a
PRINSES VERA.
Maandag 13 Maart 1894.
cht.
Èke
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
BINNENLAND.
No. 6399.
FEUILLETON.
cht,
at in 100
ennen<
da.
en?
DE BESLISSING.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
zjj werd naar de barak overgebracht
■jjgbaaf en
1 reep.
ktional
on de
en*.
legen punt
tt de wer
Geneiing
i fc Zoon.
Sr ren
ren ca-
’de van
gold bij
k“*i via-
jave
1.01 INIIC Hit III\T
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
Vrijdagavond vergaderden bij den heer Van
den Bergh te Stol wij kers luis de volgéhde heeren:
Johan M. van Hoek, voorzitter der R. W. V.
die in de
de veetiger
iworden ie
igen vrou-
t gemaakt
irking van
iVoudigate
d aanga-
e verdrin-
liohaam en
rordeln en
rreeseyke
eld. Dan
oorsuizen
iekte. Al
luwziek en
Door dr. Levedag is een geval van pokken
geconstateerd bij Judith van Straten, die een
paar dagen in het Gasthuis werd verpleegd;
beiden zijn als zusters, een zeer deftige vriendin!”
Juffrouw Henning knikte eerbiedig, de bankier
Gotthardt was schatrijk en een hoogst aanzienlek
man.
«We zyn als familie onder elkander,” voer juf
frouw Möller voort; »de goede Natalie is bij ons
als thuis, nu wat ik eigenlyk zeggen wilde,
juist, madame Bomer is natuurlek ook mee naar
Helgoland. Anders gaat dat niet, zei de bankier
tegen mijzij moet een wakend oog houden over
de kinderen, waarachtig, dat zei hy I”
„Maar juffrouw Gotthardt is toch geen kind meer!”
z/Neen, mijn beste mensch, ge praat echter ko
miek, geen kind meer; maaf toch een jong, zij
het ook geen piepjong meisje, en zoo fijn en voor
naam opgevoed I Alleen te reizen staat niet deftig.
Ik had wel kunnen meegaanmaar de dokter heeft
het mij wegens myne volbloedigheid verboden.”
Juffrouw Henning begreep er weinig van; maar
hield zich, alsof zij er nu alles van wist. Zy be
nijdde madame Borner, omdat zij door de flinke erfenis
van den góeden notaris onafhankelijk was geworden.
Een handwerksman is nooit onafhankelijk; de bodem
is hol en wankelend, de toekomst onzeker nevel
achtig; hem ontbreekt de vaste basis van een be
paald inkomen. Zij wist het: hunne zaak, die
vroeger zeer solide was geweest, was thans onder-
mijnd gewordenhet kapitaal had zich ook van die
zaak meester gemaakt en den baas gedegradeerd tot
knecht. De concurrentie had den vlytigen man er
onder gebracht, zoodat hij thans voor de groothan
delaars moest arbeiden, op zijne jarenl
(FovmW ntmUL
ADVERTENTIËN worden geplaatst vau
15 regels 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
■op prjjzen
tgevers en
et nummer
ntroleeren.
remieloten
en worden
;even deze
bewaard,
lificaat met
m Notaris
neerd zijn
Nijmegen,
ige en bo*
>p dit zoo
penen om
cent we*
levens een
Bij deze
f 100.—,
cent per
re premies
trde goed
rk maken,
even heeft
der zitting lezen wij,
n op de mededee-
w Wij willen het
gelooven; de geavanceerden, die den heer
Tak tot volhouden bijna gesommeerd heb
ben en de verklaarde tegenstanders van
elke ruime uitbreiding, hadden er reden
toe. Maar de meerderheid, die getoond
heeft zeer belangrijke uitbreiding van
kiesbevoegdheid metterdaad te wenschen,
zij zullen het met ons bejammerd hebben,
dat door verkeerde leiding van den minis-
Uit Waddingaveen schrijft men ons
Vrijdagmorgen had de plechtige teraardebe
stelling plaats van den heer J. van der Breggen
Az., in leven Landbouwer te Waddingaveen,
Lid van de eerste kamer der St. Gen., Dijk
graaf van Rynland, Gemeenteraadslid van
Leiden, Ridder van de Nederlandschen leenw.
Ons stil en eenvoudig kerkhof mocht het
stofieljjk overschot ontvangen van den man,
wiens naam zoowel buiten als binnen Wad
dings veen met eere genoemd wordt. Hoewel
hooge betrekkingen hem noodzaakten de laatste
jaren van woonplaats te veranderen, bleef hij
toch voor ons dorp <Waddingsveender> en
zyn wy er trotsch op aan zyne assche eene
laatste rustplaats te mogen bieden.
