rEN.
41
1I
i
1
I
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
BINNENLAND,
Woensdag 17 October 1894.
33ste Jaargang.
4
1
tr
FEUILLETON.
1
ar.
tl
1
lier,
OEGEN”
No. 6483.
er 1894,
joneelisten.
I
)Mark
den.
-J
8
Ineming
'l
CENTEN.
i
dezer
LH k ZOON
Veertien degen waren vertoopenmen was in de
maand Juni.
^JForit vervolgd.)
i gehad heb-
nl
1AMBURG,
met de aan
loten voor
ide trekking
ui terlijk tot
fc.
t EN
iache Cou
den door het
.INKMAN
(Uit het Zweedech.)
door C. EIJKMAN.
elUng.
a
,a
a
i a
k
4,
Zaterdag op Zondag zijn J
r Ree uw lik eenige kippen
Lvreemd. Men doet onderzoek naar de daders.
ADVERTENTIEN -worden geplaatst van
15 regels 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte. 4
wordt vervolgddaarbij geen vijandelijkheden
ondervonden.
Tweehonderd Baliërs; waaronder vrouwen
en kinderen, hebben met twaalftal hoofden zich
onderworpenzijn ontwapend en gezonden
naar Lembar aan baai van Laboean Tring.
Toestand der gewonden algemeen gunstig.
Ic
le l klassen
de prijzen
>mpt aan de
eimhouding.
iu eenvoudig
JJ
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
De prgzen
'ya door den
Staat
egarandeerd
reeds beleefden, weer spoedig zullen dood
bloeden, maar intusschen zyn de nadeelen,
die aan vele burgers worden toegebracht,
onherstelbaar. Deze burgers hebben er thans
hunne hoop op gevestigd, dat wanneer de
voornaamste colporteur, die onlangs door het
Hof te Amsterdam tot vyf maanden gevange
nisstraf werd veroordeeld, eens van de straat
zal verwyderd zyn, de geheele beweging spoe
dig te niet zal gaan. Wanneer men echter
den ijver aanschouwt, waarmede velen zyner
collega’s zich aan
dan bestaat er
verwezenlijking
in vryheid gesteld. In bet kort weet ge nu
allei; alleen kan ik er nog byvoegen, dat hij
voor zyn geschokte zenuwen wordt geëvacueerd.
9 September ’94.
Gisterenmorgen is L. naar Soerabaya ver
trokken, niet zoozeer voor zyn wond, die zou,
als slechts een vleeschwond in den arm zynde
hier wel genezen en zyne evacuatie niet noodig
gemaakt hebben, doch het is vooral ter her
stel van zyue geschokte zenuwen.*
Bovenstaand schryven berust, naar men ons
meldde, op persoonlijke mededeelingen van den
kapitein Lindgreen aan den schryver.
I ASPELS.
en.
half 8 uur.
m pryzen. fij
Een uitnemende maatregel 1
Aan de officieren van het leger hier te lande
die bij de landmacht in Oost- of West-Indië
worden gedetacheerd moet voortaau voor hun
vertrek naar Koloniën, worden afgevraagd
aan welk adres hier te lande vanwege het
Departement van Koloniën mededeeling zal
kunnen worden gedaan van eventueel omtrent
hen inkomende byzondere tijdingen.
Tot nu toe is te Rotterdam de toestand van
mevrouw Beersmans als vrygnnstig voorgesteld.
Daar echter andere bladen zeer angstwekkende
berichten opnamen, meenen wy er nadruk op
te moeten leggen, dat mevrouw Beersmans wel
iswaar een vry ernstige attaque van apoplexie
heeft gehad en dat gevolgen daarvan steeds
bedenkelyk zyn, doch dat de zieke thans, dit
in aanmerking genomen, in vry bevredigenden
toestand verkeert. (>N. R. C.
GOUBSCHE COURANT
De Uitgave dezer Coulant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van1 Zon- en Feestdagen.
De prijs per dne' maanden is 1.25, franco per
post 1.70. I
Afzonderlijke Nommers V IJ F‘li
GODDAj, 16 October 1894^
De teer K. F. Sparnaay deed aan de upi)
versweit te Leiden met goed gevolg het vooi
beröidend examen in de Godgeleerdheid. I
Toen de griffier ’s avonds te huis kwam, sprak
hij tot zijn vriend, die op de sofa lag te rooken
,/lk heb juffrouw Gallner ontmoet; maar ik kan
niet uit haar wys worden. Zij schijnt verbazend
veranderd sedert ik hier gouverneur was. Toen was
f zij inderdaad betooverend.”
„Ha, ha,” zeide Kuno op schamperen toon, «heeft
uw engel reeds opgehouden een engel te zijn?”
ffIk vrees dat ze verwend en koket geworden is.”
