Directe Spoorwegverbinding met GOUDA. Zomerdienst 1894/95. Aangevangen 1 Mel T(|d van Greenwich. Buiteolandsch Overzicht. 346"* Staats-loterij Naar aanleiding ran de onlange gehouden vaccinaties in de gemeente Smilde ontstonden hoog loopende oneenigheden tnsschen den plaat selijk en geneesheer en sommige ingezetenen. Steeds waren deze gewoon, dat er op den arm der kleinen een vjjftal pokken werden aange bracht, althans niet meer, terwgl de tegenwoor dige arts Van der Wjjle zich volstrekt niet tot dit maximum bepaalde, maar hiermede naar om standigheden handelde. Enkele ingezetenen hebben toen aan den Minister van Binneniandsche Zaken een adres opgezonden met verzoek aan den willekenr van den geneesheer paal en perk te stellen, 't Is echter zonder resultaat geweestop hun versoek is afwyzend beschikt. De geneeskundige voor schriften laten in deze volkomene vrjjheid aan hnnnen dienaar. In een afgelegen voorstadbnurt van Weenen heeft de haat van een groot deel van bet voetjgaand publiek tegen wielrijders zich op heftige wjjze geuit. Twee ambachtslieden stonden in hinderlaag by een brug en sloegen daar, door een groote volksmenigte aangemoe digd, in den loop vaneen half uur zestien wiel rijders van hunne tweewielers, welke beschadigd werden ook. De wielryders allen jongelieden tnsschen 15 en 18 jaar gingen, met hnn tweewieler op den rng, onder uitjouwend geschreeuw van de menigte, naar het naaste politiebureau. De goeden moeten het ook hier hoogstwaar schijnlijk voor eenige kwaden ontgelden. Voor bet Gerechtshof te Praag stond donor dagen zekere Nowotny terecht, dip tien jaren geleden zjjn huis in brand stak, als wel wat radicaal middel om van zyn schoonmoeder af te komen, die by hem inwoonde en die hem en zyn vronw het leven verbitterde. Zijn huis brandde af, hjj leed groote schade maar zyn schoonmoeder kwam ongedeerd uit het brandende huis. De oorzaak van den brand bleef onbekend. Niemand vermoedde iets vau zyn daad. Kort daarna ging hy naar het buitenland. Eeüigen tyd geleden kwam Nowotny, wiens vronw in middels gestorven is, door heimwee gedreven terug, en hy stelde zich in handen van het gerecht. Thans ia bij veroordeeld tot zes jaren ge vangenisstraf. De redacteur en de uitgever van de «Zu- kuntts, het orgaan der radicale socialisten te Weenen, zyn Maandag in heohteoia genomen wegens opruiende artikelen in dat blad. Da «Zukunft* bestaat nog pas twee jaren en heeft al ruim een dozjjn redacteurs gehad, die nu gevangen zitten of naar elders gevlucht zyn. Een broeder van Caserio, den moordenaar van Carnot. heeft te Rome, waar hij bediende waa, uit wanhoop over zyn broeder'a snoode daad, zelfmoord gepleegd. Te Brussel wordt deze week een wedstrjjd gehouden, die den straten een vroolyk aanzien geeft, namelyk een wedstrjjd in bloemenversie ring van balkons. Een jury, waarvan verscheidene kunstenaars en ook de Burgemeester leden zyn, zal de verschillende wyken bezichtigen en de prjjs- winners aanwjjzen uit de 223 mededingers. In den grafkelder van het kasteel Bovingny is het stoffelijk overschot van Prins Karadja, den Tnrkschen gezant te VGravenhage, bij gezet. De Belgische gezant, de Heer I)' Anethan, had als hulde een krans gezonden. Uit natui van den Tnrkschen consul te Rotterdam een krnis van witte rozen op het graf nedergelegd, aan hét lint, met Turksche kleur, was een waardeerend opschrift gehecht. Een origineel huwelijksaanzoek. Een der actrices van Surrey-theater* te Londen, miss Nethersole, heeft, natnnrlyk uit Amerika, den volgenden brief ontvangen en voor de curio siteit in den foyer van den schouwburg opge hangen Mejuffrouw. Ik heb uw portret in een courant gezien. Schoon, zeer schoon. Wan neer gjj in werkelijkheid er zoo uitziet, dan wil ik n trouwen. Zulk een meisje, zulk een voorhoofd, znlke oogen, znlk haar al was het ook een prnik kan niemand weerstaan. Daarom bemin ik o. Gy wordt smisse genoemd Dus is het mogelyk, dat gy ongetrouwd zjjt. By tooneelspeelsters kan men daarvan nooit zeker ?jjn. Zyt gy echter toch getroawd,dan stuur ik u geld om te scheiden. Ik ben een rjjk landeigenaar te West-Virginia en stel elke som ter nwer beschikking. Neemt gy rnjjn voorstel aan op voorwaarde dat het portret natuurgetrouw is dan betaal ik u voor nw moeite een schadeloosstelling van 50.000 dol lars. De correspondent van de Central News*, te Lamu, aan de Oostkust van Afrika, schrijft i. d. 9 Juli j.l. «Behalve twee Engelschen, de heeren God frey en Bosanquet, hebben de pioniers der Vryland-expeditie de onderneming totaal op gegeven en keeren naar huis terug. Er hebben geruchten geloopeb, dat bet mislukken van dit plan kon geweten worden aan hinderpalen, door plaatselijke beambten in den weg gelegd, doch thans kan uit ambteljjke schrifturen worden bewezen, dat integendeel de ambtena ren van het