ips
MC,
Co.
1AIJ,
171.
ning
I
franco
PRINSES VERA.
Dinsdag 27 Februari 1894.
32ste Jaargang.
No. 6288.
De stand der Kieswet.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
EtIJS
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
FEUILLETON.
tiat
te Gouda.
I
.J i
r«-
lat
iING.
nsr.
JT ach
16
e
NB DU
i aanbevelende
I
9
LDOORN.
•s der Zelf-
ne uitapat-
1a
NKLIJkl.
ERIJ ei,
>SSCIH Ril
3
afb. Prys
verschrik-
leagd Ijjdt,
eenng, die
d van een
ijj betVer-
imarkt 34,
iet bedrag,
ken boek
ten een dal, dat alle lieflijke bekoorlijkheid, alle
mogelyko voortbrengselen, de geheele volheid der
tropenwereld in zijuea schoot samensloot. Een breede
woudheek goot haar frisch, zilverklaar bergbron-
water over don vruchtbaren bodem uit, en alles
alles schoen op dit paradijsachtig plekje aarde in
gesloten eu beschermd door de machtige, hoog
gaande reuzen van oorspronkelijk woud, op welke
nog nooit een bijlslag was beproefd geworden, den
mensch uit te noodigon hier zijne woontent op te
slaan.
Eenzaam huisde de man hier reeds sinds vete
jaren. Niemand betwistte hem do plaats; men
vreesde in den omtrok hot duister-blikkendo gelaat,
en de ongezelligheid van dien wonderen man deed
huiverend terugschrikken.
Slechts óenen vriend bezat hijhet was een groote,
sterke jachthond, die 'zijnen meester overal verge
zelde en hem met onwankelbare trouw aanhing.
Tusschen slanke palmen stond de eenvoudige hut
van den kluizenaar; hars-, gom-, balsem- on wol-
boomen strekten ze lot een wijd, ondoordringbaar
schaduwdak, een boomhoog bamboesriet fluisterde in
het dartel spel van zéfir met den eenzamen bewonor,
die verre van de wilde drukte der wereld, maar
ook verre van de menschelijke boosheid en arglist,
zich gelukkig gevoelde in de onbepaalde vryheid.
Hij kon de veertig reeds met eenige jaren over
schreden hebben. Het volle, denkere haar; de
sterke, onverzorgde, tot op de breede borst afhan
gende baard vertoonden hier en daar reeds zilveren
stroeperi, terwyl de hooge, krachtige gestalte
met het welgevormde golaat en de zwaarmoedige
peinzende oogen, waaruit onbeiohrijfelijke mensohon-
per 5 Ons.
50 ct.
40
35
40
30
en 371/,
45
50
50
cent per ons
E-ALNI met
jkst, bevat-
uitgekomen
eizoen van
»ren, dames
in vraag aan
o katoenen
n eveneens
elieve daar
in geveer de
inlichtingen
dtvoeringen
honger wor-
5 0/0/hww»
fiten in alle
bezorgd.
irmaliteiten
e vervullen,
idaal Noord
ADVERTENTIËN worden geplaatst vau
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
SS)
wHy heeft u herkend en zich daarom dadelijk uit
de voeten gemaakt en verborgenzulke vossen ken
nen eiken schuilhoek. Maar geen nood, wij zulten
hem in de klem krijgenDe eerstvolgende trein
gaat naar Bremen, tegen 9 uur; ge hebt geen tijd
te verlieten. Neem op mijn kosten een rijtuig en
Iaat u zoo snel moge lijk naar hot Paryzer station
brengen, waar gy den daar gestalioneerden agent dit
bevel tot inhechtenisneming overhandigt, Ziehier I
Nu spoedig, vriend I Go zult het u niet bekla
gen I Uit Hamburg ontkomt hij ons niet meer.”
De hoedenmaker kweet zich met loffelyken spoed
van zijne gewichtige taak, was na zeer korten tijd
aan het station op zijn post en wachtte tevergeefs
op het voorwerp zijner belangstelling. De trein naar
Bremen rolde weg, maar de vreemdeling was niot
ontdekt.