«Gy zijt wel vlug in uwe oatdekkingen,” zeide
Kuno lachende.
Zondagavond zyn )door de politie een paar
hetende Gouwenaars aangehouden, die in het
bezit van (lp noodige veldvruchten waren bij
onderzoek ïbleek dab die ontvreemd waren van
O.fin hetl^and van Stein. Tegen dé daders
is proces-verbaal opgemaakt.
In den nachtman j- L
kan J. de J. onder Reeuwyk eenige kippen
t
j Aan het gebouw van bet Provinciaal Bestuur
(|e 's Graven hage is aan besteedhet mtdiepe».,
van een gedeelte van den Hollandschen IJsel
onder de gemeenten Gouda, Stolwyk en flaast-
«jtecht in dë provincie Zuid Holland- Minste1
(Inschrijver de héér A. F. Volker te Sliedrecht
'Foor f 1442.
De Hoog* Raad heeft den heer njr. P. J
Swaving, kantonrechter te Woerden, op grond
van art. 12 der wet op de rechterlyke orga
nisatie, wegens zielsziekte uit zyn ambt ont
slagen.
Maandagmorgen viel de vrouw van den
sigarenfabrikant Streng, te Waddingaveen.
voor hare woning in het water. De smids
gezel Dirk Jongejau sprong haar een oogen-
dezelfde taak wyden als hy
gegronde reden om aan de
w van die hoop te twyfelen.
Dezer dagen werd op eene vergadering van
socialisten in hun gewoon lokaal in de Loef-
bergmakerstraat, de toegang aan eenen inspec
teur van politie geweigerd. Over die weigering
ter verantwoording geroepen werd beweerd dat
men den inspecteur, als zoodanig, niet kende
en bei vertoonen van zyn inspecteurspenning
niet als eene voldoende legitimatie beschouwde.
Voortaan zal nu vermoedelyk zoo’n ter ver
gadering gezonden inspecteur zyne akte ran
aanstelling by zich dragen om die desgevraagd
te vertoonen.
Als men dan de veronderstelling maar niet
gaat uiten dat een heusche inspecteur die ver
loren en hy ze wel kan gevonden hebben
had haar getroost in haar leed, haren kommer ver
zacht, haar menige aangename verrassing bereid.
Reeds als kind had zij haar van melk en aard
appelen van de pastorie voorzien, had zij vleiend
aan de zijde harer moeder gestaan, wanneer er ge
slacht of gebakken werd, om eene poos later met
een vrolyk hart versch brood of vleesch aan Nora
te brengen. Ellen was van kind tot jong meisje op
gegroeid, maar haar hart was hetzelfde gebleven. Zij
bezocht Nora, om haar op te vrolijken, bracht altijd
een oi ander geschenk mede en stelde een nauw
keurig onderzoek in naar hetgeen bare bescherme
ling behoefde. Geen wonder dus, dat de arme, van
de wereld vergeten Nora zich met hart en ziel aan
Ellen hechtte.
Zoo zat onze Ellen daar en praatte met Nora over
hetgeen er in het kleine huishouden en voor den
onnoozelen broeder noodig was en dat met zooveel
belangstelling, alsof het haar zelve betrof.
De klok, die het rustuur der werklieden verkon
digde, had reeds lang zeven geslagen, toen Ellen met
eenige hartoljjke woorden Nora hoop en geduld toe
sprekende, hare beschermeling verliet en huiswaarts
keerde. De regen had opgehouden en de avondzon
scheen iachehd op de vochtige aarde, uit welker
schoot een balsamieke geur opsteeg, terwyl de vogelen
in de boomen hunne vroolyke trillers deden hooren.
Op den terugweg ontmoette Ellen de dames van
het bruk, die uitgegaan waren, om den sohoonen
avond te genieten. Zij waren van Arnold vergezeld.
Toen zij Ellen genaderd waren, keerden zij om en
gingen met haar terug.
«Wy hebben elkander reeds van daag ontmoet,”
wide de griffier tot Ellen, «maar toen was juffrouw
Men schryft uit Utrecht
Zaterdagavond is de orde alhier niet ge
stoord. Ofschoon, zooals gemeld werd, den
geheelen avond eene talryke menigte op de
been was en verschillende colporteurs van so
cialistische weekbladen onvermoeid met het
tartend aankondigen hunner couranten en den
inhoud dnarvan bleven voortgaan, mocht het
toch niet gelukken eenige stoornis te verwek
ken. De aanwezigheid eener sterke politiemacht,
die aanhoudend de straten, waar men zich in
den regel verzamelt, doorkruiste, zal vermoede
lyk veel daartoe hebben bygedragen.
Men verwondert zich zeer over het geduld
eener overheid, die deze siraatscbandalen,
welke zonder dat iemand er eenige aanneme
lijke beweegreden voor weet aan te voeren,
door eenige belhamels opzettelijk worden ver
wekt, nog langer tot groote schade van vele
nyvere burgers, ongehinderd laat voortduren.
