1 BINNENLAND. I De laatste eener Familie. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. I No. 6431. 33ste Jaargang. Vrijdag 17 Augustus 1894. OW st It vice versa, n II". nveer, FEUILLETON. !h r”'., DL sist. JN, nd met fl.90 D. 60, lag. •j iat ING. ar en Kaai van de Haagsche dienders is een geschil (ierdorp, SR, LICH- maar toch ht jj. De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. i rki A 144b, apotheker, nde JHE r (Naar kei Frantck.) a. 8. n bij Maatschappij fiOUDSCHE COURANT i- den buik tenge- zoo ernstig werd later overleed. !en Jicht, kortom peller. den tegen peller. huisgezin peNer. Ie flescL n en bij i derZelf- ie uitspat- De 2e luit A. W. G. J. de Keizer, van het 4e reg. vest-art., wordt overgeplaatst hij de instruetie-compagnie te Schoonhoven. waarvan do aanbesteding reeds op 23 vastgesteld. afb. Prys verschrik- ragd lydt, enng, die 1 van een j hét Ver markt 34, )t bedrag, en boek- ADVERTENTIÊN worden geplaatst 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. GOÜDA, 16 Augustus 1894. P. d. K. werkman op de stoomhontzagerij vaij den heer L. P. H. te Waddingsveen kreeg Woensdag, terwyl hij bij de schaafmachine werkte een stuk hout tegen 1 x volge waarvan hij inwendig verwond, dat hy eenige uren Bij koninklijk besluit gisteren bij den Rand van State, afd. voor de geschillen van e bestuur, ingekomen is gehandhaafd het be sluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol- land, dd. 20 Febr. 11., waarby, met vernieti ging van een besluit van de vereenigde ver gadering van het hoogheemraadschap van Delfland dd. 9 Nov. 1893, W. J. vau Sandick alsnog als hoofdingeland in het eerste district van genoemd hoogheemraadschap is toege laten. Ook is in stand gebleven, door ongegrond- verklaring van het daartegen ingestelde beroep, het besluit van Gedeputeerde Staten voornoemd van 20 Februari 11., waarbij is gehandhaafd het besluit der meergenoemde vereenigde ver gadering tot niet-toelating van J. P. Mooijman te Stompwijk als hoofdingeland-plaatsvervanger. 104) Eliza meende, dat haar zuster wel niet zou komen en geloofde, daar men meest altyd gelooft wat men hoopt, dat do schuldige vrouw gevolg had gegeven aan den raad dien zij haar had gegeven en naar het buitenland was gegaan. Arthur, die thans wist wat hij van Rudolfs zede lijke waarde te donken had, was er volstrekt niet op gesteld den valschen vriend terug te zientoch was hij vast van plan om als hij hem eens toevallig mocht ontmoeten, hen ronduit zijn meening te zeggen. De dokter, die minder bij de zaak betrokken was en ook kalmer dacht dan de beide verloofden, wenachte den beschuldigde alle mogelijke goeds toe, maar toch hoopte hij niet op vrijspraak. Hij wist niet of hij in de Ruiter’s belang wel hopen moest, dat de weduwe van den generaal als getuige optrad, want hy wizt reeds sedert geruimen tyd, dat tus- schen haar en den boschwachter een geheim bestond. Hij vermoedde zelfs, dat de barones den moordenaar van haar man kende en gewichtige redenen had om hem niet te verraden. Alle drie hadden zy aangewezen plaatsen in de zittingszaal. Elizo en de dokter in de getuigenka mer en Arthur een vrygehouden plaats achter de leden van de rechtbank. De voorzitter die een goed vriend van zyn vader wm geweest, had hem gaarne De veehouders te Langeruigeweide zitten nog volop in den hooibouw, verscheiden boeren zelfs zyn weinig verder dan op de helft. Hoe het hooj gewonnen wordt bij dit gestadig natte weer en met hoeveel arbeid en verdriet, laat zich begrepen. De hoeveelheid laat anders niet te wenschen over. Aan gras heeft men tot nog toe geen gebrek, doch het weiland is door weekt van den regen en de groote vochtigheid der laatste weken moet vroeg of laat van on- gunstigen invloed zyn op den gezondheidstoe stand van het vee. De malaise in den kaas handel blijft nog altyd voortduren, wat een groote ramp is voor de boeren, die ook tenge volge van de ongunstige weersgesteldheid een allesbehalve voordeeligen zomer hebben. Zaterdagavond waren in het koffiehuis van P. Stoppelenburg te