I Nieuws- en Advertentieblad voor Goudq, en Omstreken. she ns van den n. Hofrad ben l J No. 6544. Zaterdag 29 December 1894. 33ste Jaargang. T ERVERIJ BINNENLAND. (I FEUILLETON. F IGAZIJN ALLEEN OP DE WERELD. Az. IMER, erdam. s te E P. 'INDT, kanten, B. ÜCT1E van ;eenen. gevormd. lüeit. 1 A J; >rij Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. de nederige vereeuiging bet rieken zyn de vijf mijlen Monsters. stem ten antwoord De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. komen, hetwelk eenigen tijd van onderzoek eischt. Daarom is de openbare behandeling ter terechtzitting verschoven tot begin Februari. larkt A 144b )N, apotheker G. J. van der P. C. B. W. Ver- 1EKE er beste Kath- Naar het Enjjeltoh van HESBA STRETTON. hynen 48 pag 2 kolommen i: Romans, rische Ver- 'erlei,Raad- ix. enx., voor CENT per 3 mt. n Nederland. lTERREUS, ’s-Bosch. uw afleverbaar in eene week. «na Jieht, m, ksrtom xpeller, enden tegen xpeller. huisgezin xpeller. 5 de flesch. iken en by de Heer en verven van m, alsook alle MIIIWIIL COURANT i hoesten, ademings- bewezen. m wanne nbevelens- cen. 25 cent stoomen van B. orden naar de 'erfd. ind of geverfd, gezondheid en t) Daarom was het mij zeer aangenaam, toen ik de plaats mijner bestemming, een klein landstadje, dat vijf mijlen van de woning van Rachel Archer ver wijderd was, bereikte; maar ik trok mij terug in een donker hoekje van bet station, daar ik eene hei melijke vrees koesterde om dengene, die mij zou komen afhalen, te ontmoeten. Daarop hoorde ik eeie ruwe, schorre stem tot den deurwachter zeggen „Is er ook een jonge dame, die Miss Carey heet en doozen bij zich heeft, uit den trein gekomen „Jawel, vrindje 1” antwoordde de deurwachter, en terstond daarop haastte ik my, te voorschijn te ko nden en mijne bagage ih ontvangst te nemen. Het was een knecht, die mij met een sjees was komen afhalen. In weinige minuten waren wij vertrokken. Eene uitgestrekte, kale streek omgaf ons, doch ik kon deze niet dan flauw onderscheiden, omdat de duisternis reeds begon te vallenmaar al spoedig welfde rich boven ons een hemel vol sterren, die door kleine stipjes van flikkerend licht de uitge strektheid van den horizon in de verte aanwees, waar in het westen nog een helderder tint te zien was dan in het koude noorden en in het donkere oosten. Wij reden tusschen rijen boomen door, die geheel Het onderzoek omtrent den moord te Bus- sum is nog niet ten einde. Er schijnt weer een nieuw element in de qnaeatie te zyn ge- Gisterenavond had de aangekondigde Volks voordracht plaats, uitgeschreven door de afd. Gouda der Maatschappij »tot Nut van *t Al gemeen in bet lokaal >Nut en Vermaak.* Vele leden en door hen gemtroduceerden wa- »en aanwezig. De Voorzitter, de heer Vorster, heette de aanwezigen welkom en zette het doel van de Maatschappij in het kort uiteen, tevens mededeelende dat door het Bestuur der Societiet in de pauze koffie a 5 ct. en bier a 7 cent verkrijgbaar zou worden gesteld. Daarna trad als spreker op de beer A. Langerhuizen in rang Raad van Te Petersburg is dezer dagen een mon sterproces begonnen, waarvoor de instructie reeds in 1889 was begonnen. De voornaamste beklaagden hebben al dien tijd in voorarrest doorgebracht. De vervolging is gericht tegen een bende smokkelaars, die zyden stoffen in voerden vo'gens bet tarief van wol waren, dat veel Liger is. Als schadeloosstelling wordt 1| mil- lioen roebel geëischt, waarvan 1 millioen van de smokkelaars en j millioen van de helers. In het geheel zijn 32 personen aangeklaagd, waarvan 21 ambtenaren der belastingen zyn. De akte van beschuldiging omvat 86 blad zijden groot formaat by de instructie zyn 27 boekdeelen volgeschreven het aantal gedag vaarde getuigen is 130. en Koning De zaak van den voormaligen gemeente ontvanger te Schiedam, door de rechtbank te Rotterdam veroordeeld wegens valscbbeid in gv-schrifte, zal 31 Januari voor het gerechts hof te *s-Gravenhage in hooger beroep worden behandeld. Bij gelegenheid van het tienjarig bestaan der