Wel is de meerderheid hier overtuigd, dat ook
deze relletjes, als zoovele anderen die wij hier
Gallner zoo ongenaakbaar, dat ik vreesde, dat gij
boos op ons waart.”
„Neen,” antwoordde Ellen, «maar ik verlangde
het gezelschap der heeren niot.”
Dat bewijst immers dat gij misnoegd waart?”
Dat ik het niet aangenaam vond, anders niet,”
zeide Ellen met hare gewone oprechtheid.
ffDan zal het best zijn, dat ik mij nu ook maar
verwijder.” De griffier keek tamelijk verlegen.
Neen, doe dat niot. Nu vind ik uw gezelschap
heel aangenaam, maar eene poos geleden zou hot
my waariyk hinderlijk geweest zijn.”
«Misschien wel, omdat gij naar juffrouw R. ging?”
«Ik houd niets van ondervragen en nog minder
van spionneeren.” Ellen zag naar den hemel, de
griffier naar haar op. Daarna begon hy mot Alba
en de andere dames te praten.
8)
«Uw zachte enge* kan toch ook scherp zyn. Zij
schynt niet anders te doen dan wandelen,” voegde
hij er bij en kaak haar na. «Ik ben benieuwd te
weten, waar het nu heen moet.”
^Waarschijnlijk naar die Stok hol msche dame, die
den zomer in Wanna doorbrengt.”
„Wat is dat toch voor een mensch, die de dwaas
heid heeft, hare tenten in dit Zweedsoh Siberië op
te slaan i
„Hot is de zuster van juffrouw Bendel, echtge
noot van majotr Balden. Zij is lang en mager, nog
jong, heel stijf en heel trotsch. Zij heeft den naam,
zeer beschaafd te zyn en gelooft het zonder twyfel
zelve opk.”
Nog bleven de heeren Ellen nakykeneindelijk
sprak Arlborg:
«Het was dnidelyk, dat zij met haar groet ons
verbieden wilde, haar te volgen, maar ik zie niet
in, dat wij haar behoeven te gehoorzamen. Wij
moesten, dunkt mij, hier omkeeren, om te zien, waar
zij in gaat”
Zonder te vermoeden, dat men baar volgde, ging
Ellen met vlugge schreden voort
Vlak aan het begin van het gehucht, naast de
gewaafbor-
zeker
leel biedende
lohts 110,000
>0,000 Hfark.
5000 M.
800Ö
2000
1000
400
a 800
Uoo.iso
>p a 15a
Hioo.ötf
69,42,20
100 prijzen.
MkJmb
sdr'aagl Mark
ia
t «5,000'M.,
tot 75,000
iet de premie
'O Mark.,
ie officieel is
luid: 3,50
luid. 1,76
lutf’. -.90
mtrangt on-
[jst.
pon van
|i en de
gezel Dirk Jongejau sprong haar
blik later na, en had het geluk de drenkelinge
levend op het drooge te brengen.
LOMBOK.
Bij het departement van koloniën is op 14
het volgend telegram van den gouver-
neur-generaal ontvangen
Slechten van Mataram, ook noordelijk deel,
De le-luitenant Hardie, die tot de lichtge
wonden bij den overal op Lombok heeft be
hoord, schreef aan zyne familiebetrekkingen te
Maastricht
»Van myn bataljon, dat op 28 Juni 11.
pl. tn. 600 man sterk uittrok, bestaat de helft
Op het Museum van kunstnijverheid te
Haarlem worden thans twee tentoonstellingen
van xeer verschillenden aard gehouden. De
eerste bevat photografieën, detailteekeningen,
cartons en gipsmodellen en onderdeelen der
bouwkundige werken, die onder levering van
den Ryksbouwkundige voor de gebouwen van
onderwys den heer J. van Lokhorst werden
uitgevoerd. Onder de tentoongestelde gebou
wen vinden wyPhysisch laboratorium te
Groningen, Hotel van H.M. Commissaris te
Utrecht, Sterrebosch, laboratorium te Utrecht,
Gouvernementsgebouw te Assen en Ryks Hoo-
gere Burgerschool te Venloo.
Daar alle bijzonderheden dezer verschillende
gebouwen streng zyn doorgevoerd en dus alle
details medewerkeu om een geheel te vormen
krijgen wy een algemeen overzicht van het
karakter, dat in deze werken is neergelegd.
De tweede verzameling die in de Rontonde
van het Museum tentoongesteld is, bevat de
afbeeldingen in heliogravure en tuille-douce,
zeer schoone reproduction van kunstmeubelen
behoorende tot het tradioneel ameublement van
Frankrijk, bestaande uit een keuze van de
beste stukken uit de goude-meuble der palei
zen het Louvre, het Elyssee, Fontainebleau,
Versailles, Triunon, Compiègne en Rux.
