K! >de. I EKJES, rEB i Ï8> yr Art. 80 der Grondwet. Op hetHwelijksbureau. stbode, en. Loon f 80 jurant. i ZN. t es.- Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. No. 6333. Zaterdag 21 April 1894. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des'midd. Muziek! FEUILLETON. JAP. il Cent Spin, i dezer Cou- otprys van groot, men 7 «MER it Kappen, llee in goeden nummer. deel. r stuk. erde Werken, n. •GU81I lat 32ste Jaargang. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. IMG. RS Jz. I het Neder* we 8 kiezer worden '•den op de (Slot volgt.) -4* orden, bo ven de lende Feestdagen. 1.25, franco per i WINKEL '>(Vit het Rotterd. Nieumbl.) )ÜDB \dtweg. ;en 1 MEI ge- f' oote collectie Iden prijs is nd adres. DAGEN. .«egging van j duurt, of hechtenis zyn. s der Zelf de uitspat- Jalousie* wor- delaars J. vam IiOUNIIE COUKANT ADVERTENTIËN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en De prijs per drie maanden is post 1.70. geschiktheid en afb. Prps verschrik- eugd lydt, sering, die 1 van een y het Ver markt 34, et bedrag, :en boek- bij: d echtheid ia steeds voor tra der Firma scheiden blikken barer omgeving haar ontzettend hinderden. Zij keerde terug naar de hoofdatad. Eens toen, zy in stilte weende op haar kamer, door spytig verdriet overstelpt, kwam het kamer meisje binnen en zeide, dit ziende, tot haar Mevrouw moest maar weer gaan trouwen. Weer gaan trouwen Zij had er reeds over ge dacht. Na een jaar van scheiding, teleurgesteld in haar verwachtingen, was zij er langzamerhand toe gekomen te denken aan een tweede huwelijk. In de bladen had zij advertenties gelezen van onbeken den, huwelijksaanvragen van menschen, die ernstig- gemeende aanzoeken konden zijn van zwaar beproefde lotgenooten, als zij, geneigd tot het doen van groote concessies, ten einde het verloren geluk te herwinnen. En Justine, het kamermeisje, dat thans het besluit barer meesteres kende, gaf haar het adres van een huwelijksbureau. Waarom niet?... In de advertenties gaven alle dames dit als haar adres op... En mevrouw weet zeer goed, dat haar echtscheiding altijd voor haar een hinderpaal zal wezen om zich ie bewegen in de wereld barer vrienden. Op een goeden dag, droefgeestiger dan ooit, en moer dan ooit hare verlatenheid gevoelend, was zij bescheiden gaan aankloppen aan de deur der haar door Justine aangewezen woning. Een beleefd dienstmeisje met lachend gelaat liet haar in een met smaak gemeubeld salon. Na eenige minuten wachtens verscheen een dame met een eerbied-afdwingende houding, waarin veel bevalligheid was maar ook iets, dat terstond ver trouwen inboeumdo' Haar reisgenooten zouden zijnJustine het ka mermeisje, zoo geheel en al op de hoogte van haar wenschen en gewoonten, en Willem, haar zoon met zijn lange, blonde, krullend op de schouders neder- vallende haren, zyn open oogopslag en zyn uitge laten vroolijkheid. Aan sympathie en achting zal het haar gewis niet ontbreken. En het verwondert baar niet meer, dat er zooveel vrouwen gevonden worden, die echtscheiding een gelukkige uitvinding noemen. Vier maanden later. Zy heeft zich stipt aan haar programma gehou den de landen, die zij van plan was te bezoeken heeft zij bezooht, in Gelderland heeft zij den laat- sten tijd doorgebraoht. Waarom is zij niet voldaan? Zij doet zich die vraag onophoudelijk, zich de dagen herinnerend, die er verloopen zijn sedert baar hu welijk is ontbonden. Helaas I haar vrijheid heeft haar niet gebracht- wat zy verwachtte. Op de badplaats, waar zij ken, nis maakte met een zeer gedistingeerde familie bemerkte zij, na enkele dagen, dat men haar met koelheid begon te bejegenen. De vader en de moe der van het gezin zochten haar niet meer zoo ijverig op, ja vermeden het, haar naar het casino te ver gezellen of met haar langs het strand te gaan wan delen. Daarentegen omringden haar do op avon turen beluste