IO.
RE.
AllIJ
BINNENLAND.
G- E L V K.
Dinsdag 8 Augustus 1803. 32ste Jaargang.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
No. 6117.
FEVILLBTOA
róór 2 uur.
tra Stout
AARDEN.
LIER.
;hat
5
De coupletten
li ?j haastig.
(FbrcW wrw^r.)
van
geregeld
Naar het Hoogduitsch.)'
XXIV.
Zwakkenen
irkende Drank
n, wordt door
COURANT.
T te Gouda
D 93.
sich by voort-
i LEVERING
uit de Brou-
vandi
ook
UK te letten)
ZONEN,
Cufjpera.
is 1893
L CUIJPERS.
mm
i en een Voor-
'ranech: »Une
en COBMON.
lull* Cuypers.
0.75, 0.40.
10.
I. S. KEISElt
depots.
uur aan den
Hingen.
materdam.
33 (8 uur)
k CUIJPEHS,
i Brussel.
één Dag.
edryven door
ers der Zelf-
ime uitspat-
l’s
RING.
17 afb. Prjs
Ie verschrik-
idengd lydt,
leenng, die
?nd van een
by hetVer-
eümarkt 34,
het bedrag,
eiken boek-
worden afgele-
pakjes van vijf,
een Ned. om
n Nommer en
i nevenstaand
Wet gedepo-
Het Palais Indien van den heer Hart blyft
eiken avond veel bezoekers trekken. De acro
batische verrichtingen zijn bepaald verdienstelijk,
evenzoo de werkzaamheden van het zoo lenige
krokodillenmenschje. De toeren op het slappe
koord worden zeer toegejuicht terwyl de dans
GOUDA, 7 Augustus 1893.
Geslaagd voor acte Engelsch L. O. de heer
A. H. Fournier te Waddings veen.
tering van ge-
relende
LllT LZ.
e Beschuit van
ADVERTENTIÊN worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
Het zoontje van Van der Horst heeft giste
ren ongeveer 5| uur op de Raam in het water
gelegen en is door Den Edel daaruit gehaald,
zonder letsel bekomen te hebben.
iiiiiiNnuoiiiiM
op het gespannen koord verwondering wekt.
Het programma is afwisselend genoeg, vandaar
dat de tent steeds zoo goed bezet is.
tr_ en hield __o
blik de hand voor zijn oogen. „Ik kan nu niet
VnmAn Am.ii.n.'., ir i,ni.
Gröben een bemoedigend woord en zal voortaan
heil zoeken in den arbeid. Even van te voren
was het werkvolk te hoop geloopen en wilde
den arbeid staken. Een der bankwerkers,
Gebhard, beschouwt Weber als den bewerker
van hun ongeluk, omdat hy zyn uitvinding,
zooals hij zegt, verkocht heeft. Als hij een
oogenblik later verneemt, dat het onwaar is,
vraagt hij Weber vergiffenis. In het opstootje
der werklieden wilde men Weber te lyf en
zou hem een doodeljjke slag getroffen hebben,
die echter neerkwam op Louise, dieplood ter
«aarde stort.
Tot overmaat van ramp vond Weber een
briefje bij haar, aan Werkman, waarin ze
SaMreef: »...ik kom!« Daarna volgt hetzooeven
vermelde kloekmoedig optreden van Clara,
waarmee het belangwekkende stuk op waardige
wyze wordt besloten.
Men schrijft ons uit Bodegraven
Het door U vermelde besluit van onzen
Gemeenteraad, om de kermis, die vroeger 5
dagen duurde, .voortaan slechts gedurende 3
dagen te doen plaats hebben, had by de burgery
ontevredenheid verwekt. Een adres, door 35
notabelen der gemeente geteekend, alsook een
dergelyk van de rederijkerskamer »H. K. Poot*
werden in de heden gehouden vergadering
voorgelezen en behandeld. Onze Burgemeester
hadjrich reeds in de vprige vergadering doen
kennen als voorstander van het behoud op den
bestaanden voet. Het advies van B. en W.
was toen gunstig vóór de kermis. Werd toen
echter toch met 7 tegen 2 stemmen besloten
tot inkrimping, thans werd op dat besluit
teruggekomen en stemde» 8 leden vóór en 3
tegen het besluit van 5 dagen.
