i!»
IVEB
«I'
BINNENLAND.
TVïeuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
De laatste eener Familie.
33ste Jaargang.
No. 6438.
Zaterdag 25 Augustus 1894.
vice versa
m II".
enveer,
FEUILLETON.
aar.
[Dl.
eist.
JN,
nd met
t fl.90
1 I
’CAP.
as v. Goob
il'f
tstraat 80.
van
t 103.
ISt
iderdorp,
>ER, LICH-
<8>
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
gestoken, zelfs op het station misten wjj de
driekleur.
S’
ode
’HE
fiOI IKSf llE COURANT
)roofbu«jes
c. 0.35
>r Neder-
(Naar het Fransch.)
k gekookt
r voor da-
depels van
late) Als
■©val van
gebruiken,
ite H. H.
van ko-
was van
Oranje,
is iSclild f’
on in den I
naam des
ervaardigd
wcreldbe-
r* Stoll-
Te Harich is bij de Herv. Gem. beroepen
ds. J. P. Hattink Jr. te Nieuwerkerk a/d
Usel,
OUDE
AMMER
ADVERTENTIËN worden geplaatst
15 regels 5 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
De bisschop van Haarlem heeft benoemd
tot kapelaan te Egmonde de beer F. C.
Van Beukeringte Nes en Zwaluwen buurt
den heer P. Meijer te Hoofddorp de heer
C. A. M. Watterreus, en te Nieuwkoop de heer
F. A. Lucassen, allen op 15 Aug. 11. priester
gewijd.
gegeven. De hoeden gingen in de hoogte, de
kinderen zwaaiden met de petten en luide
hoezee’s weergalmden 1
Bij de Herv. Gemeente te Woubrugge is
beroepen ds. P. G. Datema te Delftshaven.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
tar bjjI
ERS Ju.
van echtheid i»
turk steeds voor-
inaam der-Firma
PE.
111)
//Voor hot einde der zitting, zullen wij nog eens
terugkeeren tot die onwaardige grap, waarvoor geen
woorden te vinden zijn. Thans zullen wij do ge
tuigen hooreu.”
«Beschuldigde ge kunt gaan zitten.”
De Kuiter gebruik makende van het verleende
verlof, ging met de ellebogen op de bank liggen,
het hoofd in de handen verborgen. Waarschijnlijk
nam hy deze houding aan om weerstand te bieden
aan de verzoeking, mevrouw van Hansweerd nogmaals
aan te zien. Blijkbaar luisterde hij slechts met e«n
half oor naar zyn advokaat, die hem iets toe
fluisterde.
//Mijneheeren,” ging de president voort, „de ge
tuigen ten laste zyn weinig talrijk, maar de verkla
ringen van een hunner, zijn van buitengewone be-
teekenia. De getuigen ter ontlasting zyu nog minder
talrijk, maar allen zijn 't er over eens, dat het ver
leden van den beschuldigde volkomen vlekkeloos is,
hetgeen trouwens door niemand weersproken wordt.
Alle verklaringen hebben betrekking op de feiten,
onmiddellyk voor of na het plegen der misdaad.
Deze feiten, die gij reeds vernomen hebt uil de acte
van beschuldiging, zal ik nog eens in ’tkortopsom-
riien, voor do getuigen opgeroepen worden.”
«Den 3don November jongstleden, verliet generaal
De vacantiekamer der arrondissements-recht
bank te Amsterdam deed gisteren uitspraak in
de zaak van Pieter Johannes van der Linde,
21 jaar oud, die op 20 Mei gepoogd heeft
zjjne moeder en zjjne oom door middel van
arsenicus te vergiftigen. De rechtbank ver
oordeelde Van der Linde tot eene gevangenis
straf van 15 jar?n door het O. M. was slechts
10 jaren geëischt.
dat de generaal, toen hij de bewuste deur met een
looden plaat deed dichtspijkeren, geen ander doel
gehad heeft, dan den lastigen on gevaarlijken tocht
te doen verdwijnen, welke do gezondheid zijner echt
genoot® bedreigde.
z/Een ander feit waaruit men tal van gevolgtrek
kingen zou kunnen maken, welke hier niet nader be
sproken behoeven te worden is, dat de heer van
Hansweerd, eonige uren voor zijn dood, een testa
ment hoeft geschreven, dat hij met een renbode aan
zyn notaris te Dinan zond. Hierin wijst hy als zijn
oenige erfgename zijn schoonzuster, freulo Bartan, aan,
met geheelen voorbygang zijner echtgenooto, die in
het eerste testament als erfgename was aangewezen.
