LKI.I ’tëF VBAAR BINNENLAND. BBW genegen is, de een fabrieks- IOL, Nieuws- en Advertentieblad, voor Gouda en Omstreken, ing. SAGE. )UDERSvan 10)01, De Kieswet, No. 6135. Advertentiën tot 1 uur des midd. FEUILLETON. 'eest. UDA: STERKEN EN ZWAKKEN. 93. TEH, HVIAXÜ JZEN. N BUIIG. ra Stout ft. 3. Dinsdag 29 Augustus JS93. 32ste Jaargang. >ten, la alsdan zal •okersbrug evrye :n. L lARDEN. 1 J85, aan het 4KMAN& ZOO». m ORANJE- 8. Keiser, Kleiweg, ratis. [Uit Iet Duitse k.) ch bg voort- LEVERING uit de Brou* .TENS, Burgemeester. BOOM, Secretaris. 1 etiket zgn 'icM in het Zwakken en kende Drank wordt door van reparatie. GOUDSCHE COURANT het gedeelte Mlegraven, i zuiden der VOENSDAG dags 12 ure len Harddra- tuigen ADVERTENTIËN worden geplaatst van 15 regels d 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van JNADE8, be tter hygiëne, riologisch en Dr. G. van •tdurend toe- HRS Chain- Zaterdagavond had in het Café »Unie» in den Lange Groenendaal eene gezellige bijeen komst plaats van leden der Dillettanten-Club Door oefening Kunst»bij welke gelegenheid door eenige dames on leden een vaandel werd aangeboden. Een drietal dames hebben ge noemd vaandel vervaardigd, hetwelk er sierlijk eu smaakvol uitziet. De naam der vereeniging is door een lauwertak omstrengeld en boven aan is het Wapen van Gouda aangebracht, terwijl in den lauwertak de kleuren van Gouda aanwezig zijn. 8) Zóó sprak hy tot zich zelfmet dergelijke voor- weudsels trachtte hy dat onbestemd verlangen wéér te onderdrukken, en zulks gelukte hem dan ook maar al te goed I Evenwel zag men hem dikwerf in het gezelschap van Hagen. Die zachte, zoo moe klinkende stem, die kalme stille persoonlijkheid, die steeds gelijkblijvende vriendelijkheid, dat flink en vast karakter, dat van geen weifelen en wankelen wist, oefenden on tegen zeggelijk eenen eigenaardigen, verzachtenden en louterenden invloed op Zenko, en hy, die van de meaning uitging, dat men van zeer weinig menschen iets kon maken, zag niet zonder eenige voldoening dat ook dezo man van zijn kant in den omgang met hem toch eouig behagen scheen te scheppen. Dat deze priester door allen in het hotel met de grootste onderscheiding werd behandeld, dat de heeren den hoed voor hem afnamen, de dames het eerst hem groetten en dat de jonge meisjes hem zelfs de hand kusten, (wat by echter njet zonder eenig tegenstreven toeliet) verwonderde Zenko vol strekt niet Deze eerbiedbetuiging gold eensdeels het priesterlijke kleed en anderdeels den man zelf, die dit gewyde kleed met zoo groote waardigheid droeg. Dat Alice zelfs op haar manier de gunst en de goede opinie van den zendeling trachtte te winnen, kon hy niet euvel duiden. Alice wilde OURANT. >rdige vraagt ERJE N. jaachen 8 en Wij achten de kern gelegen in het be reiken van allen, die in hun onderhoud voorzien. Voorstellen als er gedaan zijn om stelliger kenteeken van welstand te eischen danün het ontwerp, kunnen door den minister worden aanvaard, zonder zijn vlag neer te halen en zouden ter wille van het gemeen overleg ook wel geaccep teerd worden door de geavanoéerd-liberalen, die bij de behandeling der financieele wet ten bewezen hebben prijs te stellen op de eenheid der regeeringspartij. Den toorn der radicalen zou hij zich kunnen getroos ten. De minister Pierson heeft niet ge schroomd zijn ontwerp der bedrijfsbelasting geheel om te werken om de goede zaak, die hij voor oogen had, tot stand te bren gen. Zijn succes whs daaraan te danken en daarmede heeft hij zich jegens het Vader land verdienstelijk gemaakt. Dit voorbeeld heeft bewezen, dat beginselvastheid en gemeen overleg zeer goed samen kunnen gaan. Stijfhoofdigheid maakt den waren staatsman niet. Laat een minister zoo vast overtuigd zijn, als hij wil, dat zijn voorstellen volkomen grondwettig en logisch gedacht zijn niemand zal hem er minder om achten, indien hij tegemoet komt aan de oprecht gemeende bezwaren