BE.
BLITS,
N. VAN KRIMPEN
J. W. VORSTER.
No. 6400.
Donderdag 25 October 1894.
33ste Jaargang.
Blitz
BINNENLAND.
DE VERKIEZING
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
HKN
jping
»uda.
FEUILLETON.
IM.
eist.
Middel
GEMEENTERAAD.
JN,
nd met
fl.90
H 1894,
itkamer
&Co.
n Haag,
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
leden.
'ijdag a van
dit zaakje blykt dat
der reep.
(ration de
jnz. enz.
>de Kinderen van
Oei) werd daartoe
achtten den
lieten alles
’abricatie
uiker van
Uit het Zweedtch.)
door C. BUKMAN.
e national
ID 1893.
aille 1893,
Chicago.
eilzame be
lli smaak,
'atief.
9 in. Mag
N
1, Borst-en
VAART,
venhage ge-
BROEK.
3.
VOOR DEN
ide
:he
der wereld.
Q BLOEM.,
Haag.
LFF, Dro-
niiiqen.
tract.
m Gouden
v/d Dam,
fiOUDSCHE COURANT
is de bessensap ge-
t uw mond gespaard
o ni:
Hedenmorgen is op de Fluweelen Singel aan
gereden door een wagen
eene lichte kneuzing
opliep. De gewonde is
overgebracht.
Te Krimpen a/d. IJsel heeft eene collecte
voor de nagelaten betrekkingen van de gesneu
velden opgebracht 115.
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
De wensch van den 15-jarigen knaap te
Schoonhoven, die zoo graag soldaat wil worden
en in een met potlood geschreven brief aan
Zijne lieve Koningin* plaatsing verzocht by
de instructie-compagnie, zal eerstdaags in ver
vulling treden. Een bezwaar was nog, dat
de jongen, die nog ouders noch andere bloed
verwanten heeft, niet in het bezit kon worden
gesteld van de stukken, vereischt voor de in
diensttreding van een minderjarige. Thans is
dit bezwaar ook opgelost, daar twee ingezetenen
van Schoonhoven voor den "knaap als voogd en
toeziende voogd zjjn opgetreden. >(U. D.)<
IS)
Op het voorhoofd van do eene troonde de zachte
majesteit der onschuld, op dat van de andere had
de misdaad haar brandmerk gedrukt.
«Stina, gij zijl ziekweet uwe moeder het
hJuffrouw Ellen, gij hier!” mompelde Stina en
bedekte het gelaat met hare handen.
«Weet uwe moeder, hoe ziek gij zyt?” Ellen
herhaalde hare vraag mot zachte stem.
«O, spreek niet van haar,” merkte Stina, „wat is
er nu geworden van mijne arme ouders, die zoo
trotsch op mij waren I”
«Zij zijn gebogen door droefheid en smart. Waarom
hebt gij hen vergeten P”
«Omdat mijn hart in het kwaad verstrikt was en
toen, toen kon ik mijne schande niet dragen.”
«Stina, men kan sterven van vernedering, van
naberouw, van schaamte; maar dat...” Ellen zweeg,
hare zachtmoedigheid belette haar, voort te gaan.
«Maar te moorden,” kreet Stina, hare handen
wringende, «is eene zonde, dia God noch menschen
knnnen vergeven.”
EUec zweeg aeue pooszij weende. Daarna zeide
zy met hare zachte, indrukmakende stem:
«Wy mensohen kunnen de grootheid van Gods
zekere A. die daarbij
van een zyner beenen
naar het gasthuis
Met het delven van aardappels en bieten
loopt de veldarbeid voor Waddinxveen ten
einde. Wat het gewas van eerstgenoemde be
treft, daarvan liep de oogst erg niteen. Moch
ten velen een genoegzamen voorraad voor den
winter thuis brengen, anderen daarentegen
a oogst het rooien niet waard en
voor rekening van den boer.
zaambeid gebleken, terwijl bovendien be
kend is dat hij in zijn vorige woonplaats
een gewaardeerd raadslid is geweest, een
man dus van ondervinding ook op het
terrein der raadsbemoeiingen. Zulk een
kundig, humaan en onafhandelijk ambte
naar zou voor den raad een aanwinst zijn.
Wel werd in de vergadering verzekerd,
dat hij niet wenscht benoemd te worden,
maar wij twijfelen niet of de heer Vorster
zal burgerzin genoeg hebben om zich het
ambt te laten welgevallen, indien de kiezers
toonen, dat zij op zijne medewerking in
het belang der gemeente prijs stellen.