Waddings veender van geboorte heeft hy
tientallen van jaren niet ons geleefdmet raad
en daad de belangen der gemeente voorgi staan,
voor honderden alhier een vader en weldoener
geweest. Voor zyne geboorteplaats en voor velen
persoonlijk is het heengaan van den heer Van
der Breggen, een verlies, onherstelbaar groot!
Want al woonde hy direct niet meer in ons
midden, zyne uitgestrekte bezittingen, zyne
groofcche landbouwonderneming, bjjna eenig in
Nederland, lagen toch te Waddingaveen zijne
gedurige tegenwoordigheid alhier deden hem
Waddingsveender blyven. Vrijdagmorgen te
tien ure kwam zyn stoffelyk overschot alhier
aante elf ure had de begrafenis plaats. De
met prachtige kransen bedekte lijkkist getuigde
van eene warme vriendschap eenerzyds. De
lijkwagen, omringd door de arbeiders en ge
volgd door tal van vrienden en vereerders,
aldus bewoog de stoet zich naar de laatste
rustplaats. By de geopende groeve spraken de
heeren De Cocq en Bultman. In de schoon
ste bewoordingen brachten zy hunne hulde
aan den overledene, en eindigden met het uit
spreken van een laatst, doch hartelijkVaar
wel I Vaarwel
zij volhardend zeide, op den Uilenhorst, en g.l.
hoopen en bergen bezat, wegreizen en tusschen
sobers wonen kon I
«En dat juist in den mooisten tijd van ’t jaar,
mijn beste juffrouw Hinning,” sprak zij tot hare
oude vriendin, de hoedenmakersega uit Altona, «wat
dunkt u daarvan P”
«Ja, lieve vriendin,” meende juffrouw Henning,
die op de vorande van de uit „De Gouden Druif”
gegroeide villa met hare vriendin de koffie gebruikte;
«de voorname lieden maken alles mede, omdat het
de mode is, al is de vischluoht op Helgoland of
Norderney ook om weg te loopen ’t Is werkelijk
komiek, want voor de gezondheid gaan de meesten
toch niet naar de zee, hoewel mijn Heinrich....
«Nu, onze Vera toch!” \riol juffrouw Möller
driftig in. Möller wild het volstrekt niet hebben.
Hij wilde ook niet toegeven, dat Vera er bleek
uitzag en versterking noodig had, en bromde zoo
wat in zyn baard van geldverkwisting. Nu, dat
beviel onzen dokter niets en hij speelde geducht op
zijn poot. Ge moet weten, dat we een vasten huis
dokter hebben, die ons geregeld komt bezoeken,
ziek of gezonddat behoort ook al tot de mode,
waarover mijn Heinrich altijd praatjes maakt, daar
hy meent, dat de dokter ons spoedig vanzelf ziek
zal maken. De mannen van het soort als de myne
en de uwe begrypen daar nu eenmaal niets van 1
Waarvoor woont men dan zoo deftig, als men zich
niet een beetje voornaam gevóélen kan Zie-
maar drink toch eens uit, de koffie //Mocca,” ge
heel onvermengd, ik houd niet van die mengery,
éen soort en dan goede, en ook geen byvoeging
van cichorei of anderen kraam, ik drink geen too*
voor de Ryks-
‘D_ )men 26
en 17 vrouw.). Toe
lal (6 mann. en 16 vrouw)
»e klasseMej. D. C. Vorster.
2e klasse: M. Boognardt, Mej. F.
Borne, C. W. Schriek en A. C.
ter weder een gewichtige hervorming is
mislukt en dat verwarring ,en stilstand
opnieuw onze staatszaken zullen schaden.
Het lijdt bij ons geen twiffel of de heer
Tak heeft deze debldcle op zijn geweten.
Over tegemoetkoming van do «ijde zijner
oude vrienden heeft hij niet te klagen
gehadmaar hij heeft steeds moedwillig
de toegestoken hand afgewezen. Voortge
stuwd door zijn getrouwen, bleef hij hals
starrig op zijn stuk staan, waar hij met
het oog op de samenstelling der Kamer
zeemansschap had moeten gebruiken. CW
beau, mais ce n'est pas de la politique,
zeggen wij den heer Van Houten na. Wie
in de staatkunde wat tot stand brengen
wil, moet zich voorloopig kunnen neder-
leggen bij het bereikbare, al moet de strijd
later voortgezet worden. Finale oplossingen
zijn in de staatkunde illusie. Onplooibare
karakters behooren in destudiekamer tehuis.
