WHEN
irarass®
aan zijne begunstigers, familie,
vrienden en bekenden, zoowel
binnen als buiten de stad.
NES
IL
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
mdrukte
BINNENLAND.
No. 6545.
Maandag 31 December 1894.
r
ezen?
I
FEUILLETON
I
mi.
Seist.
;ieke
IAGAZIJN
1JN,
o nd met
a fl.90
ALLEEN OP DE WERELD.
33ste Jaargang.
fin Bois.
AN 6D Zn.
-■
-i
van
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
spoedig
brak
i’
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
Wij maken het ge
achte Publiek attent
op de uitstekende gelegenheid, die
de GOUDSCHE COURANT aan
biedt tot het brengen van zijne
der beste Kaih-
inde
CHE
Naar het Engeltoh
van HESBA. STRETTON.
GOUDSCHE 1011! i\T.
I.
IAD1G:
beh. Pitch Pine
on Pine Balken
elen, Plaathout
en, enz. enz.
SN. MB
Boven en behalve de bydrage, bedoeld by
de wet, is een subsidie verleend ten behoeve
van het lager onderwijs aan de gemeen
ten Smallingerland 6000. Tietjerksteradeel
5792.50.
dta Liter
AC TIN BOIS
été Anonym*,
ird in ▼•negel-
fleuohen van
oud, Toonien
it Tan Dr. P. JT.
SD BOOS,
ch A f l.SO.
verkrijgbaar bij:
WANKUM,
BRT, Oosthaven
smaak
gemeen,
schijnen 48 pag
er 2 kolommen
ils: Romans,
\ori8Che Ver-
Ulerlei,Raad-
en», en»,, voor
f CENT per 3
cent.
van Nederland.
waterreus,
i, ’s-BoacH.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
15 regels d 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Het nummer der
GOUDSCHE COU
RANT van Dinsdag 1 Januari
wordt niet Maandagavond uitge
geven, maar in den morgen van
Dinsdag.
van den heer Majoor- Kommtndaut den 1
Januari aanstaande, geen plaats hebben.
De correspondent der N. R. Ct.te Bata
via seint onder dagteekening van gisteren
De Rus Maligan, raadsman van den radja
van Lombok, is naar Karang Asem ontsnapt.
RD door
Gisteravond trad te Moordrecht voor h»-t
Departement Moordrecht en Gouderak van de
>Maatsch. tot Nut van Algemeen op, de
heer H. M. Dekking van Rotterdam. Daar hij
in den vorigen winter reeds voor het Dep. was
opgetreden, had bij een goeden naam achter
gelaten en was het alzoo niet te verwonderen,
dat een vrij goed bezette Vergadering zyn ge
hoor uitmaakte. dat Lij op een negental goed
gekozen stukken van ernstigen zoowel als van
luimigen aard vergastte. Meesterlik werd het
vierde bedryf uit >Multatulies-Vorsten8chool<
weergegeven. Mimiek en Voordracht kwamen
goed uit in zjjn laatste gedicht: Goeden
NachtBij het sluitingswoord van den Voorz.
van ’t Dep. werd den spreker bjj dit Goede
Nacht nog toegevoegd Wij uauken U! en
Tot weerzienswaarmede het publiek bly-
kens het applaus van harte instemde.
Vrijdag IJ. werd te Waddinxveen in het
koffiehuis van den heer J. M. de Ruiter eone
tooneelvoorstelling gegeven door Vereen. Aiust.
Tooneellistenc onder directie van den heer A.
Kattermole.
De twee stukjes Markies Harpaganc en
>Een Belgaalsche tijger vielen zeer in den
smaak van het publiek, en men hoopt alge-
dat men ,den heer Kattermole (die
toch al geen onöekende is) met zijn gezelschap
spoedig eens weder te zien. Na afloop werden
door den heer Kattermole twee, en door mevr.
Wijlacker een voordracht geheel buiten het
programma ten beste gegeven wat de vreugde
zeer verhoogde.
De heer de Ruiter toonde hierbij ook weer
dat hy er steeds op bedacht is het zyne be
zoekers zoo aangenaam tyogelijk te maken, en
dat hij moeite noch kosten ontziet te Wad
dinxveen, een plaats waar anders weinig voor
valt eenig leven in de brouwerjj te brengen.
kennen,
den, die ia de
eleerde vestiger
id geworden ia
del tegen vrou-
heeft gemaakt
beperking van
de eenvoudigste
anderd aange-
heel te verdrin-
ia lichaam en
rgd wordeln en
door vreeseyke
gekweld. Dan
ugen, oorsuizen
ide ziekte. Al
jn zenuwziek en
n over de wer
degedeeld omtrent de ramp, die schippi
pers heeft getroffen
.’Schipper H. Jaspers, wiens vaartuig in den
Zaterdag op Zondag jl. bij Scbok-
waarbij zijn zoo jeugdige vrouw
een kindje van 10 maanden en
van 73 jaar zijn omgekomen en hy
zelf ternauwernood het leven heeft behouden,
heeft een vreeselijken nacht doorgebracht.
