I I Maandag 7 Mei 1894. 33ste Jaargang. No. 6344. BINNENLAND. De laatste eener Familie. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 77. tmstein H .1 If tSVlLLETOX. M. sist. 'N, id met fU» van f 1094.— iP nt >r resp. national tion de enz. AN k ZOOM. T De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per dne maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. ricatie ter van de HE (Naar het Frantch.) bij de Ryks- G. Benoemd is tot onderwijzer aan de Chr. school aan de Middelstegracht te Leiden de beer J. Klomp, van Ammerstol, die de be noeming heeft aangenomen. De hoofdelyke omslag te Berg-Ambacht is, voor het dienstjaar 1894, door den gemeente raad vastgesteld op f 2472. De hoogste aanslag bedraagt f 167,50. De heer H. L. Posthumus alhier slaagde gisteren te ’s-Gravenhage by het examen tot onderwijzer. Hedenmiddag werd in Kap aanbesteed, het maken houten brug ten behoeve fiWDSCHE COURANT Als Keizer Wilhelm niest, dan wenschen zjyu hovelingen hem tegenwoordig twouwhartig: »wel bekome het u«. Dat was tot dusver hoewel in Duitschlaid zeer algemeen geen gebruik aan het Duitsche Hof. Maar onlangs, toen Z. M. een nog al hevige niesbui had en geenerlei gelukwensch werd vernomen, klaagde Z. M., ontstemd, dat niemand zich om bem bekommerde*. En sinds dien dag, zoo verhaalt het »Berl. Tageblatt,* wenscht men hem buigend toe: >Gesundheit, Majestat!* 't Is inderdaad wel zoo beleefd. Bevorderd tot brigadier-majoor veldwacht de brigadier-majoor-titulair Geltink. Een treurig ongeluk, dat als afschrikkend voorbeeld kan strekken voor wilde, vechtlustige jongens, is te Brussel gebeurd. Een twaalf jarige knaap gaf bij het uitgaan van de school een zyner makkers een schop en verwondde hem daardoor zoo ernstig in de zyde, dat de knaap een paar dagen later overleed. ADVERTENTIÈN worden geplaatst 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. De heer L. F. Redeker, gemeente-architect te Schoonhoven, ontving gisteren, bij gelegen heid zyner 25-jarige ambtsvervulling, niet alleen van het gemeentebestuur maar ook van ver schillende corporation en zeer veel belang stellenden treffende en kostbare bewjjzen van waardeering en erkentelijkheid. Keizer Wilhelm >doet« zoowat aan alles, ook aan componeeren. Te Schlitz (Hessen Darmstadt) is Zondag een lied gespeeld dat door den Keizer gecomponneerd en door den Koninklijken mnziek-directeur Klusz voor or kest gearangeerd is. Ter kaasmarkt te Oudewater waren 1.1. Vrij dag 67 wagens kaas, die samen c.a. 2500 stuks aanvoerden. Handel, tameljjk flauw. Prjjzen van f 16 tot f 21 per 50 halve kilo’s. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. ii) Hij zag de barones niet, die van boven naar bem keek en tot zichzelve zeide: „Niets bewast, dat hij ’t ia, die mij verraden heeft, en al ia dat zoo, ai heeft hij mijn verhouding tot Rudolf ontdekt, toch bemint hy mij, daarvan ben ik overtuigd. Als ik beveel, zal hij gehoorzamen en verraden zal hij my Dooit.” Zy hoorde hoe haar echtgenoot, die met den rug naar het venster zat, het uitschaterde van de pret en ziedende toorn overweldigde haar. Zonder na te denken, haalde zij uit haar zak een opschrijfboekje, dat zy steeds bij zich droeg, krabbelde iets op een witte bladzijde, scheurde het blaadje er uit, vouwde hot in vieren en waohtte tot Da Ruiter, die op de achterdeur toetrad, langs het venster kwam. Bleek, maar vast besloten, was zy gereed hem het papier toe te werpen, en haar hand had niet gebeefd, toen zij deze twee woorden neerschreef: „Dood hem I” De drift redeneert niet. Marianne bedacht niet, dat indien De Ruiter het bloedige bevel uitvoerde, dat zy hem gaf en hy beschuldigd werd, zyn meester vermoord te hebben, deze