in er, I EN, Woensdag 11 Juli 1894. No. 6399. 33ste Jaargang. BINNENLAND. t ij Nieuws- en Advertentieblad vöor Gouda en Omstreken. De laatste eener Familie. baar. FEUILLETON. mezen? HIM. Seist. IJN, ond met f 1.90 lag. •ij van 5 1.25, franco per Inzending van Ad verten tien tot 1 uur des midd. >n, ter en Kaas 83) XXL Genezing) De ontslagen onderwijzer A. Dykstra, te Menaldnm, heeft van den minister van bin- Van Houtin. ’s-Gravenhage, 3 Juli 1894. den heer J. A. Frederika, architect van de Ryksgebouwen te Middelburg. 60. ie f ende CHE Maatschappij ||OI IM HE COURANT 2. en t kennen, rden, die in de geleerde veetiger eid geworden ia 1de! tegen vrou- t heeft gemaakt beperking van de eenvoudigste randerd aange- sheel te verdrin- h in lichaam en jrgd wordeln en F door vreeaeyke gekweld. Dan augen, ooreuizen inde ziekte. Al yn zenuwziek en sn over dewer (Naar het Fraiuah.') ADVERTENTIÈN worden geplaatst 15 regels A 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. De Uitgave dezer Courant gëschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per dne maanden is post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. erkennen, dat zij alleen onmachtig zou zijn, om den werkelijke» moordenaar van haar zwager te ontmas keren. Zij betreurde de afwezigheid van haar neef den zee-officier, die een uitmuntend bondgenoot zou geweest zyn. «Waarom bleef hij te Parijs Was de ijver waarmede hij de zaak aangepakt had, geheel be koeld? Had mevrouw Van Hansweerd hem verhin derd om naar Trichtvoorde te gaan en zelfs om te schreven, door hem op den mouw te spelden, dat zijn verloofde vertrokken was, zonder te zeggen waar zij heenging? Elize eindigde met het besluit te nemen, dat bet beste middel om te weten waar zij zich aan moest houden, zou zijn, alle eigenliefde op zijde te zetten en *t eerst aan Arthur Erzee te schrij ven, om hem ronduit te smeeken haar te hulp te komen. Verdiept in gedachten, had zy den weg afgelegd en zonder er op te letten was zij aan den hoek van den muur gekomen, welke om het park gebouwd was. Zij liep door en den muur volgende, naderde zij een eenigszins uitgebouwden koepel, die door den generaal geheel verwaarloosd was en veel begon te krijgen van een bouwval. Deze koepel in den laatsten tijd gebruikt als bergplaats voor leoge fles- schen, had twee vensters, gesloten met bouten luiken. Aan den kant van den koepel, die op de landerijen uitkwam was een vermolmde deur, die men gemak- kelijk met een flinken stoot kon openen. Elize kende dezen koepel natuurlijk zeer goed, maar thans eerst kwam de gedachte in haar op, dat 'twel mogelijk kon zijn, dat de moordenaar zich daar wellicht verborgea had, om later te vluchten. Die veronderstelling kwam volstrekt niet overeen met Te Sluis heeft de Gemeenteraad besloten het stadhuis en den toren geheel te herstellen in den toestand van voor eenige eeuwen. Het werk zal uitgevoerd worden onder toezicht van De hooibouw is in den polder Berg-Ambacht in vollen gang. Het gewas voldoet over het algemeen goed, zoowel wat kwaliteit als kwan- De vrouw te Koewacht, die eenigon tyd ge leden door haar man werd verwond, is thans in zoover hersteld dat zy misschien Woensdag a. s. met de andere getuigen in deze zaak door den rechter van instructie te Middelburg zal kunnen worden gehoord. het verhaal van Karei, maar Elize achtte dat ver telseltje niet veel meer dan een sprookje en zij wilde dadelyk eens onderzoeken in welken toestand deze deur zich bevond, die bly'kbaar niet de aan dacht getrokken had van den officier van Justitie. Zij liep om den koepel heen, zonder het minste ver moeden van de verrassing, die haar iets verder wachtte. Nauwelyks was zij den hoek omgeslagen van het vierkante gebouwtje, toen zij op vier passen van zich af een man zag slaan voor de deur. Hij drukte er met al zijn macht met beide handen tegen aan, waar- schynlyk om te onderzoeken of ze wel stevig was. Daar de man met don rug naar haar toegekeerd stond, kon