Wij vereenigen ons dus ten volle met
de gisteren gestelde candidaturen en bevelen
den kiezers aan door trouwe opkomst de
verkiezing te verzekeren der heeren
EN
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs ]>er drie maanden is f 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEJN.
ontferming niet vatten, en ook bou ik niet gekomen,
Stina, om u te oordeelen, maar om, zooverre het in
myne macht staat, u te troosten en op te beuren.
Zeg mijwilt gij niet met uwe moeder sprekenj
wilt gij geen leeraar hebben
«Vader is hier geweest,” antwoordde Stina snik
kende, «maar hij zeide, dat ik moeder niet eer zou
•preken, of hij moest den naam weten van... van...”
Zij kon den zin niet voltooien. «En de proost zal
zulk een verloren schepsel, als ik ben, ook niet wil
len zien.”
«Wilt gij ook iets anders?”
«Neen. Och, hoe gaarne zou ik mijne moeder
sprekenhoe gaarne zou ik mijn gemoed voor den
proost willen uitstorten.”
«Dat zult gij, Stina.” Ellen ging op een gebrek-
kigen stoel zitten en goot uit een fleschje, dat zij
medegebracht bad, een weinig bessensap in een kopje,
dat zij Stina gaf om uit te drinken. Daarna gaf zij
in eenige ernstige woorden Stina te verstaan, dat zij
tot God moest vluchten, om vergiffenis voor hare
zonden te smeeken. Zij sprak uil het hart en de
woorden gingen tot het hart. Eindelijk stond zy op
en gaf Stina een Nieuw Testament, dat zij medege
bracht had, waarna zij haar verliet.
Ellen klopte aan de deur, die geopend en dadelijk
achter haar gesloten werd. Weder bevond zij zich
van aangezicht tot aangezicht tegenover Kuno. Zij
bloosde een woord van verontwaardiging zweefde op
hare lippenmaar hij hield haar tegen, terwijl hij
hare hand vattende en die kussende, met eene aan
gedane stem zeide:
«Vloek mij niet, bid ik u,” Daarop spoedde hy
rich weg.
GOÜDA, 24 October 1894.
In hare laatst gehouden vergadering besloot
de alhier bestaande vereeniging Oranje en
Nederland* om ook in den aanstaanden winter
weer eenige sprekers te laten optreden.
In navolging van andere plaatsen, o. a.
Rotterdam en den Haag, besloot men tevens
om, zoo hiertoe mogelijkheid toe bestaat, die
spreekbeurten op te luisteren door bet laten
uitvoeren van een paar zangnummers. Aan de
twee Chr. Zangverenigingen Halleluja» (dir.
de hr. J. van de Putte) en
Korah« (dir. de hr. J. van
de uitnoodiging gedaan.
Genoemde Zangverenigingen hebben die
uitnoodiging aangenomen. Waarschyulyk zal
de eerste spreekbeurt plaats hebben op Don
derdag 22 Nov. a. s. terwyl dan de Zangver-
eeniging Halleluja* een paar nummers ten
beste zal geven.
De kiezers hebben het dezer dagen in
onze gemeente druk. Pas is eene verkie
zing in twee tempo’s afgeloopen of de
stembus is weder geopend. Het geldt
thans de vacatures, ontstaan door het be
danken van den heer A. K. van der Garden
en de niet-aanneming van het lidmaatschap
door Dr. IJssel de Schepper.
Wy twijfelen niet of de groote meer
derheid der kiesgerechtigden zal zich ook
ditmaal niet onbetuigd laten, daar ieder
wel weet, dat op het Stadhuis onze eigen
zaken worden behandeld. Klagen en morren
helpt niet, maar flink de gelegenheid aan
grijpen om door inlevering van zijn stem
biljet de richting aan te wijzen, waarin
men verlangt, dat de gemeente-huishouding
wordt bestuurd.
De kiezers, die gewoon zijn gehoor te
geven aan de oproeping van het bekende
Comité hebben gisteravond weer getoond,
dat hun ijver voor de publieke zaak niet
i» verflauwd. In een talrijk bezochte bij
eenkomst heeft men zich bezig gehouden
met het voorbereidende verkiezings-
werk, dat zeker veel tijdroqvender, maar
niet minder noodzakelijk is dan de inle
vering van het stembiljet zelve. Men is
tot overeenstemming gekomen omtrent een
tweetal namen, die een goeden klank
hebben.