Oost-Afrikaansch bewind en van het Vitu-protectoraat zich hadden bejjverd om de volledigste hulp te verleenen. Oneenigheid der pioniers onderling en met Europeesche kolonisten, brachten al zeer spoedig de bewe ging in discrediet. Zelfs kreeg de aanvoerder Dr. Wilhelm, eene uitdaging. Een expeditie, uitgerust om langs de rivier Tana het binnen land in te trekken, geraakte zeer spoedig uit elkander. Na de terugroeping van den leider en de benoeming van den heer Godfrey tot zyn opvolger, werd de voorraad, waarover de expeditie nog beschikken kon, opgenomen; men wist, dat men nog voorraad voor 21 dagen moest hebben, doch 1hen vond nog slechts ge noeg voor 6 dagen. Dit noodzaakte om te Lamu nieuwen voorraad aan te koopen, die nog even tijdig genoeg in het kamp aankwam om hongersnood te voorkomen. Kort daarna beschuldigde men de heeren Godfrey en Bosan quet, dat zjj de Vryland-fondsen ten bate van de Britsche Regeering aanwendden, en ten slotte werd het kamp te Ngatona voor goed opgebroken. Te Weerdingou (Dr.) reden twee zoons van den landbouwer G. Trip uit, om een voer rogge van den each te halen. Onverwachts liepen de paarden in een kuil, die in den akker is, waardoor deze dieren schrikten en heftig aan zetten. Tengevolge van den schok, dien de wagens (twee aaneen gekoppeld) kregen, stort ten de beide broeders er af, met het ongeluk kig gevolg, dat de jongste onder de wielen geraakte en ernstige inwendige verwondingen bekwam, waaraan hy kort daarna is overle den. Te Marseille is een Chineesch tooneelgezel- scbap aangekomen, zich noemende tooneelspelers van den keizer van China, onder directie van den heer Tay-Chom-Beng en met een Franschen impressario. Zij zullen van Marseille naar Parjjs en Londen gaan. De prachtige costnines en accessoires schyoen de voornaamste aantrekkingskracht te moeten uitoefenen. Tot den troep behooren ook een tijger en drie panters. Een grappige bijzonderheid telkens wan neer een actenr teruggeroepen wordt, krjjgt hy van zyn directeur een douceur ter waarde van twee francs. Volgens de Figarokan men de nationa liteit van een kóffiebuis- of restauratiebezoeker ▼aak opmaken uit zyn wjjze van doen wanneer er een stukje knrk in zyn wynglas valt. De Engelschman roept den kellner en vraagt een lepeltje om het stukje kurk op te visschen de Rus vraagt een ander glas en een nieuwe flesch er byde Franscbman wipt het •tukje kurk zeer losjes met den top van zyn pink uit 't glas en drinkt rustig voortde Dnitscher slokt wjjn en knrk samen op, zonder zich er moeielyk om te meken. En de Hollander? Hy laat het glas met de knrk eenrondig staan en drinkt verder uit een schoon glas. Dat is wel 't eenvoudigste en het zindelykste tevens. De Hongaren zjjn woedend op graaf Nicholas Esterhazy, omdat deze aan een renpaard van zjjn stal den naam van Kossuth* beeft ge geven. Hy heeft 't plan dit paard by de a. s. wedrennen te Pesth te doen loopen. «Maar wjj zwerenzegt een der bladen, dat dit niet zal gebeuren. Het is waar, dat men een soort van beafsteak naar de Esterhazy's heeft ge noemd en een tjjdperk in Ilongarjje's geschie denis naar Kossutb, maar een renpaard zal zyn naam niet dragen Eene dievenbende. De Brusselsche politie heeft een goede vangst gedaan. Sedert ge- ruimen tyd werden in verschillende Belgische proviciën, vooral in de nabjjheid der Fransche en Nederlandsche grenzen, inbraken gepleegd in villa's, ten plattelande, zonder dat men de dieven, die by voorkeur des nachts werkten kon opsporen. Eindeiyk is dit nu gelukt. Het bleek, dat deze inbraken gepleegd werden door eene ge heel georganiseerde bende, welke haar hoofd zetel had te Brossel in de Rne de la Samari- taine. Nadat het spoor was gevonden, brachten een paar politie-officieren, vergezeld door 50 agenten, onverwacht een bezoek aan dezewjjk en namen daar 47 personen in hechtenis. Alle bevonden zich in een huis in de Rue de la Samaritaine, waar de leiders hun bijeenkomsten hielden. Toen de agenten het hnis binnendrongen, poogden de dieven zich te verzetten, maar de agenten wisten hen met hun revolvers in bedwang te houden. Eeoigen legden terstond eene volledige bekentenis af. Daaruit bleek, dat eene vrouw, Gertrude Uylenbroek ge- heeten, de geheele dievenonderneming leidde. Zjj was het, die de plannen outwierp en aan elk der leden zyn rol aanwees. Deze vrouw behoorde tot de gevatte per sonen. "Vermoedelyk zal het wel blijken, dat niet allen, die io het huis werden gevangen genomen, schuldig zyn. In elk geval heeft de politie nu toch de voornaamste schuldigen in handen. Een vorig vereerder. Eens kwam een man met een ruw uiterlyk en met een nieuw, doch goedkoop pak aan by een gezienen predikant. «Neem my niet kwalyk, eerwaarde, dat ik u lastig val; maar ik kan mjj slechts eenige dagen in deze stad opbonden en het is rajj eene be hoefte u eens te bezoeken. Ik heb u dikwjjls hooren preeken.