Een knap gekleede vreemdeling kwam gis
teren bij P. Bielsen met de mededeeling,
dat hij een flink werk had aangenomen aan
de Wierickerschans, en nu een geschikt
kosthuis zocht. Men werd het over den prys
van het kostgeld eens. De koffers van den
aanstaanden kostganger waren echter nog te
Woerden. De hospes kreeg een adres op en
vertrok met een handkar daarheen om die
goederen te halen. In Woerden was echter
niemand te vinden, die iets van dat heer, noch
van de koffers wist; Woedend over dit bedrog,
keerde de kostbaas terug. By zyn tehuiskomst
vertelde moeder de vrouw, dat de vreemdeling
zich het voorgezette eten en drinken goed had
laten smaken, van de vrouw even een gulden
geleend had en nu was gaan wandelen. Tot
heden is echter de kostganger niet teruggekeerd,
zoodat het gebleken is, dat het een sluwe op
lichter was.
heerscht bedrijvigheid. Onder de werklieden
is een bankwerker, Weber, die eene uitvinding
gedaan heeft, waardoor groote vereenvoudiging
en besparing van kosten het gevolg zouden
zyn, maar ook veel minder werklieden noodig
waren en velen dus gedaan zouden krjjgeu.
Dit komt den directeur, den heer Wellstadt,
ter oore en hij vindt het noodig, dat Weber
verwijderd wordt, waarvoor de opzichter Kos-
i lowski wel spoedig zal zorgen. Op zekeren
•Heer, toen het werkvolk socialistische theorieën
ontwikkelde, trad Weber als woordvoerder op
om hen tot orde aan te manen en te waar
schuwen togen oproerige handelingen, werk
staking enz. '‘Dit.optreden werd door Kos-
lowski juist als reden aangegrepen om Weber
te ontslaan, die kalm in zyn lot berust in
afwachting of hem door de regeering op zyn
'uitvinding oktrooi zal worden verleend, waarom
hij heeft gevraagd. Inderdaad wordt hem van
wege het ministerie van handel en n ij verhei^
bericht, dat het oktrooi verleend is. Nu is
zijn toekomst verzekerd. Hij is getrouwd,
maar niet gelukkig, want Louise, zyn vrouw,
is aan den drank verslaafd, verwaarloost haar
kind en, omdat haar man maar zat te teeke-
nen of in boeken verdiept was, is zij niet
onverschillig voor de liefdebetuigingen van den
bankwerker Werkman, die juist het ontslag
van haar man bewerkt had. Wellstadt zou
echter gaarne de door Weber gemaakte tee-
'ikeningen in handen hebben om ze tecópieeren,
maar ziet daartoe geen kans. Hy komt hem
in zijn -woning bezoeken en noodigt hem uit
den volgenden dag eens aan de fabriek te
komen, dan zou alles zich wel weer schikken.
Wellstadt heeft een dochter, Clara, die hij
wil uithuwelyken aan een zekeren graaf Van
Erlestcin, terwijl zij de voorkeur geeft aan
den ritmeester, graaf Von derGröben. Well
stadt stelt nu zijn dochter voor met Weber,
als hy komt, een idealistisch gesprek aan te
knoopen en dan, als de vriendschapsband des
geestes gesloten zal zyn, hem tta, bewuste tee-
keningen te vragen. Het gesprek had plaats,
maar Clara wordt getroffen door Webers’s
rechtschapenheid en heeft niets dan eerbied
voor hem. Als hij haaf daarnd uit eigen be
weging de stukken ter inzage geeft, weigeit
ze haar vader, voor wien ze al zeer weinig
eerbied meer heeft, omdat hy zooeven Clara’s
kamenier goud aangeboden heeft met oneerlijke
bedoelingen, ze af staan. Van Weber heeft
Clara geloerd, dat werken niet een last maar
een lust is en is reeds zelf aan den arbeid
getogen door zich te wijden aan de belangen
der vrouwen en meisjes van de fabriek. Zij
weigert de hand van den haar door haar
vader opgedrongen Erlestein, geeft Von dpj<
hij haar eenmaal zelf bevolen had, dat, wat haar
goed en recht toeacheen, om het even, of do wereld
er zich over ergeren zou. Nogmaals slaat de klok.
