HIM,
ERIJ
IMZ,
v/d Dim,
JE.
BINNENLAND.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken»
JTEN.
fOL,
1) 3.
Dinsdag 10 Juli 1894.
33ste Jaargang.
No. 6398.
w.
Middel
kCo.
Borst- en
lingen.
Blitz
>uda.
FEUILLETON.
De laatste eener Familie.
i alle grootten
te Huur.
ideweg D. SS.
reparatie.
FLI 1894,
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
IERS.
bij-
I
in een boom.
{Wordt wrw^W.)
i
den officier van justitie te
m
larkt A 144b,
Apotheker,
moemd
rech-
ler wereld.
BLOEM
laag.
FF, Dro-
roet.
a Gouden
iOUDSCHE COURANT
I:
tot 3 uren
D 1893.
ille 1893,
Chicago.
ilzame be-
i smaak,
itief.
k.
in. Mag
{Naar het Fratuch.) t
Migne-lint
i-rood),
roop
,»IS
in den
Het 2-jarig kind ran A. Van der P. gemak
te in een onbewaakt oogenblik te Zoeterwoude
te water. Gelukkig werd het ongeval gezien
door den predikant der Ned.-Herv. Gemeeute,
ds. C. Spoelstra, die het kind, dat reeds bewus
teloos was, redde, door zich gekleed te water
te begeven.
De heer A. Rolloos te Nieuwerkerk a/d
IJsel is benoemd tot onder wijzer aan een H;
zondere school te Njjkerk (Gelderland).
tegen Jicht,
en, kortom
ipeller.
'enden tegen
xpeller.
r huisgezin
kpeller.
5 de flesch.
)ken en by
Van Deth zal op 21 dezer voor de recht
bank te Middelburg terechtstaan wegena be-
leediging van den heer mr. Nahuys, officier
van justitie te Arnhem, door hem gei
>een groote lafaard, schandvlek van de
terlyke machte
Er zyn 10 getuigen opgeroepen.
ADVERTENTIËN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
aan. Ik zwerf overal rond, lang» wegen en door
bosschen, omdat ik een schurk hoop te ontmoeten.
Maar tot heden heb ik hem niet terug gezien. Ik
begin te gelooven, dat hij hier niet thuis hoort.”
„En ah hy niet meer voor den dag komt, zal je
dan zwijgen
„Als ik sprak, zou men mij voor een valschen
getuigen houden, en, ik heb ’t u reeds gezegd, dan
zou ik aan Piet meer kwaad dan goed doen.”
„En wat zou je er van zeggen, als ik eens sprak
„Freule, gij hebt mij beloofd te zullen zwijgen.”
„Maar als Piet zelf, je beval om te spreken
„Daarvoor zou ’t noodig zijn, dat hij wist wat ik
gezien heb. En men zal mij niet toelaten in de
gevangenis, waar hij zich bevindt.”
„Anderen zullen wellicht toestemming krijgen om
hem te bezoeken.”
„Gy, Freule?”
„Ik of iemand die tot zjja en rny'n vrienden be
hoort.” Elize dacht er over, Arthur Erzee met deze
zending te belasten, als hij zyn belofte hield om
haar in Bretagne te komen opzoeken.
„Dan,” zeide Karei, „zou ’t noodig zijn, dat die
persoon een teeken afsprak met Piet, dat hij mij zou
moeten geven, tijdens de zitting, als hij wil, dat ik
spreek. Ik zal ’t niet gelooven, zoolang ik ‘t niet zie.”
„Wantrouw je my* dan P”
„Neen Freule. Maar ik heb Piet gezworen, dat
ik zou zwijgen als een stuk steen.”
„Waarom heb je hem dat gezworen P Zooeven
heb je my gezegd, dat je hem niet gesproken hebt
over den man in den kiel. Hij moet je dus een
ander geheim toevertrouwd hebben 1”
Het kind sloeg de oogen neer en antwoordde
Naar de Arab. Ct. meldt, heeft zich te Arn
hem een voorloopige commissie geconstitueerd,
ten einde de noodige stappen te doen tot het
in het leven roepen van eene kook-en huis
houdschool*, zoowel voor internen als externen,
in navolging, zij het dan ook op een meer
GODDA, 9 Jali 1894.
In de Nnts-Spaarbank alhier werd gedu
rende de maand Mei 1894 ingelegd f 13063,27,
terugbetaald f 5253,41, tegenover inleg Juni
f9863,14, terugb. Juni f5357.65. Inleg len
Semester ’94 f 78263,64’, terugb. Semester
f 57392,60.
an de
Op last van
Breda, is door de rijkspolitie te Steenl
in arrest genomen zekere G. P. H., wm
te Dinteloord, op wien zware vermoedens
rusten van poging tot moord op zjjne vrouw.