De heer N. van Krimpen is een geboren
Gouwenaar, die door de degelijkheid van
zijn karakter en zijn bekendheid met toe
standen en personen alhier zeker alleszins
waardig is in den raad plaats te nemen.
Hij kan en durft duidelijk voor zijn ge
voelen uitkomen, zoodat de kiezers niet
behoeven te vreezen, dat hij niet onafhan
kelijk zijn eigen weg zal gaan.
De heer J. W. Vorster is reeds herhaal
delijk genoemd en aanbevolen, hetgeen
bewijst dat hij zich gedurende zijn ver
blijf alhier heeft doen kennen als een be
kwaam man die zich veler sympathie heeft
weten te verwerven. Zijne belangstelling
in de openbare zaak is door velerlei werk-
Onder het presidium van den beer C. C.
Regt is gepasseerde week te Waddinxveen een
nieuwe Schaak- en Damvereeniging opgericht.
De jeugdige vereeniging telt aanvankelijk vyf
baars moeders bals en kuste haar.
«Zie, kind, Louise zal deze melkspijs en een paar
kussens naar het meisje brengen, maar als gy niet
mede gaat, zal zij niet alleen naar dat huis durven
gaan.”
Terwyl de heeren en dames eene boterham ge*
bruikten en zich in lof uitlleten over hot smakelyke
van hetgeen hun verder werd aangeboden, spoedde
zich Ellen, van Louise gevolgd, nogmaals naar de
gevangenis zonder dat iemand ditmaal hare verwij*
dering had opgemerkt. Stina was zoo ziek, dat Ellen
zoo kort mogelijk by haar vertoefde en toen zij de
zaal we£r binnentrad, fluisterde zij hare moeder iets
in bet oor, die daarop dadelijk naar baar echtgenoot
ging. De oude leeraar sprak eenige woorden, om
zich wegens zijne verwijdering te verontschuldigen
en begaf zich naar het tinghuis.
Nadat men gegoten en vervolgens afscheid geno
men had, zeide Ellen tot Alba
«Hebt gij lust, dan wandelen wy naar Forsby;
het is zoo’n heerlijke avond.”
«Ja, gaarne,” antwoordde Alba. «Zon mynheer
Arnold onze cavelier willen zijn?” voegde zy erbij,
zich tot dezen wendende.
De heeren verzochten beiden de dames to verge
zellen en ook de familie Lönners verlangde mode to
gaan.
«Ik wil de wol gaan halen, die do moedor van
Anders Person voor mij gesponnen heeft on waar
van Nora R, mij een rok breien zal.”
Men ging. Voor do hut van Anders Person ging
het overige gezelschap op eene bank zitten, terwyl
Ellon naar binnen gi*g-
(For* toreend.)
Ellen keerde met verstrooiden, droomenden blik
terug. Zij nam een omweg, zoodat zij door eeno
achterdeur in huis kwam en een weinig later in de
huiskamer dan Kuno in de zaal trad.
«Waar zyt gij geweest, Ellen?” vroeg Alba.
«Ik heb oens naar myne bloemen gezien,” ant
woordde Ellen. «Hoe gaat het mot het spel vroeg
zij en nam naast Alba plaats.
«Ik heb van don gevangen-bewaarder gehoord,
dat Stina Bengtson een leeraar bij zich verlangde,”
sprak Kuno tot den proost.
Ellen luisterde met gespannen aandacht.
«Zoudt gij de beklagenswaardige niet eens willen
bezoeken
«Dat is niet alleen mijn wensch, maar ook mijn
plicht,” antwoordde de proost, «ik zal morgen bij
tijds naar haar toe gaan.”
«Ellen I” riep mevrouw Gallner aan de deur van
de keuken.
Ellen spoedde zich naar hare moeder.
«Zeg mij eens, Ellen, waar i- a -
bleven, die gij dezen middag uit w
hebt en voor van avond zoudt bewaren Gij zyt
immers niet bij Stina geweest sprak mevrouw
Gallner met haar onbeschrijfelijk zaohten glimlach.
«Och, waarom moet mama mij altijd zoo plagen
Ik vind het niets pleizierig, dat mama zoo praat,”
antwoordde Ellen niet zonder gemelijkheid.
«Nu, als gij niet bekennen wilt, dat gij hij haar
geweest rijt, dan kunt gij ook niet voor mij naar
baar toe gaan,” zeide de moeder even vriendelyk
als te voren.