Beneden in de kamer hoort zij deuren toewerpen.
De knecht, die öenige munulen later binnenkomt,
om naar het vuur in don haard te zien, antwoordt
op haar vraag, dat mijnheer reeds eon uur thuis is.
Maria-Louize {slaat do bevende handen in elkaar,
en drukt ze tegen hot hart. Hot klopt, alsof het
bersten zal, in deze pijnlijke onzekerheid, in dit fol
terend wachten. Is zij nog dezelfde, die nauwelijks
vier-on-twintig uur geleden op deze zelfde plaats
heeft gestaan, en met trotscho heftigheid haar hand
uit de zijne heeft gerukt? De liefde, die gij met
voeten vertreden hebt, is dood I P Neen,
zij is niet meer dezelfde, zij voelt het elke minuut,
die voorbijgaat, zonder dat hij komt, zij voelt het
aan haar droef, gepijnigd hart, dat er slechts één
op de wereld is, tot wien zij zou willen vluchten,
Olivier. En in een plotselinge opwelling gaat zij
voor zyn portret staan. Zy drukt haar gevouwen
handen tegen zyn beeltenis, en fluistert„ik heb
slechts u alleen op do wereld, verlaat mij niet I”
De portiere wordt bewogen, zachte voetstappen
klinken dof in de kamer er naast on sterven lang
zaam weg in den gang.
Beneden aan de kamerdeur van den baron wordt
geklop. Als er geen antwoord komt, gaat Auguusjo
op de teonen staan en maakt do deur open. Nenn-
derscheidt loopt met groote stappen zyn kamer ep
en neernu keert hy om, en gaat naar do kleine
toe. Hij ziet er anders uit dan gowoonlyk, zoo bleek
als de zakdoek, waarmee hij zyn voorhoofd afvoegt,
maar niet boos.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Noinpiers VIJF CENTEN.
M)
Alle hoofden draaien zich af, als zij voorbij gaat.
Goseck kust haar de hand. «Roep mij, als gij be
scherming en hulp noodig hebt!” fluistert hij haar
toe. Daarop gaat hy regelrecht weer terug naar
de kerk.
Zwijgend leunt do jonge vrouw in de zachte kussens
van het rijtuig. Zij ziet er nog wol zeer bleek uit,
maar toch minder zonuwachtig dan te voren. Ernstige
beslistheid spreekt uit haar oogen, en in dun blik,
dien zy peinzond ten hemel slaat, is niets to lozen
van een slecht geweten. Olivior zwijgt eveneens. Hij
laat den koetsier stilhouden voor het gebouw van
den adellijken dub.
//Neem me niet kwalyk, Maria-Louize, maar ik
zou gaarne eens zien, of ritmeester von Bergen ook
hier te vinden is.”
//Wilt gij aan hem opheldering vragen?”
Hy lachte. //Pruimpje is een beste kerel, en
daarbij mijn vriend. Wees niet bezorgd, ik zal dien
gruwelyken laster wel spoedig op het spoor komen.
Madame la reine Claude zal ons den sleutel daarvoor
wel leveren. God zegene u!” Hij knikt haar vroc-
lijk toe, en springt uit het rytuig.
De ritmeester is niet in den club. Hij is van zijn
paard gevallen, en ligt met een ontwrichting van
Van de aangeboden gelegenheid om des
Zondags tegen verminderdAapef naar den Haag
te gaan, maakten gisWren 192 personen ge
bruik.