mannen, die als 'tware eene lijfwacht vormden. En zij gevoelde om zich heen een groote vermindering van achting en consideratie te haren opzichte. Op reis, in den vreemde, in de groote steden van Engeland en Schotland, had zy niet minder geleden. Erger wae het in Gelderland, waar haar de onbe* Art. 3 en Art. 4 van het ingetrokken Ontwerp-Tak. Artikbl 3. Deze wet houdt voor kenteeken van geschiktheid en voor kenteeken van maatschappelijken welstand, het voorzien in eigen onderhoud en in dat van het huisgezin. Artikbl 4. Zij aoht het bezit daarvan aanwezig bij hem, die gedurende de drie laatstverloopene maanden, in eene zelfde woning is gehuisvest geweest, of, gedurende het laatstverioopen burgerlijk jaar, hoogstens eenmaal van woning is veranderd gedurende het laatstverioopen bur gerlijk jaar zelf evenmin als zijne vrouw of minderjarige kinderen, onderstand heeft genoten van eene instelling van weldadigheid of van een gemeentebestuur; niet gedurende de drie laatstver^ loopen burgerlijke jaren onherroe pelijk is veroordeeld wegens bede larij wegens landlooperij of tot plaatsing in eene Rijkswerkinrloh- ting; 1 niet wegens misdrijf onherroepelijk Is veroordeeld tot eene vrijheidsstraf van vier jaren of langer niet door den militairen rechter is ontslagen uit den militairen dienst, met onwaardigverklaring om bij de gewapende macht te dienen zich niet opzettelijk aan den bij de wet opgelegden krijgsdienst of aan eene bij de wet opgelegde verplich ting ten aanzien van ’s Rijks verde diging heeft onttrokken; zijne over het laatstverioopen dienstjaar versohuldig e aanslagen in de Rijks directe belastingen in het laatst ver loepen burgerlijk jaar in hoofdsom en opcenten heeft vol daan en, door eene overeenkomstig de bepalingen der wet ingerichte aan vraag om op de lijst der kiezers te worden geplaatst, het bewijs heeft geleverd dat hij kan lezen en schrij ven. Wie zouden dus kiezer geworden zyn volgens het ingetrokken Ontwerp-Tak De mannelijke meerderjarige ingezetenen des Rijks, tevens Nederlanders, die voorzien in eigen onderhoud en in dat van het huisgezin, (aangenomen in de Tweede Kamer met 80 tegen 13 stemmen). Wie zouden volgens datzelfde ontwerp voor altjjd zyn uitgesloten? P. De zwervende bevolking. 2°. De bedeelden, ook indien vrouw of kin deren bedeeld worden door eene instelling van van weldadigheid of een gemeentebestuur, gedurende het laatstverioopen jaar. 3°. De veroordeelden wegens bedelarij of landloopery. 4°. De veroordeelden wegens misdrjjf voor 4 jaren of langer. 5°. De veroordeelde militairen met ontslag uit den krjjgsdienst. 6°. De deserteurs en allen die zich aan den krijgsdienst onttrekken. 7*. Allen die hun Dir. Belastingen over het laatstverioopen jaar niet'betaald hebbeh. 8*. Allen die niet kunnen lezen en schrjjven. Daarenboven tjjdeljjk ook (volgens art. 5). 9q. De onder curateelen gestelden. 10°. De veroordeelden met ontzej kiesrecht, zoolang deze ontzegging c. 11°. Alle die in gevangenis c*u- 12°. Allen die niet op de kiezerslijsten staan. Nu vragen wjj in gemoede hebben sommige Conservatieven het volk misleid of niet door te zeggen, dat het ontwerp-Tak in stryd is met de Grondwet, omdat het ons een allemans- Idesrecht geeft? Die bewering is en blyft een oneerlijk strijdmiddel I Wy eerbiedigen ieders denkwyze, ook van hen, die in art. 80 iets anders lezen dan wy maar dan hebben wy het ook het volle recht van anderen te eischen, dat zy onze denkwyze en lezing van art. 80 eerbiedigen en dat zy ons niet de grove beschuldiging van landver raad naar het hoofd slingeren door in strooi biljetten, couranten en redevoeringen te zeggen, dat wy voorstanders der finale kiesrechtuit- breiding de grondwet schenden. En toch hebben de conservatieven ook in ons district zich niet ontzien gebruik te maken van dit oneerlijk strijdmiddel. Kiezers leest en