I
I
..I
JMQ
B® Geheime Bezoeker.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
ÏOL,
3.
Besmettelijke Ziekten
No. »33O.
II
FEUILLETON.
4
l
1
r
e£i
I
I
rnzet,
oude,
er omschre-
Dinsdag 19 December 1893. 32ste Jaargang.
II e.ï.
lecemb.
uk
.Bi
■I
8
Al
i
daaruuib-r
000 Nark
I U Dscem-
«isMABL-
ambacht ge-
(Naar het Dteihch.)
r
M.
M.
M
M.
M.
M.
M.
rD ouder
mhiniii: niiiinr.
5.-
I)
5—
0—
‘.26
elan en com-
ERDAG 21
ton 11 ure,
kt te Gouda.
ran
roaratie,
'M.15000
M.10000
5000
8000
8000
1500
1000
500
148
M300.200
1,87.40,i0
ozer groob
srloting ia
en op den
r/ 3.«b
1.80
t —.80
tankpnpier
jk mot de
en ieder
rapen van
n xelf iu
ADVERTENTIÈN worden geplaatst v»u
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
I biedt de
door du
pkeurd en
it utvu plan
'echts wei-
10000
'iMkiuoffi.
lw prijs.»
•I. betref.
»Ü.bfr«.
«igere o».
"Ie lijslan.
•dl steads
en k.n
rersireing
plaatsen
begun.
ke prison
’.Ie hearty,
o onse
ksu.eoo, j
<len bankt. I
K alle I
tuning be* I
e derhalve f
kling alle
«oden aan I
(ON,
(bubo.
eniouwa
*r wy by
eelneming
örvolgbe-
«ie bedie-
êerde Be*
I i;
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
magere voldoening dat wy ala
burgen gehandeld hebben
Dit nu zijn wij met den schrijver niet
eena. De wet blijft de wet en align wjj
het er niet mede eens, het ie de plicht
ven een goed burger daaraan te gehoor
zamen. Een geneesheer mag op wetswij
ziging aandringen, maar al vast er de hand
mee lichten, mag hij niet.
Wel kunnen wij met hem modegaan,
als hij op herziening aandringt en den
wensch uit dat eene wet als deze, zoo in
grijpend in het practische leven, moge
worden geconcipieerd niet door hooge amb
tenaren alleen, maar in ernstige samen
werking met de ambtenaren van lagere»
rang, die het volk kennen en de conse
quenties kunnen beoordeelen. Het zijn toch
de mindere standen, die van dergelijke
voorschriften den meesten last hebben. In
alle gevallen moet zij zoo worden, dat
strenge toepassing mogelijk en verzekerd
wordt. Niets wekt meer demoraliseerend
op het volksbewustzijn dan een wet, die
een wassen neus is.
-rees■■dMMMMMaaaa»—- -
hooft mijn plannen te kennen. Ik tal u alles uit
voerig schrijven, tuster. Mijn voet is weer beter en
ik gevoel my opgewekt, ik ben nu zoo gezond als
een visch in het water. De oude dokter zal wel
zeggen, dat het van zjjn drankje komt, maar ik heb
er Hen druppel van geproefd. Die goede man trok
zoo’n bedenkelyk gericht, hy was, geloof ik bang,
dat ik zoo op eens om zeep zou gaan. Maar is het
eigenlijk niet een beetje overyld geweest, dat we
ook hem in vertrouwen hebben genomen, Hilda?
Dat is mijne opinie ook, knorde Schöpf. Men
weet niet, waar hij overal loopt.
Neen, merkte Wilhelm op, verraad hebben we
van dien kant niet te duchten. Misschien krygt hij
zelf nog de koorts op het lyf, die goede oude man.
Dat Joost hem hale! Er zwerft hier van allerlei
gespuis rond. Maar stil, boor ik daar wat zei hy
an greep den jager by den arm. Is bet je hond
niet, die daar zoo aanslaat?
Ja, dat geloof ik wel, maar wat geeft het eigenlijk
Nu ga toch maar eens kijken, jo kunt nooit weten.
De jager gehoorzaamde en ging naar buiten. Schöpf
volgde hem in den grootsten angst tot* aan de deur.
Wie is daar? riep de jager barsch, maar daar er
geen antwoord volgde, riep hy* den hond, die ter*
stond kwam aangesprongen.
Zyn het gendarmen? vroeg Schöpf zacht.
Die zouden wel anders optreden. Men kan door
den nevel niets onderscheiden. Trine meende ook,
dat de geheels weg haar iemand was gevolgd.