Gisteren had e/van hier een afdeelingstochi
naar Woerden plaats vanwege de afd. II en III
van de Alg. Ned. Wielrydersbond. Een 30tal
ryders namen hieraan deel.
Gisterenavond had in »Ons Genoegen* de
laatste soirée plaats, bij gelegenheid der Kermis.
Behalve de vroeger reeds vermelde specialitei
ten dienen we in de eerste plaats nog te wij
zen op Mlle Valentine Petit; hare sierlyke
bewegingen gevoegd bij de schitterende kunst-
verlichting maakten het publiek opgetogen.
Frl. Carola is een Saugerinn, die zich door
voordracht en den ruimen omvang harer stem
gunstig onderscheidt en Mr. O’worch een
equilibriste, die toeren verricht, zooals we
zelden zagen. De gebr. Cawelly eindelyk, die
braken met het gewopn tricot eostuum en
daarom in salon-toilet optraden, bezitten een
mate van bracht en vlugheid, die ten hoogste
b?wonderenswaardig is; Jammer, dat die hr.
A. de Winter gisteren vergeefs op zich liet
wachten. De zaal was stampvol en de kolfbaan
gedeeltelijk ook. Die daar zaten hadden echter
weinig aan de uitvoering, doordat enkele luid
ruchtige buitenlui meenden een leven te moeten
maken, dat hooren en zien verging.
Het buitengewoon fraaie vuurwerk, dat den
avond besloot en waarvan de verlichting en
de decoratie 6 Aug., >Ons Genoegen*,
1893 vermelding verdienen, doen de
Utrechtsche pyrotechnische fabriek alle eer aan.
De festiviteiten, voor de groote menschen
tenminste, zyn weer achter den rug. 't Waren
genotvolle dagen en daarom een woord van
lof aan hhr commissarissen voor hunne yverigè
pogingen om hét de leden naar den zin te
maken.
Dinsdagavond wordt bij Van Lier gegeven
»de Fabriekssmid.* Een socialistisch levens
beeld in 5 bedrijven, naar het Hoogduitsch
van Franz Gottscheid, vertaald door C v. d.
Zeijde. Regie Josef van Lier. De inhoud is
aldus
Meneer Wellstadt is een aanzienlijk indus
trieel en eigenaar van een ijzerfabriek, die
men door de ramen van het kantoor iri vojje
werking ziet. Werklieden met opgestroopte
mouwen hameren er duchtig op los, overa|
het dijbeen te bed. Nennderscbeidt spoedt zich naar
zijn woning. Eon uur later zit hy aan hot bed van
zijn jovialen, vriendlijken kameraad, en is in een
druk gesprek verdiept. Bergen begrijpt er nog niets
van, maar hij zal wis en zeker te woten komen, wat
er achter steekt. Zijn vrouw weet alles, on langer
dan twee uren kan zij een geheim niet voor zich
houden. Z/Ik zal u dadelijk schrijven, waarde baron,
nog van avond zult gij de oplossing van het raadsel
te weten komen. God verhoede, dat uwe vermoe
dens zich zullen bevestigen.”
Het is avond. Maria-Louize heeft een zuiver
geweten, maar toch rilt zij als in koorts, en het
klamme zweet breekt haar telkens uit. Wat hoeft
zij gedaan, dat iedereen zich van haar afwendt, als
van oen melaatsche Iedereen Neon, hij, waarvan
zij het ’t minst verwacht had, hij, dien zy gisteren
koud on trotsch van zich af had gestooten, hij had
haar hand des te vaster gegrepen, en met grenzen-
loos vertrouwen haar glimlachend toegevoegd//Hier
moet eon vergissing in het spel zyn.”