Deze verzameling omvat de meest artistieke
niet meer. Ik zelf kreeg vier schoten, waar
van één aau myn rechterarm het ergste ia
Met mijne wonden gaat het uitstekend, zoodat
ik, als gij deze briefkaart ontvangt, het hos
pitaal reeds zal verlaten hebben.*
Zooals men weet, is luitenant Hardie weder
naar Lombok teruggekeerd.
Betreffende den kaptn. Lindgreen en zyne
terugkomst te Aippenan komen in een partii-
culier schrijven van daar, dat men welwillend
mededeelde, het volgende voor
7 September 1894.
>Myn telegram heeft u zeker erg gelukkig
gemaakt! Nu ge kunt wel begrypen, dat ik
en met my alle kameraden dol van blijdschap
waren, toen wij in het bivak terugkeerden.i
U alles in détail te vermelden laat de tijd
niet toe. In het kort komt het hierop neer
Toen zy (kolonne-Pabst) uit het binnenland
te Tjakranegara terugkeerde kreeg zij plotseling
zulk eeu vuur uit die Balische door muren
omgeven huizen, dai in een kort oogenblik de
grond met dooden en gewonden was bezaaid.
Door opstopping van den transporttrein werd
Lindgreen van zyn troep afgesneden, en de
poging, door hem aangewend om weer met de
hoofdkolonne in verbinding te komen leidde
tot geen resultaat, zoodat bij het noodig oor
deelde een Balisch erf op te trekken en zich
daar te versterken mat zyn overgeseboten
manschappen en gewonden, een dokter en een
officier van den trein. Hier hebben ze zich
tot 's nachts 31 Augustus staande gehouden
en waren toen door den verpestenden stank en
gebrek aan water genoodzaakt een andere
stelling op |e zoeken zy vonden die dan ook
doch ’s morgens bleek, dat het water dat zij
’s nachts voor bruikbaar haddon gehouden niet
te benutten was.
Een poging om langs een omweg de sawah
te bereiken mislukte, zoodat hij genoodzaakt
was onder de voorwaarde hem door den vorst
gesteld, te capituleeren.
Ze hebben toen de wapenen moeten neer
leggen en zouden vryen aftocht krygen.
De laatste voorwaarde werd echter niet na
gekomen ze werden gevangen gezet. Den
volgenden dag werden de verblyven echter
beter en ook de voeding onderging een gun
stige wyziging. lutusschen werden hem voor
stellen gedaan om brieven te doen overbrengen
door één, later twee officieren enz. hetgeen hij
weigerde.
Daar intusschen ouze artillerie en ook do
schepen Mataram en Tjakra aan het beschieten
zyn, schynt de vorst beangst geworden te zijn
en heeft hij gisteren L. met al zijn manschappen
pastorie van den komminister, stond een oud, ver
vallen houten huisverf- of teerkwasr was er in
jaren niet overheen gegaan. Ellen trad deze armelijke
woning binnen. Zij kwam eerst in een groot vertrek,
uiterst schraal van huisraad voorzien, met een vuur
haard in plaats van kachel. Uit eene daaraangren-
zende kamer kwam eene lange, magere vrouw, ar
moedig, maar zindelyk gekleed met een schuwen
blik en een bleek, ziekelyk gelaat.
«O, daar is Ellen I” riep zij uit en een glans ver
helderde de droeve trekken.
«Goeden dag, Nora. Gy zult zekor wei boos op
my zyn, dat ik in zoo lang niet hier geweest bon,”
zeide Ellen hartelijk. «Maar nu kom ik dan ook
eens, om koffie bij u te drinken.” Ellen ging de
kamer in, die zeer zindelyk was, maar van groote
armoede getuigde. «Zie zoo, laat de oude vrouw
nu koffie voor ons zetten.”
«O, Ellen, wat zijt gij toch altijd goed en lief
voor my,” zeide Nora aangedaan.
Eene poos daarna zaten Ellen en Nora koffie te
drinken, dat wil zeggen, dat Ellen een half kopje
dronk en Nora aanzette, om des te meer te ge
bruiken.
Nora R. was de dochter van den vorigen kom
minister, die reeds sedert jaren overleden was. Zij
had haar jeugdig leven in groote armoede voortge
sleept, terwijl zij met onvormoeiden ijver haar on-
gelukkig’en broeder verpleegde, wiens verstand roods
sedert zijne kindsche jaren gekrenkt was. Eenzaam
en arm was Nora sinds haar twintigste jaar zijne
verzorgster geweest en had die taak nu twintig jaren
vervuld. Ellen was in do laatste jaren de besoheraf
ster der behoeftige predikanta-doohter geweest; zy