Stolwyk ruim een zestigtal landbouwers bijeengekomen, om te spreken over de maatregelen, die werden toegepast tot be perking van mond- en klauwzeer, en om mid delen te beramen, teneinde de gestrengheid dier maatregelen zoo mogelyk, te verzachten. Na langdurige besprekingen werd besloten, dat zich heden eene commissie van vier personen naar den Minister van Binneniandsciie zaken zou begeven. Tusschen bet bestuur der Tramweg-Maat- fchappy en gerezen. In de jongste wijziging der Haagsche ver ordening op het ryden binnen de gemeente is, onder meer, bepaald, dat het verboden is anders dan stapvoets te ryden, tusschen 9 uur des morgens en 4 uur ’s namiddags, in bet Westeinde en de Vleerstraat langs en binnen een afstand van het gebouw van het gymnasium. Om welke reden nu ook, meent het bestuur der Haagsche tramwegmaatscbappy niet ver plicht te zyn bovengenoemde verordening na te komen wat betreft het gedeelte Vleerstraat langs het gymnasium, en als bestond de be paling niet, lieten de tram koetsiers, op last vau het hoofd van beweging, hun paarden lustig door de Vleerstraat draven. (In het Westeinde onderwerpt men zich aan het voorschrift.) Dit konden en mochten de handhavers der wetten en verordeningen niet toelaten en gisterochtend werden drie politiedienaren aan den hoek van de Vleerstraat geplaatst om de t rampaarden, met geweld desnoods, tot stapvoets rijden te dwingen langs het Gymnasium. Daar kwam even over negenen de tram. De koetsier floot een lustig deuntje, alsof hij zeggen wilde »sta pal jongens daar komen we aan«, het paard kreeg nog een extra tikje, het hoofd van beweging, dat naast den koet sier stond, knikte goedkeurend^ en daar ging het er op los. De Cerberussen gaven het gebruikelijke sein, tot stappen, waaraan echter geen aandacht werd geschonken. Daarop werd het paard door een diender by den kop gepakt en gedwongen den voorgeschreven afstand stappende af te leggen, welke maatregel, tot groot vermaak van de omstanders, werd herhaald tegenover de naar de meening der politie in overtreding zynde tramkoetsiers, die blijkbaar op hun beurt gehoorzamen aan de bevelen van hunne chefs. Men schrjjft uit Opsterland Er dreigt al weder een conflict te zullen ontstaan tusschen den Raad dezer gemeente en Gedep. Staten, waarin nu echter door laatstgenoemden de tusschenkomst der Hooge Regeering zal worden ingeroepen. Het betreft de onlangs door den Raad vastgestelde nieuwe verordening op het lager onderwijs, waarby o. a. is bepaald, dat leerlingen, wier ouders of verzorgers niet vol doende in hunne voeding, kleeding en schoei- sel kunnen voorzien, daaraan kosteloos worden geholpen ter beslissing van het hoofd der school, armvoogden gehord. By Gedep. Staten is ernstig bezwaar tegen deze bepaling gerezen. Zy zeggen in een aan het gemeentebestuur gezonden schrijven, dat dit helpen feitelyk is net verleenen van onderstand van gemeente wege, waarbij hoegenaamd geen rekening wordt gehouden met de voorschriften dor armenwet. Bovendien vinden Gedeputeerde Staten de zaak bedenkelijk uit een paedagogisch oogpunt. By weigering van hulp toch zal de verantwoor delijkheid daarvan neorkomen op het hoofd der school, en dan zullen onaangenaamheden en conflicten tusschen het hoofd en de ouders niet uitbljjvén. Afgescheiden van dit, alles zyn Gedep. Staten van oordeel, dat toepassing van den maatregel by de ouders het besef zal ver zwakken, dat zy in de eerste plaats verplicht zjjn hunne kinderei^op te voeden en te onder houden en dat staatszorg alleen in geval van onvermydelykheid te pas kan komen. En by dit alles komen nog do ernstige gevolgen voor reeds zoo gedrukte gemeen te-financiën van Opsterland, iudien op deze wijze aan de hoof den der scholen, zonder eenige contróle, de beschikking over de fondsen der gemeente wordt gegeven. Op al deze gronden verklaren Gedeputeerde Staten, dat als de genoemde bepaling niet uit de verordening wordt genomen, zy zich ge noodzaakt zullen zien, haar aan de Koningiu- Regentes ter vernietiging voor to dragen. Door het bestuur der stad Sloten zyn twee oude steenen, die vroeger in do poorten dier stad eene plaats vonden, aan het Friesch Mu seum ten geschenke gegeven. De steenen dragen adellyke wapens, welke in den tijd der Ba- taafsche Republiek hier en daar zyn verminkt, evenals de opschriften. Op een daarvan kan men nog lezen: >net to goed, not to tsjoed.