Haastrechtsche Ijsclub werd door een lid en inwoonster dier gemeente aan het bestuur dier vereeniging een vaandel aangeboden, dut waarlyk een kunstgewrocht mag genoemd wor den. Byzondere vermelding verdient, dat ’t in tegenstelling van zoovele andere kunstnaald- werken, op eigen bodem vervaardigd werd. De industrieschool te Amsterdam beeft door haar artistiek ontwerp en de byzonder fijne en cor recte uitvoering ten bewys geleverd, dat men ook in ons vaderland nog weet, wat ware kunst is. Het geheel is uitgevoerd op rood bruin fluweelen achtergrond, waarop de in olyfgroen streng gestileerde winterblaadjes met roode vruchtjes prachtig contrasteeren en de artistieke letters en cyfers in goud bewerkt, krachtig spreken. Het glanspunt is een zil veren schaats in lichtroze aureool geplaatst onder het opschrift Haastrechtsche Ijsclub* en tusschen de jaarcijfers >1884 1894*. Het geheel wordt bekroond door een olijfgroen ra bat, waarin in het midden op azuren schild het wapen van Haastrecht (drie torentjes in zilver) is uitgevoerd. Wat echter bijzonder van dit vaandel de aandacht trekt, is het karakte ristieke der versieringen, daar alle motieven aan de winternatuur ontleend zyn. De boven genoemde gestileerde winterbladeren zyn smaak vol tusschen de letters en op de onderpunten aangebracnt, terwijl de randversiering en die boven aan ’t vaandel genomen zijn naar de zoo prachtige ijskristallen. Ook aan den rijk be werkten en mtt gevoel beschilderden standaard beeft men de schaats als symbolische versiering aangebracht in den knop. Ook de verbinding van het vaandel met den dwarsstok is schoon en constructief. Het geheel is sierlyk en ryk met gouden banden, franjes, koorden en kwas ten voorzien. Het is dus een waar kunstwerk, waarvan de vervaardigster alle lof toekomt. Tevens den oprechten dank aan de edele schenkster, die hierdoor de Industrieschool te Amsterdam in de gelegenheid stelde, pen waar kunstwerk te leveren, dat altijd een echt sie- GOÜDA, 28 December 1894. In de hedenmiddag gehouden vergadering van den Gemeenteraad, die door 14 leden werd bygewoond, afwezig waren de bh. Fortujjn Droogleever, Koning, van Iterson en Derckset, (de drie laatste met kennisgeving) werd mede- deeling gedaan dat bij kon. besluit was goed gekeurd de verhooging van het schoolgeld op het Gymnasium, benevens dat door Ged. Staten was goedgekeurd de aankoop van een huis op de Gouwe, benevens de verpachting van bet veer op de Turfzingelgracht. Tevens werd medegedeeld dat in de plaats van den beambte ter Secretarie H. G. van Os was benoemd de heer A. F. Vei) in ga te Assen. Voorts kwam in 1. een rapport op het adres der firma A. Brinkman en Zn.. waarbij B. en W. voorstelden de gevraagde verbooging voorloopig voor een jaar toe te staan. 2. Een voorstel van B. en W. tot wijzi ging der begroetingen, dienst 1894 en 1895. 3. Een voordracht voor onderwijzer aan de 2de Burgerschool voor jongens, benevens een voordracht voor onderwyzer aan de 2de kos- telooze school. 4. Een adres van den heer P. van Trot- senburg, ontslag verzoekende, hetwelk werd toegestaan. 5. Dankbetuigingen van Linden, M. M. Belonje en schoor voor hunne benoeming. Een uitvoeriger verslag zullen wij in ons nummer van morgen opnemen. te öe k in Aan ons Bureau is door een dame, die on bekend wenscht te blyven, een som van f 5. bezorgd voor de 4 huisgezinnen te Stolwyker- sluis, die door den ramp by gelegenheid van de overstrooming van den Haastrechtschen dijk zyn getroffen. Prijzen. ifabriek i voortreed, blijkbaar onbewust van het ongeluk, dat mij overkomen was. Gedurende eenige minuten lag ik bedwelmd door den val, maar al spoedig kwam ik weer een weinig tot mij zelve en deed eene poging om op te staan. Eene hevige pijn noodzaakte mij echter wel daarvan af te zien, en ternauwernood in staat om een zucht te onderdrukken, viel ik weder op den met sneeuw overdekten grond neer. Eene diepe en akelige stilte heerschte er in den omtrek, die slechts verbroken werd door het klotsen van een half bevroren