woorden voldoende zouden zyn, om te bewijzen, dat zij de medeplichtige van den moordenaar was. Zy dacht aan niets, dan de noodzakelijkheid om Rudolf van Trichtvoorde te redden, en om hem te redden, was *t noodig, dat de Omtrent de bedrevenheid der candidaten in naaien en knippen by het examen in de nuttige handwerken merkt de examencommissie te Breda op «Steeds blijft de vroeger reeds herhaald uit gesproken klacht bestaan, dat de candidaten zich te weinig hebben geoefend in het naaien en het knippen. Op een bepaalde verhouding kon een kleedingstuk volgens theorie worden geknipt, doch een voorwerp naknippen en dit te vergrooten of te verkleinen, kon slechts door weinigen naar eisch worden gedaan. Wat het naaien betreft, is de fout, hierin gemaakt, waarschijnlijk toe te schrjjven aan In eene te Rotterdam gehouden vergadering is eene afdeeling RotterdamUtrecht van den Bond voor Israel, godsdienstonderwijs in Ne derland geconstitueerd. Tot bestuurders werden gekozen het voorloopig bestuur, zynde de heeren B. Hildesheim aldaar, B. de Jongh te ’s-Gra- venhage en A.^Ketellapper te Gouda. den grooten omvang den te korten tjjd te weinig herhaling vaardigde. De fout ontstaan door gebrek Gisteren avond te half acht had de wiseel- wachter J. M., dienstdoende aan het station te Zutfen, het ongeluk onder een trein te geraken. Door zyne tegenwoordigheid van geest liet hij echter den geheelen trein over zich heengaan, wat mogelijk was doordat hy juist tusschen de rails terecht kwam. Nu bepaalde zich het ongeluk tot het ver lies van een teen en een gedeelte van zyn schoen. Gisternacht werd aan de politie te Weesp door een jongmensch, den 18-jarigen J. H., wonende in de Albert Cuypstraat te Amsterdam, GOUDA, 5 Mei 1894. We sporen onze lezers aan te profiteeren van de gelegenheid, die Apollomorgenavond tegen zulk een gering entree biedt, om iets werkelijk schoons te hooren. Wie met ons Zondag j.l. de uitvoering dier Vereeniging bjjwoonden, zullen moeten getui gen, dat een gang naar Kunstmin*, door het kunstgenot daar te smaken, ruimschoots wordt vergoed. Daar het aantal entreekaarten be perkt is, zorge men niet te laat te zyn. Als eene bijzonderheid uit de dierenwereld kan gemeld worden, dat by J. v. W. te Vuren eene kat een jong, ter wereld gebracht heeft met 7 pooten en 2 staarten; ééne poot was aan de rugzyde gegroeid. j van het vak naaien, aan tjjd van voorbereiding en aan “1!vftn |10(. gejeercle of ver- van het knippen zal zyn aan goede modellen bij het onderwys in de handwerken.» De examencommissie te ’s-Gravenhage zegt het volgende: «Vooral de bedrevenheid der aspiranten in knippen laat nog veel te wenschen over bij velen is dit te wyten aan het werktuigelyk heren en zich angstvallig willen houden aan allerlei soms lastig te verdoelen, matende teekeningen uit de handleidingen worden let terlijk van buiten geleerd, om ze dan bij het examen op bet bord te teekenen, juist naar het aantal ruitjes op de teekeningen in de boeken aangegeven; een duidelyke verklaring blijft dan in den regel ook geheel achterwege. Het naaiwerk was maar al te dikwyl slordig.» Men doe zijn voordeel met deze opmerkingen De zee was gisterennamiddag te Schevenin- gen zeer hoog. Voor het Kurhaus o. a. was byna geen strand meer; alleen vlak voor de montagne-russe bleef nog een veilige plaats over. het koffiehuis de i, iwi> uiuKen van eeq nieuwe j ten behoeve van den polder Willens ingeschreven werd door C. Luyendyk voor f1105.— D. Ameszvoor 1091. - en J. J. Duym vöor f 1080.