,Nu, laat het hoofd maar niet hangen,” schertste
Helmuth, toen hij de teleurstelling van den hoeden
maker zag; »wij weten immers, dat de rat nog in
Hamburg zit: wo zulten hem den val aan alle uit
gangen openzetten I”
In de 4e klasse van den daarheen rollenden trein
zat een man op een kleinen koffer, de breede klep
van zyn pet diep over de oogen gedrukt, rookend
uit HU klein, onooglijk pypje. De lange mouwen
van den blauwen kiel bedekten zijne handen schier
geheelhooge grove vetlaarzen omsloten de beenen;
hij scheen een veehandelaar te zijn of een landbouwer.
Toen tegen middernacht de trein Bremen binnen
liep, verliet ook deze reiziger met zijn onoogelyk
koffertje de donkere ruimte der 4e klasse en wan
delde stadwaarts. Niemand sloeg acht op hem.
Een half uur later hield eeu rijtuig voor het hotel
Hillmann stil. Een deftig gekleed heer stapte uit
en bestelde twee kamera en een fijn souper.
Helmuth en zyn sluwen hoedenmaker zouden zeer
verwonderd zijn geweest, als zij dezen voornamen
heer hadden kunnen zien, die juist het souper ge
bruikt had en thans de wynkaart monsterde.
In het verre Westen onder do loodrechte zon der
tropen, daar ginds aan de Cordillera's van Caracas
waar op de hoogten over de zee een eeuwige
lente, zomer of herfst een onvergankelijk tapijt van
grassen en bloemen, van varenkruiden en slinger
planten weven, ginds, waar het maagdelijk woud
in altijd groene pracht, in zijn onaangetaste alleen
heerschappij met zijn overweldigende indrukken,
zijn geheimzinnige tonen en stemmen en dreigende
gevaren den baanbrekers der beschaving in zijn on
gebaande wildernis lokt, daar ginds in dat verre,
onbetreden Westen van Amerika had zich een man
neergelaten, wiens waren naam niemand kende, die
overal in den wijden omtrek een zekere beroemdheid
als zonderling, menschenschuw kluizenaar had ver
worven.
Zijne hut van blokhout stond in een heerlijk
weelderig dal aan de noordelijke helling der Cor
dillera's, waar deze allengs naar den oceaan afdft-
Spoedig, wellicht reeds aan het einde
dezer week, zal de beslissing vallen in
het hoogstbelangrijke vraagstuk der kies
bevoegdheid, waarmee de Tweede Kamer
zich thans bezighoudt. Dit besluit zal, hoe het
ook uitvalle, van grooten invloed zijn, op
den gang der staatkundige gebeurtenissen
in ons vaderland. Daarvan zal afhangen,
of wij een vruchtbaar tijdperk van gere
gelde ontwikkeling te gemoet gaan dan
wel of groote verwarring de vreedzame
werking onzer staatsinstellingen komt be
lemmeren. Geen wonder dan ook, dat
allen, die in de politiek belangstellen, met
spanning wachten op do beslissende
stemming.
Intusschen kan het zijn nnt hebben
onzen lezers den tegenwoordigen stand
der debatten in herinnering te brengen.
In de eerste week der beraadslaging, die
thans achter ons ligt, is reeds ééns be
slissing van gewicht genomen. De Kamer
heeft zich met zeer groote meerderheid
vereenigd met het beginsel van de regee-
ringsvoordracht, met art. 3, dat de minis
ter Tak beschouwt als den hoeksteen van
het door hem ontworpen gebouw. Dit
artikel luidt„Deze wet houdt voor ken-
teeken van geschiktheid en voor kenteeken
van maatschappelijken welstand, het voor
zien in eigen onderhoud en dat van het
huisgezin.” Slechts 17 stemmen in de
Kamer, bestaande uit 100 leden, ver-
klaarden zich tegen deze bepaling. Maar
juist die overgroote meerderheid bewijst,
dat op dat terrein de hoofdslag tusschen
voor- en tegenstanders niet is geleverd.
Alleen de- onverzoenlijke tegenstanders,
zij die van meet af aan ongezind waren
om met den heer Tak de oplossing van
de quaestie te beproeven, brachten hun
veto uit. De overigen daarentegen ver
bonden zich tot niets, dan dat zij dit wel
wilden beproeven. Wel dreigde een
oogenblik het gevaar, dat door sa
menwerking van verschillende partijen
reeds dadelijk de Regeering in de minder
heid zou worden gebracht. Doch de heer
Mackay, de voorsteller van het amende
ment der antirevolutionairen, niet wen-
schende dat zijn voorstel tot verbetering
verachting sprak, nog de sporen droog ran vroeger
schoonheid en fierheid.