Vrijdagmorgen is hij met een lading turfstrooi-
sel van Zwartsluis vertrokken met bestemming
naar Holland, en moest door den opkomen
den storm ouder Schokland ankeren Zaterdag
avond te ongeveer 8 uur kwamen de opvarenden
tot de treurige ontdekking, dat bet vaartuig lek
geworden was tegen 10 uur was dit reeds
zoo verergerd, dat men allo pogingen moest
aanwenden om het leven nog te redden door
in het want of op den last door te brengen
het mocht echter niet baten. Eerst werd het
kindje weggespoeld daarna is de vrouw ver
dronken. Het touw, waarmede zij vastgebon
den was, raakte los en geen van beiden had
meer de macht dit te herstellen; de vadordie
zich naby het roer had vastgebonden, schijnt
daarna ook los geraakt te zjjn, althans na mid
dernacht ongeveer had Jaspers hem niet ge
hoord of gezien. Hij zelf zat in het wanten
had den geheelen nacht, alleen nog met hoofd
en borst znowat boven water doorgebracht, tot
bjj Zondagmorgen te ongeveer 9 uur in byna
k&wuntetoozeD toestand door don visscber Hen
drik Klejjn van Zaandam, die met zyn visuchers-
schuit bij Schokland lag, gered en naar Schok
land gebracht werd, waardoor hy door de lief
derjjke zorgen van Klejjn en den kustwachter
Smit aldaar weer werd bijgebracht. Hij is toen
door eerstgenoemde met het lijk der vrouw,
dat in het ruim tusschen de 1 ding was ge
vonden, ’s namiddags om 3 uur te Zwartsluis
aangebracht.
Tegen schipp°r K. Visscher van Zwartsluis
moet proces- verbaal zjjn opgemaakt, omdat hjj,
naar verzekerd wordt, Zondagmorgen met zjjn
ongeladen vaartuig op geringe» af tand van
de plaats van bet ongeluk is gevaren, voordat
schipper Klejjn er bjj kon komen, zonder da
hij. hoezeer het weer veel kalmer was, eenige
poging tot redding zou hebben aangewend en
niettegenstr ande de noodseinen van den schip
breukeling wel door hem waren opgemerut.
huurprijs in gebruik had en zijnu huishouding was
mrt de meeste weelde ingericht. Rachel, de vroegere
vriendin mijner moeder, was welwillend te mijnen
opzichte, maar ik merkte al spoedig, dat zij onbe
zonnen en wereldsgezind was. Na verloop van eonigen
tijd verzocht zij mij, haar niet meer bij haren naam
Rachel te noemen, omdat de bediendon en de kinderen
daarom lachtenen daar ik jong was en onder hare
bevelen stond, gehoorzaamde ik; maar dit vernie
tigde mijn geloof in hare eenvoudigheid van geest,
hetgeen later een ongeluk voor mij werd.
Caleb Archer hnd, zooals Sarah Glazenbrook mij
verleid had, twee kinderen uit een vorig huwelijk.
Het oudste, Ellen, was een ongetrouwd meisje van
dertig jaren, die hevig aan eene ru^gegraatskwaal
leed, die haar bestendig aan hare legerstede in eene
kamer van het nieuwe huis boeide. Caleb, de zoon,
studeerde voor hetgeen zij den geestelijken stand
noemden en zijn vader stond op het punt om voor
hem de predikantsplaats in hun eigen kerspel te
koopen, die door kolonel Kynnaston moest begeven
worden. Zoo noemde zij dit, ofschoon hij de koop
waar van het ambt van een geestelijke maakte.
Daarom was de jonge Caleb zeer ijverig aan het be-
studeereu van het Grieksche Nieuwe Testament, voor
zyn examen voor het ambt van diaken en hij was
gewoon des avonds in de kamer zjjner zuster te atn*
deeren. Nu lag het volstrekt niet in de bedoeling
van Rachel Archer of van haar echtgenoot, dat ik
mijne vrije uren in hun gezelschap zou doorbrengen,
en daardoor kwam het, dat mij bevolen werd, my
des avonds insgelyks in de kamer van Ellen Archer
op te houden, hetgeen zeer onaangenaam was.
(Wordt vervolgd.)
GOUDA, 29 December 1894.