* «Werkeljjk?* antwoordde de geestelijke, wien het bezoek begon te inte resseeren. «Uwe preeken bevielen mjj beter dan alle andere, die ik ooit hoorde, ofschoon ik niet tot uwe kerk behoor, Werfaeljjk?* «Ja, er zijn tegenwoordig zoo weinig domine's op wier goede trouw men rekenen kan, dat wy, wanneer we er zoo een ontmoeten, hem onzen dank moeten betuigen.* »Uwe woorden ver heugen mjj zeer! Wilt ge het ruiddagmaa^met my gebruiken? De tafel is juist aangezet.* De bezoeker nam met opvallende vreugde de uitnoodiging aan, maar met nog opvalleuder gretigheid at hjj mede. «Alzoo hebt ge mjj dikwjjls hooren preeken vraagde de geesteljjke. O, ja!« antwoordde de bezoeker, woedend de spjjzen verslindende. Maar ik herinner my niet, n ooit in mjjne kerk gezien te hebben. Misschien in mjjne vroegere dorpsgemeente?* O, neen, niet in een dorp,verzekerde de gast, die nu volgepropt scheen. «Maar hier in de stad zeker toch niet!* «Ja en neen. Ge herinnert u wel, dat u voor eenige jaren leeraar in het tachthois was. Ik zat daar voor een inbraak lang gevangen en benjuist heden ont slagen geworden. En nu, wel bedank* toor de vriendelijke ontvangst. Ik wil n groeten!* Reeds is melding gemaakt van bet Ongeval, dat dezer dagen den bosch wachter in den Haagschen Hertenkamp is overkomen, die plotseling door een hert werd aangvallen. Het hert, dat naar den zoölogisehen tuin zpn over- gebraoht worden, is sedert gestorven. Over de wijze, waarop het ongeval in zyn werk ging, leest men in een brief iit Den Haag aan de «Zutph. Gt.» de volgende bijzon derheden De Heer Geldmaker, heeft Zondagmiddag in groot levensgevaar verkeerd. Terwjjl hy bezig was eenige herten te voederen en daarjój) een vrouwelijk hert liefkoosde, werd hij plotseling door het mannetje een volwassen edelhert aangevallen, en door het in woede ontsto ken dier met volle kracht tegen een boom ge bonsd. De Heer Geldmaker, op eens hqt vree- seljjk gevaar, het welk hem dreigde, voorziende, had zich bliksemsnel met uitgespreide armen over en tusschen het gewei van het forsche dier laten vallen en zich in deze positie om de voorpooten van het hert vastgeklemd, waar door het krachtige dier den kop niet geheel kon opheffen en dit hem, voor het oogeublijt althans, niet doorrtooten kon. Het razende dier sleepte hem door de weide en trachtte zyn slachtoffer telkens tegen de groud, de jjzeren afrastering en een steenen bank te pletter te stooten. De Heer Geldmaker bleef zich echter krampachtig vastklemmen en verloor geen oogenblik zjjne tegenwoordigheid van geest; hy riep zelfs nog het hek te sluiten, opdat bet dier niet naar buiten zon kunnen koitten, in welk geval de ongelukken niet te overzien zouden geweest zjjn. Zjjne vronw en enkele bezoekers, die van dit vreeseljjk tooneel getui gen waren en niets tegen de woede van het dier vermochten, riepen intosschen angstig om hulp, welke gelukkig spoedig kwam opdagen. Eenige wandelaars schoten toe, en een grena dier zon het bert met zyn sabel afgemaakt hebben, als de heer Geldmaker, die bet zeld zaam schoone dier, dat aan zyn zorgen is toevertrouwd, wilde gespaard hebben, zich daartegen niet verzet en geboden had dit voornemen niet te volvoeren. Intusscheu waa het gelukt het razende dier met sterke tonwen aan een boomstam vast te knevelen echter niet zoo stevig of het bad zich bjjna nog weer losgerukt en kon de heer Geldmaker nit zjjne hacheljjke positie verloat Worden. Zjjne krachten waren echter ook geheel uit geput en hjj verzekerde, dat hjj niet lang meer den strijd tegen het sterke dier had kun nen volhouden. De heer Geldmaker was deerljjk gehavend, doch voor zoover wy konden vernemen niet ernstig gewond. Hjj verzekerde later npg, dat zjjne wijze van handelen de eenige kanji biedt om bjj een aanval van een hert er het) leven af te brengen. Het «Weekblad van het Hecht" geeft in zjjn nummer van 15 dezer de conclusie van den Procu reur-Generaal en het arrest van het Gerechtshof to 's Gravauhage in zake Schielaad tegen Goudh. Om hot belang der zaak nemon we beide pver. Adv.-Generaal Mr. Telders sprak toen het volgende i Edel Groot Achtbare Heereu President en Radon Blijkens een extract uit het verhandelde in eene vereeuigde vergadering van het Hoogheemraadschap Schieland van 29 Mei 1889, is op voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden besloten 8ohieland's Hoogeu Zeedijk te doen versterken. Annleiding tot dit besluit gaf een hooge vloed van 9 Febr. te voren, eu de daarmede in verband staande verzakking van den dyk na by den watertoren te Gouda, terwjjl voorzien werd dat de verbetering van den waterweg van Rotterdam naar zee tot nog hoogere vloeden aanleiding zou geven. Er werd bepaald dat van af GOUDA ROTTERDAM. Gaada .L 6.30 7.26 8.35 9.06 9.40 10.46 10.65 11.08 12.18 12.58 1.24 3.52 4.50 6.24 5.56 7.10 8.43 9.40 11.02 11.10 Moord racht. 