I it blad rieken soogst boek: HE. Woensdag 30 Mei 1894. No. 0363. 33ste Jaargang. ouw BINNENLAND. SL jfkaart tdel te VMW I Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. De laatste eener Familie. a o. imln-gehalte. 1) ar Middel i I -r I ntépin, FEUILLETON. 1 s Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. CENTEN. sj <r 1894 bedraagd aan in komsten leerden op ae (St.ct.) acao in hart SOKN loest. Borst- doeningen. Extract. i en Gouden 93. ARD 1893. ledaille 1893, on, Chicago. t heilzame be- van smaak, urgatief. Wijk. rne in. Mag ttenklodt. lOh. [xouda iober a. s. len bij D. 60 del der wereld. k&Co. NIGBLOEM. m Haag. 70LFF, Dro- van Ingelanden van den itgesteld de rekening m inkomsten f611.09 562,03 dus een batig saldo De le luit. W. J. Bieschel, van de instruc- tie-compagnie te Schoonhoven, wordt overge plaatst by het le reg. vest. art. te Utrecht. ur, delicienae des drank». aa 45 osat I kop Cum. lanketbakkars Tot onderwijzer te Hekendorp is benoemd de heer C. J. de Ruwe alhier. ADVERTENTIËN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. van ureau dezer Cou- i spotprys van niet groot, men leid. van de woning, waar hij kamers in huur had. De man had verklaard in de laatste maanden niet* van ryn huurder gehoord te hebben. En als Rudolf leefde, sou hij geschreven, of zich persoonlek ver toond hebben, al was ’t alleen maar, om zijn min nares de vreeselijke marteling der onzekerheid te be sparen. Marianne had geen hoop hem ooit terug te zien en verwachtte niets meer van de liefde, welke hem ten verderve geworden was. Niets bleef haar over dan de wreede herinnering en de vrees, dat zij haar dwaze liefde duur zou moeten betalen. De Ruiter bad gezworen te zullen zwijgen, en hij scheen wer kelijk nog niet gesproken te hebbenmaar zou hij zijn belofte houden, als het van één woord afhing, niet om zich te rechtvaardigen, maar de misdaad in een geheel ander licht te stellen? Hij kon immers bewyzen er toe aangezet te zijn door mevrouw van Hansweerd. En zelfs, indien hij den moed had om een heldhaftig zwijgen te bewaren, zou men dan toch niet het beschuldigende briefje kunnen vinden? Daartoe behoefde de officier van justitie het huis van den boechwachter slechts te doen doorzoeken. En indien De Ruiter het briefje aan iemand toevertrouwd had, zou de persoon, om van de verantwoordelijkheid ontslagen te zyn, het snippertje papier dan niet ter hand stellen van de justitie. Marianne leefde dus in voortdurenden angst en zij dorst zelfs niet schrijven aan dokter Bertrand om hem te vragen, hoe *t met de zaak van den bosch- wacbter stond. Nog minder waagde zij *t, zich te richten tot den tuinbaas te Trichtvoorde, de eenige bediende, dien zij op bet kasteel had gelaten. Zy vreesde, dat het Heden avond te 8 aren vergadert te Utrecht de Utrechtsche Kiesvereeniging tot het stellen van een candidaat voor de Tweede Kamer. Gin inii i: nu h m De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per dne maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers V IJ F 30) (Naar het Fratuch.) Bovendien vroeg zy zich af, of haar zuster er in zou toestemmen haar te volgen en wat er van Elize zou worden als zij in Frankryk bleef. Wat zou het jonge meisje denken van de oudere zuster, die baar verliet? Wat zou de wereld wel zeggen van het onverklaarbaar vertrek? Al die. overwegingen zouden haar niet terugge vonden hebben, indien zij haar minnaar in Enge land had kunnen ontmoeten, want daar zou zij met hem genoten hebben van do onafhankelijkheid, waar naar zij zoo lang gesmacht had. Had zy Rudolf «iet voorgesteld haar te schaken Was hij, vóór de misdaad haar verloste van den huwelyksketen, niet bereid geweest om het schandaal van een ge ruchtmakende breuk en de woede van haar echtge noot te trotseeren? Maar Rudolf was dood, daar aan <oa zij niet langer twyfelen, den dood van ver stikking. gestorven in een sombere put, zooals de Ruiter verzekerde. Een bewys dat do boschwachter de waaHraid gesproken