zij zyn gelaat niet zien, maar aan zyn «kleeren bemerkte zij dadelyk, dat ’tgecn boer was. Hy droeg een korte winterjas van de fijnste stof, een sierlijke jachtpet en slobkousen. Ten spijt van de pogingen, die hij scheen aan te wenden om de deur open te breken, was het onmogelk aan te ne men, dat een heer, op die wijze gekleed, diefstal zou beoogen. Elize, niet wetende wat zy er van moest denken, wilde sen eind omloopen om hem niet te ontmoeten, toen hij plotseling het hoofd om wendende, haar zyn gelaat toonde. Het was Rudolf van Trichtvoorde. ’tHad weinig gescheeld of zy was op de vlucht gegaan, hetgeen belachelyk geweest zou zyn. Hij liet haai' echter niet den tijd om een stap achteruit te doen, want hij had haar reeds herkend en groette met het gemak van een beschaafd man, die zich door niets uit bet veld laat slaan. «Ik heb u schrik aangejaagd Freule,” zeide hij glimlachend, «en dat verbaast my nisu Gy waart In een brief uit de hofstadin de »Arah. Ct. leest men Wie op «enigen afstand van het Holland- eche spoorwegstation woont, in het zich sterk uitbreidend Noord- en Noordwestelyk gedeelte van de hofstad, heeft niet alleen rekening te houden met de 20 minuten verschil in «poor- en Amsterdanwchen tyd, maar dient ook op een duchtig verlies van tyd te rekenen, wan neer hy zich per paardentram naar dat station begeeft. Dit heeft hy te danken aan het wyze besluit van den gemeenteraad van '■-Gravenhage, die, zeer bezorgd voor de her sentjes der toekomstige geleerden die in het Haagsch gymnasium in de geheimen van de oude wereld worden ingewyd en voor die van de dappere officieren, die in dezelfde lokalen de chemische en andere lessen van de krygs- sehool ontvangen, verordineerd heeft dat de langs dat gebouw rijdende tramwagens, aoo* lang de tamelyk breede zygevel strekt, niet anders dan in stap mogen rjjden. Men be- grypt dat hierdoor do geheels becijfering, waarop de verdeeling van de lyn in wissel plaatsen gebouwd is, vervalt en den ganscheu dag dóór, van 't oogenblik af dat de geleerde monden van conrectoren, lectoren en praecep- toren den stroom van wijsheid in de gewillige ooren der leerlingen beginnen te doen neder dalen, elke paardentram naar het station te laat, elke van bet station te vroeg op de wissels komt en het, uit het oogpunt van tyd toch al zoo bedriegelyk en onzeker ritje, nog meer dan vroeger nit een afwisselend ryden en een poosje stilstaan zal gaan bestaan. Deze bezorgdheid voor de teedere hersentjes bevreemdt my wel eenigszins wegens de geschiedenis. Immers werden eenige jaren geleden de keien van de straat vóór 't gymnasium uit hetzelfde motief door eene hout best rating vervangen; maar toen daarop in den regel alle voorbij gaande paarden en een ruim percentage men- schen uitgleden en vielen, heeft men het hout weer uitgenomen en er de keien weder inge legd, zonder dat ik ooit vernomen heb, dat gedurende het règime van het hout de studiën aan het gymnasium zooveel beter vlotten, noch omgekeerd vóór of nè dat régime zooveel te wenscheu overlieten. Ik heb trouwens oudere en wyzere menschen dan ik wei sens hooren beweren, dat men jongens op den gymnasialen leeftyd niet te veel vertroetelen moet, dat de goeden goed werken onder de ongunstigste omstandigheden, terwyl de slechten door de meeste kieskeurigheid en toegeeflyk- Het >Nbl. v. Nederl.» schreef boven zyn Zaterdag door ons geciteerde onthulling in- zpke de historie van het amendement-De Meyier: *Nog een beetje geschiedenis*. Jawel, zegt nu de Nederlander, het blad van de heeren Kerkdyk c. s. en dat het dus weten kan: dit verhaal moest liever betiteld zyn Nog een beetje verdichtsel. >Wjj kunnen, zegt dit blad, ten stelligste verzekeren, dat de heer Kerdyk tusschen Don- derdag-namiddag, bij hot uiteengaan van de Kamer, en Vrydag-voormiddag, by de opening der vergadering, buiten alle mondelinge of schriftelyke aanraking met den Minister is geweest. Wij meenen er ook zeker van te zyn, dat evenmin door