•op; ATZ, uis v/d Dam, M. j 9. JREN shorten, z. ÏVteuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. MOL, No. 6513. Dinsdag 20 November 1894. 33ste Jaargang. Gouda. I Tlendew. FEUILLETON. inkman fc Zoon. Jouda. nest. zijn ieerd fin Bois. zicht gegeven, en Co. dam, BINNENLAND. D. 3. J vau 1.25, franco per Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. 'S T.n les, zyn wonderkinderen JIERS. LEN: in een dezer de Roomsche Aan gewonden. De vijand sneuvelde by honderden. De kathist is niet ontdekt. ebruikt. Met ’t moeten i r» In t 9. (Uii het Zweedsch.) door C. BUKMAN. étalage. n samenwerking spend. n n GOIIDSCHE COURANT Vrijdags van de Liter O FIN BÓIS té Anonyms, d in venegel- Heaaohen van ad, vooralen van Dr. P. F. Ci BOOS. i A f 1.30. rknUgbw btf: rANKUM, IT, Oosthaven Beroepen bij de Ned. Hervormde kerk te Woubrugge ds. P. S. Meerburg te Kappelle a/d IJsel, ADVERTENTIEN worden geplaatst 15 regels 50 Centen; iedere regel mee 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. GOÜDA, 19 November 1894. De te Utrecht tot arts bevorderde cand. arts G. J. Blonk is bestemd voor officier van ge zondheid bij het O.-I. leger. De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs er dne maanden is post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Omtrent den toestand van den heer Willem van Zuylen meldt men uit Amsterdam, dat in een herhaling, Vrijdagnacht, der neusbloeding, aanleiding gevonden werd den raad in te win nen van prof. Nolen uit Leiden, onder wiens behandeling de patiënt zich vroeger gesteld had. Zaterdagmiddag had derhalve een consult plaats, waarvan de uitkomst zeer geruststellend was. Eenige dagen rust zyn den patiënt echter aanbevolen. Men hoort verluiden, dat dagen gehouden vergadering van Kamerclub besloten zou zyn, het aangevraagdc geld voor nieuwe geweren tot eiken prys te weigeren. En er wordt nog bjjverteld, dat deze slag. 3?) Al mijne pogingen om eene nadere verklaring van hare handelwyze te erlangen, zijn zonder vrucht ge weest maar ik ken Ellen te goed, om niet te welen, dat zij niet zonder geldige redenen gehandeld heeft. Laat uw vriend aijn verhopen leven naauwkeurig nagaanwellicht dat hij daarin de verklaring van Ellen's gedrag vinden kan. Zy beeft my heilig ver zekerd, dat de familie Granskjöld geen invloed op haar geoefend heeft. In geval uw vriend zich onschuldig gevoelt, kan hy, dunkt mij, niet beter doen, dan van Ellen zelve eene verklaring vragen. Ia hij daartoe te trotsoh, dan ia zijne liefde ook niet veel waard. Ik heb de eer te zijn, Alba Bendel.” Het kersfeest naderde met rassohe schreden, het zelfde feest, dat Ellen een paar maanden geleden met aooveul vreugde had Je gemoot gesien. Bedrogen door de oogenachynlyke beterschap ba rer dochter, vermoedde mevrouw Gallner niet, boe lang en slapelops de nachten van baar kind waren, hoe zwaar haar adem ging, wanneer zij wandelde en hoe vaak zy bloed opgaf. Wel is waar bewees Ellen's afwisselend humeur, hare neêrslachtigheid, Donderdagavond hielden de leden van de Landbouw-afdeeling Bodegraven ten huize van den heer Oudejans aldaar eene vergadering, waaiby eene eigenaardige bijzonderheid plaats had. Aan de dames Roozeboom en van Krim pen, de heeren D. Schouten, D. Spoor, H. van Elten en C. de Jaag werden onder eene harte- lyke toespraak van den Voorzitter, door dezen de prijzen uitgereikt, behaald op de tentoon stelling te Gouda. Zooals men weet, bestaan die uit fraai uitgevoerde getuigschriften, waaraan veelal even als in dit geval eene zilveren me daille of eene geldelyke belooning verbonden is. Tot candidaat voor lid van *t hoofdbestuur werd bij acclamatie benoemd de Burgemeester, die zich deze keuze liet welgevallen. Ofschoon niet als punt van behandeling op de agenda voorkomende, werden als