7.32 8.42 H 0 0 11.02 0 1.05 0 v 4.57 0 6.08 0 0 9.47 9 Nioaworkork V 7.89 8.49 s 0 0 11.09 0 0 1.12 0 5.04 0 6.10 0 0 9.64 0 9 i Gapollo f 7.46 8.56 0 f 0 11.18 0 1.19 0 v Ml 0 6.17 0 0 10.01 0 V Rotterdam 7.— 7.55 9.05 9.25 10.— 11.05 11.25 11.88 11,38 1.28 1.44 4.10 5.80' 5.42 6.10 7.80 9.08 10.10 11 JO 11.80 ROTTERDA M-G O U D A. Rotterdam 5.— 6.02 7.25 7.47 9.45 9.51 10.17 11.50 12.80 1.45 2.30 2.50 3.48 4.20 4.45 6.81 7.07 8.10 Oapallo i S.10 6.18 0 0 0 0 0 10.27 0 0 1.85 0 0 0 0 4.56 f 7.17 a Nieuworkerk 1.19 6.21 0 0 0 0 0 10.84 0 0 8.02 0 0 0 5.02 0 7.14 Moordracht 1.16 6.29 0 0 0 t 10.41 0 0 2.09 0 0 0 5.09 0 7.81 9 Gouda 1.31 6.31 7.45 8.07 8.18 10.08 10.11 10.47 12.08 12.40 2.15 1.48 3.10 4.08 4.40 5.15 5.51 7.87 8.80 Gouda 7.80 8 40 9.09 Zev.-M. 7.41 8.51 Bl.-Kr. 7.47 Z.-Zegw.7.5S 9.01 N.d-L.d.8.01 Voorb. 8.07 ».1S 'sHage 8.IS 9.18 9.89 Gouda MB «.10 7.55 Oudaw. 5.50 6.54 Woerden 5.59 7.08 8.19 Utrecht 6.18 7.98 8.98 8.41 Gouda 6.40 Amsterdam Wp. 7.19 Amsterdam Oi. 8.14 9 Baal brein. 60UDA DEN HAAG. 9.87 10.49 11.11 19.91 1.01 1.97 8.99 1.55 4.45 6,97 5.69 7.18 9.87 11.06 11.18 a 11.01 a 1-18 a a 4.87 e «.11 a M9 a a a a a a 1.18 a la a a a 6.16 a a a a a 11.10 a a a a a 5.08 6.99 9.58 a a a a a 1*88 a a a a a 6.81 a a a a a H.tt a a 1-88 a a M0 a 8.86 10.10 f 10.07 11.97 19.41 19.11 1.48 1.57 8.55 4.96 5.96 6.56 6.41 7.49 10.15 11.88 11.48 tOl'D A-U T EEC H T. 8.09 8.91 10.19 10.55 19.48 9.98 9.51 8.18 4.47 6.98 5.57 7.45 8.88 10.14 10.88 11 09 9.87 a a a 8.87 a 7.59 a 10.97 a 11.17 a 9.45 8.11 a 5.04 6.45 6.8K 8.07 8.55 10.35 10.11 11.45 1.90 8.08 8.89 8.50 5.99 6.91 6.66 8.98 9.11 10.68 11.10 GOUD A—A MSTKRDAM. 8.91a 10.06a 10.55 19.11a 9.61a 4.47a 6.98 7.46 10.14 9.10 10.55 11.19 1.— 8.40 5.45 6.85 9.41 11.18 9JI 11.10 19.84 1.18 Ml 6.59 9.57 11JI 9.41 9.50 9.56 10.09 DEN HAAG GOUDA. 'sHnge 5.48 7.90 7.48 9.98 9.46 10.19 11.8819.15 1.88 9.16 2.45 3.48 4.16 4.49 5.17 7.- 8.05 9.89 10.10 Voorb. 6.54 N.d-L.d5.59 Z.-Zegw6.08 Bl.-Kr. 6.14 Zev.-M.fi.19 Gouda 6.807 5 10.80 10.86 10.41 1.44 1.49 1.58 2.04 2.09 5.09 7.06 7.11 7.20 7.26 7 81 9.51 a 10.-— 8.13 9.88 10.16 10.58 12.08 12.45 2.20 2.45 3.15 4.18 4.43 5.20 5.47 7.48 8.35 10.10 10.86 U T R E C H T—iG O U D A. 1 Utrecht 6.38 7.50 9.- 9.58 11.84 12.02 12.50 2.55 8.10 8.52 4.48 6.86 8.09 8.60 10.34] Woerden 6.58 8.11 10.16 19.34 ff a a 4.16 a a a 9.1110.51 Gudewater 7.07 8.1» a 10.84 12.49 a a a 4.24 a a a 9.19 I Gouda 7.20 8.32 9.84 10.87 12.06 18.66 1.22 8.27 8.50 4.87 5.20 7.08 8.41 9.82 11.07 AM8TERDA M-G O U D A. Amsterdam C^. 8.—a 9.40a 11.10a 11.97 2.40a 4.10a 4.10 7.88 9.45 Amaterdaai Wp 5.50 8.16 9.5» 11.95 11.48 2.55 4.96 4.85 7.10 10.00 Goada 7.90 9.04 10.44 18.11 IMS 8.50 1.80 Ml 9.88 11.90 Gouda gelmdetijk naar beneden gaande de binnen- sluia van den djjk onder een helling gebracht aouden worden van 9 op 1 en de buitentaluds van 2'/s °P 1, ca dat* de lage plaatsen in de kruin verhoogd zouden worden. Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland gaven hunne goedkeuring aan het besluit. Het algemeen belang bracht mede dat de versterking van den dijk nog vóór den winter aangebracht zou worden. Gouda was volgens de zienswijze vau Schieland gemakshalve zal ik in 't vervolg slechte van 8ohieland on Gouda spreken verplicht den dijk te onderhouden en dijkvak 98, de hoefslagen gelegen onder Broekhuizen van nummers 218 en 18—18 ec werd gesommeerd om deze gedeelten van den djjk ondor de bjj exploit genoemde aftae- tiugen te brengen, in verzuim gesteld voor het geval zjj niet op oen bepaalden dag het werk zou hebben aangevangen, met aanzegging dat in dat geval Schie land zelf tot de noodige werken zou overgaan op hare, Gouda's kosten. Deer Gouda onderhoudsplicht ontkende en dus niet aan het werk ging, zag Schieland zich genood zaakt op grond van art. 67 (art. 67 luidtop grond deaer keure noodig geoordeeldo herstelliugen of andere werkzaamheden worden, na gedane aanmaning, door de zorg van den dijkgraaf van Schieland, voor rekening van de daartoe verplichten verricht) der algemeene keur voor het Hooghoemraadschap van Schieland dit te doen. Zoo werd het noodige werk tot versterking en verhooging van den dijk door Schieland uitgevoerd. Na vruchtelooze sommatie om de kosten tot een lied rag van 7541.25 aan hot werk besteed over welk kostenbedrag op ziohzelf tusschen partijen geen verschil bestaat volgde een dagvaarding van Gouda tot beta'iug van die som met de ronten ad 5 pet. vau af den dag der sominutie. Volgens die dagvaarding zoude Gouda nuar de oude herkomsten, de wet en do boefbeslagboeken van hot Hoogheemraadschap verplicht zijn den Hoo- gon Zeedjjk in bovengenoemd dijkvak voor de ver melde hoefslagen te onderhouden. Later