am JTZ, we Wet) ais v/d Dm, M. BINNENLAND. IL DE EERSTE PATIËNT. 1 Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. No. 6539. 33ste Jaargang. |baar. FEUILLETON Men? chat IREN NSTTANDBN, tot 3 uur, ouda. RING. i. Vrijdag 31 December 1894. K>»g on, I De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. uAjjr de fors der Zelf- sime uitapat- 7» Vr^dagg UIT DE PAPIEREN VAN EEN GENEESHEER. Naar het Fratuch. in besnini- Overige» bestrijdt bg den beer u’s 27 afb. Prgg de verschrik- ndeugd Ijjdt, leenng, die and van een i bg hetVer- ïeumarkt 34, i het bedrag, eiken boek- t kennen rden, die in de jeleerde vettiger eid geworden ia idel tegen vrou- r heeft gemaakt 1 beperking van de eenvoudigste randerd aanga- abeel te verdrin- b in lichaam en irgd wordeln en F door vreeseijke gekweld. Dan sagen, oorauisen inde riekte. Al jjn zenuwziek ea en over de wer ng m onze acht, a vratinglx en een kan men, te willen loslaten bet beginsel ADIG: >eh. Pitch Pine »n Pine Balken den, Plaatbout n, enz. enz. y- ADVERTENTIES worden geplaatst van 15 regels 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. GOÜDA, 20 December 1894. 7 Bg Kon. besluit zjjn ‘herbenoemd tot kjan- tourecbter-plaatavervangers in het kanton Gquda de heer H. Kayser en in het kanton Schöbn- hoven de heer J. J. Lazonder. De gemeenteraad te Ridderkerk beeft beslo ten, voor 1895 ^an de regwring eene bniten- koo niet al myao hoop vara to Cf gen Je bent oen kind, zei do generaal tegen mij, hoe zou je het wel in eon veldslag malton Maar ik zag wel, dat de uitstekende man even, zeer bewogen was als ik en dat dit woord slechte moest dienen om den tudruk, dien deze tijding op hem zei ren maakte, te verbergen. Het was inderdaad eene dépêche van den prefect van politic: deze ver- «vaardigde zich, aau mij te schryven. Hy deelde mij mede, dat de kleine Julie teruggevonden was. De vreugde, die zich ven mij meester maakte, af te schilderen, Hu mij onmogvlijk zijn, ik drukte den brief aan mijc hart, ik sprong als een gek de kamer rond. Maar lees eerst een», zei de generaal tegen mij, en maak dan je bokkeoprongen. Het opperhoofd der divisie had ^ioh niet bedro gen in België had men de sporen van Julie terug gevonden de agent had onder de Zigeuners ondor. zoek' gedaanhet was juist de tyd der groote kermissenby had gehoopt, het ongelukkige kind in een spel te zullen vinden zyne verwacb'ing was te leur gesteld maar daar hy overal rfavraag gedaan had, Aadden de kunstenaars, toen zij v'an.eeoe dergelijke vCTvolging hoorde het raadzaam geacht, voorzorgen te nemen en zich tc onttrekken aan n*. sporingen, dtp te verontrustend voor hen waren. Op zekeren morgen had men in do straten van Brussel een meisje gevonden, dat alleen daarop roudxwiprf. Men kon de zieke ophelpen, haar naar het raam dragen en haar in een fauteuil in de zon neerzetten. Daar bleef zij dan uren achtereen zitten, zonder een enkel woord te spreken, in een toestand van volsta* gen dofheid met gebogen hoofd en met slaphangende haaden. 2ij vroeg naar njpts: zy was als versteend. Het was een spooksel, dat wij met bloemen ontgaven. Ik had opgemerkt, dat er in- het vertrek oen kleinè boekenkast stond, die ter doge van keurig ingebon- dene boeken voorzien was. Onder deze bevond zich de mooie bijbel, door Curmer uitgegeven, de eerste druk van de fabelen van La Fontaine, zoo geest’ door Grandville geïllustreerd, de prachtige uitgaven van den Télémaque en die van Gil Bias van Ban- tillane, en verscheidene keurige boeken, door Furne en door Bourdia uitgegeven, versierd met gravures van onze grootste moderne meesters,•zooals men die in het begin der regeering van Louis-Philippe gaarne uitgaf. Er waren daar de olassieke schrijvers van,Le- febre,' de deftige Montesquien, Turgot, La Bruyère, het zevental zedekundifce achryvers, een Racine van Didot, allemaal weiVBlie van goeden smaak getuigden. Wy legden öhjPdikwijta een van deze mooie boeken op den ^choot. Dan glimlachte zjj nacht zjjn te Zevenhuizen ten na* ueeie van een 40 tal kippen, van verschil lend soort, ontvreemd, die