Middernacht was roofbij. Het Heilige Kruis”
flikkerde nog aan het schitterend firmament der
tropen.
Op het smalle pad, dat voor het oningewijde oog,
bijna onriohtbaar, van de hot des kluizenaars hete
donkere woud inliep, schreed deze, toen de morgen
begon te dagen, door zijnen trouwen hond vergezeld*
langzaam daarheen. Zijne kleeding was de meeat
denkbare eenvoudigheid-zelreeeno broek van her
tenleder. een hemd van boomwol, door oen gordel
samengebonden, een breede oigongevloohten hoed,
dat was alles. Een kostbaar jachtgeweer en een
mes met zilveren greep maakten eene raadeelaohtige
weelde bij dezen eenvoud uit, tij dienden wellicht
als berinneringeteekeneu en hadden misschien sla
souvenirs van oen ver, gelukkig verleden een on
schatbare waarde voor den eenzamen jager der wil
dernis.
Altijd verder schreed hy het woud in, en altijd
booger rees de sohemeronde morgen uit de naohta-
Ijjke schaduw op. De eerste oobtendgeluiden lieten
zich booren, de eene stem na de andere ontwaakte,
tot het gansehe koor dea wouds in wonderbare har
monieën door elkander jubelde.
De eenzame man bleef staan en luisterde nasr de
stommen, die hem lief en dierbaar waren als oude
bekenden. Daar stapte een reiger fier en deftig op
de ruisobende beek toede jager zag het maar ver
roerde zich niet, alhoewel de hond verwonderd en
onrustig met zijn snuit hem aanstiet.
(Fordf tmolfd.}
voegdheid wil; als de Regeering maar
medewerkt om bezwaren te ondervangen,
zal het ontwerp het Staatsblad wel be
reiken.
Tot dusver is nog van liberale zijde
geen voorstel gedaan om dc geringe eischen
van den minister wat te verhoogen, maar
dit kan in de eerstvolgende dagen wel
worden verwacht. Wij bepalen ons dus tot
opsomming der acht amendementen,' die
reeds zijn ingediend en toegelioht.
lo. van den heer Mackay en Van
Alphen strekkende om a. het kiesrecht
slechts bij niet-aangeslagenen in de rijks-
belasting aan een woning te verbinden,
en dan als eisch te stellen, dat de bewoner
slechts éémaal binnen een jaar is verhuisd
of een vol jaar een woning heeft bewoond,
en niet, gelijk de minister voorstelt, een
verblijf van drie maanden in één woning
reeds aanspraak geeft op kiesrecht; b. de
negatieve bewijzen van veroordeeld zijn
door den burgerlijken of militairen rechter
uit het artikel te doen vervallenc. geen
kiesrecht te verleenen aan hem, wiens
vrouw of minderjarige kinderen aan bede
larij of landlooperij doen d. de schrijf
proef uit het artikel te lichten
2o. van de heeren Roilll, van der Kaay
on Zijp om ook kosteloos verleende ge
neeskundige hulp als onderstand, die van
het kiesrecht buitensluit, aan te merken
3o. van den heer Levy om het niet-
bedeeld zijn te bepalen op drie jaren
4o. van den heer Tydeman om ook in
directe ondersteuning voor onderhoud te
doen doorgaan;
5o. van den heer v. d. Feltz om ver
plaatsbare woningen en schepen, de laatste
beneden de 25 ton inhoud, niet als wo
ning aan te merken;
6o. van den heer Gerritsen om de alinea
betreffende het uiet betalen van do rjjks-
belasting te laten vervallen
7o. van den heer Haffmans om het eerste
lid aldus te doen luiden:
„Zij acht het voorzien in eigen onder
houd en in dat van bet gezin aanwe
zig,” en
8o. van de heeren Viruly Verbrugge
en de Kanter, bedoelende uitsluiting van
hen, die herhaaldelijk veroordeeld zijn
wegens dronkenschap.