Na een verhoor te hebben ondergaan, is H.
gevankelijk naar Breda overgebracht.
eens was,
niet. Dit boteeïeniavoUo zwygen gaf vee) te denken
aan Elize. Aan dat kleine ventje was blijkbaar een
gewichtig geheim toevertrouwd Zy begreep, dat
’t onnoodig zou zijn hem uit te vragen en eenigszins
boos, dat zy niets uit hem kon krijgen, was zij op
't punt hem weg te zenden, toen hij eenigszins ver
legen zeide
„Ik smeek u Freule, ondervraag mij niet langer,
maar tracht te bewerken, dat ik op den dag van de
zitting een plaats in de zaai krflg w#ar Piet mij zal
kunnen zien. Als gij dat doet, zal *t niet noodig
zyn, hem te spreken, want dan begrijpt hy mij wel,
en ik begrijp hem ook, zonder dat hy my een onkel
woord zegt?”
Dit was ten minste begrijpelijk. Het was nu
duidolyk, dat er een geheim bestond tusachen de
Ruiter en Karei. Een geheim dat trouw bewaard
zou worden door den knaap, zoolang da botch wachter
hem niet ontsloeg van een afgelegde belofte. Freule
Barlan zag er van af den koppigen jongen verder te
ondervragen.
„Ik zal doen wat ik kan,” zeide «y kort aange
bonden, „verlaat mij thans echter. Ik ga naar het
kasteel. Je zoudt mij daar niet van dienst kunnen
zijn. Ga naar moeder de Baiter terug en zeg haar,
dat ik over een uurtje te huis kom.”
Karei antwoordde niet. Zonder verder oen woord
te spreken keerde hy zich om en ging terug langs
het pad, dat zy gekomen waren. Woldra verdween
hij in het boaoh.
De »Mid. Crt.« verneemt uit alleszins ver
trouwbare bron dat Hare Majesteit de Konin-
gin-Regentes zich voorstelt met Hare Majesteit
de Koningin, tusseben den 20itên en 30sten
Augustus e. k., een drie- of vierdaagoch be
zoek te brengen aan de provincie Zeeland.
H. M. de Koningin-Regentes beeft aan het
Koninkljjk Zoölogisch Botanisch Genootschap
te ’sGravenhage geschonken een zilveren en
een bronzen medaille met de beeltenis van
H. M. de Koningin, om te dienen als prjjzen
by de tentoonstelling van zang en kamervogeis
te houden in Augustus, benevens een zilveren
en een bronzen medaille met de beeltenis van
H. M. de Koningin-regentes, om te dienen
als pryzen by de tentoonstelling van chrysan
themums en sierplanten, te houden in Novem
ber en uitgeschreven, evenals eerstgenoemde
tentoonstelling, door voornoemd geqootschap.
gebouwd worden, daar een gedeelte van het
gebouw ook nog daartoe dient. En wat er
dan nog overschiet van de zesduizend en zoo
veel gulden tegen 4 pet. moet, verminderd
met hetgeen de gebouwen thans opbrengen,
(ongeveer f 150) de gemeente ryk maken.
De lokalen van het bedoelde gebouw dienen
voor vergaderingen van den Prot. bond, uit
voeringen van rederijkers, zangkoren gym
nasten enz.
zyndo Zanggezelschappen, ook nog deze ver
eeniging in ’t leven te roepen, eene vereeniging
zonder godsdienstige of poiltieke kleur, werd
voorgesteld, dat behalve werkende leden ook
nog konden toetreden honoraire leden, (in dit
geval natuurlyk voorstanders) om door eene jaar-
lyksche bijdrage van f 2,50 de onderneming te
steunen. By de vaststelling, dat de werkende
leden elk tien centen per week zouden con-
tribueeren, werd dit door allen aangenomen^
uitgezonderd één, die zich onttrok wegens
misverstand, of begripsverwarring omtrent de
eigenlijke beteekenis van de uitdrukking
honoraire ledenNu rees de vraag welke
naam, in onderscheiding van de Zustervereni
gingen te dezer plaatse, aan de nieuwe instel
ling moest gegeven worden. Men hoorde de
woordenAurora, Apollo, Harmonie, men be
zigde ’t bekende l’union fait la force, men
kwam zelfs met latynsche benamingen, over
vloed dus genoeg. Gelukkig moeten we zeggen,
bepaalde toen zich bij *t woord Harmonie,*
een goed klinkende naam vooral in de tegen
woordige dagen, waarin op overeenstemming
tusachen de bewoners zelfs van kleinere plaatsen
veelal niet te roemen valt.