andere politieke vrienden des avonds een bezoek aan den Minister is gebracht. Te Montfoort zyn de vette varkens in den laatsten tyd in prijs gedaald. Men kan thans niet moer dan 38 a 40 ets. per K.G. bruto gewicht bedingen. Voor boeren, die jaarlyks 80 a 90 varkens van gemiddeld 150 K.G. afloveren, is deze daling in prys een groote schade. Ook de jonge varkens zyn veel goed- kooper geworden. Men besteedt tegenwoor dig slechts*! laf 1.10 per week. GOD DA, 10 Juli 1894. Heden 10 dezer des namiddags omstreeks 2 uren viel de zestienjarige dochter van de weduwe De Haan, genaamd Anna de Haan, in het water van de Karnemelksloot. Op haar hulpgeschrei schoten eenige buren toe; doch daar zy al reeds tot in het midden van de Karne melksloot was geworsteld had niemand van de aanwezige buren de moed haar uit haar be narde positie te redden totdat eindelyk de beurtschipper van Reeuwyk op Gouda die daar juist passeerde met zyn schuit, een haak van zyn schuit greep en haar zoodoende op het drooge bracht, zoodat zij met een nat pak en de schrik is vrygekomen. De afdeeling ’sGravenhage van deHolland- sche Maatscbappy van Landbouw, vergaderde gisteren onder leiding van haren voorzitter E. L. graaf van Limburg Stirum, hoofdzakelyk tot behandeling van de punten van beschryving voor de Woensdag a.s. te Gouda te houden algemeene vergadering der maatschappij. De verschillende ingekomen stukken werden ▼oor kennisgeving aangenomen en de rekening en verantwoording over 1893 goedgekeurd. De kas sluit met een batig saldo van f 85.30, hetgeen in mindering komt van een schuld van ruim f 700 nog ten laste van de afdee- lingskas. Tot afgevaardigden ter algemeene vergade ring werden benoemd de heeren A. P. Maes- veld en J. H. L. de Ja Vieter, die in opdracht ontvingen over de aanhangig gestelde punten te stemmen overeenkomstig de preadviezen door het hoofdbestuur uitgebracht, gehoord de dis- cussiën. Tevens ontvingen zy in opdracht te stemmen tegen de door de afdeeling Opmeer en omstreken voorgestelde amendementen, onder andere tot vermindering van het tractement van den secretaris der maatschappy den heer P. F. L. Waldeck. Als candidaat voor lid van het hoofdbestuur ■telde de afdeeling den heer Repelaer van Dubbeldam. Na mededeeling van de heeren Korteweg en Maesveld dat pogingen zullen worden aange wend om het 50*jarig bestaan van de maat schappij, in 1897 in ’s Gravenhage te doen vieren, werd de vergadering met eene gratis verloting besloten. Aan de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend tot onteigening van eigendommen voor den aanleg van eene haven met zwaai- plaatsen enz. te 's-Gravenhage. In de toelichting van bovengenoemd wets ontwerp wyst de minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid op het subsidie van 233.000 dat de gemeente 's Gravenhage indertyd verleende voor voorgenomen werken ter aanvulling van de door de provincie uit gevoerde verbetering van de vaart tusschen Ryn en Schie, welke vaart ver betering haar doel zou missen, wanneer de te ’sGravenhage te leggen haven met zwaai plaatsen, wegen, - en andere inrichtingen niet tot er zoo weinig op verdacht mij bier te ooi moeten 1 Vergeef dat ik u onwillekeurig deed ontroeren. Het ia de eerate maal dat een dergelijk geluk my over komt." Deze laatste woorden hadden betrekking op de hofmakerij van den vorigen winter en waanchuwden freule Bartan om op haar hoede te zijn. Zy vond de tegenwoordigheid van geeat om schijnbaar volko men kalm te antwoorden: «Ik wiat niet mynheer, dat gy buiten waart en dat ia voldoende om myn verbazing te verklaren, toen ik u zoo plotseling voor mij zag.” «Zeker freule,” antwoordde graaf Van Trichtvoorde. «Maar uw verwondering zal wykeq als ik mededeel, wat ik hier kom doea. Gy hebt *t wellicht reeds geraden. Ik heb mijn wonjng, de Faaantenhoeve, twee dagen voor de ramp, die u iq rouw dompelde, verlaten. Wat er gebeurd waa, hporde ik by myn aankomst in Schotland. De vorige week te Parys