aanleiding zou geven tot geheele misluk
king, trok het in, nadat de minister ver
klaard had, dat hij er in geen geval ge-*
noegen mede nemen kon De leider der
antirevolutionairen toonde door zijne hou
ding, dat hij oprecht de totstandkoming
eener nieuwe kieswet verlangt, en han
delde dus als een verstandig staatsman
en een goed vaderlander. Als een ver
standig staatsman, omdat hij natuurlijk
casu quo de aangewezen man zou zijn,
om in de door zijn toedoen ontstane ver
warring weder licht te scheppen en dit in
de gegeven omstandigheden hem zeer moei
lijk zou geweest zijn. Als een goed va
derlander, daar het belang des1 lands hem
meer waard was dan een oogenblikkelijken
parlementairen triomf voor hom en zijn
partij. Zijn voorstel het verleenen van
kiesrecht in de eerste plaats aan gezinshoof
den, in overeenstemming zooveel doenlijk
met het huismanskiesrocht van hot anti
revolutionair program komt thans weer
aan de orde bij art 4. De crisis is dus
door zijn terugtreden alleen verdaagd.
Thans moet worden uitgemaakt in welke
gevallen de wet aanneemt, dat het ken
teeken van art. 3 bij een ingezetene aan
wezig is.
Het groote gevaar nu bij dit artikel
ligt in de houding, die den minister van
den beginne af heeft aangenomen Hij is
alleen te rade gegaan met wat de voor
hoede zijner partij wenscht. Terecht zei
de heer Mackay in dezelfde rede, waar
mede hij zijn amendement introkde
minister heeft een groote verantwoorde
lijkheid op zioh geladen, toen hij, wetende
hoe de Kamer is samengesteld, uitsluitend
steun zocht en nog zoekt bij de
uiterste fractie zijner partij. Blijft hij
daarin volharden en stokstijf op zijn stuk
staan, dan is er groote kans, dat er voor
hem geen meerderheid is te vinden en
dat hij zijn eigen kind vermoordt.
De stand der zaak is nu deze. Art. 4
moet -- krachtens het aangenomen
art. 3 omschrijven wie „in eigen on
derhoud en dat van zijn gezin” voorziet.
Het eischt daarvoor dat de kiezer aan
niet minder dan acht, deels positieve deels
negatieve eischen moet voldoen:
lo. dat hij niet in de „drie laatstver-
loopen” (vóór welken dag?) maanden of
anders ten hoogste eenmaal in het vorig
jaar verhuisd is
2o. dat hij of zijn vrouw of minderjarig
kind in ’t laatste jaar niet officieel be
deeld is
3o. dat hij in de 3 laatste jaren niet
is veroordeeld wegens bedelarij of land
looperij of tot plaatsing in een Rijks-
werkinrichting
4o. dat hij niet een vonnis tot gevan
genisstraf van 4 jaren of langer te zijner
laste heeft;
5o. dat bij niet uit den militairen dienst
is weggejaagd;
6o. dat hij niet zich opzettelijk aan de
verdedigingsplichten heeft onttrokken;
7o. dat bij zijn directe njksbelasting
geheel heeft betaald;
8o. dat hij lezen en schrijven kan, blij
kens een schriftelijke aanvraag.
Wie een dezer eischen mist, wordt
achtniet in eigen onderhoud en
van zijn gezin te voorzien.
Ieder gevoelt, dat hier wat hapert. Ieder
die niet lezen kan, voorziet niet in eigen
onderhoud. Iemand die uit den militai
ren stand is weggejaagd, blijft zijn heele
leven onbekwaam om zijn brood te ver
dienen. Zoo kan men voortgaan. De
fout is, dat de minister het er op gezet
heeft één enkel kenmerk van geschiktheid
en welstand te deoreteeren. Door fictiün
moeten nu alle redenen van uitsluiting
en onwaardigheid daarbij aangepast wor
den. Intusschen er zijn enkele eischen
onder, die werkelijk doen vermoeden, dat
iemand in zjjn onderhoud voorziet Maar
naar de meening van een aantal leden der
Kamer behooren die eischen met andere
te worden aangevuld En nu is de vraag,
of de minister genoegen zal nemen met
aanvullingen, die zijn eigen stelsel tot
grooter waarheid zullen makendie wer
kelijk waarborgen aanbieden dat zij, die
niet in hun onderhoud voorzien, blijven
uitgesloten. De heer Tak zegt zelf dit te
willenin beginsel kan hij dus zich ne-
derleggen bij alle voorstellen die over
eenkomen met het in art. 3 nedergelegde
kenmerk. Wij meenen te mogen aanne
men, dat de groote meerderheid der Kamer
werkelijk groote uitbreiding der kiesbe-
601D8CHE UH II1 NT.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per dne maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.