van partij- genooten, die overtuigd zijn dat tastbare kenteekenen van welstand in de bedoeling liggen van de grondwet en dat niet-be- deeling en inschrijving op het bevolkings register te dien aanzien niets bewijzen. Een feit is en blijft het, dat vóór de ver schijning van het veelbesproken ontwerp- Tak niemand de mogelijkheid onderstelde, dat niet-bedeeld zijn alleen iemand vol gens de grondwet tot kiezer kon promo- veeren. Nu moge het waar zijn, dat de heer Tak steeds deze denkbeelden heeft voorgestaan en gepredikt, de aanvaarding van het ministerschap in een constitutio- neelen staat als de onze legt stilzwijgend de verplichting op te regeeren in overeen stemming met de partij, die de optreding van het kabinet heeft mogelijk gemaakt. De liberale partij is niet verantwoordelijk voor het optreden van dezen minister, wel de heer Tak zelve. Indien deze zich vergist heeft in hetgeen zijn partij en de politieke Btrooming van het oogenblik eischte, dan is dat zijn eigen schuld. Intussehen gelooven wij niet, dat de heer richteene kleine rilling voer haar door de leden en zij schoof nog dichter bij baren broeder. Zenko, die tegenover haar zat, sloeg haar met groote op merkzaamheid gade. Plotseling ontwaakte in zijn binnenste een eertijds ongekend gevoel van teeder- heid, oen onstuimigen drang om oen mensoh vreugde te bereiden of iets goeds te volbrengea, een edele daad te verrichten. In-zulke wondersohoone zomer nachten behooron dergelijke opwellingen niet tot de zeldzaamheden. Zenko herinnerde zich, dat hy meer malen door zulk een gevoel was overweldigd, maar nog nooit was dit sentiment zoo heftig geweest als thanshet werd bijna eene marteling, „Ie dit nu bij my alleen het geval zoo vroeg hij zichzolven af, zzof hebben do anderen dat ook Het zou hem volstrekt niet hebben verbaasd, wan neer allen op een gegeven oogenblik plotseling opge staan en elkander in de armen gevallen waren en voor elkander de plechtige gelofte hadden afgolagd van goed te zijn jegens alle menschen en nooit, oooit meer iota te doen wat don modemensch pynlyk zou zyn I Hij moest over dezen dwazen inval glimlachen. «En toch” zoo dapht hij vorder „ook zelfs, wanneer wy in het volgende uur onze gelofte braken, zou toch hei oogenblik, dat wij haar aflegden, onvergelijkelijk boerlyk zyn geweest en geheel zulks rorgeten zou geen onzer 1” Anna was de eerate, die de lange stilte verbrak. Wordt hot U niet wat te koel? vroeg zij haren broeder met zachte stem. «O neen I antwoordde hy even zacht. «Ik ben immers goed bezorgd en voel mij zeer wel I" nGoddank I” dat eindelyk weer iemand begint te praten I” riep Alice uit. Het werd mij zoo griezelig, wauneer ik uwe plechtige gezioh_ ten en uwe gesloten lippen moest aanzien, /yWaar over hebt gy toch eigenlijk zitten soezen P” «In uw schoon, maar ledig hoofdje” beeft het betoove- rende dor omgeving niets bij U kunnen te weeg brengen dacht Zenko bij zichzelf.” Gy hebt niets gevoeld, over niets gedacht, alleen dit, dat de stilte uitermate vervelend is I Arm wezen, dat ge zyt I” „Ja I een ieder moet mij eens vertellen waarover hij gedacht heeft I” ging Alice op vroolyken toon voort.” Dat zal mij eenige schadeloosstelling geven voor de wijze waarop men mij behandeld heeft. „Ik vind het sehandelyk, ja myne booren I ik vind het orgerlyk, dat gij mij een half uup hebt laten praten zonder mij eenige aandacht te schenken, of slechts oen oogenblik te denken of het mij aangenaam zon kunnen zijn «Waar liepen uwe gadachten P Over mij aeker niet? hQ zeker mevrouw I antwoordde de jonge Rus.