herleest het artikel Pro fessorale adviezendat weldra in de verkie- zingscourant >De Herstemmingen* zal ver schijnen. Gij vindt daarin verklaringen van I. J. Oppenheim, hoogleeraar ‘in staatsrecht te Leiden »dat ook aan den eerbied voor de gedachte der Grondwet in geen enkel opzicht wordt te kort gedaan, door de eischen voor de kiesbe- voegheid zóó te omschryven als in het inge trokken ontwerp was voorgesteld II. H. L, Drucker, hoogleeraar in de Rechten te Leid^Fjl >De ondergeteejprae verklaart, dat hij noch het oorspronkelyke, noch het gewyzigde ont werp der Regeering tot regeling van het kies recht in stryd acht met de Grondwet.* III. H. Krabbe, idem te Groningen. >In overeenstemming met het gevoelen van myn leermeester Buys, acht ik het ontwefp- kieswet der Regeering met de Grondwet niet in stryd.* 1) Hét is de dag na de rechterlijke uitspraak. De eitch van Mevrouw Charmeite om echtscheiding is toegewezen, terwijl haar zoontje van vier jaar, haar Willem, bjj haar blijft. Een pensioen ia haar toege staan voor zijn opvooding en geheel haar huwelijksgift is haar ongeschonden teruggegeven. Zij zal niet ongelukkig zijn, want zij heeft twaalfduizend gulden rente, en bovendien een prachtig gemeubileerde villa even buiten de stad. 'Op dien schoonen Juni-morgen lachte de toekomst haar vroolyk tegen, zy was bijna gelukkig, nu zy een nieuw leven, dat haar veel beloofde, zou begin nen. Haar ouden aristocratischen familienaam Van Voorthuizen tot Zevenhoven die haar veel meer behaagde, dan dien van Charmette, had zij weder aangenomen, al was dat de naam van een degelijk ingenieur, waarvoor zij nooit behoefde te 'blozen en die haar eenmaal lief was. Waarom ook had de drager van dien naam haar zoo onwaardig bedrogen? Reeds begon zij na te denken over de verdeeling van haar tjjd. Eerst naar een badplaats; dan een reis naar Engeland en Schotland. Daarna wilde zij eenigen tijd in Gelderland verblijven. Haar toiletten waren besteld; de nieuwe romans lagen reeds op dn tafel. Maar zeker, zy kon worden uitgehuwelijkt, en wel zeer gemakkelyk, en zeer spoedig Zy was immers een schoone bekoorlijke vrouw, wel waard door een man te worden bemind IRijk, niet waar? Dertig jaar, blond zonder twijfel, zy zou een heer behagen van goeden huise, weduw naar, zonder kinderen, vijf en veertig jaar oud, een cliënt van het huis Zeventien duizend gulden rente van landerijen en huizen Het was niet te verwerpen I En zacht sprekend zei mevrouw Van Voort huizen Hoe, mevrouw, komt het, dat die heer in de relaties die hij had, niet gevonden heeft degone, die hem behaagde?... Er moet stellig iets tegen hem zijn, wat gy niet weet... Niets, mevrouw. Zie 'hier waatom. Het mee- rendeel der personen, die wij uithuwelijken, komt niet tot ons, maar wordt ons aangewezen door hun eigen vrienden. Dezen die daarVoof krygen, wat wij vcommissielooQ* noemen wijzen vrijwillig de huwbare personen aan. En die goedgunstige be middelaars belasten zich met al de voorloopige werkzaamheden, zonder dat de belanghebbenden zel- ven het vermoeden. Mag ik zijn naam weten, mevrouw?... Ohu begrypt, dat die ods geheim is. Indien u er in toestemt dien heer te zien, zal ik het zoo schikken, dat hij hiel komt op het uur, waarop u hier kunt zijn en kunt gij met hem spreken zooals men in een salon eauseert, met personen, die men er ontmoet zonder dikwijls hun namen te kennen. Daar ons herhaaldelyk gebleken is,datsom- mige kiezers niet juist weten wat er in Art. 80 der Grondwet staat, houden wy het voor nuttig dit artikel nog eens onder de aandacht der kiezers te brengen sDe leden der Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen door de mannelijke ingezetenen, tevens Nederlanders, die de door de kieswet te bepalen kenteekenen van geschikt heid en maatschappelijken welstand bezitten en den door die wet te be palen leeftijd, welke niet