afgevaardigden ter vergadering in December aangewezen de heeren Martens en van der Giesen, die de opdracht bereidwillig aannamen. Hiermede waren de huishoudelijke zaken zoo goed als afgeloopen en werd ook aan niet-leden de gelegenheid aangeboden de voordracht aan te hooren van den heer J. Rinkes Borger, directeur van de De hoofddader in bet valsche bankbiljetten proces Krause is gisteren in de byzondere strafgevangenis (cellenvleugel) te Leeuwarden overgebracht. Zaterdag 1.1. heeft het feest ter herdenking van het Tienjarig bestaan der Onderofficiers- Societeit Eensgezindheid plaats gehad. Er was ons veel van verteld, en het ontbrak onze verbeelding niet aan gegevens om er veel van te verwachten. En toch het is ons ge gaan als de koningin van Scheba, wie men zooveel over Salomo had medegedeeld. Toen zy met zooveel lof hoorde spreken van Zyue Israëlitische Majesteit, had zij gedacht: Wan neer er nu de helft maar van waar is, dan is het voldoendemaar toen zy bij hem kwam, en zag »de spyzen van zyn tafel, het zitten van zyn knechten en het staan zijner dienaren, hun kleeding en zyn schenkers*, toen erkende zij met vorstelyke openhartigheid: »Zie, het gerucht dat van n ging, heb ik niet geloofd, maar nu mijne oogen het gezien hebben, nu weet ik, dat my de helft van uwe grootheiu niet is aangezegd. En dit woord is het woord der gasten van Zaterdagavond. Wij zijn niet teleurgesteld. De hist. dram. schets»Een Bloedgetuige* werd voortreffelijk uitgevoerd. Enkele tooneeltjes, •Is: het afscheid in de gevangenis, de goedheid van Carin tegenover de gevangenen enz. zullen den toeschouwers lang in het geheugen blyven. Maar bovenal een woord van lof aan den ver tolker van Jonker de Gabain, vooral voor zyn spel in het laatste bedryf. Er waren oogen- blikken, waarin een acteur van professie hem niet had knnnen verbeteren. Het geheel ge tuigde van veel oefening en ernstige opvatting, en indien wy het recht hadden tot bet maken van opmerking, dan zouden we alleen zeggen te tekst vast. Professor Mnmpitz en en beschouwde de poging, om Ellen en Kuno van elkander te scheiden als iets, wat het familiebelang gebiedend eischte. Hy zag volstrekt niot in, dat hij daardoor iemand ongelukkig kou maken. Maar het tlagelijksche samenzijn met de onschuldige, oprechte en innemende Ellen, hare naïeve oprechtheid, hare ongekunstelde goedhartigheid, alles trof zija boter gevoel en zonder dat hij zelf zulks bemerkte, was de geveinsde deelneming in een wezenlijke overge gaan, de gehuichelde vriendschap in een met feeder gevoel veranderd en op zekeren morgen ontwaakte by met de ontdekking, dat hij op Ellen rerliefd was. Dit was zeker iets, dat hem in zijn leven meermalen overkómen was, maar hot kwam hem zelf voor, alsof het gevoel, dat hij voor Ellen koesterde, inniger en ernstiger was dan dat, hetwelk hem vroeger be- heerscht hadwant Ellen was de eenige, voor wie hij eenige neiging bespeurde, om zijne vrijheid te willen opofferen. Na deze opheldering keeren wy tot Ellen en den graaf terug. Zij hadden in den beginne over onverschillige za ken gesproken, maar eindelyk waagde hy het eenige woorden van ongerustheid te uiten over haar zieke- lyken toestand. «Maar waarom,” zeide hij, «doet gij zoo weinig of liever in het geheel niets voor uwe L terwijl uw leven aan allen zoo dierbaar is P” z/Ik ben niet ziek,” zeide Ellen met een droeven glimlach. Hij boog zich neder, om deze zoo zeldzame open- baring op Ellen's anders zoo treurig gelaat op te vangen en zeide met aandoening: «Ach, waarom worden uwe trekken zoo zelden Aan de Universiteit te Amsterdam is bevor derd tot doctor in de geneeskunde op proef schrift >Over Aetiologie en Pathogenese van den zoog, rheumatismus genorrhoicusc, de heer A. N. van Praag, arts, geb. alhier. res van reparatie. Onder