had, was, dat niemand hem gezien had na den noodlottigen nacht. De Poorter, pachter van de Fazanten hoeve, geloofde en vertelde, dat zijn meester plotseling naar Parys vertrokken was^ maar de heer van Trichtvoorde was aldaar niet teruggekeerd. Mevrouw van, Hansweerd was per soonlek inlichtingen gaan inwinnen by den portier Jaap Eden gaat Donderdag naar Engeland om deel te nemen aan de daar te verryden kampioenschappen. Gedurende eene week zal hy zich te Londen onder leiding van een Engelsch sportman trainen. Daar hy te Londen zal hebben te ryden tegen de beste Engelsche wielrijders, zal hy heel wat moeten doen om te winnen, vooral, daar deze stelselmatig den vreemdeling in sluiten d. i. hem beletten de leiding te nemen. Met Jaap's brutaliteit om door te dringen, het koste wat het moet, is de kans nog niet verkeken. Door het ambtenaars- en beambten-perso- neel van de Maatschappij tot Exploitatie van staatsspoorwegen en door het vroeger daarby in dienst geweest zynde personeel, dat met 15 Oct. 1893 is overgegaan by de Holl. Ijzeren Spoorweg-maatschappy, zal aan den directenr- generaal van eerstgemelde Maatschappij een adres worden ingezonden, ter bekoming van eene betere regeling der bepalingen van het pensioenfonds in dezen zin, dat by ontbinding dier Maatschappij of by haren overgang naar eene andere Maatschappij, allen, die in het pensioenfonds bydragen, daarin zullen deelen naar gelang van hunne storting, en niet alleen zy, die twintig jaren of langer by die Maat schappij dienst waren, en zy, die reeds pen sioen genieten, zooals volgens de bestaande bepalingen geschiedt. PlechtigKort geleden passeerde door de gemeente M. eene lijkstoet, vooraan de lykkoets met de noodige lijkdragers, waarachter Vier volgkoetsen. De stoet kwam ait R. en moest naar G., zynde de vroegere woonplaats eener vrouw, die gewenscht had, dat men haar stoffelijk overschot aldaar ter aarde zou bestel len, omdat te G. al hare kinderen begraven lager. De gordyntjes voor de portieren waren niet, zooals gewoonlyk neergelaten, maar meest geheel of halverwege opgehaald, zoodat men de nieuwsgierige gezichten van rouwdragende dames en heeren kon gadeslaan, die van uit de geopende raampjes den omtrek schenen te be- studeeren. In de kom der gemeente hield men halt voor een koffiehuis, de koetsiers, van welke enkelen deftig hun sigaartje rookten, wierpen de leidsels over de paarden en men stapte eens uit om door het gebruik van een of ander in de gelagkamer een weinig van het lange zitten te bekomen. Daarna nam ieder zyne plaats weer in en, zeker om den verloren tijd weer in te halen, ging men in een flinken draf verder om de gestorvene naar hare laatste rustplaats te brengen. Dat een en ander veel bekyks had, en vele toeschouwers er het hunne van zeiden, bleef natuurlijk niet achterwege. de aandacht zou trekken, als zy belangstelling toonde in het lot van den man, die beschuldigd werd, den heer Van Hansweerd vermoord te hebben. Met de jachtvrienden van den generaal was zy niet op zulk een gemeenzamen voet, dat zy de vryheid kon nemen, met hen in briefwisseling te treden. De slotsom van alle overwegingen was dus, dat Marianne ver oordeeld was, zonder eenig bericht te blijven. Elize hoorde slechts nu en dan iets door tusschenpersonen van de zieke, de moeder van De Ruiter, daar de oude vrouw niet in staat was, om persoonlyk le schrijven. De kloosterzuster die les gaf aan de dorpsschool te Trichtvoorde, «de goede zuster*, zooals men in Bretagne zegt, ging vrouw De Ruiter eiken dag op zoeken en zond, eenmaal per week, tyding aan freule Bar tan. Sedert de arrestatie van haar zoon had de ongelukkige vrouw het bed niet verlaten en sprak bijna 'geen woord, hetgeen Marianne niet onaange naam was, want de diep bedroefde moeder bad heel wat kunnen vertellen. De kleine Karei, het aange nomen kind van den boschwachter, was idioot en telde niet mede. Dokter Bertrand was bescheiden van nataur on bovendien verbood zijn ambtseed