*t Zou ook wat, zei de jager terwyl hy zijn schou
ders ophaalde. Een. paar kinderen of een oude vrouw,
die hout gingen sprokkelen.
Schöpf wiet toch den man over te halen buiten
blijven Bij besmettolüke ziekten toch it
snelle isoleering ven de lijders in een daartoe
bestemde instelling het eenig afdoende
middel tot beteugeling der kwaal.
Wanneer de engere opvatting van de
plaats van waaruit gevaar dreigt voor
besmetting, in de wet kon gehuldigd wor
den, zou daarmede tevens het bezwaar
vervallen, van de te ver uitgebreide
gedwongen vacantie voor de kinderen.
Want dan zou het verbod van schoolgaan
zich nimmer verder uitstrekken dan tot
de kinderen van één gezin, en dat zou
nog wel te dragen zyn. Nu is het wer
kelijk al te erg. Dat een besmettelijke
ziekte kan worden overgebracht door
gezonde tussohenpersonen, tenzij zij in innig
contact met den zieke geweest zyn, is
nooit waarschijnlijk en velen negeeren de
mogelijkheid geheel. Maar het te doen
voorkomen alsof kinderen, die zeker nooit
met den zieke in aanraking komen
gevaar opleveren voor besmetting, alleen
omdat eene zelfde voordeur toegang tot
hun woningen geeft, dat ie zoo overdre
ven, zoo hypochonder, dat zeker niemand
het verdedigen zal.
Onder de ziekten, waarop de wet van
'toepassing is, worden, zooale maar al te
bekend is, ook genoemd de mazelen. Die
zijn de groote steen des aanstoots, de
grootste bron van alle ellende En juist
van die ziekte is het in confess» dat geen
der bevolen vexatoire maatregelen eenig
nut hebben kan Om de eenvoudige re
den, dat ze altijd te laat komen, daar
lijders aan mazelen bet meeste gevaar
voor besmetting opleveren in het eerste
het prodromaal stadium als zy nog vrij
^ndloopen, en men hoogstens vermoeden
kan dat ze mazelen zullen krijgen. En
als deze reden nog niet voldoende mocht
worden geacht, kan men overwegen, dat
de mazelen een ziekte is, in den kinder
lijken leeftjjd zoo onschuldig in den regel,
dat velen er een groot gevaar in zien om
er de kinderen angstvallig voor te behoe
den, wetend dat een getroffen worden op
rijper leeftijd veel ernstiger gevaren met
zich brengt.
De mazelen uit de wet, luidt de con
clusie van dezen dokter. Deze ziekte heeft
het grootst aantal verzuimde schooldagen
wiMeld asel een l« Wennen m reist nog heden af.
Gil kunt dn. gareel styn.
Treurig en met Mn onderdrukt rushton bad sty
.lore woorden gesproken.
Wilhelm ging sty voort, maas Hailyi
word rjj door hem in de rode gevallen.
O, wet word ik oprenerg moe.
Hilda geef me gouw oen glas wijn, geen water.
De wjjn itorkt me, dot roei Ik. Geef op no I
Kr rijn maar uoduiund golden, manto Sehöpf
nu, die de gelegenheid te baat had genomen atlas
eene na te tellen.
Ik kon niet meer bij elkander krijgen, waa Hilda’s
veronteobuldigiog. Eu olim in papieren op naam,
hoor eeno, dat I. niet volgens afspraak, vaar had
Hilda mei haar weinige Ünanliaele kennis niet aan
gedocht. Dat ge mij een strik wilt sponnen, geloof
ik wol niet, maar het verandert aan de raak ook
niets. En dat er niet meer geld te krijgen waa,
maakt ga mty niet wijs. Waar seeduiMod te krijgen
rijn, daar sullen de ontbrekende vierduisand ook wel
op te duiken styn.
Ik bob op hot oogenblik over niet moer la ba-
schikken.
Bah, als gij maar eoekt.
Ijl veronderalel dat dia som toch ruim genoog ia.
Daarbij kan ik niel maar b|j elkander brengen, ton
der de opmerksaamheid op one te vestigen.
Gjj hoort bet toch vampier I Were tevreden, var-
maande Wilhelm.
Neen, oei Schöpf too brutaal mogeljjk. Allee of
niet.. Ik blijf °P kei dorp tot heden avond uren
unr.
(FbrA oamojpA)
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per dne maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VU F CENTEN.
Snel liep zy door, maar bare gedachten waren
nog steeds by Meinhard.
Hilda, bon je daar eindelek, klonk het haar tegen
toon sy in hot jachthuis kwam. O ik heb too naar
je verlangd.