beek, die in mijne nabijheid voortstroomde, en door het kraken van de takken van een ouden taxisboom, die zich boven mijn hoofd verhief. Er was geen geluid van eenig levend wezen te hooren, en terwijl ik daar vol pijn ei| schrik neerlag, herinnerde tk mij, dat wij tusscbeir uitgostrekte korenvelden, die daar in hun wintergewaad lagen, door ereden waren. Ik verzette mij met alle kracht tegen de moedeloos heid, die zich van mij dreigde meester te maken, terwijl ik dacht aan de veilige en de vreedzame woning, welke ik dien morgen verlaten had, en aan mijne schoolkameraden, die nu misschien wel, terwijl zij rondom het vuur geschaard zaten, over mij praat ten. Hoe lang ik zoo gelegen heb, weet ik niet; maar mijne krachten namen langzamerhand af, toen ik eensklaps uit mijne verdooving gewekt werd door de hoefslagen van een paard, die zich luide op den bevroren grond deden hooren. Ik verhief mijne «tem zoo voel mogelijk en riep om hulp, en na verloop van een paar minuten kwam er een ruiter naar mij toe, die, zoodra hij mij zag, afsteeg. „Wat is dat? Wie zijt gij?” vroeg hij, terwyl hy zich over mij heenboog. Ik was te uitgeput om hem antwoord te geven, en een minuut lang bleef hij aarzelend staan. „Welnu, ouwe jongen I” zeide hij, terwyl hy zich tot zijn paard wendde, „je ziet, wat het geval is. Hier ligt een kind of een vrouw, die onder dak dient gebracht te worden, en daar ik je beiden niet vast kan houden, moet je den weg naar huis zelf maar zieu te vinden.” Ofschoon de vreemdeling mij voorzichtig optilde, was de py'n, die deze beweging mij veroorzaakte, zoo hevig, dat ik den zucht, die mij reeds lang op de lippen gezweefd had, niet langer kon bedwiugen. Hij sprak mij moed in met eene stem, die mij als de stem van een engel in de ooreu klonk, en na eene korte pijniging lagjk op een ouderwetschen stoel bij een heerlijk vuurfje, terwyl een welgevormd 4| jonkman in een scharlakenrooden rok en eene be jaarde vrouw, wier gerimpeld gelaat door een mop- muts omgeven was, naast mij stonden. „Kunt gij mij ook zeggen, wie gy zyt, en hoe uw naam luidt vroeg de jonkman, zoodra hij zag, dat ik mijne oogen opendeed en een blik op hem sloeg. „Lydia 1” mompelde ik, maar toen scheen mijn tong bevroren te raken en werd er een ijskoude hand op mijn hart gelegd. Daarop volgde er een geruime tijd van bewusteloosheid en toen deze geweken was, lag ik op het bed der oude vrouw in een laag ver trek, welks zoldering aan beide kanten afhelde, en waarin een klein raam zonder gordijn was, waardoor ik, toen ik myn hoofd omdraaide, de met sneenw bedekte velden kon zien, die zich te midden der duisternis uitstrekten. En in de kamer beneden mij kon ik de stemmen van twee mannen hooren. (Wordt oeroolgd.) van Uren, die bet onderwerp »de lucht* met proeven zeer duidelyk behandelde, zoowel voor als na de pauze. De hb. Spaanderman en van Zutphen gaven voor en na de pauze eenige nummers zang en muziek teu gehoore. Wij hopen genoemde heeren van Uven, Spaanderman en van Zutphen nog meermalen in het >Nut< te zien optredeü en kunnen ons geheel nederleggen bij den dank dóór den Voorzitter genoemde heeren gebrachtook het applaus der aanwezigen was zeker voor hen eveneens een groote dankbetuiging. Staton-Generaal. Ie. Kamke. Zitting van Donderdag 27 December 1894. Ingekomen zyn de laatstelyk door de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerpen, die ver zonden worden naar de afdcelingen. Daarop worden de afdeehngen opnieuw saamgesteld. De Voorzitter verzoekt de heeren zich naar de afdeelingen te begeven, die de urgente wetsontwerpen zullen onderzoeken, o. a. de Middelenwet en de hoofdstakken I en VII A der Staatsbegrooting. Heden te 11 uur behandeling van de wets ontwerpen die daarvoor vatbaar zyn. ontbladerd en met de sneeuw, die er reeds begon te vallen, bedekt waren; en nu en dan kwamen wij voorby bosebjes en lanen met kale boomen, die met meer dan een onbezield leven vervuld schonen te zijn, want zij bogen en wenkten en gesticuleerden tegen