Gisterenavond ten omstreeks 5| uur
brand uit in het huis bewoond' door den beer
H. P. Herfst op de Gouwe. In het perceel
was behalve den verkoop van sigaren ook een
fabriek gevestigd. Men veronderstelt dat de
brand is ontstaan in de droogkamer, die op
den zolder was geplaatst. De werklieden die
eene verdieping lager aan het werk waren
hoorden op dan zolder knappend houtwerk,
waarop oniniddelyk de vlam uitsloeg.
Het dak is verbrand, terwyl de daaronder
gelegen werkplaatsen veel van het water hebben
geleden. De voorraad sigaren is eveneens door
het water beschadigd, benevens de kistjes. Alles
is geassureerd bij de Maatschappij Neerland ia
Da heer C. IJsselstyn beeft eveneens water
schade bekomen. Da brandweer was ook
spoedig op het terrein en had spoedig het
vernielend element onder den knie. Vele
autoriteiten waren aanwezig.
Aan de »Zw. Ct. wordt het volgende me-
pevs heeft getroffen
nhcht van
land zonk,
van 21 jaar,
zyn vader
Ik wilde hierop geen antwoord geven, maar er
ging mij eene huivering over de leden, juist niet
van ergernisofschoon de lippen van geen man de
mijne sedert den dood van mijn vader aangeraakt
hadden.
,/Het kalmste, bedaardste duifje, dat er is!” mom
pelde hij. Werkelijk hadden zijne vleiende woorden
eene tooverkracht voor mijne jeugdige ooren, zoodat
ik ze in mijn hart en in mijn geheugen grifte. «tk
zou wel eens willen weten,” voegde hij er bij, «of
Kwakers hartstochten hebben.”
„Ik moet bekennen,” antwoordde ik, //dat het wel
eene gebeurt, dat ik de beginselen van toorn bij mij
voel opkomen, maar ik hoop, dat ik over mij zelve
zal waken.”
i/Maar wordt gij nooit aangegrepen door een on
bestemd en bijna aangenaam gevoel van onrust?”
vroeg hij, //Hebt gij geene onbevredigde wenschen
en ongebreidelde begeerten, die gij niet kunt over
meesteren
t/Ik heb,” zeide ik na eenige oogenblikken nage
dacht te hebben, //nog niet lang geleden een zeker
gevoel van onrust, verwant aan smart en genot, on
dervonden, evenals dat van een jongen vogel, die de
kracht zijner vleugels op den kant van hel nest be
proeft. Ik vrees voor iets, ik weet niet waarvoor.”
z/Arm duifje I” zeide hij, en nu verviel hij in eene
stemming van ernstig nadenken, waarin ik hem niet
wilde storen en voordat hij weder iets gezegd had,
kwam het ryiuig van Caleb Archer aanrijden, waarop
hij mij haastig vaarwel zeide en de woning door
eene achterdeur verliet.
Caleb Arohur was een rijk man, die bijna de helft
van kolonel Kymnuton’s land tegen een matigen
Te Maastricht zyn Woensdagavond op den
schildwacht aan bet kleedingmagazyn schoten
gelost, die door hem met een tegensebot zyn
beantwoord. Men brengt dat feit in verband
met de in den laatsten tijd aldaar voorgekomen
vechtpartijen tusschen burgers en militairen.
Door de politie is een onderzoek ingesteld.
De gewone Muziekuitvoering door de dd.
Schuttery by den heer Burgemeester ter gele-
v.q van jj0t Nieuwjaar, zal door de ziekte
Staten-Qeneraal. Ie. Kamuu. Zitting van
Vrydag 28 December 1894.
By de behandeling der Indische begrooting
kwam de heer Van Alphen op tegen de voor
genomen vervanging van den werktuigkun
digen ingenieur aan het etablissement te Soe-
rabaya door een officier-machinist. Ernstig
drong spreker aan op een bewapening der
Indische krijgsmacht met de beste, verstdra-
gende wapenen, vooral wat de maritieme
krachten betreft, in het belang van ons over
wicht.
De heer Pynacker Hordyk verheugde zich
over het succes behaald op Lombok. Toen
eeumaal tot de expeditie was besloten, heeft
by meegetreurd over het verraad en meege-
juicht bij de overwinning. Hy zou het betreu
ren als de expeditie naar Karang Asem noodig
ware, maar er in berusten. Hy betoogde de
groote hoofd zakelijkheid der herziening van
het regeeringsreglement o. a. om de christe
lijke zending niet achter te stellen by de ma-
homedaansche propaganda. Hy wees op de
noodzakelijkheid vun een wyziging der coinp-
tablissementswet en de mynwet, op de voort
zetting van de regeling der heerendieusten in
den geest van verhooging van het hoofdgeld,
en op de voortzetting der irrigatie werken en
spoorwegen. Zijns inziens moest de gouver-
neur-genoraal zoo min mogelyk worden be-
p rkt in de toepassing en uitvoering van zaken
die nu vertraagd worden door een voortdurend
overleg met den minister. Hy drong echter
aan op een zoo min mogelyk geschrijf naar
Indië maar wilde wel de uitvoering van de
brieven van de gonv. gen. Herhaaldelyk wees
hij op de inconsequentie der koloniale politiek
van den heer Van Houten en eindelyk drong
hy aan op de invoering van gewestelyke raden.