< Te Heelsum (gemeente Renkum) zullen de industrieele inrichtingen weder met een worden vermeerderd. De heer G. Schut, aldaar, heeft besloten tot het bouwen van een stoompapier- fabriek, dezer is tc verfrissebon. Op een groote tafel lagen verschillende voorworpen die met do misdaad in verband stonden en wolhot geweer van De Ruiter, do kogel waardoor de gene raal getroffen was en het rest dat data op den dag vau den moord had gedragen en dat door den kogel wae doorboord. Arthur, die voor de oersto maal oen rechtszitting by woonde, kon maar niet begrijpen waarom het, mot bloed bevlekte, kleedingstuk was ion toon gesteld. Hy achtte hot volkomen Overbodig oa vond het af schuwwekkend. Daarop nam hij de personen eens op, die om hem heen zaten cn ook hunnerzijds hom nauwkeurig opnamen, daar zij heel goed bemerkten dat hij niet als zij, ambtenaar of rechterlijk persoon was; vermoodolijk begrepen zij volstrekt niet, met welk recht do jonge man zich in hun midden be vond. In de zaal ontwaarde Arthur niemand dien hij kende. Hij begon er over te peinzen ot hij er wel goed aan gedaan had de behandeling dor zaak bij te wonen hij was immors de neef der weduwe en de verloofde van freule Barton die, als zij getui genis moest afleggen, misschien door zijn tegenwoor digheid in de war zou geraken. Het wns echter te loot om zich te bodenkon en hij besloot zoo te gaan zitten dat hy niet in het oog viel. Mot groote nieuwsgierigheid vroeg hy zich af, of Rudolf van Triebtvoorde als gezworene zou optreden. De dokter had gemeend dat dit stellig gebeuren zou, maar ’t was best mogelyk, dat bij zich vergiste. „Hy zal niet als gezworene worden toegolatan," dacht Arthur. „Het is onmogelijk dat hij zitting heeft, nu een zaak voorkomt, waarin zijn pachter de meest bezwarende getuigenis aflegt.” Uit Groningen meldt de »N. G. Ct. Het ie de laatste avonden zeer woelig ge weest. in het Noorderpark. Wij hebben er tot du toe niet vau gesproken, omdat het bericht, dat hier of daar iets te doen is, licht aanlei ding geeft, dat er nog moer to doen komt. Maar thans is bet kleine standje een formeel relletje geworden, waarvan iedereen spreekt en het kan zyn nut hebben de nieuwsgierigen, die geneigd mochten zyn een kykje te nemen, ernstig te waarschuwen. Er liep een zot praatje, dat in het park zoo iets als een spook was gezien eene witte of eene roode juffrouw de geesten zieners waren het er niet eens over die met dreigende gebaren zich vertoonde om te verdwijnen iu eene der mynen die nog van de vestingwerken zyn overgebleven. Dat moest men natuurfyk zien, en uu beeft deze dwaze geschiedenis zulk een uitbreiding gekregen, dut zy der politie vry wat te doen geeft. Er moet thans een einde aan komener zyn reeds slagen gevallen, eu de nieuwsgierigen hebben het zich zelven te wyten, zoo zij be handeld mochten worden als rustverstoorders. De banken dor beschuldigden on die van de ge zworenen waren nog ledig on de rechters waren nog niet biunengekomen. In oen andere bank zag Arthur verscheidene heeren, die blijkbaar geen getuigen en ook gewone toeschouwer» warou. Eensklaps werd door oon deurwaarder de komst van het Lof aangekóudigd en da toeschouwers namen do hoeden af. De presid^f, iu roode toga, kwam het eerst biu- non. Hij wen gevolgd door twee rechters in zwarte toga’s en mot een blauw lint om het midden, gelijk zulks in oen deel van Frankrijk gebruikelijk is. Daarop volgde de officier van justitie, eveneens in hot zwart gekleed. H t binnenkomen dezer personen geschiedde op zeer plechtige wijze, maar ‘t ging vergezeld van ©enig geraas onder het publiek. Toen bot weder stil was geworden, gaf do voorzitter bevel den beschuldigde binnen to brengen en aller oogen vestigden zich op een