beneden de drie en twintig jaren mag zijn, heb ben bereikt. De wet bepaalt, in hoeverre de uitoefening van het kiesrecht wordt geschorst voor de militairen bene nden den rang van officier bij de zee- en de landmacht voor den tijd, gedurende welke zij zich onder de Wapenen bevinden. van de uitoefening van het kies recht zijn uitgesloten zij. wien dat recht bij rechterlijke uitspraak is ontzegd; zU die in gevangenschap of hechtenis zijnzij die bij rech terlijke uitspraak de beschikking of het beheer over hunne goederen hebben verlorenzU die in het bur gerlijk jaar, voorafgaande aan de vaststelling der kiezerslijsten, van eene instelling van weldadigheid of van een gemeentebestuur onderstand hpbben genoten en, voor zoover de kieswet, hetzü zeker bedrag van den aanslag In eene of meer Rijks directe belastingen, hetzij het bezit van een of meer grondslagen van zoodanigen aanslag als vereischte van kiesbe- voegdhei i steltzij die hun aanslag In die belasting of belastingen niet hebben voldaan.” Welke eischen stelt dus de Grondwet aan den kiezer? Hy moet: 1°. mannelyk ingezetene, tevens lander zyn, 2°. minstens 23 jaar oud zyn, 3°. kenteekenen van geschiktheid en wel stand bezitten. Wie kunnen volgens deze Grondwet nooit kiezer worden 1*. De veroordeelden met verlies van kies bevoegdheid. 2°. Da gevangenen. 3Q. De onder curateelen gestelden enz. 4*. De door eene instelling van weldadigheid of door een gemeentebestuur bedeelden. 5°. De wanbetalers van Dir. Belastingen, voor zoover een census wordt aangenomen. IIII. J. de Louter, hoogleeraar in het staatsrecht te Utrecht. Deze zegt dat art. 80 der' Grondwet daérom is aanvaard, omdat zy niets prejudicieert en den wetgever volkomen vry 'laait I V. W. L. P. A. Molengraaff, hoog leraar in de Rechten te Utrecht. Indien da geschiedenis van art, 80 der Grondwet iets duidelyk leert, dan is het dit, dat de grondwetgever den wetgever geheel vry keelt willen.laten, zoowel in de bepaling van de mate van geschiktheid en maatschappelijken welstand, die de kiezer zou moeten bezitten, als in de aanwijzing van de kenmerken daarvan.* Een soortgelyk ontwerp als het ingetrokken regeerings-ontwerp >kan dus nimmer in Sirjjd1 zjjn met den geest of de bedoeling van~3ê ff rond wet >Het ingetrokken regeerings- ontwerp streed niet met de letter, maar ook even stellig niet met den geest of de bedoeling van de Grondwet, 'VI. G. A van Hamel, idem te Am sterdam. Omtrent de kenteekenen van geschiktheid eh welstand zegt hy»In die keuze van dig kenteèkenen is hy (de wetgever) echter vólkomen vry ook in de nadere omschrijving en aanduiding. be Regeering heelt, volgens myn wetenschappelijke overtuiging in de sa menvatting van haar artt. 3 en 4, aan de opdracht der Grondwet naar haar eikeh vol daan VII. J. F. Bu^s in leven hoogleeraar in het staatsrecht te Leiden, door een ieder er kend als de hoogste staatsrechterljjke autori- r teit in den lande, schryft in *De Grondwet.» «Het zoogenaamde allemansstemrecht is onge twijfeld uitgesloten, maar alléén op grond van de tweede en derde zinsnede (houdende de uitsluitingen.)» «Zeker de Wetgever moet kenteekenen aannemen en grenzen stellen; maar zy is bevoegd vrede te hebben met een mnnr, waar een kind overheen stapt.» De grond wetgever verlangd *dat hier de beslissing worde gelaten aan den wil van den wetgever, zoodat deze slechts het bestaan van dien wil heelt te openbaren, om zeker te zijn, dat zy getrouw blyft aan den geest der Grondwet.» En verder in een Gids-opstel, waarin liy het regeeringsvoorstel op zich zelf niet kon goedkeuren, zeide hy: «Wyk ik dus hier van de zienswyze der Regeering vry ver af, daarentegen sta ik ge- heel aan hare zyde voor zooveel het de op vatting van de Grondwet betreft Een ieder, die lezen kan, leze en oordeele zelf!

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1894 | | pagina 1