«Mama! mama! gy weet het immers, waarom
vraagt gjj er dan naar?” Ellen sloeg de armen om
De rechtbank te Rotterdam veroordeelde
gisterenC. J. v. L., pottenbakker alhier,
wegens diefstal van een horloge met ketting,
tot eene maandH. v. Z., arbeider te Jaars
veld, wegens mishandeling van een ambtenaar,
tot 14 dagen L. de H., werkman te Benschop,
wegens gebruikmaking van een vervalscht ge
schrift, tot negen maanden.
Daarna verscheen C. R., 39 jaar, arbeider
te Ouderkerk a/d IJsel, die in Juli 1894 te
Ouderkerk a/d IJsel twee aan Arie Kalkman
toebehoorende paiingfuiken zou hebben wegge
nomen, met het doel van toeëigeuing.
De bjkolene verklaart dat bedoelde fuiken
reeds sedert April in den IJsel hadden gestaap.
Toen beklaagde over die voorwerpen werd
aangesproken, deed hy allerlei tegenstrijdige
opgaven. Eerst beweerde hy ze gekocht te
hebben en later dat hij ze tien jaar te voren
gekregen had. Thans verklaarde hy weer ze
te Rotterdam op de markt gekocht *e hebben.
De gem.-veldw. Schipper, die de fuiken voor
den eigenaar heeft gebreid, herkende ze positief.
Het 0. M. eischte drie maanden gevange
nisstraf.
Beklaagde vroeg om restitutie zyner reis
kosten.
Te verantwoorden bad zich daarna J. K.t
22 jaar, zonder beroep, te Waddingsvsen, be
klaagd dat zy den 13en September 1894 te
Waddingsveen moedwillig K. van der Ben zon
hebben gestompt, waardoor deze in het water
werd geworpen.
Beklaagde verklaarde dat zij driftig was ge**
worden omdat de 12-jarige v. d. B. haar broer
tje had geslagen. Tengevolge van den duw
was v. d. B. in het water gevallen en het
bleek dat deze zeer goed had kunnen verdrin
ken, daar het water te dier plaatse zeer diep is.
Het O. M. vorderde hare veroordeeling tot
twee maanden gevangenisstraf.
Behandeld werd de zaak tegen J. v. R. Jz.,
16 jaar, arbeider te Lopik, tegen wien de
aanklacht luidde, dat hij den 4en Juli 1894
te Jaarsveld aan bet waterschap Batawe toe-
behoorend stroo zou hebben weggenomen, met
doel van toeëigening.
Beklaagde was niet verschenen.
Het O. M. eischte drie dagen gevangenisstraf.
Nog stonden terecht:
A. J, K., 28 jaar, kleermaker alhier, ter
zake van als zoude hij den 6 Augustus 1894
alhier moedwillig D. van Dam hebben beetge
grepen, op den grond gegooid en met de vuist
op het hoofd geslagen.
Uit de behandeling van
de mishandelde een halfbroeder van den be
klaagde is, en dat het feit ten huize van eerst*
genoemde was gepleegd naar aanleiding van
een bezoek door de moeder aan dien halfbroeder
gebracht.
Eisch acht dagen gevangenisstraf.
D. de B., 28 jaar, zeevisscher te Vlaardin-
gen en H. v. O., 29 jaar, zeevisscher te Poor-
tugaal, ter zake van als zouden zy den 26 Juli
1894 te Vlaardingen met vereenigde krachten
zich met geweld hebben verzet tegen de agenten
van politie dier gemeente C. Blyleven, 8. Spruyt
en H. Larooy, die op verzoek van J. Jongujan,
schipper van het Nederlandsche zeevitsobers-
vaartuig MarieJan van der Werf van boord
van dit vaartuig wilden verwijderen en dezen
daartoe hadden aangegrepen. Zy hadden ge
tracht gameiden v. d. W. uit de handen van
bedoelde beambten te bevryden, door hem vast
te houden en aan zyn kleeren te trekken.
Tegen ieder hunner werd een maand gevan
genisstraf geëischt.
C. v. d. W., 26 jaar, P. Z., 20 jaar en J.
v. d. H., 26'jaar, arbeiders te Krimpen aan
den IJsel, ter zake als zoaden zy op den 24
Juni 1894 te Ouderkerk aan den IJsel op den
openbaren weg den aldaar als politiebeambte
surveilleerenden veldwachter dier gemeente