* Ik hob voortdurend aan U gedacht I «Werkel^k? Nu dat verdient eonige belooning; daar ontvangt gy haar I” en meteen reikte zy den kranke, over de tafel heen, hare kleine witte hand toe. «Gy moogt mijne hand kussen als gij wilt I” De jonge mau liet zich dit geen twee maal zeggen, ja scheen zelfs de «choo/ie hand niet te kunnen los laten, Alice trok haar eindelyk los. //Zie zoo I nu is het genoeg I” zeide zy. «En gy eerwaarde heer I” zich tot den zendeling wendend die blijkbaar in die handkussery geen behagen schepte, «Waaraan hebt gij gedacht?” wanneer ik zoo vry mag zyn zulk eene vraag tot u te richten. «Waarom niet?” ant woordde de priester. (JFordt vervolgd.) GOUDA, 28 Augustus 1893. Van de aangeboden gelegenheid om des Zondags tegen verminderd tarief naar den Haag te gaan, maakten gisteren 217 personen ge bruik. Voor den eenvoudigen kiezer, die met eenige belangstelling gevolgd heeft wat er in de Tweede Kamer ie verhandeld over het groote vraagstuk van den dag, moet het wel raadselachtig wezen, waarom de partyen het niet spoediger eens worden. Alle volksvertegenwoordigers zijn over tuigd, dat eene groote uitbreiding van do kiesbevoegdheid onvermijdelijk iszelfs zij, die geen heil zien in het roepen van nieuwe lagen der maatschappij tot deelneming aan de keuze voor de Kamer, zijn.bereid er zich bij neder te leggen, omdat eenmaal het vraagstuk aan de orde is en opgelost moet worden. En dat niet alleen. De groote meerderheid heeft in beginsel niets tegen het denkbeeld, dat aan de regeerings- voordracht ten grondslag ligt, de vlag waarop de heer Tak zoo bijzonder gesteld is. Het kiesrecht behoort te worden ver leend aan die burgers, die voorzien in eigen onderhoud en dat van hun gezin. Werd deze formule in de Kamer aan eene stemming onderworpen, wij twijfelen niet of de groote meerderheid zou er zich voor verklaren. Onder deze omstandighe den zou men zeggende Regeering en de Kamer zullen het spoedig eenszijn; door gemeen overleg komt de wet in weinig tijde tot stand. Dat zou ook zeker gebeuren, indien bij alle partijen werkelijk de zucht naar ge meen overleg bestond. Doch het wil ons voorkomen, dat hooge politiek den heeren op het Binnenhof weder parten speelt en dat deze de klip dreigt te worden waarop de kieswet zal stranden om de liberale partij weder voor lange jaren met on vruchtbaarheid te slaan. De radicale partij schijnt het er op gezet te hebben de on veranderde aanneming van de wet-Tak door te drijven en wordt daarbij gesteund door een deel der liberalen, die zich gaarne geavanceerd noemen. Deze laatsten houden in gemoede de wet voor uitstekend, dit nemen wij gaarne aan. Maar wat wij in hen afkeuren, is dat zij geen oog schijnen te hebben voor de werkelijk niet uit de lucht gegrepen bezwaren van den rechter vleugel hunner partij en niets willen op offeren van hunne overtuiging om daaraan tegemoet te komen. Zij spelen daarmede in de kaart der radicalen, die geen grooter vijand schijnen te hebben dan de liberale partij en die er steeds op uit zijn deze vaneen te scheuren ten einde hunne ge lederen te versterken. In beginsel eigen lijk op denzelfden bodem staande als de‘ liberalen en alleen wegens locale en per soonlijke quaestiën van dezen gescheiden, schijnen de radicalen thans de gelegenheid schoon te zien om te speculeeren op de vroegere verdeeldheid der liberalen, die zich toen openbaarde juist wegens de hou ding en den persoon van den tegenwoor- digen minister van binnenl. zaken. Al die oude zaken, die wij dood en begraven waanden, doemen weder op aan den ho rizon, nu een deel der liberalen schijnt te vergeten, dat de verkiezingscampagne van 91 is gewonnen door de samenwerking der liberalen van alle schakeering en dat het kabinet Tienhoven-Tak is opgetreden als liberaal bewind uit die samenwerking geboren. Men doet al zijn best den minister in zijn onverzettelijkheid te sty ven, terwijl juist het strevën moest zijn dien bewinds man aan het Verstand te brengen, dat zijn voorstel aannemelijk moet worden gemaakt voor het gros der liberale partij. Wij koesteren nog altijd de hoop, dat de minister ten slotte wijzer zal zijn dan zijn vurige bewonderaars en bereid zal worden bevonden het uitnemend beginsel zijner wet in anderen vorm te