klein deurtje dat byua onmiddellijk word open gedaan. De Ruiter kwam binnen, vergezeld door twee veldwachters die aan weerszijden van hem plaats namenzijn verdediger plaatste zich achter hem, op een oenigszins verheven zetel. Er ging ecu goedkeurend gemompel door de zaal toon mon den stovigen man met het militaire ui ter lijk en het innemend gelaat zag. Hij maakte In zijn kleeding als boschwachter, de eenige die hij be zat een uitmuntenden indruk en daarom hadden do vrouwen, die nycnoeg een derde deel van bel gehoor uitmaakten, dadclyk met hem op. (fPordi vervolgd.) Hot is algemeen bekend, dat de sterkte eener machine naar paardenkrachten bepaald wordt, en men daaronder verstaat den arbeid, waar door in ééue seconde 75 K- G. 1 m. hoog kan opgeheven worden. Hiermee komt echter de werkelyke kracht van een paard niet over een de technische paardekracht is heel wat graoter dau de kracht van een paard. De benaming is ingevoerd door James Watt (1736 1819), den verbeteraar van het stoom werktuig, den uitvinder van den condensator. Eene der eerste door hem vervaardigde machines zou in de brouwery van WitbrcaJ opgesteld worden, om een tot dien tjjd toe door paarden gedreven pompwerk in beweging te brengen. Om nu eene zoo sterk inogelyke machine te verkrygen, die even zooveel water kon pompen als een sterk paard, stolde de brouwer de door een sterk paard opgepompte hoeveelheid water op de volgende wyze vast. Hy liet eeu zeer sterk paard onafgebroken, onder zweepslagen, volle acht uren werken, en het gelukte hem op die wyze het eerbiedwaardige getal van twee millioen K. G. water ie bekomen. Dit met de hoogte vergeleken, en per seconde berekend gaf tot resultaat, dat het psard in elke seconde 75 K. G. water één meter opgevoerd had. Watt legde deze op zoo abnormale wyze ver kregen arbeid, onder den naam van paarde- kracht, van toeu af, aan al zyne berekeningen ten grondslag. in do gelegenheid gesteld de zitting bij te wonen. De drie personen waren, een half uur voor het be gin der zitting, gezamenlijk naar hot gerechtshof gegaan. De deuren van het gebouw waren reeds als belo* gord door personen van allerlei stand on rang. Men zag boeren en stedelingen, burgermannetjes en groote damesallen stonden achter elkander in rijen ge schaard, precies als de nieuwsgierigen, die een nieuw stuk in een schouwburg willen zien. Elize en de dokter herkenden onder ben enkele landbouwers uit Trichtvoorde, die overgekomen wa ren om den boschwachter voor zijn rechters te zien verschynen. Aan de deur waardoor do getuigen meeaten bin nengaan, zagen zij komen kolonel Jugon, die eene oproeping had gekregen om uit Parijs over te komen, hij gaarne nog langer bad willen blyven, de van den kolonel, die zich op Sint H ubeitus-avond te Lanvaflon hadden bevonden en loodgieters die de looden plaat hadden moeten vast* spijkeren en A geheel alloeii stond, daar niemand mot bom te maken wilde hebber Aan die vriend den dol hem aangewezen plaats te begeven. De zaal was zeer spoedig vol en weldra was er niet alleen geert enkele plaats meer open, maar er waren meer menschen aanwezig dan de zaal koa bevatten, waarvaö slechts de helft voor Het publiek toegankelyk was. De aanwezigen kregen het reeds benauwd en de dauw» gebruikten reukwater om ziek M n,W4J’ Men schrijft ons uit Waddingsveen: Woensdag 15 Augustus herdacht onze pastoor de WelEerw. heer Scheffer den dag, waarop hij vóór 25 jaren zyne priesterwijding ontving. De blijken van belangstelling onder zyne ge- loofsgenooten waren talrijk, getuige het dundoek dat van de woningen van alle R. K. ingeze tenen woei. God geve, dat de waardige man, do oprechte kindervriend, nog vele jaren voor zyne gemeente moge gespaard blyven uit Parijs over te komen, waar dienstboden van den generaal on die den generaal hadden zien heengaan, de i zfok den afschuwelijken De Poorter, die stond, daar niemand mot bom te maken "t (m»r moest Arthur van zijn nicht en zijn dokte? afscheid nemen, om zich naar do 8

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1894 | | pagina 1