Wat was die Wilhelm veranderd of liever wat was
rijn toestand slechter geworden.
Goed dat je er ztft, hoorde zy van uit den hoek
der kamer. Ik wil hopen, dat alles in orde Is.
Ja, ik breng geld.
Ziet ge, ik wist het wel. Juist dal uitblyven
waa een goed toeken.
Voelt ge u wat beter, vroeg ze aan Wilhelm,
maar ze wikt het trouwens wel beter.
Beter? O ja, tamelyk goed. Ik ben een beetje
moe en dan altijd zoo’n opzichter en hierby wees
hy op Schöpf, dat maakt iemand een beetje mouw*
achtig. *t Is of we een paar galeislaven zyn, die
aan elkander geketend, hun aanzyn moeten rekken.
Heel vleiend, liet Schöpf er mm een buiging op
’°O*U wou. Aal ih al w.g waa. Gij waas uM Hilda
hoe ik verlang, een ander menach te worden. Ik
heb al eens wat bedacht. Ik ga vooreerst ach,
aeen viel hy zichzelf in do rede en zag daarby met
trantrouwen aaar zyu schoonvader, niet iedereen be-
Het ie ene in de laatate weken meer
malen voorgekomen, dat wij met bevreem
ding hoorden spreken over de toepassing
van de bestaande wet op del besmettelijke
ziekten. Men wist gezinnen, waar ma
zelen heorachten zonder dat er de ver-
eisebte kennisgeving aan de deur stond,
niet omdat de ouders zelf de zaak ver
zwegen, maar omdat sommige geneesheeren
blijkbaar met de wet de hand lichtten. In
hoever deze bewering op juiste gronden
steunt, laten wij in 't middeneen feit
is het dat het publiek noch de geneeskun
digen met deze bepaling der wet, althans
wat mazelen betreft, ingenomen zyn en er
zich geregeld pan onttrekken. Een bewijs
temeer, dat wettelijke voorschriften weinig
baten, als de algemeen» opinie er tegen is.
Dat desa toestand niet alleen in onze
gemeente bestaal, bleek ons uithet.Han-
delsblad* van gisteren, waarin Dr. M. W.
Pijnappel een artikel schreef over de wer
king der bedoelde wet liet kan wellicht
nuttig zijn enkele der beechouwinge van
dezen deskundige onder de aandacht on
zer lazers te brengen.
De voorgeschrevene kennisgeving is een
bron van groote ellende, omdat de jeugd
een gedwongen vacantie krijgt, in huis
lastig zijn en op stfaat ongehinderd de
besmetting aan hnn speelkameraads mede
deelen. Het publiek ontduikt dus de wet
op alle manierenmen haalt geen genees
kundige, als er geen direct gevaar is; men
laat de schoolgaande kinderen quasi uit
logeeren gaan enz. En staat nu tegenover al
dien laat eenig voordeel
Het antwoord kan kort zyn. De voor-
deelen van de wet zyn gelijk nul. Hare
volslagen nutteloosheid is statistisch vast
gestéld. Dr. Dozy, de geneeskundige in
specteur van Noord-Holland, heeft indertijd
een onderzoek ingesteld naar de resultaten
en dat medegedeeld op het eerste Natuur-
en Geneeskundig congres, in 1887 te Am
sterdam gehouden Hij toonde aan, dat
sedert de invoering van de wet in 1872,
van eenigen invloed op mazelen en rood
vonk niets te bespeuren was geweest.
De diphtheritis was zelfs toegenomen. Al-
leeu de sterfte aan pokken was merkbaar
verminderd, maar dat was te danken aan
een geheel op zich zelf staand artikel, aan
art. 17 n.l dat de vaccinatie voor school
gaande kinderen verplichtend stelt.
Zoo is het. Al die zorgen en al die
last, al die geldelijke schade, dat alles
wordt geleden voor niets. Geen schijn of
schaduw van eenig voordeel dat er tegen
over staat Dat er niet reeds lang een
storm van verontwaardiging tegen is op
gegaan, ie alleen een gevolg van het feit,
dat de wet nooit streng is toegepaet.