- Gisteren werd by de Associatie Cassa te Amsterdam een cheque van fl. 3300 ter betaling aangeboden door een jongmensch, in betrekking bij de Koninklyke Waskaarsenfabriek. Bij onderzoek bleek dit stuk eene valsche onder- teekening te dragen, hetgeen aanleiding gaf tot zyne arrestatie. Hy verklaarde plan gehad te hebben naar Antwerpen te gaan. Marianne volgde hem met haar blik, tot hij ver dwenen was achter den vooruitspringenden toren. Hy nam den weg naar het huisje, dat hij met zyn moeder bewoonde, op een kwartier uur gaans van Trichtvoorde. „Hy heeft ’t begrepen,” zeide de barones tot zichzelve. „Zou hij durven? ..Als hij aarzelt, of niet dadelyk doortast, zal Rudolf dood zyn, voor ik bevrijd word van den beul, die mij verhindert de deur te verbreken van zyn gevangenis. En dan zou ik overgeleverd zijn aan de genade van De Ruiter Hij heeft het papier behouden en zal natuurlyk dreigen, het te vertoonen.” „Welnu, dan dood ik my zelve/’ besloot de schul dige vrouw, weder plaats nemend op den stoel, dien zij verlaten had om aan den boschwaohter te bevolen, haar echtgenoot te vermoorden. Elise had niets gezien en de generaal zat nog steeds te eten, voortdurend allerlei gekheid makende. Maar nu was hy eindelyk verzadigd en hij schonk zich een groot kop koffie in, welke hij opdronk met de kalmte van een man, die hoegenaamd niets heeft, wat hem in de wereld hiudert. z/Je hebt mooi praten, zusje," zeide hij, het ge sprok weder opvattend, „maar *t wordt werkelyk tijd voor je, om te trouwen. Je loopt naar de vjjf-en- twintig, vergeef me dat ik je er aan herinner, en je hebt, hoop ik, toch geen plan om een oude vrijster te worden. Dat zou al te gek zyn, en ik zou het nooit toestaan. Je beweert, dat de knappe van Trichtvoorde, die "hier buiten steeds onzichtbaar is en zich in de stad overal vertoont, je niet hot minste teedere gevoel inboezemt. Ik wil ’t gaarne gelooven en dring er volstrekt niet op aan, dat je dien knaap medegedeeld, dat zyn kameraad, met wien hy aan het varen was, verdronken was. Hy wees als plaats aan ergens in de Oude Keulsohe vaart te Smal-Weesp. Een met behulp van de Rijkspolitie inge steld onderzoek, leidde tot niets doch wel be merkte men hier met iemand te doen te heb ben, wiens geestvermogens gekrenkt waren. Hij had hiykbaar bet ouderlijk huis verlaten, was lot Weesp gewandeld en had het geheele verhaal verzonnen. In het wachtlokaal aan het Stadhuis werd hem nu tijdelijk een legerstede aangewezen, waar het hem echter na eenige uren te be nauwd werd door den rook, daar hy zyn stroo- matras in brand had gestoken. Zyn hulpge schreeuw verlostte hem nit zyn gevaarlyken toestand. Des morgens werd hij onder geleide naar den Commissaris van politie te Amsterdam gebracht. Eene door haren man verlaten vrouw, 30 jaar, werkster, gewoond hebbende Slop van Willem Kleyn te ’s-Gravenhage, heeft in den nacht van 23 op 24 April jl. hare woning verlaten en bare vier kinderen in hulpbehoe venden toestand achtergelaten. Zy is vermoe delijk in gezelschap van een 37jarigen straat- werker, die gelyktydig zyne vrouw verliet. Een arme man te Pynacker kocht een stukje grond, dat van alle kanten was ingesloten, zoodat hij er niet af kon zonder over een» anders grond te loopen, tenzy hij zich van een vlotje bediende om daarmee naar den openba ren. weg te varen. Dit laatste deed hy dan ook in den regelmaar toen in den winter zyn bootje vastgevroren was en hem levens middelen ontbraken, ging hy over den aan grenzenden grond, om zich die te gaan ver schaffen, maar werd nu deswege vervolgd en door den kantonrechter te Delft tot twee boe ten van f 5 veroordeeld. Tegen die veroordeeling ontwikkelde mr. F. K. van Lennep, nit Amsterdam, gisteren voor den Hoogen Raad twee caesatiemiddelen. Conclusie 0. M. 15 Mei. generaal stierf. Zij strekte den arm uit en wierp het papier uit het venster, dat voor de voeten van