I
I
ITZ,
‘tii
•t
I
No. 6514.
Donderdag 22 November 1894.
33ste Jaargang.
BINNENLAND.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
:en?
Ui
‘I
FEUILLETON
ouda.
fis
gen oorlog
van
Gulden}
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
volgd.
de hoofdagent D.
t Bureau dezer
nu
nkman k Zoon*
IN:
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per dne maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
ar ten.
cheurkalen-
voor het
De
kroon
(Uit het Zweedtch.)
door C. E IJ KM AN.
e. zullen wjj
'aa a fee at een
nieten
zondere mooie
ide Nieuwste
lassen.
.MANS.
IECHT.
WHINII1' UilIU\T
e Pakketten
i het onge-
Pakket van
ontvangen,
1 levert.
ide Pakket
loor Benoni
s v/d Dim,
7rij dags van
KMEID
heeft, wenscht
raid, hetzy ’n
voor winkel-
i een krankzinnigen
diefstal wordt gepleegd
i krankzinnige, daar kan
buiten gevaar. Drie compagnieën gelegerd in
gedeelte poeri, ook tot bewaring geld. Naar
Ampenan vervoerd: 230 kilogram goudgeld en
Hoeveel meer niet
grond verborgen is en
ten laste gelegd, dat hij in den nacht
den 20 x
m Genezing)
kennen
>n, die in de
jerde vestiger
geworden is
1 tegen vrou-
eeft gemaakt
sperking van
eenvoudigste
derd aange
el te verdrin-
n lichaam en
1 wordeln en
or vreeseyke
kweld. Dan
en,oorsuizen
3 ziekte. Al
zenuwziek en
over 8 dagerfT
Heden deed zich een geval van Cholera voor
bjj de vrouw van de sluis- en brugwachter
aan de Nieuwerkerksche Laan te Nieuwerkerk
a.d. Usel.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
15 regels 50 Centen; iedere regel mee
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
colonne-Segov omsingenden de schuil-
van den radja, die zich overgaf met twee
i en twee hoofden. De begraven schatten
zyn ontdekt.
„Ja, al weder en onophoudelijk zal ik deze woor
den herbalen,** riep Kuno uit, „totdat gij mij eene
verklaring, eene reden voor uwe handelwyze geeft.
Ha 1 gij waart dus niet beter dan anderen, toen een
graventitel u in verzoeking bracht, toen gy voor de
laagste eerzucht uwe beloften met voeten tradt.”
Ellen bad zich op eene sofa geworpen en drukte
beide handen tegen de borst, zeggende
„Eerst dacht ik slechts, dat gij dwaaldet,
ondervind ik, dat gij wreed en onedel zjjt.”
Het binnentreden van Fridolf en Granskjöld brak
het gesprek af.
Een weinig later op den avond sprak Fridolf
tot Kuno
„Ingeval gij eenige achting koestert voor het huis
mijner ouders, vooral voor myne moeder, bestak ons
dan niet meer. Uwe tegenwoordigheid is al te hin
derlijk voor Ellen, dan dat wij kunnen dulden, dat
zy daaraan wordt bloot gesteld.”
„Dat wil zeggen men verbiedt my, hier ie komen.*
„Neen. Ik versoek u slechts, het niet te doen.”
Des avonds had op Akersholm het volgende ge
sprek plaats tusschen den jongen Granskjöld en Kuno.
Arnold zat op de sofa te rooken, terwijl hy naar
hunne woorden luisterde.
„Ik verlang te weten,” reide Kuno, „welke schan
delijke logens gy verzonnen hebt, om mij in de
oogen van Ellen zwart te maken. Dat de oorzaak
der verwijdering tusschen haar en mij bij u, óf
iemand uwer familie moet gezocht worden staat by
mij vast. Nu wil ik weten, waarom gij u tusschen
mij en mijn geluk plaatst.”
{Wordt eervolf J.)
De correspondent der >N. Rott. Ct.< te
Batavia seint nader onder dagteekening van
beden
De
plaats
prinsen
-1
Verscheidene van de voornaamste hoofden
bieden onderwerping aan.
Bljjkene van den Gouverneur-Generaa) van
Nederlandsch-Indië ontvangen telegraphisch be
richt, zyn bjj de operatiën tegen Tjakranegara
op 18 dezer gesneuveld: de kapitein der infan
terie W. N. Scheib, de tweede luitenants der
infanterie J. G. A. d’Ancona, J. W. Schiff en
H. A. 0. van der Hoyden; zwaar gewond de
kapitein der infanterie D. M. Slangen, de
eerste luitenant J. L. L. M. Wittich en licht
gewond de tweede luitenant H. Halkema en
de luitenant ter zee 1ste klasse J. C. van
Wessem. (>St. Ct.<)
over ds wer
89)
„Ik zal dien gaarne aannemen. Gij spreekt met
zooveel vuur, dat het een genoegen is, u aan te
hooren.”