te bespreken production en hoefslagboekeu werdon door Schieland in het geding gebracht om de juistheid van de door hem beweerde dijkplicht van Gouda te steven. Gouda bleef haar dijkplicht ontkonnenin de boefbeslagboeken van 1756 en 1810 waarvan aanvankelijk de authenticiteit betwist werd, maar waarvan men iu hooger beroep geen melding gemaakt hoeft - staat Gouda wol voor de bewuste gedeelten van den dijk aangeslagen maar, zegt Gouda, uit niets bijjkt uit wolken hoofde dit is geschied wat hiervan zijn moge, bestrijdt Gouda dijkplicht, omdat nu recht van Hoemraadsohappeu en dijkplicht geregeerd worden door de wet van 1841 en het vigeerejud Reglement van Schieland en uit deze beidou vólgt dat thans dijkplicht een last is waarmede dijkplichtige perceelen zyn bozwaard wier eigenaren daarvoor aansprakelijk zijn. Hot hoefbeslagboek moet het dykpliohtigo land aanwyzen en dat doen de boekeu voor Gouda niet. Zij bezit geen laad binnendijks en kon dus niet dijkplichtig zyn. Gouda ontkent ook dat zij door buitengerechtelyko orkenuingon tot dijkplicht gehouden zoude zijn, ter wijl zy er op wijst reeds in 1876 tegen zoodanige verplichting geprotesteerd to hebben, daar zij toen bij eed' ultgbschreven verbeteriug van den dijk het werk slechts1 heeft uitgovoerd op kosten van ongelijk. Do vordering van Sohieland is verder nog boetreden op grond dat zoo er ook al onderhoudsplicht by Gouda mocht wezen, het opgedragen werk dat het verzwaren van den dijk medebracht, daar niet onder viel en zij merkte nog op dat in elk geval de kosten daarvan slechts tot zoodanig maximum te haren laste zoude komen, als in overeenstemming mot do artt. 145, 147, 87 van Schielauds roglemont zou moeten blijkeu. Schieland heeft voor de uitvooring van het werk uitgravingon geduan of gelast in landeu aan Gouda toebehoorende. Gouda vraagt hiervoor roconventionool 2886.29. Wat deze vordering betreft kan ik volstaan met te zeggen dat Schieland niot betwist dat indien zijn eisch in óonventie afgowezen wordt, Gouda recht hoeft op restitutie voor al den uitgegraven grond en indien zijn eisch toegewezen wordt, dat dan botaald moet wordeu de grond gebruikt voor nndere vakkon dan waarvoor Gouda dijkplichtig is, zoodat in het luatete geval door Schielaud aan Gouda te betalen blijft 1194.62, Partijen zijn hit hierover eens zoodat de recon- vontioneele vorderiug vorder onbesproken kan big— ven. Bij vonnis van 11 Apvil 1892 heeft de Recht bank te Rotterdam den conventioneelen eisch en de reconventioneele vordering tot ovengenoemd bedrag toogewezen. Hij deze uitspraak heeft de Rechtbank zich twee vragen gesteld die zij beiden toestemmend beant woordde I. Is Gouda verplicht tot onderhoud van den Hoogen Zeedijk in djidvak 98, de hoefslagen 213 en 18—88 P IL Sluit die (onderhoudsplicht in zich verplich ting tot verzwaring van den djjk? Voor wat de eersto vraag betreft kwam de Recht bank tot het besluit dat Gouda, al moge zij geen eigendom binnendijks bezitten, toch dijkplichtig is, met andere noorden zy aam aan dat ook heden de onderhoudsplicht vau Schieland'* Hoogen Zeedijk op andere oorzaak test kan dan op oezit of eigendom van dijkplichtig land. Doze stelling nu beheerscht eigenlijk het geheele proces en volledigheidshalve knoop ik aan haar vast de vraag of by het bestaan van zoodanige verplich ting de oorzaak daarvan uit de hoefbeslagboeken moet blijken. Ik bon, toegelicht door de voortreffelijke schrifte lijke en mondelinge voordracht van de verschil lende gezichtspunten van partyen, tot de overtuiging gekomen dat het recht is aan de zijde van Schieland. De bier volgendo overwegingen hebben my daartoe geleid. In bet werk van Dr. Westenhof, Twee hoofdstukken uit de geschiedenis van ons dykwozen, (Groningen 1864, bit. 22) leest men, dat men nog in de achtste eeuw begonnen is de landen in Schieland te bedijken. Eerst in 1281 wierp men echter een nieuwen en zwaardaren dyk op, die nog bekend is onder den naam van «de Hooge Zeedjjk' «fait au tem vetus illo agger moles aestiva, et non sufficere videbatur adveraus fteminusa inundationes, puaro novus extrui coepit aa. 1981 (at palet ex privilegio Florentii V, van Mieris groot Chartenboek 1 370, hoc tempore dato) tendens ab urbc Gouda per urbem Roterodanum usque ad Schiedanum cui exaggerationi non solum peciyna» sed etiam laborea coutuleruut inoolae officio- rum Zevenhuizen Bleiswyk, officii Rotoe, Schidae domini Aleivini a Rodenrijs1' etc. Ik deel dit mede als een historische bjjsonderheid, die aan der zake kuudigen reker wel bekend, mij onbekend was, niet om or bepualde gevolgen voor deze zaak aan te ontleenen. Al mag het medegedeelde ook doen vermoeden «dat bij den aanlog vau dezen dyk door den Graaf aangowezen werd wie lot bet maken en onderhou den daarvan zouden bydragen al moge er uit big— keu dat