de punten van beschrijving van de 60e alg. vergadering der »Holl. Maatschappij van Landbouw*, die gehouden zal worden op Maandag 17 Dec. 1894 te *s Gra«enhage komen ▼oor Voorstel vau de afdeeling Haarlemmermeer: Is bet noodzakelyk en daarom gewenscht, dat invoerrechten op granen gtheven worden? Voorstellen van het hoofdbestuur Wat is de beste wijze ter beteugeling het mond- en klauwzeer? Het hoofdbestuur stelt zich voor, een aantal vraagpunten hieromtrent op te maken ter be handeling in de algemeene vergadering. Deze vraagpunten zullen nader in het »Ned. Land bouw-Weekblad* worden opgenomen. Het hoofdbestuur stelt voor, door ds alg. verg, te worden gemachtigd aan de Regentes een adres in te dienen, houdende eerbiedig verzoek om door haar Regeering by de overige belanghebbende Mogendheden de oplossing van het muntvraagstuk op bimetallieken grondslag te doen bevorderen. Ten nadeele van den zet*beurtschipper van Gouda op Rotterdam, is uit diens vaartuig, liggende in de Wijnhaven, een bedrag van f 70 ontvreemd. Het geld was in een trom meltje geborgen, hetwelk een plaatsje had in een gesloten kist. -'.En wy weten dat de inteekenaars zich niet be klagen zullen. verwachten wy terug, zulke dingen verlangt men eenige malen te zien. Van de afd. Schermen beviel ons keken het best: Colonne Geweer. Dat is pas dressuur en behalve een woord van lof aan de uitvoerders van dit nummer, ook ons respect aan hunnen Meester. En daarna kwam het verhaal van dien Docter, die niet jaloersch was, die niet anders deed dan den heelen dag door de stad draven om tongen te bekijken en polsen te bevoelen. In dit stuk kwam het tooneel meer tot zyn recht, doordat wy er een dame op zagen. De geschiedenis van de steek, die voor verklapper spelen moest, was alleraardigst, en toen de oom van Betsy zich vergiftigde, toen vertelde bet applaus wel, hoe die zelfmoord werd opgenomen. A.s. Zaterdag zal Eensgezindheid hetzelfde programma uitroeren ten voordeele van Lom bok. Dat wy haar vele inteekenaars en een volle zaal toewenschen spreekt van zelf. Mej. Schuurman te Zwammordam, is be noemd tot Onderwijzeres te De Valk (gem. Ede). die dan bepaaidelyk den minister vau oorlog treffen zou, gemunt /ou zyn op het geheele ministerie, over welke manier van optreden men niet weinig ontstemd schynt te wezan. Standaard. LOMBOK. Door het Nieuws v. d. Dag* is hedenmor gen het volgende bulletin verspreid. Tjakra veroverd. Tjakra Negara is door vyf bataljons bestormd en met de-poeri veroverd. De Radja is niet gevonden. Aan onze zijde honderdvijftig dooden en hare toenemende kregeligheid, dat de wonde in het hart nog bloedde, maar de moeder, die haar met donzelfden ijver als vroeger kranken en noodlyden* den zag bezoeken, die haar nooit hoorde morren of klagen, meende, dat zij hare droefheid overwon nen had. Op een schoenen, helderen roormiddag in de laat ste dagen van December, wandelde Ellen naar Forsby, alwaar eene arme weduwe woonde. Zy was ook voornemens Bengtaou te bezoeken, dewijl het haar, niettegenstaande alle moeite, niet gelukt was, den ouden man te spreken. Deze hield zich voor haar schuil sinds zij eenmaal, overeenkomstig den wensch van moeder Brits, hem had voorgehouden, dat alle wraak-oefening door God verboden is. Toen Ellen aan den weg, die naar het bosch voerde, gekomen was, gevoelde zy zich vermoeid en bleef eene poos staan, om adem te halen. Toen hoorde zy voetstappen achter zich en keerde het hoofd om. Het was graaf Granskjöld. Hij kwam naar haar toe en toen hy bemerkte met hoeveel moeite zij ademde, zeide hij «Mag ik u mijn arm aanbieden? Gij zier er zeer vermoeid uit.” Ellen met bare eenvoudige gewoonten en haar reine hart, gehoorzaamde slechts aan het gevoel van zwakheid, dat haar beheerschte en nam het aanbod aan. Zij zetten langzaam hunnen weg voort. Wij moeten in het voorbijgaan vermelden, dat de graaf, lichtzinnig, maar niet eigenlijk slecht, meer uit eigenbaat handelde dan met het voornemen om te schaden. Dewijl hy zelf nooit anders dan oogen- blikkelyke indrukken ontvangen had, betwijfelde hij het, dat anderen een inniger gevoel konden bezitten melkinrichting te Leiden. Hiervan werd een rnim gebruik gemaakt. Met belangstelling volgde 't talryk opge komen publiek den spreker, die 't onderwerp behandelde de verhouding van den Land bouw tot 't kapitaal.