hedenmorgen door euz.Jenz. Na afloop zyner leerryke rede, maakte menigeen van de gelegenheid gebruik om hem, omtrent de bemesting van bet land, iets te vragen. Met de moeste welwillendheid gaf bjj raad en inlichtingen en toonde tevens gron&g aan, waarom er zoo en niet anders gebaédeld moest worden. Ook de heer Van dw Graaf uit Lekkerkerk verschafte nog in lichtingen over de bemesting met hulpmeet, ea deelde tevens de uitkomsten daarvan mede. Ten jilotte verklaarde de heer De Jonge zich bereid om geheel kosteloos een stuk land, dat aan de gemeente, den polder of de armen toe behoort, volgens de door hem aangewezen manier te bemesten, opdat ieder dan het vol gende jaar daarvan de resultaten zou kunnen zien. Met een woord van dank aan den spre ker sloot onze burgemeester deze zoo leerryke en nuttige byeenkomst. IX Woensdag trad in bet nutedepartement te (hidewater als spreker op de heer Dr. A. Lamping van Naaldwyk, die tot onderwerp zijner rede hnd«Concurrentie.* Op breede wjjze ontwikkelde hy, wat de voor- en nadoe len zijn der concurrentie en gaf in hel laatste gedeelte zjjner rede de middelen aan de hand, waardoor de nadoelen opgeheven, althans tot een minimum teruggebracht konden woiden. De Voorzitter van 't departement, de heer J. K ie wiet de Jonge was de tolk der aanwezigen, toen ^feij aan het eind der bijeenkomst den spreker zyn dank bracht voor de uitstekende Mfijze, waarop deze zich van zijn taak gekwe ten had. Ijjken dienstplicht, dat niet aan de orde ie. Hervorming is noodig en bezuiniging, en dat doet de Minister, want bet eindcijfer is 5 ton lager. ‘De beer Van Vlijmen acht geen reden tot mismoedigheid aanwesig over de uitgaven voor oorlog in verband met het bereikte doel. De doode weermiddelen zyn goed en bet leger eveneens, getuige Lombok. Hjj acht nood» zakelyk een uitbreiding van ons huurleger om 'bet toenemend verzet tegen te gaan. Maar bezuiniging is noodig met hst oog op den fiuancieelen toestand. De heer De Bnaufort (Amsterdam) w jet den heer Viruly erop, dat wettelyke leger organi satie zelfs door het krachtige liberale kabinet- Kappeyne niet is aan gedurfd, wegens de be zwaren, en hy verwacht er ook gaei ging van. O1 Seret, die sprekers beschouwingen verkeerd beeft begrepen. De beer Staalman is geen antimilitarist maar tegen oorlog. Hjj keurt de nieuwe geweren af, maar staat vóórmeer oefeningen in bet schieten, en verbetering van bet gehalte der officieren. De hoer Kerdyk brengt het geval met den officier te Deventer ter sprake, die over oen meisje quaeatie bad met oen onderofficier. De minister beantwoordt uitvoerig de ver schillende sprekers. Zyne denkbeelden over persoonlijken dienstplicht reserveert hij tot bet betreffende wetsontwerp, maar in afwachting daarvan doet hjj toch wel iets voor de levende slrydkrachten, betere oefening, go de buis ves ting der soldaten. Hy hoopt de stelling van Amsterdam op zuiniger wpte weerbaar tema ken en de vestingwet te herzien. Bezuinigen zooveel als de heer Viruly wil, kan niet. Hjj doet vervolgens mededelingen omtrent het reservekader in verband njet de laatste wijzi gingen. In zjjd antwoord aan den heer Staal man ontkent hy dat de zedeloosheid in het leger algemeen is en betwjjfelt of de sterke drank in de kazerne geheel gemist kan wor den. Men generaliseert te veel enkele geval len. Omtrent bet gebeurde te Deventer zegt hy nader onderzoek toe. In dd avondzitting ia de begrooting van Oorlog, daaronder begrepen de Vestingbogroo- ting aangenomen. Alleen werd tegen den zin des ministers eon bezuiniging verkregen op hst materieel der artillerie. Dertien leden slechts stemden tegen! het ge- beele Hoofdstuk. Heden hoofdstuk IX. (Waterstaat). liOIINUE «II IH\T Staten-Generaal. 