Omtrent het wezen der besmetting en
de wijze waarop zij tot stand komt ia
nog weinig bekend, alleen ia men het
daarover eens, dat ze uitgaat van bet zieke
individu en indirect van alles wat daar
mede in aanraking is geweest De wet
beeft dus den zieke willen isoleeren
en door het kenmerk aan de deur
ieder in de gelegenheid gesteld de aanra
king met hem te vermijden Dat is zeer
goed on nuttig, maar' het middel van waar
schuwing is wel wat forsch. Het is slechts
noodig daar waar men van de straat on
middellijk in de eenige kamer, dus ook in
het ziekenvertrek, stapt. Maar overal
elders, waar tusschen de ziekenkamer, de
bron van infectie, en de straat,, ruim
ten gelegen zyn, waar de zieke zeker
nooit komt en de personen, die met hem
in aanraking komen, slechts zelden, is
het zeker zeer overdreven om de tnon-
schen in den waan te brengen dat er on
middellijk achter de straatdeur groot ge
vaar voor besmetting bestaat. Eene aan
wijzing van de plaats, waar werkelijk dat
gevaar dreigt, in groote gemeenschappe
lijke woningen dus van de woning van
den zieke in ergeren zin, en in winkels
van het gedeelte van bet huis waar de
lijder ligt, desnoods van de ziekenkamer
alleen, zou voldoende zijn. Er zijn hy
giënisten, die er gaarne het geheele ken
merk aan zouden geven, zoozeer zijn zij
van het weinige nut overtuigd want
men komt ziekenkathers toch zelden toe
vallig binnen wandelen wanneer ze er
geen prijs op stelden om oen andere reden
om de krachtige pressie, die het uitoefent
op de familie om den lijder in het gast
huis te doen verplegen, als eenig middel
om van de aanplakking verschoond te
voor haar rekening en dat zonder eenig
nut Reeds ia een ontwerp in de Kamer
geweest (van Sdvornin Lohman), dat die
strekking had, doch daarby zou meteen de
geheele vaccinatie op losae schroeven ge
steld worden en, dat was een te hooge
prijs voor de verbetering. Wel zjju er nog
een paar ziekten, die desnoods v«g het
lijstje konden verdwynea, maar deervap
ie de last zoo groot niet.
Ten slotte zegt Dr. Pynsppel,En wjj
doctoren, wij zyn verplicht de wet te hand
haven. Wij hebben met de buren niet te
maken dat kunnen wij aan d« contro
leurs overlaten. Maar zal iemand wagon
ons bard te vallen, wanneer wij, bekend
met al de zorgen en nadoelen <ne wj ver
oorzaken, en in de meeste gevallen v»n
het absoluut nuttelooss van den mMtrefpl
overtuigd, soms, zelfs dikwijls, de kennis
geving achterwege laten P Wanneer wjj
liever heengaan met het bewustzyn, dat
wy, zonder iemand te deren, aan zieken
en zwakken rust hebben verzekerd, of
den winkelier hebben gevrijwaard voor
schade, die hjj moeilyk, misschien in het
geheel niet, dragen kan, liever dan met de
magere voldoening dat wij als brave staats-
een beetje op wacht te bleven. Hy had er liever
geen getuigen by als hy van Hilda het geld in
ontvangst nam en de vrouw had van Hilda reeds
een wenk ontvaugen zich te verwyderen.
Dit kleiue voorval had Wilhelm minder aangedaan
dan syu zuster, die zich aan de tafel vast moest
houden.
Het schynt, zei hij spottend, dat het geweten niet
byzondor zuiver is. Ik maak mij het meeat over u
beangst. Werkelijk? Zeg liever over het geld, dat
ge nog waard zyt. Op zoo'n manier heeft uwe zorg
nog iets roerends.
Ik denk, dat ge nu genoeg gezwetst hebt, viel
Schöpf hem in de rede.
Als ge wilt dame, laat ons dan onze zaak afhan*
delen. Hoe gauwer, hoe liever.
Hilda haalde bet pakket voor den dag en lei bet
zonder een woord te spreken op tafel. Als een gier z
wilde Schöpf zich van die buit‘meester maken, maar
Wilhelm lei zyn hand op het pakket.
Halt I zei hij. Un, deux, trois Allez, passez I
De vingers van een goochelaar zijn niet bijzonder
geschikt tot controleeren.
Hij nam eeo mos van de tafel en sneed daarmede
de touwen door en na het geopend te hebben viel
zyn oog het eerst op de afrekening door Meinhard
oaderteekond. Zoo bleek als een doek deed hy een
paar stappen terug.
Hilda I Gij hebt toch niet - riep hy verschrikt
uit, ge hebt toch Meinhard niet gezegd.
Hoe kunt ge dat denkenMi zyn zuster tot
4ustotelling. Ik heb het geheim met geen
Zwoord vorraden. Daarenboven behoeft ge voor hem
niet bang te «tfu, hy heeft zyn betrekking hier ver*