Hij en zijne vrienden hebben zich blijkbaar
vergist in de antirevolutionairen. Zij waren
doof voor de achterhoede hunner eigen
partij, omdat zij meenden die te kunnen
missen, nu „de Standaard” met hen ééne
lijn trok. Op het laatste oogenblik bleek,
dat ook die partij niet de onvervalschte
Tak-formule wilde aanvaarden. Deze mis
rekening moest tot eene catastrophe leiden,
welke had kunnen vermeden worden, als
van den beginne meer gelet was op het
bijeenhouden der liberale partij en minder
op het aanwerven van hulptroepen bij de
tegenpartij.
Wat nu Twee wegen staan open. Tak
gaat heen of de Kamer wordt ontbonden.
Naar onze meening, bestaat er voor het
laatste geen aanleiding. De Kamer heeft
niet geweigerd eene ruime kieshervorming
toe te staan integendeel de groote meer
derheid heeft blijk gegeven, dat zij bijna
tot de uiterste grens der grondwet wil
gaan. Had de Regeering zich bij het
amendement-De Meijier nedergelegd, dan
ware het aantal kiezers zeker verdubbeld;
de werklieden, die bij hun ééne kamer
nog een ander hokje hebben, zijn overal
de regel, rien déplaise de opgeschroefde
bezwaren der heeren Heldt en Veegens.
Men kan dus geen ontbinding motiveeren
door diepgaand verschil over een aange-
t van regeeringsbeleid. Het be-
GOUDA,’10 Maart 1894.
Aan het toeïatings-examen i
normatylU^Ben alhier hebben deelgenoi
kandidi;l/e,n (9 mann.
gelaten KW (6 mann. en
T(k>l
C. v. d.
Ver zijl.
Tut de le klasseW. J. de Jong, K. W.
F. Spruyt, J. J. Cornelissen, C. Houdijk, C.
A.H. Taminiau en de jongejuffr. J. G. de
M<n, M. J. Dirkzwager, S. W. Rond, A. W.
Guoenendaal, H. Vetter, G. Th. Voordouw, A.
Schilling, G. Blommendaal. J. H. Vetter, A.
M. Grebe, C. Grendel en J. M. v. d. Hoeven.
Het kan wel niet verwonderen, dat wij
dadelijk den indruk hier wedergeven, die
de verraeeende gebeurtenissen in de Kamer
op ons gemaakt hebben.
Wij behoeven niet te zeggen, dat die
afloop voor ons eene groote teleurstelling
geweest is. Wij hadden er altijd voor ge
vreesd, omdat de weinig meegaande houding,
welke de heer Tak van den beginne aan
nam tegenover zijne partijgenooten, die in
gemoede zijne voorstellen niet rijmen kon
den met de grondwet en het staatsbelang,
een groot gevaar bleef. Het partijver
band heeft zijn grenzen, die zelfstandige
menschen niet kunnen overschrijden. Maar
juist in de laatste dagen, was er eenige
hoop bij ons opgekomen, dat alles ten
slotte nog terecht zou komen. De zooge
naamd conservatief-liberalen hadden haar
eischen zoo laag mogelijk gesteld en uit
hun voorstel alles verwijderd, wat de heer
Tak als niet in overeenstemming met het
beginsel der wet afkeurde en de minister
scheen op het laatst geen onoverkomelijke
bezwaren te hebben. Wel kon hij de aan
neming van het amendement-De Meijier
niet aanraden, maar vierkant er zich tegen
verzetten, deed hij niet. Kom aan, dachten
wij, dat geeft den burger moed. Zelfs de
heer Tak wordt vatbaar voor gemeen
overleg en toont zich beter staatsman dan
zijne houding tot dusver en zijne reputatie
deden vermoeden. Doch wij kenden de onna
speurlijke wegen des ministers niet Men
zegt, dat het adfies van andere ministers,
vooral Pierson, hem in de laatste dagen
de handen bond, doch ten slotte schijnt
hij toch zijn eigen hoofd te hebben ge
volgd.
In de verslagen
dat beide bravo’s volgden
ling der Regeeringsbank.
88)
Helmuth was er nooit goed over tevreden geweest,
dat hij indertijd den moordenaar, die Vera’s moeder
vergiftigd moest hebben, niet had kunnen achter
halen. Nog altijd dacht hij na over de raadsel
achtige wijze, waarop de misdadiger aan zyne handen
ontkomen was, en najaren was hij nog nijdig op
den dommen hoedenmaker uit Altona, die intusschen
als baas en burger zijner vaderstad een eerzaam
familievader was geworden.