We weuschen de zangvereeniging, die als
de vyfde in de ry, weldra hare oefeningen
onder de leiding van den muziekonderwijzer,
den heer A. Laffree, zal beginnen, in alle op
zichten 't beste succes en hopen, dat 't Bestuur,
samengesteld uit drie dames en vier heeren,
steeds met klimmende voldoening zal kunnen
terugzien op zijne pogingen tot verhooging van
den bloei der Harmonie.» W. v. W.
i van
Heerlijk weder en daarby zulke schoone
muziek, geen wonder, dat de bezoekers gis
teravond in «Ons Genoegen» opgetogen waren.
Hebben we op de uitvoering van geen der
nummers iets aftedingen, dit neemt niet weg
dat enkele nummers meer byval verwierven,
dan de overige. No, 7 en No. 9 vooral vielen
zeer in den smaak, het luide applaudissement
bewees dit. Het Ballet Espagnole, met zyn
wegsleepende tonen en de Fantaisie del’opera
«Tannhauser,» het waren juweeltjes, die ons
een oogenblik alles om ons heen deden ver
geten. Met een dankbaar hart keerden we
gisteren huiswaarts eu met het blyde vooruit
zicht deze week aldaar nog meer te kunnen
genieten.
Naar ds «Residentiebode» van goed inge
lichte zyde verneemt zal de zetel, in den Raad
van State vacant geworden door het overlyden
van mr. J. P.| J. A. graaf van Zuylen van
Nyevelt, waarschynlyk ingenomen worden
door mr. N. G. Pierson, oud-minister van
Financiën.
Zooals bekend is had de overledene, behalve
in de afdeeling voor Buitenladsche Zaken van
dat College, ook zitting in die voor Financiën,
De gemeenteraad te Koudekerk a/d. Ryn,
benoemde tot gemeente-geneeskundige den
heer W. A. Baar, arts te Amsterdam.
Vanwege de afd. der H. M. v. L. zal op
16 Augustus te Alten a/d. Ryn eene stieren
keuring en eene harddraverij voor paarden van
zessen klaar worden gehouden.
Vrijdagavond heeft de Raad der gemeente
Oudewater met vier tegen drie stemmen be
sloten de vroegere openbare school c. a., het
eenige gemeente-gebouw, dat wy hier hebben,
voor een spotprys van de hand te doen. Het
protest van sommige raadsleden, noch dat van
den voorzitter, heeft mogen baten. Voor de
som van 9250 gulden is verkocht een gebouw
dat vroeger drie groote schoollokalen bevatte,
een gymnastieklokaal, dat alleen van bouwen
6000 gulden kostte, eene schuur behoorende
by de onderwyzerswoning en nog het z.g.
kerkje, een overblyfsel van een der oude
kloosters (de kapel), dat als bet gerestaureerd
was de gemeeute tot sieraad zou strekken
Dit alles voor 9250, terwyl het ryk om
daarvan komt omdat ook voor de nieuwe
openbare school bygedragen, voorts moet
de hoofd-onderwijzer op de eene of andere
wyze schadeloos gesteld worden voor het ge
mis van zyn schuur en moet er in alle geval
een regenput of pomp worden aangelegd
bovendien moet er een nieuw brandapuitenhuis
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs er dne maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
bescheiden schaal, van die te Amsterdam,
's'Gravenhage en Rotterdam.
Het plan bestaat om cursusseh te openen
voor dienstboden, voor kinderen yan min- en
onvermogenden, ten einde hen/te leeren op
eenvoudige, goedkoops wyze, met inachtneming
van voedingswaarde en gezondheidsleer, hun
eten te bereiden. Voorts voor huisvrouwen en
jonge dames die zich door plichtsgevoel, of
door andere oorzaken, gedrongen voelen, zich
de geheimen der huishouding en der edele
kookkunst te doen openbaren, en verder nog
verschillende andere nuttige cursussen. Ook
zal er waarschijnlijk gelegenheid gegeven wor
den tot het ontvangen van privaatlessen.
By het vaststellen van de leergelden en
leeruren voor de verschillende cursussen, zal
natuurlyk rekening worden gehouden met de
financieele draagkracht en den beschikbaren
tyd dor deelneemsters aan iederen cursus, ter
wyl het plan bestaat, de leiding van het
geheel op te dragen aan eene gediplomeerde
directrice.
Het voorloopïg comité bestaat uit de dames
mevr. Beelaerts van Benthuizen van Vloten,
mevr. Cordes— Gouda, mevr. Koeken—Disch,
mevr, van Leeuwen— Ledeboer en mej. J.
Royers, benevens uit de heeren G. C. O.
Beelaerts van Benthuizen, H. J. Cordes en A.