2e. K^mbb. Zitting van Woensdag 19 December 1894. Alvorens de beraadslaging over Oorlog wordt hervat, neemt de Kamer een paar besluiten omtrent de orde der werkzaamheden. De Surinaamsche begrooting zal bjj koloniën worden behan<ie>d. De motie-Gerritsen, om trant arbeidsloon en arbe-dsduur zal niet by Water taat maar later waren behandeld. De heer Viruly Verbrugge constateert met genoegen, dat in bet dobat een aanval tegen onafhankelijk aid onmogetjjk wordt ge- inaar hjj meent, dat wjj dn ook den >ouw Veel |angzamer kunnen voltooien, veel kleiner veldleger lehoeven. Hy dus moeielyk voor de begrooting stem- te minder waar zelf* liberalen schyuen legerorganisatie. De heer Travsglino komt op tegen den aan drang van den heer Seret op den Minister, om dezen te verlokken tot een onvoorzichtige uitlating over het beginsel van den p«*rsnon- van treurigheid en koor»tachlige ftfaagdheitl I Ik woonde te dien tijde in de Rue Jacob, een straat, die niet meer tot het Quartier Latin on nog niet tot den' Faubourg Saint'Germaiu behoort. Da generaal was mij een bezoek komen ^rengxn, en wij praatten met belangstelling over de dingen, ec sooals van zelf spreekt, praatten wy ook over zyne veldtochten, die hy verhaalde met eene opgewondenheid en zedig heid, die hem goed afgingen. De generaal was,zoo- als ik reegis gezegd heb, iemand met een goed hart, maar nu ea dan deed hij zich ook kennen ais iemand die geest bezat. Zyne gesprekken hebben altyd eene groote aantrekkelijkheid voor mij bezeten, ofschoon ifj ook doortrokkea waren met een soort ran ruw heid, die uit de gewoonte om te bevelen voortsproot. Wy beraadslaagden dus 'met elkaar als menschen, die er zekrr van zyn, dat zij elkander begrypen, toen het galoppoeren van Xn paard zich deed hoorer. een ruiter hield voor de deur Van het huis stil. Terwijl ik mij geheel in eon enkele gedachte ver diepte, had ik als het ware een voorgevoelik deed het raam openhet was een gardo van Parys, die een briefje aan den conoierge overhandigde. Een minuut daarna trad myn bediende met eene dépêche binnen. Ik had op het adres den stempel van de prefectuur van politie zien pryken (prijken was de iodrak, dien dit op myn hart maakte). Ik toekende het re^u zeer spoedig en zeide aan myn knecht, dat hy vijf franken aan den overbrenger der dépêche moest geven. De brave man heeft ze aangenomen, hij heeft zonder twyfel gedacht, dal ik eene medaille voor het redden van een drenkeling gekregen had. Ik beefde, zooals men zich wel kan voorstellen, toen jk den brief openbrakhet was oeae tijdingsjj moet worden, welke bulpmest voor dit, welke voor een ander 14nd geschikt was, byna, dan kwam er gloed in hare oogen, die te ge^ lyker tyd de uiterste zachtheid weerkaatsten. Blijk baar wekten deze schoone beelden in haren geest, of liever gezegd in haar hart, eene onbestemde her innering *ol teederheid, zy dacht zonder twyfel aan haren vader, zooals men in een droom aan fomand denkt. Maar dan liet zij het boek eertklaps vallen. «Ik zal er nooit mee klaar komen I” zeide zij dan. «Mijn hemel I het borduurwerk, laat ons hard door werken, want ik ben moe I” Eindelyk sprak zij tegen de kleine Julie, alsof het ongelukkige meisje by haar zat. Het was een stortvloed van aanbevelingen, zoo juist voor een kind gepast, zoo welgemeend, zoo liefderijk uitgesproken. En verder niets, dan alleen die doffe wezenloosheid. Haar verstand was dus niet geheel geweken, er was nog een soort van gevoeligheid in haar overge bleven. Deze gevoeligheid al te zeer te nrikkelen was eone gevaarlijke zaak, eene crisis kon’ daarvan het gevolg zfinen deze crisis kon, terwyl zij aan de zieke hel gebruik van al hare vermogens terug gaf, desniettemin een noodlottige» afloop hebben, als men denkt aan do smart, die deze ongelukkige on dervonden'bad, en aan de afwezigheid vso de kleine Julie, die de ziel barer groote zuster mei zich scheen meegevoerd te hebben. r In he| bewustzijn van myne machteloosheid en van zoo vele angsten was ik niet meer zwak en wanhopig, ik was reeds zeer ongelukkig. G%d behoudt derge- lijko smarten voorzeker slechte aan weinige menschen voor. Misschien is dat wei de dageraad der hemej- sehe gelukzaligheid I Zes weken verliepen er op deze wyze, zee weken One werd welwillend inzage verstrekt van een brief door een jongmensch, die de expe ditie op Lombok als fuselier medemaakt, aan zyne ouders te dezer stede, waaraan