Waar blyft hij Het is reeds laat. Op dit uur
kwam hij gisteren en al de vorige dagen reeds bij
haar binnen. Zou dat onbekende, verschrikkelijke
spooksel dat haar verderf had toegezworen, ook hem
getroffen hebben P Had het zijn vergif ook in Oli
vier’s hart gegoten Keert hij zich van haar af.
vol verachting, koud en moedoogenloos, als de men
schen, die haar in den ban hebben gedaan Almach
tige God, slechts dat niet I Alles wil ik verdragen I
Alles iy'den en dulden, maar hy mag niot slecht van
baar denken, slechts hij mag haar niet van zich
stooten ter wille van vreemde tongen. Zy heeft niet
willens en wetens gedwaald, zy heeft gedaan, wat
„Kom je bij my, Auguusje?” vroeg
/Stuurt mevrouw je P”
„Nee, ik kom nlleonig om te vragen, waarom u
laag niet by ons komt? De barones verlangt
zoo naar n.”
«Zegt zy dat?” Zyn blik rustte in adomlooze
spanning op de lippen van het kind.
//Nee, maar zo huult zoo.”
Hij beet zich op de lippen en hield een oogou-
komen, Auguusje, ik hob geen tijd, maar morgen
als God wil I”
«Baron, het rytuig staat voor.”
«Goed, ik kom Olivier gaat verstrooid naar de
kamer or naast, om zyn pols to halen. Auguusje
kijkt eens nieuwsgierig in hot rond. Daarboven zit
die arme mevrouw te huilonis er hier dan niets
moois om voor haar moo te brongen Ah, daar
ligt een brief op de tafel IWat was zy
laatst blij geweest, toen Frans eon brief op het zil
veren blaadje binnenbrachtzij zal zeker wel even
blij hiermee wezen. Snel heeft Auguusje haar arm
uitgestrekt, den brief gogropen, en de deur bereikt.
Zeer tevreden met zichzelf eu met de wereld klom
zij de trap weer op. „God mag me een daalder
geven, als dat dat niet helpt.”
Olivier loopt zyn kamer door, en ziet nog eens
verstrooid rond. Waar is do brief van Bergen
hij voelt tegen zyn borstzak. Ja, daar frommelt
iets, hy heeft hem er zeker reeds ingestoken. Hy
springt haastig in het rytuig. „Naar het buis van
graaf Goseck I”
Zaterdagavond werd in de Schouwburgteni
van Van Lier opgevoerd Mamselle Nitouche,
Operette in 4 bedrijven van Meilhac en Mil-
laud. Ook buiten de kermis is deze operette
wel een gang naar den schouwburg waard.
De inhoud, hoewel door en door Fransch, be
hoeft echter niemand te weerhouden vronw en
dochters mede te nemen. Mevrouw Kley de
directrice van het PensionaatLes HirondeUes”
was geheel en al de type eener zorgende her
derin over hare kuische schapen. Corrine,
(mevr. André) haar beste leerlingen, die de
anderen in zedigheid den loef afsteekt, ’t welk
niet belet dat ze onder een samenloop van
omstandigheden genoodzaakt wordt in eene door
haar leermeester gecomponeerde operette te
debuteeren onder den naam van Mamselle
Nitouche, was het ware toonbeeld van gedres
seerde kostschool-opvoeding, die naar de ge
nietingen, ook buiten de schoolmuren smacht.
De Heer Bigot als Célestin, de organist, die
een reuk van heiligheid om zich verspreidt en
in stilte operettes componeert was vooral in
de eerste acte onverbeteljjk.
Célestin is Pollidor” stelde zijn karakter in
het ware licht en bij de repetitie van het
Gloria- in Excelcis» met zyne ijverige leer
linge bleken enkele passages nic zyne muzikale
schepping tusschen de gewijde noten te zyn
ingelascht. De Heer Bouwmeester als >de
Majoor» bleek weinig overeenkomst te hebben
met zyne Hollandscbe Collega, wat betreft
de Conversatie, op ’t punt van dienst was het
echter een ongemakkelijk heer. De overige
medespelers brachten het hunne by om het
geheel aantrekkelijk te maken dat natuurlijk
met een huwelyk eindigt.