elkaar, omhelsden elkander met huune ineen- gevlochtene takken en namen duizenderlei grillige houdingen aan. Alles was vreemd en geheimzinnig voor mij, en de dwaze vrees om Rachel Archer en hare wereldsche familie te ontmoeten, d.o mij be kloop, in aanmerking genomen, zöu het mij, dacht mij, niet hebben kunne» schelen, als ik maar aldoor zoo voort had moeten rijden, in stille overpeinzingen verzonken. Toch deed de vallende sneeuw de adem op mijne lippen verstijven, totdat ik mij verstoutte, daar ik vreesde, dat ik door de koude bevangen zou raken, tot den man, die naast mij zat, eenige woorden te richten. „Kunt gij mij ook zeggen, hoe ver wij nog van het huis van uw heer verwijderd zijn?” vroeg ik hem. „Ik weet het niet,” luidde hot antwoord. „Zyt gij niet wel, beste vriend?” vroeg ik weder, want hij boog zich geheel voorover, alsof hij hevige pijn had. „Neen, neen, Miss I* gaf hij met eene schorre stem ten antwoord„een beetje in de war misschien, maar dat is alles Wees maar niet bang I* Ik herinner my nu met een glimlach den kinder- achtigen schrik, die zich van mij meester maakte, toen ik dit zonderlinge en onbegrijpelijke antwoord kreeg; en terwyl ik zyne wanhopige pogingen om het paard aan te zetten in angstige spanning gade sloeg, deed een plotselinge schok, dien ik kreeg, my uit de sjees en op den weg vallen, terwyl hy Men «chryft uit Scheveningen Over een lengte van pl. m. 50 meter is thans vanwege D< Ifland de duinglooiing met zeilen bedekt. Of deze proef zal bl'yken ie voldoen \blyft natuurlijk ter verantwoording van den kundiger) ingenieur van Delfland. De Scheveningers zelven vreezen dat bij storm achtig weder de zeilen, hoe stevig ze ook met touwen aan palen zijn bevestigd, zullen losge werkt worden. De Ned. Ver. tot voorkoming van onge lukken in fabrieken en werkplaatsen heeft tot de Tweede Kamer het verzoek gericht, bij de Regeering aan te dringen op het benoemen van eene staatscommissie, wier taak zou moeten zyn te onderzoeken op welke grondslagen eene algemeene pensioenverzekering voor den ouden werkman zou behooren te worden gevestigd, er tevens op te willen wyzen, dat niet mag worden uitgesloten een onderzoek naar de mo gelijkheid eener gelykvormige, en zoo mogelyk gecombineerde, organisatie voor deze verzeke ring en voor die tegen de gevolgen van onge« lukken, voor zoover deze levenslang drukken ucvAty up uru vüi/.okciuc uevz.y, duoruieua uver- lyden, op zyn recht-verkrygenden. Heb gerechtshof te ’s-Gravenbage heeft gi-teren in de zaak van de beide personen te Herwijnen, die wegens opruiing door de recht bank te Dordrecht ieder tot een jaar gevange nisstraf waren veroordeeld, die straf verhoogd voor den eersten bekl. tot twee en voor den tweeden bek), tot drie jaar, met bepaling dat Je voorloopige hechtenis niet in mindering zal komen. Bevestigd werden de vonnissen der recht bank te Rotterdam, veroordeelende eene vrouw aldaar wegens diefstal van geld ten nadeele ■eener buurvrouw, tot driejaar; en twee varens gezellen, respectievelijk te Rotterdam en te Haaften, wegens diefstal van graan in een vaartuig ta Rotterdam, respectievelijk tot 13 en 21 maanden gevangenisstraf. ADVERTENTIES worden geplnatst van 15 regels a a0 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Z. D. Hoogw. de bisschop van Haarlem heeft benoemd tot kanunnik van het kathe draal kapittel den zeereerwaarden hooggeleer den beer Jacobus Augustinus De Ryk, professor in de wijsbegeerte aan het seminarie Hageveld. jons blyven yoo,rloopig. Jhr. mr. W. A. C. de Jonge heeft ontslag gevraagd als lid van den Raad van State. De heer De Jonge is, als oudste lid van den Raad van benoeming, tevens lid van den Voogdjj der Koningin. raad zal blijven van c ‘w 'w' w ^Haastrechtsche Ijsclub Van den gouverneur-generaal van Ned.-ludie is bij het departement van kolouiën ontvangen het navolgend telegram betreffende de expeditie op het eiland Lombok Expeditie wordt ontbonden. Twee batal-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1894 | | pagina 1