Indion men te rado gaat met het gezond verstand,
komt men tot de slotsom, dat noch de eene, noch
de andere damo verdacht kan worden, want eerst
lang na de misdaad hebben zij kennis gekregen van
de laatste wilsbeschikking van den heer van Hans
weerd.
z/Zooals go weet mijnheeren, is do beschuldigde
de Ruiter, drie dagen na de misdaad gearresteerd,
op do verklaring van een boer, genaamd Jan do
Poorter. Deze verklaring, die aan duidelijkheid niets
te wenschen ovorliet, was verpletterend voor den man,
die, thans terecht staande, een poging aangewend
heeft, om de verantwoordelijkheid van do misdaad
op een ander te werpen.
z/Ik moet uw aandacht ook nog vestigen op oen
zonderling verschijnsel, voor een paar dagen ontdekt.
Na zjjn aankomst in de gevangenis to Sint Brieuc,
is Pieter do Ruiter' onderzocht door den geneesheer.
Deze heeft op hem bevonden een nog versoh lidtee-
ken, veroorzaakt door een kogelwond. De Ruiter
Men schryft ons uit Breda van Dinsdag
Heden ochtend 10,28 passeerde alhier per
extra trein HH. MM. de Koningin en de Ko-
ningin-Regentes. De trein reed langzaam voorbjj
het station. De veld-artillerie stond opgesteld
tusschen de Emmastraat en de nieuwe brug en
bewees de honneurs bij het voorbijstoomen van
den trein.
Door directie en personeel der firma’s F.
Smits v. Waesberghe en Smits Co., Hofle
veranciers alhier, werd HH. MM. de Konin
ginnen bij het passeeren van Breda op hunne
reis naar Middelburg, van af de feestelijk met
vlaggen versierde Brouwerij en Mouterij, eene
warme ovatie gebracht. Groetend uit den konink
lijken salonwagen beantwoordden HU. MM. dit
blijk van gehechtheid aan hetKoninkljjk Huis.
Tot onze groote verwondering was de firma
Smits van Waesberghe de eenige, die uit de
stoombierbrouwerij en mouterij de vlag had uit-
GOUDA, 24 Augustus 1894.
Blijkens bjj 'tien Raad van State, afd. voor
de geschillen van bestuur, ingekomen kon.
besluit, is de volgende beschikking genomen
De nieuwe vonrwaarden door Burg, en
Weth. van Gouda bij besluit van 17 Jan. jl.
toegevoegd aan de op 22 Aug. 1893 aan de
handelsvennootschap onder de firma Gebroe
ders Verkley verleende vergunning tot oprich-
De 600 arbeiders in de stoomweverij Java
te Almelo, die wegens een gebrek aan de
hoofdmachine moet stilstaan hebben het aan
bod der directeuren om hun een voorschot
te geven, dat zij echter later door overwerk
weer zouden moeten verdienen, van de hand
gewezen.
De reparatie der machinerieën zal nog wel
eenige weken eischen, zoodat ’t er voor vele
gezinnen allertreurigst uitziet. Het is te wenschen
dat ’t spoedig tusschen directie en arbeiders
tot een vergeljjk moge komen.
baron van Hansweerd, zeer vroeg in den ochtend,
zyn kasteel te Trichtvoorde om te Lanvallon te gaan
jagen bij kolonel Jugon, oud zee-officier. Hoewel
het weer hoogst ongunstig was, joeg hij daar den
geheelen dag. Met een talrijk gezelschap gebruikte
hij het middagmaal en tegen tien uur in den avond
vertrok hij plotseling zonder zijn gastheer te waar
schuwen, om terug te keeren naar Trichtvoorde, waar
hij omstreeks middernacht aankwam. De reden van
dit zonderling vertrek is onopgelost gebleven.”
//Omtrent dit punt zult gij kolonel Jugon hooren.”
z/De generaal bracht den nacht door in de karnat
van mevrouw Van Hansweerd, die een weinig onge
steld was. Den geheelen volgenden dag bleef bij
daar, tot het oogenblik, toen hij voor het venster
staande, gedood werd door een geweerschot uit
het park.
„Ongerust over den toestand zijner gemalin, hid
hij een boodschap naar Dinan gezonden, om zijn
dokter, den heer Bertrand, te ontbieden, die na den
moord in de kamer kwam.
z/Hier doen zich twee punten voor,Waaraan de
ambtenaar van het Openbaar Ministerie eerst een
zekere beteekenis gehecht heeft.