hem, to spreken. Marianne hoopte, dat hij aan niemand zou vertellen, dat hij baar drie dagen na den moord aangetroffen had in den buurt van de boschwach- terswoning en zij bij die gelegenheid een langdurig onderhoud had gehad met den beschuldigde. Van dien kant dreigde geen gevaar. Neen, het gevaar school te Dinan, waar de zaak onderzocht werd, zonder dat iets uitlekte van hetgeen er voorviel in de gevangenis en in de kamer van den officier van justitie. En Marianne kon niets doen. Zy moest GOUDA, 29 Mei 1894. In eene gisterenavond gehouden algemeene rgadering van leden der Sociëteit >0ns Ge noegen zyn tot bestuursleden herbenoemd de heeren H. Jager en C. IJsselstein. Voorts werden twee aandeelen uitgeloot in de geld- lecning, ieder groot f250.— en wel de num mers 43 en 34. Tegen de helft van September deses jaars ia er gelegenheid tot plaatsing van leerlingen aan de rykskweekscholen voor vroedvrouwen te Amsterdam en te Rotterdam. De alphabetisebe naamlyst van de door de min stens twee leden aanbevolen personen, van wie men weet dat zy niet onvoorwaardelyk eene candidatuur geweigerd hebben, is samengesteld uit de volgende heeren: H. A. vanBeuningen, jhr. mr. J. E. Huydeconer van Maarsaeveen en Nig te vecht en jhr. mr. A. P. C. van Karnebeek. school, te Nootdorp, en de heer M. Neven, van Lekkerkerk, tot onderwyzer aan de 3e openbare school aldaar. De minister van oorlog heeft bepaald, dat by de regimenten infanterie een proef aal wor den genomen met tromvellen, die mei olie bewerkt sullen worden en zeer sterk sullen moeten zyn, zoodat zy by regen niet soo licht worden stuk geslagen. Gelukt de proef, dan sullen dergelyke vellen bij het leger worden ingevoerd, De heer G. J. Bettink, van Berg-Ambacht, is benoemd tot onderwyzer aau de openbare den loop der gebeurtenissen afwachten. Ook haar zuster boezemde haar onrust in. Elize kon het levendige maar korte tooneel, dat dien vree- selyken ochtend verstoord was door de komst van de kamenier niet vergeten hebben, en het zou natuur lijk geweest zjju, als zij ar haar oudeae zuster naar gevraagd had. Maar sedert de ramp, had Elize geen woord gesproken over die zonderlinge gebeur tenis en over het niet minder vreemde voorstel van mevrouw Van Hansweerd, om een man te verbergen in de kamer van het jonge meisje. Bovendien kon de geschiedenis van de looden plaat, die voor de deur gespijkerd was en enkele uren later weder losgebroken was, haar niet «Stekend zijn. Al de bewoners van het kasteel wisten er vau, en toch had Elize er nooit de minste toespeling op gemaakt. Had zij het geheim geraden, dat de ge neraal met zich in het graf had genomen en De Ruiter gezworen had nooit te zullen verraden? Marianne helde er toe over dit te gelooven, omdat Elize bijna geen woord met haar sprak. Het meisje gaf zich geheel over aan een sombere droefheid, welke niet voldoende verklaard werd door den dood van haar zwager. Zij, voorheen zoo vrooljjk, zoo werkzaam, ,zy glimlachte niet meer en had het huis nog niet verlaten. Marianne achtte bet een geluk, dat haar zuster, indien deze al eenig vermoeden koesterde, toch zeker niet kon denken, dat de man wiens vlucht zy had helpen moeten bevorderen, Rudolf van Trichtvoorde was. En daar men niemand in den toren gevonden had, hoopte Marianne dat Elize haar nooit opheldering zou vragen van de ge beurtenissen, die de misdaad voorafgingen en volgden. (FerA wrvo^.) Hedenmorgén omstreeks 8 uur heeft het ongeveer 4-jarig zoontje van 0. Ooms op de Raam door het vallen over een emmer kokend water zich ernstig gebrand. Geneeskundige hulp is ingeroepen; de wonden zyn gelukkig niet levensgevaarlijk. Dinsdag 5 Juni, des namiddags ten 6 uur, zal het Israëlitisch Oude-Mannen en Vrouwen huis aan de Oosthaven geopend en in gebruik genomen worden. Op de algemeene vergadering der Holland- sche-Maatschappij van Landbouw, op 11 Juli te Gouda te houden, zal o. a. een voorstel van het hoofdbestuur omtrent den vleeschac- cyns worden behandeld, waarvan