B. E. van Leeuwen.
Er is ter bereiking van het doel een kapitaal
noodig van f 10,000, waarvoor eene obligatie-
leening zal worden uitgegeven. De obligation
zullen f 100 groot zyn.
Het is niet de bedoeling, van deze zaak
eene winstgevende speculatie te maken. Daarom
is bepaald, dat uit het batig saldo ten hoogste
4 pet. aan de obligatiehouders zal worden
uitgekeerd. Meer zullen zy dus nooit genieten,
wat aan het deelnemen in deze leening meer
het karakter verleent van medewerking tot
het bereiken van een nuttig doel.
Aan het eventueel restant van het dividend
zal door de Vereeniging eene nuttige bestem
ming worden gegeven.
In de vorige week ontvingen eenige belang
stellenden te Bodegraven eene uitnoodiging
van de voorloopige commissie, om in ’t Hotel
van Haatten aldaar eene bijeenkomst te houden,
ten einde naast de reeds bestaande inrichtingen
van dien aard eene zangvereeniging op te
richten. Hieraan gaven 37 opgeroepenen ge
hoor, meerendeels bestaande uit jongelieden,
dames en heeren, die wenschten deel te nemen
als werkenden leden. Na een inleidend woord
van den Voorzitter, Ds. de Meyere, waarin ge
wezen werd op de behoefte om bij de reeds
sedert kortoren of langoren tyd in werking
■Q;, I
«ur, k
ën van
f40.-.
Zereeniging
:t macht.»
die zyn misdaad zoo had weten uit te voeren, dat
de verdenking op een onschuldige moest vallen
Welke reden had hij om den generaal te haten. En
als de misdaad werkelijk gepleegd was op de manier
zooals Karei verzekerde, hoe had die man dan kun
nen voorzien dat de heer Van Hansweerd op een
winterdag, terwyl het bar koud was, voor het venster
zou verschynen, juist in het oogenblik, terwyl hy
door het park sloop?
Hoe langer Elize er over uadacht des te sterker
drong de overtuiging zich aan haar op. dat het kind
minder gezond verstand had dan verbeeldingskracht.
Zeker, hij was slimmer dan zij gedacht had, maar
zijn verstand stond toch niet op een hoog peil. Zij
herinnerde zich, dat men hem op school nooit iets
had kunnen doen leeren en dat hij aan alle sprookjes,
geloofde, die op het land nog opgeld doen, hij was
»ast overtuigd ran het bestaan van weerwolven, feeën
en kaboutertjes. Moeder De Ruiter beknorde hem
dikwijls, omdat hij de nachten buitenshuis door
bracht, daar hy er zulk een genoegen in smaakte
naar de sterren te kyken. Elize eindigde met zich-
zelva te overtuigen, dat zij ongelijk had zooveel
waarde te hechten aau het zonderling verhaal, dat
zij zooeven gehoord had.
„Zal je dat alles voor de rechtbank vertellen, als
Piet terecht staat?" vroeg zy.
„Ja,” antwoordde het kind zeer beslist, „als ikl
voor de zitting plaats heeft, den man in den kie
terug vind.”
„Zoek je hem dan?”
„Ik doe niets anders. Als ik uitga, denkt moeder
de Ruiter, dat ik de vallen bezoek, die Piet gezet
heeft om vossen te vangen. Maar ik denk er niet
„Dat is de roden, waarom ik ’t aan niemand an
ders verteld heb dan aan U. Maar ik verzeker u,
dat ’tde volle waarheid is.”
„En die boer die De Poorter, die beweert
dat hij Piet juist datgene heeft zien doen, wat vol
gens jou, de man in den kiel gedaan heeft
„De Poorter liegt. De Poort.r was er niet, als
hij ten minste niet verborgen heeft gezeten boven
in een boom. Dat is mogelijk, maar daarom zou
hy toch niet minder liegen, want hij heeft zich niet
kunnen vergissen in Piet en den schurk, die vlak
langs my liep.”
„De Poorter moet er geweest zyn. Als hij er
niet was, zou hy niet hebben kunnen raden wat er
onder jou oogen is voorgevallen.”
„Dan moet hij in dien gindsohen boom gezeten
hebben.”
„Als hij 't eens was, die den moord gepleegd
heeft?”
„O neen freule dat is onmogelyk, hoewel hij er
wel toe in staat is. Ik ken hem zeer goed vau ge
zicht en de man in den kiel, geleek niets op hem.”
Freule Bartan trachtte verband to vindeu tusscheu
de tegjnstrijdige feiten van het weinig samen hangend
verhaal, maar hierin slaagde zij niet. Wie was dan
toeh de gahaimrimrige moordenaar, de slimme schurk,