aanvaarden. Zijne verklaring bij de algemeene beraad slaging is daarvoor geen beletsel. „Elk voorstel, waardoor de toepassing van de in deze wetten nedergelegdo be ginselen wordt verbeterd en gemakkelijk gemaakt, waardoor aan grondwettige be zwaren van geachte leden wordt tegemoet gekomen, of misbruiken welke bij de toe passing van sommige bepalingen zouden te vreezen zijn, worden voorkomen, elk voorstel in éón woord tot verbetering van deze wetsontwerpen zal door de regeering erkentelijk en nauwgezet worden overwo gen. De grens der aannemelijkheid van zoodanig voorstel is natuurlijk van zelf aangewezen. Amendementen, welke de kern van deze wetsvoorstellen zouden raken, of de daarin nadergelegde beginselen zouden aantasten, zullen door de regeering zeer stellig worden afgewezen.” immers alle menschen betooveren door hare lieftal ligheid en bovendien was hij immers niet jaloersoh! Maar wanneer evenwel Anna Fedorowna hare oogen met ongeveinsde bewondering opsloeg en het bleeke magere gelaat van den priester aanzag dan overviel hem een onbehagelyk gevoel. Het was vooral op oen zekeren avond geweest, dat dit onbehagelyk ge voel bizonder pijnlijk zich van hem bad meester ge maakt. Hy herinnerde zich heden dien avond maar al te wel, terwyl er nu tien dagen reeds waren voorbijgegaan sedert dien tyd. Wat was er toch gebeurd P Hel was een van die onvergelykelyk schoone zomeravonden, wanneer men er niet toe komen kan om naar bed te gaan. Langer dan ge woonlijk was het kleine gezelschap bijeen gebleven en zat men in den tuin onder den grooten eik. Tal- looze sterren schitterden aan den donkerblauwen hemelde volle maan goot haar matbleek licht over de aangezichten, de gestalten, de boomen en gras velden. Krekels deden zich in het gras hooren nu en dan vertoonde zich een glimworpje en van uit de verte hoorden men het zacht geklater van een bron. Alice van Tennenberg bad veel gepraat, maar was langzamerhand stiller geworden, daar niemand lust had haar te antwoorden en nu zat men daar in diep stilzwygen by elkander. Ieder was met zioh zei ven bezig en wenschte niet gaarne gestoord en losgerukt te worden uit dien toovercirkel van denken en zwij gen. Anna zat op de bank naast baren krenken broeder; zy hielden elkander’s handen vast, Anna’s lief bruin kopje rustte op zynen schouder. In het koude maanlicht had haar Hof gelaat iets spookach tigs, maar het had toch een tevreden, ja gelukkige uitdrukking. Hare oogen waren naar de maan ge- Tak zich vergist heeft in hetgeen hij be schouwde als de bedoeling der liberale partij. Alleen de formuleering van het beginsel houdt ons gescheiden De kern is goed, de schaal heeft eenige verandering noodig. Naar onze meening behoort in de eerste plaats van de ministerstafel blijk gegeven te worden van de zucht naar ge meen overlegdan is de zaak spoedig be klonken. Men zegt wel eens, dat de ver antwoordelijkheid zwaar zal zijn van die liberale kamerleden, die zich tegen de kieswet blij ven verzettendat is waar een ieder ga dus met zijn verstand en ge weten te rade. Maar zwaar Zou ook de verantwoordelijkheid zijn van een bewinds man, die stijf hoofdig bij zijn eerste woord volhardende, de verwezenlijking van zijn eigen idealen in den weg stond en de aan leiding werd van het uiteonspatten zjjner politieke partij. Daarom doet het ons genoegen, dat de Kamer besloten heeft, de amendementen A téte reposée in de afdeelingen te behan delen en die niet dadelijk te bespreken in de min of meer opgewonden stemming, waarin de leden gaandeweg geraakt waren. De hoop op een goeden afloop der dis cussie is aangewakkerd, nu èn de Regee ring èn de Kamer tijd hebben tot bezin ning te komen en met goeden wil te zoe ken naar de beste oplossing van een vraag stuk van zoo diep ingrijpende gevolgen. De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. s

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1893 | | pagina 1