„De kieschheid moest u verbieden, dit huis te
bezoeken.**
„Mijne kieschheid verbiedt mij dit niet en daarom
kom ik hier.”
De vrouw van den proost verzocht Arnold eene
wals te spelen, om daardoor aan de jeugdige leden
van het gezelschap de gelegenheid te geven tot dan
sen en de oplettendheid van Ellen en Kuno af te
trekken. Eenige oogenblikken daarna zat de laatste
aan eene speeltafel en gaf zich geheel aan het spel
over, tot dat Ellen eene wals met graaf Granskjöld
begon. Zij hoestte onder het dansen en bracht meer
malen den zakdoek aan den mond.
„Voelt gij u niet wel?” vroeg Granskjöld, toen
zij stil hielden. Hy boog zich naar Ellen en zag
haar onrustig aan.
Ellen glimlachte en antwoordde, dat de hoest niet
veel beteekende. Kuno zag dit alles en speelde
slecht. Het bloed gloeide hem in de aderen. Hij
legde zijne kaarten néér, stond op en plaatste zich
in de deur, om Ellen te beschouwen en haar door
Van diefstal te zamen en in vereeniging met
een ander gepleegd, geen sprake zyn, wjjl het
oogmerk van den ander niet gericht was op
diefstal. PI. meende dat deze verzwarende
omstandigheid niet mag in aanmerking komen
by de mate van de straf den bekl. op te leg
gen. Verder herinnerde pl. er aan, dat bekl.
4 maanden in voorarrest is geweest door de
krankzinnigheid van zjjn confrater. Pl. hoopte
daarom op een lichtere straf voor zjjn cliënt.
Nog stond terecht: P. B., 20 jaar, veedrij
ver en slachter te Gouda, die op den 14en
October jl aldaar opzetteljjk den agent van
politie dier gemeente P. In *t Hout, die zich
daar in de reentmatige uitoefening zjjner be
diening snrveilleerende bevond, op den open
baren weg beleedigend toegevoegd het woord
smeerlap*.
Beklaagde beweert dat hjj zoo beschonken
ia geweest dat hjj zich niets van het voorge
vallene weet te herinneren, en zjjn veroordee-
ling werd gevorderd tot drie dagen gevange
nisstraf.
Uitspraak
GOUDA, 21 November 1894.
Naar wjj vernemen belooft de Feestuitvoe-
ring der Zangvereeniging Apollo op Zondag
2 December a. s. een voor onze gemeente
zeldzaam kunstgenot.
Deze uitvoering toch zal de eerste zijn
Apollo’s 25jarig bestaan en opgeluisterd
LOMBOK.
Door het Nieuws v. d. Dag is hedenmorgen
het volgende bulletin verspreid:
Te Sasari omringde het 6e en 11e bataljon
den Radja, zijn zoon en zjjn kleinzoon, die zich
overgaven aan Generaal Segov en naar Ampe
nan gebracht werden. De Radja was aan de
dij gewond.
na
wor
den door de welwillende medewerking van den
bekenden en terecht genoemden Tenorzanger,
den heer Joh. J. Rogmans te Amsterdam.
Genoemde heer zal de hoofdpartjjen zingen
in het twee- of drietal schoone werken, dat
dien avond ten gehoore zal gebracht worden
en waarvan wij het programma binnenkort
onzen lezers hopen mede te deelen.
Daar de uitvoering op het tooneel zal plaats
hebben en daardoor meer ruimte in de zaal
Kunstmin beschikbaar wordt, heeft het Bestuur
van Apollo besloten HH. Leden der Sociëteit
»Ons Genoegen* met hnnne Dames voor
zoover de plaatsruimte toelaat te introdu-
ceeren voor den op het programma te vermel
den toegangsprijs.
Wie van het te verwachten genot profiteeren
wil, zal dus wel doen zich tijdig bjj de leden
van het Bestuur der Zangvereeniging van toe
gangsbewijzen te voorzien, daar deze slechts
in beperkt getal beschikbaar kunnen gesteld
worden.
Wij herinneren onzen lezers dat de Tooneel-
Vooratelling door de Onderofficiers-Societeit
Eensgezindheid* ten voordeele van het Lom-
bok-Comité, Zaterdag a. s. plaats beeft.
De uitvoering, de vorige week gegeven, wa<
een voorstelling voor de leden en enkele ge-
noodigden. Toegangskaarten zjjn nog ver
krijgbaar in de Sociëteit »Ons Genoegen*.