„Op den dag van zyn dood heeft de heer Van
Hansweerd last gegeven, om in zijn tegenwoordig
heid een verbindingsdeur tusschen de kamer zyner
echtgenoote en den ouden toren van het kasteel,
dicht te spijkeren. De looden plaat welke voor de
opening gespijkerd was is weggenomen op last vaa
den burgemeester van Trichtvoorde, die dadelyk per
soonlijk een onderzoek instelde, zonder iets verdachte
te ontdekken. Iu strijd met geruchten, welke mea
verspreid heeft, is het boven alle twyfel verheven,
Gisteren hebben de Koninginnen te Vlissin-
gen slecht weder gehad. Na een bezoek aan
de rede, waar oorlogsschepen manoeuvreerden
en salutschoten losten, woonden de vorstinnen
de wederonthulling van het standbeeld van De
Ruiter bij. Waaraan wij het volgende uit de
>N. R. Ct.< ontleenen
Alles was op de been, ieder wilde de Ko
ninginnen zien, en zoo reed de stoet duor eene
langs de straten geschaarde menigte, overal in
geestdriftige toejuichingen bet blijk ontvangende
van de onverflauwde aanhankelijkheid der bur
gerij aan het Huis van Oranje. Op de Rotonde
werden HH. MM. ontvangen door bet bestuur
van het departement, geljjk men zich herinneren
zal, indertijd het initiatief nam tot de oprich
ting van het standbeeld. De jonge dames
Elisabeth van Unen en Theresa O. L. van
Raalte boden H.H. M.M. bouquetten aan en
onder het spelen van het Wilhelmus* werden
de hooge gasten naar de zeer fraai gedecoreerde
koninklijke loge geleid. Na de uitvoering van
een zangnummer door 800 leerlingen der open
bare en bjjzondere scholen, onder leiding van
den heer W. van Kamer, hield de voorzitter
van het Nuts-departement, mr. Tuteyn Nolthe-
nins, eene toespraak, waarin hij de geschiede
nis der stichting van het standbeeld herdacht
en de namen der heeren D. üijttenhooven, P.
J. Zijnen, A. Ruijsch, Q. Harder, J. F. R.
Schultz en W. C. Story, aan wier ijverige
pogingen het mocht gelukken het groote werk
tot stand te brengen, huldigde en ook eer be
wees aan den beeldhouwer L. Royer. Voorts
herinnerde hij er aan, dat de onthullingen iu
1841 plaats had in tegenwoordigheid
ning Willem II, die daarbij vergezeld
zjjne zonen, de prinsen Willem van
Alexander en Hendrik, nadat zij in de Groote
kerk door ds. des Arnone van der Hoeven eene
feêstrede hadden hooren uitsproken.
Treilend,* zoo luid de beschrijving in het
gedenkboek, »was het oogenblik waarop vorst
en volk, door één gevoel geleid, met ongedekten
hoofde en met den traan van dankbare herin
nering in het oog, hulde brachten aan het beeld
des mans, wiens geheele leven aan den dienst
des vaderlands was gewijd, en die in dezelve
eindelijk den heldendood stierf.* En zoo heeft
vervolgde spr., dan ook het metalen beeld des
grooten admiraals meer dan 53 jaar onwrikbaar
op zijne oude plaats gestaan. Maar oud-Vlis
singen veranderde sinds dien geheel, de ves
tingwerken verdwenen en het plein waarop wjj
ons thans bevinden, ontstond. Waar kon meu
het beeld beter plaatsen dan daar, waar het
R a. s. eene
loede getuigen
was licht gekwetst aan do dij, door een kiemen
kogel. Aan den geneesheer, die hem vroeg, waar en
hoe hij gekwetst was, heeft de beschuldigde zeer
beslist elke opheldering geweigerd.
«Doelde hij op dit feit, toen hij zooeven in uw
tegenwoordigheid verklaarde, dat men zich in do
gevangenis te Dinan van hem heeft willen ontslaan?”
„Ja,” zeide de Ruiter, het hoofd opheffend.
„Dan beweert gij derhalve, bijna het slachtoffer
geworden te zijn, van een moordaanslag Wie is
volgens u de dader?”
//Ik weiger hierop te antwoorden.”
„Do heeren juryleden zullen deze beschuldiging
op do juiste waarde weten te schatten.”
„De griffier zal thans overgaan, tot het voorlezen
van de verklaring van mevrouw Van Hansweerd.”
Doze zeer korte getuigenis, had slechts betrekking
op do reeds bekende feiten. Zij boezemde het pu
bliek geen belangstelling in. De vrouw, die haar
geschreven had en die door niemand, uitgezonderd
Arthur en Do Ruiter herkend was, luisterde, zonder
dat iets in haar houding verried, hoeveel belang dat
stuk voor haar had.
De getuigen verschenen thans in de volgorde voor
geschreven door den president. Elize Bartan werd
het oerst opgeroepen.
In spanning wachtte Arthur op de komst van zijn
meisje on zijn hart klopte onstuimig, toen hij haar
zag naderen, bleek en bevend, zondek iemand aan te
zien. Hem zag zij zelfs niet.
By de eerste woorden, die de president haar toe
voegde, vatte zij weder moed. De welwillende man
maakte bet verhoor zoo kort mogelyk.