de toelichting luidt als volgt t - Is er reeds herhaaldelyk en van vele kanten op aangedrongen om by de Regeering stappen te doen ten einde afschaffing of vermindering van den vleeschaccyns te verkrygen, zoo meent het hoofdbestuur toch, dat een nader overleg wenschelyk is alvorens daartoe over te gaan, met inachtneming van al die omstandigheden, welke op het nemen van een besluit invloed kunnen uitoefenen. In de allereerste plaats is voor ons natuur lijk de vraag of de laudbouwer-producent zou gebaat worden door genoemde maatregelen. Of afschaffing van den accyns en de daar mede gepaard gaande moeilijk heden en forma liteiten voor slager en vleeschverbruiker wen schelyk en voordeelig zyn deze vraag zou ons voeren opSlgemeen terrein van handels politiek en dient naar de meening van het hoofdbestuur eerst dan in behandeling te komen. En hieromtrent schynt twijfel geoorloofd. Van onze jaarlyksche productie van vee gaat circa 32 pCt. naar het buitenland. Het over- groote deel daarvan is slachtvee. Uit officieele bron wordt gemeld, dat van den uitvoer der laatste zes jaren, gemiddeld ’s jaars 127,455 stnks bedragende, 112,020 voor de slachtbf^ waren bestemd. In de Vergadering Groot Keulervaart is vastw over 1893, bedragende aan inkomsten f 611.01 en aan uitgaven f I »an f 49,06. De begrooting voor 1 —La en uitgaaf f 567,36$. In de Vergadering van Ingelanden van den polder Klein Keulevaart is vastgesteld de re kening over 1893, bedragende, aan inkomsten f 357,63 en aan uitgaaf f 344,07$ dus een batig saldo van f 13,55$. De begrooting voor 1894 bedraagt aan inkomsten f 345,19$ en uitgaven f 345,05 dus een batig saldo van f 0,145 de omslag voor 1894 is f 4. per Hectare. Hieruit volgt, dat de pryzen van het slacht vee voor een goed deel afhangen van de buitenl. vraag en zoo deze ontbreekt, van het aanbod en de vraag in verhouding tot de binnenlandsche behoefte aan vleesch. In beide gevallen speelt de vleeschaccyns geen rol. Zoowel vreemde als binnenlandsche kooplui en slagers trachten zoo goedkoop mogelyk hun inkoopen te doen en de laatsten verhalen den accyns op den verbruiker. Dalen de veeprijzen, dan neemt het verbruik wel toe, doch juist daardoor stygen zy weder tut het gewone niveau, door vraag en aanbod beheerscht en dan neemt de consumptie weder af. Zal het vleesch nu goedkooper worden door afschaffing van accyns en wie zal daarvan profiteeren De slager zeker, de verbruiker wellicht iets door onderlinge concurrentie der slagers maar wat zal de boer er by winnen Alleen in geval van veeziekten by het uit nood slachten, of het voor eigen gebruik slachten op de boerderyen zou de accyns worden gespaard, doch dit zyn betrekkelyk weinig gevallen. Dat door afschaffing van den accyns de veefokkery zich veel zou uitbreiden, schynt onder de bovenvermelde omstandigheden ook zeer twyfelachtig. Het hoofdbestuur meent overigens, dat in den regel en op dit oogen- blik geene goede boer minder vee fokt dan zyn bedryf dit voordeel toelaat met of tonder vleeschaccyns. Intusscben ontvangt de schatkist jaarlijks circa 3 millioen gulden aan vleeschaccyns. Werden die prysgegeven, dan zouden toch andere belastingen daarvoor moeten geheven worden en daarin zou de landbouw stellig zyn deel wel te dragen hebben. Zeer zeker zouden die 3 millioen speciaal den landbouw hoog aangerekend worden en andere zoo noodige hulp en ondersteuning van den Staat in den weg staan, terwijl het voor deel voor den boer zoo hoogst twyfelachtig is onder de bestaande omstandigheden. Wilde men zulk eene som ten behoeve van den landbouw afstaan, dan zouden toch daar- meede heel wat zekerder en grooter voordeelen te verkrygen zyn. Naar aanleiding van al het voorafgaande meent het hoofdbestuur, dat de vraag om af schaffing of vermindering van den vleesch-accyns moet worden uitgesteld, totdat veranderde om standigheden daartoe den gelegen tyd doen aanbreken.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1894 | | pagina 1