Van den Gouverneur-Generaal van Ned.-
Indië is bij het Departement van koloniën het
navolgende telegram ontvangen
Gisteren verkenning oostraod Soeik, zon
der tegenstand bevolking. Aldaar begonnen
met opruiming muren. Weg west Tjakrane-
gara vailig gemaakt. Oude radjah zou in poeri
gewond en naar het noorden gevlucht zjjn.
Bevolking bracht beide nog verloren veldka-
nons en een bergkanon terug. Bjj werpen
kruit in vjjver uit magazjjn beoosten poeri
ontstond ontploffing, waarbjj kapitein Tuinen-
burg, luitenant Campioni en dertien gestraften
ernstige brandwonden bekwamen. Officieren
De arrondissements-rechtbank te Rotterdam
veroordeelde gisteren o. a.
W. J. d. D. 38 jaar, varensgezel te Bleis-
wjjk, wegens beleediging van een ambtenaar
in functie, tot 5 dagen gevangenisstraf.
H. v. d. S. 44 jaar, zonder beroep te Gouda,
wegens bedelarjj te Reeuwjjk, tot 12 dagen
hechtenis.
Vervolgens werd behandeld de brutale dief
stal te dezer stede en wel die van G. v. d. V.,
31 jaar, borstelmaker te Amsterdam. Hem
Het hoofdbestuur heeft in een adres Mn
den minister vau binnenl. zaken aandacht ge
vestigd op de volgende punten
In de eerste plaats de wenscheljjkheid van
het invoeren van leerplicht, waaromtrent het
vorig ministerie een wet in uitzicht had ge
steld.
Daar naar de moening van adressanten op
leiding aan de kweekscholen verreweg de
voorkeur verdient boven normaallessen, waarbjj
het h. i. overweging zon verdienen enkele
groote normaalcursussen in kweekscholen te
veranderen, verzoeken zjj het aantal kweek
scholen zulk een uitbreiding te geven, dat
spoedig in de behoefte aan onderwyzers kan
worden voorzien.
In de derde plaats traven adressanten in
zijne blikken te verpletteren. Maar Ellen zag dien
kant niet uit; zij walste en hare oogen straalden
van zulk een zonderling weetnoedigen glans, dat Kuno
zich wonderlijk te moede gevoelde. Op hetzelfde
©ogenblik bracht Ellen weder den zakdoek aan hare
lippen en hoe snel deze beweging ook ware, meende
Kuno toch opgemerkt te hebben, dat er eene roode
vlek op den witten zakdoek gekomen was. De wals
was nu geëindigd en Ellen sloop in eene der zijka
mers. Het was, alsof Kuno met kracht naar de
deur getrokken werdhij hoorde haar toen hoesten
op eene wijze, dat het hem door het hart sneed.
Zyn bleeke voorhoofd was door koud sweet bedekt,
hij had naar binnen willen vliegen maar op het
zelfde oogenblik ijlde Fridolf vóór hem heen de
kamer in. Kuno ving slechts deze woorden op
„Ellen, Ellen, hoe hebt gij het over uw hart kun
nen krijgen, te walsen ik had u zoo innig gesmeekt,
het niet te doen en gij weet, dat uwe borst zulk
eene heftige beweging niet toelaat.”
„Och, Fridolf, bestraf my niet, de smart dreigt
my te dooden. Wat boteekent mijne hoest tegen
hetgeen ik hier lijd?” Kuno hoorde, hoe een onder
drukt snikken zich met de hoest vermengde.
„Wat staat gij daar te peinzen?” klonk op het
zelfde oogenblik de stem van Granskjöld in Arlborg’s
ooren.
Kuno richtte zich op, de gloed keerde weder op
het voorhoofd en met een blik, scherp als eea dolk
antwoordde hy
„Ik luister naar de gevolgen van de bedwelmende
wals. Wanneer gij van avond van hier gaat, blijf
dan den nacht over op Akersholm, ik wil met u
■preken.”
3810 kilogram zilvergeld,
te bepalen, daar iu
moet gezocht worden. Heden operaties ver-
Weder bljjft gunstig.
Een half uur later kwam Ellen weder uit de kamer
in gezelschap van Fridolf, die een verstoorden blik
op Kuno wierp. Ellen hield zich, alsof er niets
gebeurd was en als gewoonlyk was zjj vriéndelijk
en vroolyk te midden der jeugd.
„Mag ik nu eens met u walsen?” vroeg de griffier,
die van de piano afgelost was. Kuno stond achter
Ellen, zonder dat zij het bemerkt had. Alvorens
zij kon antwoorden, zeide Kuno zacht, maar toch
duidelijk
„Ellen walst heden avond niet meerhet zou haar
het leven kosten.”