teruggekeerd, bracht ik een bezoek by msvjouw Van Hansweerd en werd niet ontvangen. Ik had echter het genoegen een myner oude vrienden, Arthur Erzee, uw neef freule, te ontmoeten, en van hem hoorde ik al de byzonderheden van die treurige geschiedenis. Hij vertelde mij, dat men een boech- wachter gearresteerd heeft, die volgens myn óórdeel een brave kerel is, en in wien gy belang atelt. Ik meende, dat ik hem nuttig zou kunnen zyn, door onder de luidjes hier, gunstige getuigenissen voor hem bijeen te brengen. Ik ben vertrokken en nu niet ge mij hier. Ik kwam dezen ochtend aan, en ge bemerkt, dal ik reeds een aan vang heb genaakt met het onderzoek. (For* wtofcA) Elize keek den knaap na tot hij verdwenen was en daarop daalde zij den heuvel af naar den weg. Inplaats van naar het hek te gaan, wandelde zij langzaam naar het uiterste einde van den muur met het doel, om het kasteel heen te wandelen. Zij had geen haast om met den tuinman te spreken, die haar zeker niets nieuws zou vertellen en zij wilde zich den tijd gunnen om een weinig na te denken, hetgeen wel noodig was, na de onverwachte mede- deelingen welke zij ontvangen had. Meer dan ooit twijfelde Elize aan de schuld van de Ruiter, maar zij geloofde niet, dat het gemakkelyk zou vallen, haar overtuiging te doen deelen door de juryleden, die zouden moeten beslissen over het lot van den beschuldigde. Zy vroeg zich te vergeefs af, wie die onbekende was, waarover Karei sprak en zy kwam er zelfs toe om te vragen welke rol haar zuster Marianne gespeeld had in het treurspel, dat geëindigd was met den dood van den beer Van Hansweerd. De gedachte dat Marianne de afschu- welyke misdaad beraamd had kwam niet in haar op en al had ze ook een oogenblik aan zoo iets ge dacht, dan zou zy de veronderstelling met afschuw verworpen hebben. Zy moest thans echter reeds nenlandsche zaken het volgend antwoord ont vangen De minister van binnenlandsche zaken, Gezien het adres, dd. 7 Mei 1894, waarbij A. Dykstra, te Rinsumageest «overwegende dat vryheid van denken aan alle Staatsburgers is gewaarborgd,» verzoekt, dat ter vernietiging worde voorgedragen het besluit, waarbij hem door den Raad der gemeente Menaldumadeel, dd. 12 April 1894, ontslag als onderwyzer aan de openbare lagere school verleend is, naar adressant beweert, «alleen omdat hy de anar chistische beginselen is toegedaan» Gelet op de berichten van Gedeputeerde Staten van Friesland, dd. 23 Mei 1894, No. 4, 3e afd. S. en 14 Juni 1994, No. 13, 3e afd. 8; Overwegende dat by onderzoek gebleken is, dat het ontslag niet verleend is op grond, dat adressant anarchistische beginselen is toegedaan en dat ook op de vryheid van denken door het raadsbesluit geen inbreuk wordt gemaakt Geeft aan den adressant te kennen, dat er voor tuaschenkomst der regeering in deze geen termen bestaan. titeit betreft. Zelfs worden hier en daar hooischelven omgezet, wat men in enkele jaren niet zag. Ook het vooruitzicht van de veld en boomvruchten is zeer bevredigend. aan spoorwegverbindingen, gemeentelyte berg- werkplaatsen en f“J- stand komen. Na de uitgevoerde vaartverbetering zyn de Haagsche grachten niet meer voldoende voor de vaartuigen, die van de nieuwe vaart ge bruik maken, zoodat eene haven en verdere inrichtingen dringend noodzakeiyk zyn ge worden. De bedoelde haven zal zoodanig worden aan gelegd, dat schepen tot eene lengte van 70 M. met een breedte van 7.50 M. en een diepgang van 2.30 a 2.40 M. haar kunnen bereikeh en daarin verblyf kunnen honden. Zy zal van de noodige zwaaiplaatsen wor den voorzien, terwyl ruime gelegenheid zal worden gemaakt om te Iaden en te lossen en goederen tydelyk op te slaan, met aanslui ting aan deu Holl. IJz. Spoorweg. Met het oog op het samenstel van werken behoort omtrent de beschikking over de terreinen voor de bepaalde doeleinden de noodige vryheid te bestaan, waartoe het iugediende ontwerp strekt. 8

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1894 | | pagina 1