* '1 oog op de plaatsruimte in dit blad we kort zijn in onze mededeelingen omtrent 't gesprokene. Spreker begon den treurigen toestand te schertsen, waarin in 't algemeen te landbouw verkeert. Als we zoeken naar de oorzaken van dit verval, moeten we onvermijdelijk komen tot de slotsom, dat de verhouding tnsschen landbouw en kapitaal ongezond is. Hierna weidde de heer Borger uit over een vyftal verschillende vormen, aanduidende de betrek king tnsschen eigenaar en pachter in vervlogen tydperken. Die toestanden waren beter. Er was een band tnsschen de verschillende partyen, er heerschte wederzydsch vertrouwen, die den landbouw ten goede kwam. Thans heeft op enkele uitzonderingen na de pachter geen prikkel, hij alleen draagt 't risico, de eigenaar spreekt van recht,* de huurder kent alleen 't woord «plicht.» Na de pauze gaf spreker eenige middelen aan om tot gewenschter toestanden te geraken. Er moest onder anderen naar gestreefd worden om landbouwers van goeden wille pachters te doen bleven. Onafhankelijk van t kapitaal moet de landbouw op 't yeohte spoor worden gebracht. Met een tweetal persoonlyke ontmoetinge i met jeugdige landbouwers, die niettegenstaande hunne kennis en hun vlyt in betrekkelyk kor ten tyd een groot gedeelte van hun vermogen zagen verloren gaan, sloot de heer Borger zjjne rede, die niet weinig werd toegejuicht. Was *t rustuur reeds voor een gedeelte be steed tot ’t bezichtigen van een in werking gestelden houten boterkneder uit de werkplaats van den heer D. Spoor, thans werd daarop opnieuw de aandacht bepaald en menigeen overtuigd van de doelmatigheid van dit werk tuig, dat bestemd is voor eene boterfabriek te Emmerich. Ten slotte werd eene verloting gehouden van Landbouwgereedschap en snuis terijen en daarna op gebruikelijke wyze de vergadering door den Voorzitter gesloten. »(W. v. W.)« door een glimlach verhelderd P Het is zulk een....” «Zoete troost,” vervolgde eene stem achter hen. Op het geluid van deze stem schrikte Ellen en keerde zich bevend om. Zy liet den arm van den graaf los en riep uit «Kuno 1” Het was inderdaad Kuno, maar bleek en koud, met zulk eene verpletterende uitdrukking van hoon en verachting in den blik, dien hij op Ellen vestigde dat zij sidderde.1 Arlborg was slechts een oogeablik blijven staan hy liep langs hen heen en vervolgde zijnen weg zonder oen woord te zeggen. Ellen was hem een paar schreden nageloopen, maar bleef plotseling staan en zou gewis op den grond gevallen zyn, wanneer niet de graaf haar had staande gehouden. Bij het gezicht van Kuno en den smartelijken uitroep, dien Ellen zich had laten ontvallen, was de graaf verbleekt. Hy mompelde, aterwyl hy haar ondersteunde «Zou er inderdaad liefde bestaan En zou zy die voor hem koesteren? Wanneer dit het geval is, dan heb ik goed gedaan, met hem in den waan te brengen, dat Ellen en ik hier een rendez-vous had den want nu veracht hy baar en zijne verachting gezondheid, zal hare liefde dooden.” J*“” Ellen kwam spoedig tot zich zelve en dewijl men nu in de nabijheid van de hut der arme weduwe was, verzocht tij den graaf, haar te verlaten, zonder een woord over het voorgevallene te spreken. 8

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1894 | | pagina 1