ook deze dijk oorspronkelijk onder do dorpen en steden verdeeld is die dan een aandeel kregen in een of meer dyksparken en moesten zorgen dat dezo volgens de keuren daarop gelegd, worden in stand gehouden, terwijl de ouderverdeeling tusschen de grondbezitters door of ten overstaan vau Schout en Schepenen geschiedde (Vgk. Verhand, in de Kon. Academie v. W. afd Letterk. Mr G. do Vries. Het dyks- en molenbestuur in Noordhollands Noorder kwartier, bl. 7 volgende) van direct belang is dit voor dezo zank niotvoor het bowys toch van Gouda's dykplicht gaat Schieland niet verder dan 1756. In het hoofslagboek van dit jaar komt Gouda het eorst voor voor de hoefslagen uu in geschil, maar toch is het zeker niet van belang ontbloot or aan horinnerd te worden dat onderhoudsplicht van dykon oorsprnnkolijk niet uitsluitend op uigoudom van het beschermde land berustte. De geschiedenis van den Hoogeu Zeodyk laat ik vordor onbosproken, om do aandacht te vestigen op art. 84 van de keuren en ordonnantiën van 't Heem raadschap van Schieland on de ten gevolge van dien: in 1696 uitgegovon. Hierbij was bepaald dat «allo hoefslagen komende te vuralieneeren biunou zes weken daor uaor over te laten bouckeu". llioraau was niet altijd gestreng de hand gehouden zoodat in de ver gadering van Hoogheemraden vau 26 Juni 1756 een resolutie genomen weid waarbij «alle ingelanden dio eenig eygen of hoefslag op den Hoogen Zeedijk zijn hebbende worden opgeroepen om tusschen 31 Aug. en 12 Oct. e.k. te komeu ter secretarie vau Sohieland op aaugegevan uren om to zieu of dorsolvor oijgen of hoefslagen op haar naam zyn staande en 800 niet doselvo ton eersto te la»en overboocken op de boete bij de bovengemelde keuro gestatueerd«. Ik meou te mogen opraerkon dat in deze resolutie er rekening mede gebcuden werd dat dijkplicht cn wegens gelegen eigendom binnendijks ca uit andoren hoofde verschuldigd kon zyntot deze opvatting geeft thans aanleiding dat er gesproken wordt van ingelanden die eenig eigen of hoefbeslag op don Hoogen Zeedijk zyn hebbende. In elk geval wat hiervan ook zyn moge, allo dykplichtigon werden opgeroopen om de boekhouding van den dijkplicht met juistheid to kunnen in ords brongen. Dat Gouda aan die oproeping gehoor gogoven, althans genoegen genomen heeft met den aanslag van haar dykplicht voor de hoefslagen 2—18 on 18 24 kan niot betwijfeld worden. Als men do hoefbeslagboeken voorafgaande aan dat van 1756 opslaat, dan vindt mm dat in het boek van 1668 Gouda slechts éénmaal onder hoefslag 23 voorkomt in het boek van 1698 vindt men wel voor hoefsla gen 4, 7,9. 'T Heijliggeeat van der Gouda maar de stad niet aangeteokond evenmin is dit het goval in de boekon van 1577 en 1596. Dat tusschen 1663 on 1756 de hoofslagen in ge schil, veralieuecrt zijn 't zij bij koop erfonisse of andersints zoo dat ze voor rokeuing van Gouda ge- koraon zijn, staat vast; de dijkplichtigen van 1663 zijn vordweuon on in hunne plaats is gekomen Gouda. (Wordt vervolgd.) Er is veel kans op, zoo schreef de»Indép.< dat de qurostie van den acht-uursdag voor de Kngelsche mijnwerkers onder den grond, voor eerst nog wel niet het gebied der theorie zal verlaten. Die kans nu is byna zekerheid ge worden door de aanneming van het amende ment-Thomas, bepalende dat de wet alleen zal gelden in die graafschappen, waar de meerder heid der werklieden er voor ia. Met 112 tegen 107 st. werd dit goedgekeurd, geheel tegen den zin vap den voorsteller der acht-uurs-wet, den afgevaardigde Roby. De discussie werd gisteren verdaagd, toen de stemming was afgeloopeu maar 'heden begint men opnieuw, óm dan te moeten hooren dat Roby zyn voorstel iutrekt. Zoo komt er van den 8 uurs-werkdag voor de mijnarbeiders onder den grond vooreerst niets, want de tyd ontbreekt om een ander soortgelyk voorstel opnieuw in te dienen. Maandag als er niets in den weg komt wordt de zitting van het Lagerhuis gesloten. De «speech* van Lord Spencer voor de leden van het Hoogerhuis, met betrekking tot de wet voor de Iersche pachters, is zonder uit werking gebleven. De heeren bleven in de rol, die zy by de bome-rulo-wet* aannamen. Waar het Iersche quaesties betreft, zyn ze onvermurwbaar; en zoo hebben zede «Evicted Tenants Bill* afgestemd. Het stond 249 tegen 30 stemmen. De conservatieven juichenmaar of ze er reden toe hebben Het votum der Lords is geen échec voor de regeering; het zal integen deel de Ieren nauwer aan haar verbinden eu zoo haar positie versterken. En daarby, door deze nieuwe botsing met het Lagerhuis heb ben de Lords de positie van hun Huis weer gedacht verzwakt, en is de tyd van zjjn val verhaast. In het kanton Zurich heeft Zondag 11. een volkstemming plaats gehad over drie voor stellen, waarvan twee nogal belangryk heeten mogen. Het eerste beoogde een wyziging in de grond wet, in dien