De heer Schimmelpenninck van der Oye
brengt hulde aan ons dapper Indisch leger,
doch dringt aan op versterking van de krijgs
macht in Indië en verbetering van het zedelyk
gehalte der militairen.
De heer Wertheim behandelt de financieële
qua-8tie van Indië. Hy is van oordeel dat wy
systematisch onze werkkrachten moesten bljjven
aanwenden; dat de koloniën voor zich zelve
moeten zorgen, maai dan in den zin van be
vordering der productiviteit; vergemakkelijking
der middelen van verkeer van ontwikkeling
der inlaudscbe bevolking. Maar dan moeten
wy ook niet de uitvoering van maatregelen
opdragen aan ben die er tegen zijn. Dit be
treft den byslag voor de koffie. Tegen de
proefneming daarmedu heeft hy niets, maar
hy is overtuigd dat het ni^t zal gaan. Beter
is het de bevolking beter te betalen dan zal
num den lust aanwakkeren om zich te ver-
«Geen brief of papier van eenigen aard, Caleb I”
zei de stem, die ik reeds gehoord had. //Niets an
ders dan een eenvoudig beursje met tien shillings
er in.”
«Het moet Miss Carey wel zyn,” gaf iemand op
een dieperen en ernstiger toon ten antwoord. «Ro
binson is een tijd geleden in een beschonken toestand
thuis gekomen en heeft heelemaal vergeten, waarom
hy eigenlijk in de stad geweest is.”
«Als dat Caleb Archer is," zeide ik tegen de
vrouw, die naast mijn bed zat, «zeg hem dan, dat
ik Lydia Carey, de gouvernante van zyne kinderen
ben.
Het i« niet noodig, een omstandig verhaal te do n
van het lijden, dat-zich van mij meester maakte.
Maar er greep nu eene verandering in mijn binnenste
plaats: of deze ten goede dan wel ten kwade was,
kon de tyd alleen beslissen. Rachel Archer en haar
echtgenoot, en diens zoon Caleb, wiens stem ik had
hooren zeggen, dat het Lydia Carey moest zijn,
waren welwillend ten opzichte van mij en gaven my
allerlei blijken van belangstelling, gedurende myp ver-
blyf in do woning, die bij den ingang van een park
dat aan «keren kolonel Kynnaston toebehoorde, stond;
maar hun huis was twee mijlen van daar verwyderd
en hunne bezoeken waren dagelijks slechts voor een
korten tijd. Het was Vincent Kynnaston, de zoon
van kolonel Kynnaston, die my aan het dreigend
gevaar onttrokken bad, toen hij van het ydele eu
wereldacbe jachtvermaak terugkeerde; en hij was het,
die het grootste gedeelte van zijn tijd bij mij door
bracht, nadat ik wel genoeg was om naar de kleine
huiskamer overgebracht te worden. Wij deden beiden
eene nieuwe en ons onbekende ervaring ophij had
npoit een Kwaker gekend, wiens hart en guest zoo
zeer ontwikkeld warenen ik had nooit een man
gekend, wiens wegen de wegen der wereld waren,
waarvan ik zoo weinig gezien en niets gehoord had.
Eindelijk kwam de dag, waarop ik naar de woning
van Rachel Archer overgebracht kon worden. Ik
gevoelde mij den geheelen morgen terneergeslagen,
maar ik trachtte mijne zelfbehuersching te bewaren,
totdat de slaap mij voor een tijd overmeesterde en
mij in volkomen vergetelheid deed verzinken. Toen
ik wakker werd, stond Vincent Kynnaston bij my
en boog zich naar mij voorover.
«Hoe betooverend zyn uwe oogen, wanneer zij na
den slaap opengaan,” zeide hij, toen ik hem in het
gezicht keek, «zoo donker en zacht, met zulk een
kalmen, onrchuldigen blik, als die van een kind".
«Maar, Vincent!” gaf ik hom ten antwoord, //het
past u niet, ijdele woorden van vleierij te spreken,
evenmin als het my voegt, daarnaar te luisteren. Ik
zou u wel willen verzoeken, u wat meer op een
afstand te houden.”
«Wat zoudt gij er wel van zeggen, als ik u eens
'een kus gegeven had, terwijl gij laagt te slapen?"
i vroeg hy daarop.
gewone
genheid