(Wordt vervolgd.)
uitziet op de reede, zooveel malen door de
Ruyter’s vloten doorploegd Door die ver
plaatsing zou het werk van de commissie van
1841 niet vernietigd worden, maar voleindigd;
immers destjjds was geen betere plaats te
vinden.
>En toen nu den 11 Juli 1894 de inspec
teur van het Nederlandsch loodswezen, de ka
pitein ter zee J. C. de Ruyter de Wildt, af
stammeling van den grooten admiraal, op
verzoek van het Nutsbestuur den eersten steen
legde van dit nieuwe voetstuk met dezelfde
gereedschappen destjjds door den admiraal
Gobius gebruikt, met wiens kleindochter hij
gehuwd is, toen meende het bestuur daarmede
zeker hulde te bewjjzen aan de commissie van
voorheen en was die taak dan ook zeker aan
niemand beter toevertrouwd.
Dank zij de goede zorgen van hen, die met
de verplaatsing en het toezicht belast waren,
verrees het beeld opnieuw ongeschonden opzijn
voetstuk, waarin aan de linkerzjjde een geljjke
plaat met krans is aangebracht, als die in 1876
bij den 200-jarigen gedenkdag van zjjn sterven,
waarop vermeld staat de verplaatsing met den
datum van heden. Na het karakter van De
Ruyter in korte trekken te hebben geschertst;
een mensch volkomen waardig vereeuwigd te
worden in brons, noodigde spr. de Koningin
uit het teeken te geven tot heronthulling van
het beeld.
Het omhulsel viel. Koningin Wilhelmina
legde een kraus neder tegen het voetstuk van
het standbeeld, een voorbeeld dat gevolgd werd
door den schout-bjj-nacht jhr. De Brauw, com
mandant van het Schelde-eskader.
De feestredenaar hernam daarna het woord
om zjjne toespraak te voleindigen. Ontvang*
zeide hjj o. a. geëerbiedigde Koningin
den innigen dank van het Vlissingsche depar
tement der Maatsch. tot Nut van ’t Algemeen
en zeker niet minder van Vlissingens ingeze
tenen voor hetgeen IIwe Majesteit zoo even
verrichtte en met welke daad aan de nage
dachtenis van den grooten Vlissinger de hoogste
eer werd bewezen.* Onder hen, die spr. verder
voor hunne belangstellende tegenwoordigheid
een woord van erkentelijkheid toebracht noemde
hij in het bjjzonder ook onze Belgische broeders
die in deze dagen wederom toonden hoe goed
de verstandhouding tusschen onze beide natiën
is en hoe gaarne zjj zich mot ons bejjverden
om de stad, waar ook zij wonen, voor de
komst van onze Vorstinnen te tooien en daar
door hulde te brengen aan Haar, die ons zoo
dierbaar zijn.* Ten slotte noodigde spr. allen
uit, de plechtigheid te besluiten met een drie
werf hoera voor Hare Majesteiten, eene uit-
noodiging waaraan met geestdrift gehoor werd
Bjj de aanbieding aan H. M. van hei hulde-
blijk der ingezetenen, een standbeeldje van De
Ruyter van zilver, naar het model van het te
Vlissingen, gisteren voor de tweede maal ont
hulde beeld, hield de burgemeester van Vlis-
singon de volgende toespraak
Wanneer ik het waag, nog een oogenblik
van Uwer Majesteits aandacht te vragen, dan
is dat thans als burgemeester van Vlissingen,
om Uwe Majesteit namens tal van ingezetenen
rjjk en arm, oud en jong, van allerlei rang en
stand, eene herinnering aan dezen dag aan te
bieden, opdat Uwe Majesteit een stoffelijk be-
wjjs onzer hulde ontvange.
Wij meenen niet beter te kunnen handelen,
dan dat te doen bestaan in eene nabootsing
van het zoo even door Uwe Majesteit op nieuw
onthulde standbeeld: en al mogen er dan ook
reeds vele bljjken van hulde Uwer onderdanen
van elders in Uw bezit zjjn, dit standbeeldje
van De Ruyter kunnen alleen de Vlissingers
U geven. Wil het van ons aanvaarden als
eene gedachtenis aan Uwer Majesteits bezoek
met de verzekering, dat het benoodigde daar
voor gegeven werd met kleine giften, geheel
vrjjwillig bjjeengebracht. Moge het eene plaats
in een Uwer paleizen erlangen en moge Uwe
Majesteit bjj het zien er van herinnerd worden
aan het verrichtte op dezen dag, waarop U,
door de nagedachtenis van De Ruyter te eeren
verzekerd kunt zjjn van dank van Vlissing’s
ingezetenen.
ting van eene machinale graan maler jj, zjjn
.op het daartegen van genoemde nandelsven-
nootschap ingestelde beroep, deels vervallen
verklaard en deels gewjjzigd of door andere
vervangen.
het departement, gelijk
het standbeeld,
van Unen en
8
1