zin, dat in 't vervolg, bjj de vaststelling van het aantal zetels iu den kau- tonsraad, slechts met de iu Zwitserland gebore nen gerekend wordt, en niet met do ganscbe bevolking met inbegrip der vreemdeliugen, zoo als tot dasver gebruikeljjk was. Bjj de volks telling in 1888 is gebleken, dat o. a. de etad Zürich op eeeu bevolking van 94,200 zielen 20,000 vreeemdelingen bevatte, en nu onder de 122,000 zielen 30,000 vreemdelingen. De «Boerenboud,* van wien dit voorstel uit ging, heeft bjj de stemming zjjn zin gekregen, 32,720 stemmen waren voor, 25,895 tegen. Het politieke beeld'van het anders zoo demo cratische kanton zal uu wel eeuige verande ring ondergaan. Geljjk de Bond zoo gaarna wenschte, krjjgt thans het platteland zeker overwicht op de stedeu. en daarmee wordt ook de zaak der baitenlandsche socialisten, die in Zurich gevestigd zijn, niet waiuig geschaad. Het andere voorstel van den Boerenbond kan minder sympathie wekken, en werd ge lukkig verworpen.' Het bedoelde de afschaffing van eenige wetsartikelen, waardoor de pensioe nen van bedienaren van den godsdienst en onderwjjzers zouden worden ingetrokken. Tot 1869 waren de volksonderwijzers levenslang aangesteld een onderwjjzer moest dus tot zjjn dood dienst doen, of, werd hjj ongeschikt voor den dienst, een plaatsvervanger aanstellen. In dat jaar werd de bepaling over den levens langen dienst evenwel ingetrokken, nn vastge steld, dat elk onderwjjzer zich om do zes jaar aan een herkiezing moest onderwerpen. Hoewel het nu bjjua nooit gebourt, bestaat toch de mogoljjkheid, dat een onderwyzer,zelfs nadat hjj vele jaren zjjn betrekking heeft waargenomen, bjj «het volk* door oen veron derstelde of werkelyke fout in ongeuade valt en eenvoudig niet herkozen wordt. Hy zou dan broodeloos zijn, als de Staat heui niét een be scheiden pensioen uitkeerde. Dat ook den oudeu onderwjjzer, die vrjjwillig na volejaren dienst zjjn betrekking neerlegt, een pensioen wordt toegekend, is natuurlijk, ten minste, in veler oog. Maar de leiders van den Boerenbond denken er anders over, eu vandaar hun voorstel om die pensioenen af te schaffen, voor de onder wjjzers allereerst, en tegeljjk voor de predi kanten. We zeiden reeds, dat de Bond hier- raeé gelukkig een nederlaag leed want het gaat toch" niet aan, onderwjjzers of predikanten tot dupeu te maken vau do valsche positie waarin ze geplaatst zjjn tegenover den Staat. Maak die positie wat ze wezen moet, onaf- hankeljjk van den Staat, en dergeljjke voor steilen van den Boerenbond zjjn onnoodig, terwjjl dat ook het Damocles-zwaard boven de hoofden van predikanten en onderwjjzers wordt weggenomen. Een derde stemming had eindeljjk plaats over de wet tot bescherming van don vrouwen arbeid. De Boerenbond was er tegen maar er viel niet aan to twjjfelen, of deze wet, die zonder eenige oppositie door den knntonnaleu raad was aangenomen, zou er wel doorkomen. En dat gebeurde dan ook. Met de onthullingen van don heer Vitrac over de «faits et gestes* van het ministerio- Drfpny tydens de verkiezingscampagne bljjven do Fransche bladen zich eveneens bezighouden vooral ook met de kwestie in hoeverre zjj ge loot* verdienen. Een katholiek blad hoeft verklaard een do cument te bezitten, geljjk aan dat door den «Figaro* gepubliceerd, uiet dit onderscheid ech ter, dat het eersto deel identisch is met het verhaal van Vitrac, doch dat het tweede een geheel andere lezing geeft van de rol, door Drumont gespeeld. Het katholieke blad kwam in bet bezit van dit document door tusschenkomst van een «vriendin* van den heer Vitrac. Bjj haar had deze bet laten liggen; zjj maak to eenige moei lijkheden om het hem terug te geven, doch ten slotte kreeg hjj het stuk, dank zjj de bemoeiingen van een wederzjjdsch vieud, terug maar naar het scheen niet dan alvorens er kopie van was genomen. Wat is dos hier het ware stuk? Of zijn somwjjlen beide vervalscht? In het laatste geval laat zich echter niet de houding verklaren vm den heor Drumont, die verzekerde dat de lezing van den «Figaro* voor zoover hem betrof, de ware was. Een medewerker van den Temps* is de «vriendin* van den heer Vitrac gnan inter viewen eu vernam van haar, dat zjj geen af schrift van het bewnste document had geno men, doch dat het alleszins raogeljjk was dat iemand anders, hetzjj de wederzjjdsche vriend een »abbé,« of een dame, een andere vriendin van Vitrac kopie had genomen Er bijjkt uit deze duistere geschiedenis al weer, dat de politiek in Frankrjjk nog altjjd laDgs zonderlinge wegen tot ontwikkeling ge bracht wordt en het «cherchez la femme» in elke staatkundige gebeurtenis nog van toepas sing bljjft. Het «Journal des Débats* bespreekt het be zoek van keizer Wilhelm aan Engeland. Zooals men weet, pleegt de keizer in de laatste jaren zjjne grootmoeder, koningin Victoria, te bezoeken