Ellen keerde zich om hunne oogen ontmoetten
elkander. De griffier had zich verwijderdzy waren
alleen in de kamer. Er heersohte eene langdurige
stilte. Eindelijk zeide Kuno met eene stem, die
hy vergeefs trachtte bedaard te doen zyn
„Is het geoorloofd, zijne beloften te breken, zonder
eene reden daarvoor te geven Kan iemand zoo
verachtelijk zijn, dat hy het recht niet heeft, eene
verklaring te verlangen van dengene, die hem van
alles beroofd heeft? Verdien ik zelfs niet te weten,
wat ik misdaan heb?**
„Ach I” antwoordde Ellen, „hadt gij mij gekend,
dan hadt gij ook ingezien, dat ik eene wettige reden
hebben moest, om te handelen, geljjk ik gedaan heb
en dan ware een enkele blik op het verlodene vol
doende geweest.”
„Ik begrijp u niet, Ellen. Waarin bestaat mijne
misdaad? Bedenk ten minste eene reden, eene lage
daad, die ik zou hebben begaan, zoodat gij daarmede
uwe eigene trouweloosheid kunt bemantelen.”
„Al Weder I” Ellen stond met hooggekleurde
wangen eensklaps op.
werd -
van den 20 op den 21en Augustas jl. te
Gouda te zamen en in vereeniging met Corne
lls Postma, uit den winkel van W. J. yan
Leeuwen, waartoe zy zich na openschuiving
van een raam door inklimming den toegang
hadden verschaft, met bet oogmerk van weder
rechtelijke toeëigening zou hebben weggenomen
zes gascomforen, twee ketels, een hoeveelheid
branders en drie gutta percha slangen, alles
toebehoorende aan gameiden W. J. v. Leeuwen,
of genoemden C. Postma en zulks nadat den
30 Mei 1891 op hem is ten uitvoer gelegd
een gevangenisstraf van acht maanden, hem
wegens bjj herhaling gepleegde verduistering
opgelegd, bjj arrest van bet gerechtshof te
Amsterdam van 26 Mei 1891.
De beklaagde ondervraagd legde een volle
dige bekentenis af. Hij deelde mede dat hij
Postma in de gevangenis te ’s Bosch bad loeren
kennen en dat bjj hem half Augustus te Am
sterdam weder ontmoet had. Zij gingen daarop
samen werk zoeken en kwamen zoo in Gouda,
waar zjj in de Spieringstraat een winkelraam
zagen openslaan, dat zij geheel opseboven, om
toen een kaars aan te steken en de verschillende
in de dagvaarding genoemde voorwerpen weg
te nemen en in een zak te doen. Alsof er niets
gebeurd was schoven zij toen het raam dicht ei)
wilden zjj zich met hun buit uit de voeten
makentoen zij op den Langen Tiendeweg een
agent ontmoetten, die hun te voren op hun
verzoek den weg naar Rotterdam had gewezen
en wiens bevreemding het wekte dat zjj nu
uit de Spieringstraat kwamen.
Het was de hoofdagent D. v. Genderen die
bekl. en Postma arresteerde en den buit in
beslag nam voor zoover hij niet in het water
was geworpen. Men vond later een gedeelte
in het water terug. Het bleek dat het ma
gazjjn tjjdel jjk onbewoond was en dat de eige
naar Van Leeuwen juist uit de stad was.
Deze beweerde, dat de ramen met pennen
gesloten moesten zyn geweest, maar bekl. bleef
volhonden dat de ramen met een kier open-
stonden.
Het O. M. deelde mede dat Postma niet te
recht stond, wjjl hjj in tusschen krankzinnig
is geworden en het ten laste gelegde bewezen
achtend requireerde het tegen bekl. 1 jaar en
6 maanden gevangenisstraf.
De verdediger van bekl. Mr. A. v. d. Hoe
ven achtte eveneens >lnce clarius* het ten
laste gelegde bewezen, doch de eerste verzwa
rende omstandigheid is ten onrechte ten laste
gelegd.
Postma is geplaatst in
gesticht en waar een
in vereeniging met een
thaps ontvangen berichten zetten de
op die van gisteren. Zonder verdere
verliezen is Tjakranegara thans geheel in onze
macht gevallen. Dit heuglyk feit vervult om
met barteljjke bljjdschap. Êere nogmaals aan
onze dapperen, die zich zoo kranig hielden
eere ook in bet byzonder Mn den opperbevel
hebber en zjjn staf I
Hopen wjj, dat de thana voltooide schitte
rende overwinning bet begin van het einde van
den oorlog zjj. Daarvoor schynen de teekenen
niet te ontbreken, indien op de juistheid der
particuliere telegrammen mag worden afgegaan,
wat de stemming der bevolking en derpoeng-
gawa’s (districtshoofden) betreft. Ook de aan
geboden onderwerping van Narmada, ten Oos
ten van Tjakranegara, waar zich het lustver
blijf van den onden vorst bevindt, is een aan-
dniding in denzelfden zin.
8