overeenkomst van koop én
verkoop werd gesloten door den bouwman De
Jong, in Bloemendaal, gem. Waddingsveen,
en den metselaar C. Bontebal te Reeuwyk,
die daar werkzaam was. Ze betrof n.l. eene
aardappelplant van zeldzame afmeting. Door
B. werd deze plant op risico gekocht voor
0,25 en bij het delven bleek, dat daaraan
240 stuks aardappelen waren. Bontebal had
dus eene voordeelige negotie gedaan.
at zij ons
rlei onkosten
in te voeren
ver onaf-
en zuiversty
eer en zach^
idsel gelieve
De Commissaris der Koningin bezocht gis
teren deze gemeente en na afloop der audiën
tie werden o.a. door hem bezocht, het gym
nasium, de Hoffmansstichting, de Volksgaar
keuken, de Gasfabriek, het Weeshuis, de
Librye en Arti-Legi,-- 'r u a
naar ’s Hage vertrok.
GOUDA, 5 Augustus 1893.
VERGADERING van den GEMEENTERAAD
Dinsdag 8 Augustus 1893, des namiddags
ten 1 ure.
Aan de orde:
De Rekeningen der gesubsidieerde Instellin
gen van Weldadigheid, dienst 1892.
De rekening en verantwoording van den
Kassier der Stedelyke Bank van Leeniug over
het boekjaar 1892/93.
De benoeming van eenen Leeraar in de
Hebreeuwsche taal aan het Gymnasium voor
den cursus 1893/94.
Het drama >Jane Shore, de koningin van
één dag,» in 5 bedryven door Frans Gittens
wordt Zondag bij Van Lier gegeven.
Het stuk speelt in Engeland in de tweede
helft der 15e eeuw, het le bedryf by den ju
welier William Shore, die ryk wordt vooral
door de gunst van de grooten des lands, het
2e en 3e bedryf aan het Hof van Engeland,
het 4e op het landgoed van den ryken juwe
lier eh het 5e bedryf op een publieke plaats
te Londen.
Het Hofleven wordt in dit drama op een
walgelijke wyze geteekend. Schandelijke open
bare minnehandel en jaloezie, afschuwelyke
intrigue’s, eerzucht, nay ver, egoïsme en andere
onedele hartstochten zijn de hoofd trekken in
dit stuk, waarby de trouw en deugd eencr
echtgenoote en moeder niet op de proef ge
steld, maar, eenvoudig gedwongen zich prijs
te geven, vernietigd wordt.
De schoone, deugdzame, begaafde vrouw
toch, wier naam tot titel van het stuk geko
zen is, die steeds de gevaarlyke hulde van
adeljjke en machtige begunstigers in haar huis
allen invloed heeft ontzegd, wordt tegen haar
wil aan het Hof gelokt en na oneindige be
tuigingen van trouwe liefde en vergoding door
koning Eduard IV, voor het feit geplaat t
zijne liefde te aanvaarden tegelijk met de haar
aangeboden macht om het doodvonnis van een
onschuldig veroordeelde te vernietigen, of den
koning en zyne bondgenooten te weerstaan,
de haar aangeboden macht af te wyzen en de
onrechtvaardig veroordeelde aan den beul te
zien overleveren.
Dat deze vrouw met hare aangeboren na
tuur om macht te bezitten teneinde te kun
nen weldoen, in dezen stryd, die nog door
vele andere valstrikken verzwaard wordt be
zwijkt, kan o. i. niet gewraakt worden. Later
wordt zy, omdat zy niet als bondgenoote wil
optreden, om des konings ondergang te be
werken, door den hertog van Glocester en
andere hovelingen, welke haar te vergeefs
trachten te behagen, van ontrouw aan den
koning beschuldigd, op die leugenachtige ver
dachtmaking door dezen weggejaagd en daarna
Dinsdag 15 Aug. a. s. 2 uur nam. heeft er
te Oudewater een harddraverij plaats met
paarden, ingespannen voor de Sulkey.
door de kerk uitgeworpen en gevloekt. Wijl
zy nergens meer een schuilplaats vindt, neemt
zy, levensmoede, het door haar aartsvyand
Glocester (den verwoester van hi ar levensge
luk) aangeboden vergift in en sterft by haar
man en kinderen, door wien zij, helaas te laat,
in genade is aangenomen.
Dit is een korte schets uit het drama dat
tegelyk weerzinwekkend en boeiend is.
GOIIMIIE COURANT.
In de op Woensdag 2 Aug. te Stolwyker-
sluis gehouden vereenigde vergadering van het
DykscoIIege met de Hoofdingelanden van do
Krimpenerwaard, is de rekening van het Hoog
heemraadschap, dienstjaar 1892/93 goedgekeurd
en vastgesteld tot een bedrag van/66665,50’/,
aan ontvangst en 58214,63’/» aan uitgaat,
alzoo met een batig slot van 8450,87.
- Over het stuk, dat Maandag wordt opge
voerd, lezen we in het »Leidsch Dbl.:«
De schouwburgloge der heeren -Gebr. Van
Lier was voor de tweede maal gisteravond
goed bezet. Daar werd gegeven het velen be
kende, boeiende drama «Onschuldig Veroor
deeld», naar heb Fransche «Une cause célèbre»
van Dennry en Cormon.
Allereerst wyzen wy er op dat reeds in het
voorspel mej. Julia Cuypers als Madeleine, de
echtgenoote van den zich op het oorlogsveld
bevindenden Jeau Renaud, uitstekend in hare
rol voldeed en door haar spel, ook in het
drama, als Adrienne, aangenomen dochter van
den hertog en do hertogin d’Aubeterre, beves
tigde wat gisteren in ons blad reeds van haar
werd gezegd. Het ondervragen van haren
vader, tot galeislaaf veroordeeld wegens moord
op zyne vrouw, welken moord hij niet begaan
had, ofschoon de schyn tegen hem was en
»yn kind beweerd had hem gezien en gehoord
te hebben bjj hare moeder in den nacht van
het misdryfde mededeeling barer ontdekking
aan hare pleegmoeder; hare vriendschap voor
Valentine (mej. Potharst-Grader) was o. ni.
geheel natuur.
Het kleine meisje, dat in het voorspel op
trad, was eene allerliefste, naïeve verschyning.
Trouwens, het geheel maakte diepen indruk
en was er dan ook geene aanleiding tot uit
bundigheid en werd er geen kermisstuk” ge
geven, er werd kunstgenot gesmaakt en dat
raag altyd, dus ook met de kermis.
Dat we ditmaal niet in het by zonder de
namen van alle medewerkenden noemen, mo-t
niet beschouwd worden als een welwillend
zwygend, maar juist als blijk van tevredenheid
over hun pller spel, dat telkens byval verwierf.
Een kort woord toch zou hun niet de eere
geven, welke hun toekomt. En voor een uit
gebreid verslag is onze ruimte thans te beperkt.
Genoeg dus dat men wete dat op de Doeza-
straat iets goeds wordt aangeboden