tjjdens de groote zeil wedstrijden by Cowes, aan welke bjj met zjjnA jacht Meteor jjverig deelneemt. Het FraAsche blad merkt op, dat de keizer zich bjj die gelegenheden van zjjne innemendste zjjde doet kennen en xich bljjkbaar moeite geeft om in Engeland populair te worden, het geen hem zeer goed gelukt. Het «Journal de» Débats* wil hierin geen poging zien om de triplo alliantie te veranderen in een vier voudig verbondzulk een verbond aou met do tradition der Eugelsche staatslieden, tot welke richting of partjj zjj ook mogen be hooren, volkomen in strjjd zjjn. Maar wel verdient to worden opgemerkt, dat sedert da altpediug van vorst Bismarck, de betrekkingen tusschen de beide regeerende vorstenhuizen voel hartelijker zyn geworden, en op de be trekkingen tusschen de regeeringen der beide lartden is de verbetering dezer verhouding niet zonder invloed gebleven. Vooral de Engelsche redering toont zich in koloniale vraagstukken tegenover Duitschland tot couoessiën bereid, eu het feit, dat Duitschland krachtig heeft geprotesteerd tegen de onlahgs ontworpen Cqngo-overeenkomst, heeft daaraan niets ver anderd. In Engeland herinnert mén zich klaurbijjkeljjk dat wanueer Duitschland en Frankrjjk in Afrika gemeene zaak maken, too- als dit gedurende hst laatste mihisteris van Jules Ferry het geval was, de Britsche be- langou daaronder hebben te ljjden. Op die wjjzo laat zich gemakkeljjk da bnjtengewone ingenomenheid verklaren, met wejlke keizer Wilhelms jaarljjksche beaoeken in Engeland wordeu begroet. Er schjjnt zelfs spfake *an te zjjn, dat koningin Victoria, iiiëttegonstnando haar hoogen leeftjjd, dit jaar het bezoek vau haar kleinzoon persoonlyk zal beantwoorden. «Indien dit bericht wordt be vestigd* zoo beslnit het «Journal dea Dé- bate* zjjn artikel, dat aigonljjk niets is dan eene waarschuwing voor de Kransohe regeering «zou dit een bewjjn te meer zyn van de buitengewone zorg, die de Engolsche regeering aan deu dag legt, om de wenschen vnn Wjl- hehn II te vervullen eu om diens sympathieën voor Oront-Brittanië levendig te houden.* MAH&THEHICHTEN Gouda, 16 Augustus 1894. Granen met weinig «eraudering. Alleen Tarwe 10 a 20 ct. boogér. Wat van bet nieuwe gewas aan de markt komt is byna alios week en daardoor moeilijk te verkoopen. Tarwe: Koeuwsohe 6.60 a 7.—Mindere dito 6.2» a 6.50. Afwjjkends5.50 k 5.76. l'oldor 5.75 a f 0 30 Roode soiner f 5 /-, dito wintor -.f Rogge Zeeuwsche 6.10 a 5.60. N. Polder 8.75 a 4.95. Bui- tenlqudsche per 70 k. 3.50 a 4.— Gerst: N. Winter, 3.25 ii 4.26. Zomer, a Gbevallior 5.50 ii 6.25. Havor: por beet. 8. 11 4.20 per 100 kilo 7.85 a 7.75. Ilea- nOpzaad: lularulseb, 10.25 it 10.50. Buitenlandscbé 6.25 ii 6,50. Kauariuzaad 9.a 10.50, Koolzaad 6.a 7-ErwtenMesting 6.10 it 6.50 niet kokende A f Böonen: Bruinoboonen u Witte- boonen a Duivenbooneii 6.50 A 7.Pnardeuboonen -.li Koolzaad nileuw -.a Muis per 100 Kilo Bonte Amorikaonsobe f 6.75 ii 7.—Cinqusntlne 6. k 6.26. Vkemarkt. Melkvee, weinig aanvoer. Handel eu piijzon vlug. Vetto varkens, red. aanvoer, haudel Hauw, 17 u 19 ot. por kalf KG. Biggen voor Engeland, red. aanvoer, bande! rodel. 17 a 18 ct. por half KG. Magoro Biggen, goede aan voer, haixlol flauw f 0.70 u 1.20 por week. Vette schapengoede aanvoerhandel flauw f 14 it 22. Lamineren, van geene beteekenis - it Nuchtere kalveron, eenige aanvoer, liandol vlugJ 6.— ii/14.Graskalveren zonder aanvoer, handel flauw a f Aangevoerd 160 parljjen kaus. Handel matig. Ifl. qua), 23.a 85.—. 2o. qua). 18. k 21.Zwaardere 26 u Noord-Uoi- landsche 18.— ii 24.— Boter, red. aanvoer, handel vlug. Goeboter 1.30 a 1.40. Weiboter 1.05 ii 1.20 p. Kilo. 8e Klasse. Trekking van Donderdag 16 Augustus 1S94- No. 16881 1000. Prijzen van 45. 352 1705 6386 8903 10666 12987 16720 18867 543 1808 5586 9263 I08n8 13010 15744 18846 569 1849 6756 9617 10969 18940 16886 18850 612 58 6001 9826 11267 14084 1628» 19167 691 2033 6384 9632 11401 14640 16559 19400 711 2269 6770 9712 11404 14608 16595 194(4 845 2567 7366 9799 11588 14863 16900 19658 930 3029 7498 10111 11762 14862 16982 19708 1008 3726 8218 10264 12067 14921 17104 20069 1088 4004 8296 10286 12209 15)90 17142 20196 1264 4444 839110461 12314 15610 17487 20944 1319 5083 8800 10497 12464 16621 18031 20994 1489 5111 8837 Burgerlijke Stand. GEBOREN 13 Aug. Ida Adrian», oodera B. Prang on A. N. Brouwers. 14 Maria Johanna, ouders J. Wiezur en C. 0. do Knegfc, Petronelln Cornelia, ouders J. Schenk en G. J. Bokhoven. - Felix Willem Alexander, ouders W. F. A. Brtiinsinn en M. L. Devi». - Hendrik Adrianus, ouders W. Blok en W. Loeflang. - 15 AdriurtUH Matthew», ouders M. van As en C. von der Post. OVERLEDEN: 13 Aug. 8. deJong, 46j. 14 A. Hoogteiling, 3 w. GEHUWD: 15 Aug, W. van Hoorn «n

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1894 | | pagina 2