De overleden notaris had zyne huishoudster, ma
dame Borner, zeer rijk in zijn testament bedacht,
zoodat zij voor alle stoffelijke zorgen gevrywaard
was. Alhoewel zij zich nu geheel onafhankelijk had
kunnen maken, nam zij toch den voorslag van juf
frouw Gotthardt om bij haar te komen en een soort
juffrouw van gezelschap te worden dankbaar aan,
vooral ook omdat de bankier de villa op den Uilen
horst als zomerverblijf voor zijne dochter had gekozen
en de goede Borner zoodoende de oude, haar zoo
dierbare plek weer mocht bewonen.
Het was een heeten middag in den zomer.
De gordynen der witte villa hingen allen neer;
want de bewoonsters bevonden zich op de badplaats*
Juffrouw Möller, die zich zeer prettig in haar
friseh, vriendelyk huisje bevond, kon het maar niet
begrypen, hoe een mensch, die een «Rille”, zooals
treft grensgeschillen, verschil van meening
van iets meer of minder, waarvoor in nor
male omstandigheden geen beroep gedaan
wordt op de kiezers. Het gaat toch niet
aan de kiezers uitspraak te laten doen
over de quaestie: kiesrecht verbonden
aan één kamer of aan een kamer plus een
keuken (achterhuis). Dat toch zou het
eenige shibboleth kunnen zijn. De belache
lijkheid daarvan springt zoo in het oog,
dat wij weigeren te gelooven, dat het
daartoe komen zal.
Veel meer ligt voor de hand de optre-
ding van een kabinet geheel nieuw of
het1 tegenwoordige gereconstrueerd dat
zich tot taak stelt, zoo spoedig mogelijk
de kieshervorming af te doen. Met de
voorhanden bouwstoffen kan een ontwerp
spoedig gereed en voor Januari aangenomen
zyn. De Kamer zit dan haar tijd uit en de
nieuwe wordt volgens uitgebreider plan
gekozen. Men weet thans proefondervin
delijk wat jjnen aan de Kamer en de
grondwet heeft. Een minister zonder Taks
dogmatisme kan betrekkelijk spoedig den
afgebroken arbeid hervatten en met eeni-
gep tact zal hij daarin zeker slagen,
omdat ieder hartgrondig verlangt, dat dit
omftrwerp eindelijk van de baan rake.
Deze laatste oplossing lijkt ons de natuur
lijkste en het meest in ’s lands belang.
>Thor,« Aug. van Oorschot, voorzitter der W.
V. de Antiloop,< D. IJsselstijn Gzn., secre
taris der W. V. »de Antiloop*. De heeren
L. H. Teenders en Frans Netscher, hadden
schriftelyk kennis gegeven van hun afwezigheid.
Besloten werd een voorloopig comité te vor
men, ter evehtueele vestiging van een wieler
baan hier .ter stede.
Nadere bijzonderheden zullen eerst later
bekend gemaakt worden.-
gen na inde gezond heidakoffie, en daarmee moet ik by
mijn Hein ook niet komen I” B
«Ja, gij kunt het krijgen, lieve vriendin!” zuchtte
de andere. «Gij hebt uwe schaapjes op ’t droge
wy moeten er wel een stukje cichoiei bij voegen,
de ry is te groot...”
«Nu, het doet ook niets,” troostte juffrouw Möl
ler; «wij blijven toch de oude vriendinnen; drink
maar fiks toe, ik maak meer van die soort I
Wat ik zeggen wilde juist, onze Vera is toch
een ware engel, niet waar?”
«Ja, dat is zy,” nikte juffrouw Henning «zy
was reeds als kind een engel, maar nu,
men weet er zoo geen woorden voor, zal er ook
spoedig eenen vinden, he?”
«Eénen Twaalf aan iederon vinger I Maar
gij weet, wie de keus heeft, heeft de kwelling 1
Nu, wy maken ons daar nog niet druk mee, zy is
nog te jong; we willen haar ook volstrekt niet
dwingen. Heinrich heeft groote verwachtingen van
den jongen Reimann.”
«De zoon van den rijken scheepsmakelaar?”
«Dezelfde I ’t Is een bupeoh jongmensen, dat
moet men zeggen, vlug en flink, éenige zoon, erft
alles,! en is reeds compagnon van den ouden.”
„Een goede party
AdaAwerkelyk een goede partij, en Karel Reimann
is öop onze Vera, rein mal, juffrouw! Maar al
zoW^JKöller het ook duizendmaal wenschen en er
niets’tegen hebben, zy mag hem toch niet!”
«Vera mag hem niet?”
«Neen, ik heb haat gevraagd wat helpt
al dat lange er omheen draaien? voor zy met
juffrouw Gotthardt naar Helgoland trok, nu, dia