wy het volgende ontleenen, en die gedateerd was Karang Bedil, 6 Nov. 1894. Allereerst deelt hy mede, dat men bet bem niet kwalyk moet nemen, dat by niet eer ge schreven bad, daar by in geen 4 maanden papier enz. bad kunnen bekomen. Toen de expeditie begon hadden wij niets te doen, evenwel hadden wy niets meer by ons dan onze verschoning, de rest ligt nog op Magalang, op het oogenblik zitten wy op een post vlak voor den vyand, in het eerst hebben zy ons uit het bivak verjaagd, dat leek wel een dorp van stroo, de verliezen waren zwaar. Wy zien biet treurige dingen, doch allen zyn vroolyk en opgeruimd, het 7de Bataljon moest voor Mataram, het 6de Tjakera en het 9de Amp- tenam, dat ligt zoowat 2 our van elkander, wjj lag®“ tusachen de twee laatste plaatsen in •n hadden op geen vijandelijkheden gerekend, toen den 25 Augustus alarm geblazen werd, waarop wy hevig hoorden schieten op Tjakera, daar was het éde Bataljon aan het vechten, de* morgens om 5 uur kregen wy bet eerste vuur, niettegenstaande wjj geen vyand hadden gezien, noch veel minder gevochten, het was treurig te zien hoe onze kameraden vieleq, wy konden niet naar het 6e of naar het 9de ter wyl wy met het 7de ook niet weg konden. Den 26n Augustus zochten wjj een plaats op waar wy veilig voor den nacht waren, daar lagen wy met een massa gewonden en geen eten in de open lucht (de dooden hebben wy achter moeten laten). Het 6de en 9de batail- lon trok ook op deze open plaats aan, eveneens veel gewonden medebrengende. Den 27n gingen wjj er weder uit, een groote omweg makende naar Ampenan. waar wjj veilig waren (wij gingen om 4 uur 'smorgens wegen kwa men eerst des middags om 4 uur aan) Gy kunt begrypen, dat wy uitgeput waren van 25 tot 27 geen eten en hoegenaamd geen drinken. Wy hebben daar 10 dagen in de open lucht gelegen, waar wjj inmjddels een bivak hadden opgebonwd, wjj zyn er toen weder op losgegaan en gelukkig aan de win- Heden deele van K. een 4Ó tal kippen, van lend soort, ontvreemd, die hed de politie alhier zjjn in beslag genomen. De dader is men op het spoor. In de laatstgehouden gemeenteraadsvergade ring te Waddingiveen, Maandag 17 December werd besloten, voor wjjlen mej. C. Hooltman, ouderwjjzeres in de handwerken, geen nieuwe titularis in de plaats te stellen, doch genoemd onderwjjs op te dragen aan de onderwijzeressen van school D en B, mej. M. BarreveldBute en mej. M. Slors. Door de lage prjjs der varkens mag als eene merkwaardigheid worden vermeld dat op *t oogenblik in de gemeente Waddingsveen plus minus 1000 vette varkens op aflevering wach ten. Gemiddeld per stuk op 250 pond gerekend, tegen een matigen marktpr jjs van 20 cent per K.G. wacht thans een kapitaal v»n f 50,000 op omzetting. De jacht (hazenjacht) te Waddingsteen levert dit saisoen weinig resultaat. Gemiddeld, wor den door de jagers (gewoonljjk Vrjjdag of Za terdag) niet meer dan 3 a 4 stuks in triomf? medegevoerd. De naehtelyke broodjagers daar ter plaatse schynen echter, dank rjj het nauw lettende toezicht, beter zaken te maken, althans dageljjks worden door hen hazen te koop aan geboden. In de 1ste openbare vergadering van het leesgezelschap te Waddingsveen trad als spreker op de'heer Akkerhuis van Delft. In de maand Februari zal eene soiree musicale declamatoire worden gegeven. Vrjjdagavond trad te Berken wonde voor een ‘‘groot aantal belangstellenden, zoowel van hier als uit omliggende gemeenten, de beer De Jonge ujt Dordrecht op om te spreken over hulpmestatoffen in deze streken. Wat hjj meedeelde, deed hy zoo duidelyk, dat ieder hem gemakkeljjk kon begrypen. Door menig voor beeld toonde hy aan, boe de landman zjjn land van onkruid kon zuiveren, waarom hoog wa- t^r slecht is voor het land, hoe het best de riiestvaalt bewaard kan worden, hoe bet land bewerkt nende band. Bij mijn compagnie zijn twee stadgenooten gesneuveld, w Door den beer C. P. W. Dessing is gisteren aangenomen het bouwen eyier kerk aan den Rjjndyk onder Zoeterwoude voor een som van 42700.-4

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1894 | | pagina 1