De Ruiter neerkwam. De boschwachter hief bet hoofd op, zag mevrouw Van Hansweerd voor het venster en bleef verbluft staan. De vroegere huzaar was een knap man van 86 jaar, slank, breede schouders, recht als een kaars en donker als een Spanjaard, hoewel hij voortsproot uit een echt Bretonsch ras. Hy had de gebronsde tint van een man, die altijd in de open lucht leeft en zyn geheele verschyning maakte een aangenamen indruk. Hij groette de burchtvrouw beleefd, die met den vinger uaar het papier wees, dat op het zand was gevallen. De Ruiter aarzelde een oogenblik, maar raapte het op. Zij gaf een teoken het open te vouwen. Hy gehoorzaamde en toen hij er een blik in geworpen had, zag zij hem verbleekeu. Wat ging hij doen? Zij hield haar vinger op de lippen en toen hij haar een vragenden blik toewierp, antwoordde zij meteen blik, die maar al te duidelyk maakte, wat zij wilde. Hij bleef onbewegelijk staan, als veranderd in een steenen beeld en Marianne raadde wat er omging in het hart van den hopeloos verliefde, den trouwen dienaar en dapperen soldaat, dien zij aanzette om een laaghartige en laffe misdaad te plegen. Toch had zij den afschuwelijken moed hem een kushand toe te werpen. De ongelukkige, dien zij op de pijnbank legde drukte het papier met een hartstooh- telijke beweging tegen zyn borst, en snelde weg zon der het kasteel binnen te treden. Op voorstel van den burgemeester circuleerde te Hekendorp een adres aan de Maatschappij der Staatsspoorwegen, inhoudende het verzoek tot bet bekomen van een halte aan de Hooge brug. Van veler namen voorzien is dit adres aan de directie verzonden. Ook de gemeente Lange-Ruigeweide bood een dergelijk adres aan. Mevrouw Le Grand—Goudschaal, commies der telegraphic, die zich beklaagde over wil lekeurige behandeling van de zyde van den minister van waterstaat, die haar aangezegd had, dat zy vóór 1 Mei ontslag moest aan vragen, daar het haar anders ongevraagd zou worden gegeven, heeft, volgens de «Amst. Ct.» mededeeling ontvangen, dat haar verlof ver lengd is tot 31 Juli a. s. zult huwen. Maar ecu echtgenoot heb je noodig, en ik neem op mij er voor te zorgen, en nog wel dezen winter.* „Ik betwyfel het", lachte Elize, eenigsrins ge dwongen. «Maar je heeft volstrekt niet te denken, dat ik zoo’n haast heb.» „Ik wil het. En daar hy, die het doel wil, ook de middelen moet willen, zal ik nog heden een sommetje op je hoofd vastzetten, dat het je heel wat gemakkelijker zal maken, om te nemen, wien je wil. Dat heb je reeds beloofd op den dag toen ik je zwager werd, maar woorden hebben geen waarde, zoolang de notaris ze niet op schrift achter slot en grendel heeft. „Ik ben je zeer dankbaar, waarde zwager, maar ’t zal tijd genoeg zyn, mij een bruidschat te geven, als ik trouw, indien ik daartoe ooit overga." „Zoo denk ik er niet over, zusje. Ik ben een goede zestiger en heb een zekere neigiug tot beroerte. Ik zou morgen den aftocht kunnen blazen en ik ben er op gesteld mijn zaken te regelen. Ik wij niet, dat mijn erfgenamen een warboel vinden. Komaan, wees nu zoo goed den knecht wens te schelfen?” „Ik zal hem je zenden, want ik ga naar bepeden. Als Marianne mij niet noodig heeft, ga ik mijn gie ken bezoeken.” Marianne knikte van neen. Zij vond ’t niet on aangenaam alleen te blijven met haar echtgenoot, in de hoop, dat hy er toe zou komen zijn plannen te openbaren. „Zeer gued,” zeide van Hansweerd. „Zend my ook iemand om die tafel weg te nemen, en zeg aan Frans, schrijfgereedschap mede te brengen.” (Wordt wrvoJpL) Onder Oosterbeek is aangespoeld het lyk ♦an H. R., een 53-jarig arbeider uit Arnhem, 'sedert 8 dagen vermist 8

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1894 | | pagina 1