4
fe M*
BINNENLAND.
LEINS.
EL.
MeuwS' en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
Dinsdag 21 Mei 1895.
Nb. 6664.
5sv
'en.
and.
otterdam.
ftTZ.
:ooping
tUVlLLETü»
ill
IJ.
>nen,
34ste Jaargang.
kans op
Ier geval
r|
'aarverslag der
toe^schreven
E, Langestraat
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 y k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
o 188», Art.
t. Amster-
w houder» ni
n in de eerste
By de reedery
pubni. sin
de toestand
stnurman W.
ait zich un «n
>p«reW«n-Ge-
EMIE i
50.000,
115.000
■i door middel
sling der
and.
250.000,
itbetalen.
RG
en, 8S.
bonden
I u TUI 2 tol
(Uit het Zweedech.)
Notaris
ILEEVER,
des morgens te
fyhtelieden ra»
jjk O No. 234
Gisterenavond is by de Politie alhier gede
poneerd een zwaar goud remontoir-horlogc
met dubbele kast, hetwelk op de straat wa*
gevonden.
fiOIINHE COÏKANL
j moet
waarbjj zjj naar eigen inzicht
en waarin zjj ook vry behoort
i bet onderhoud van kerk en
geeft, aangaande eeno misdadige liefde tusschen u we I
vrouw en mijn man ia goene affectatie, maar oen I
gevolg van mijne trotschheid, die dergelijke gevolg
trekkingen onedel vindt. Ik wil den mar. niet ver- -
ii.::"
ADVERTENTIEN worden geplaatst vau
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentien tot 1 uur des midd.
De Tweede K.mer i« bfleengeroepen tegen
Dinsdag 28 Mei, des namiddags half drie.
GOD DA, 20 Mei 1895.
By het op den 9en Mei jl. te Arnhem ge
bonden examen voor Roeier der dranken bij
’s Rjjks belastingen is geslaagd: R. Bakkien,
kommies derde klasse te Hattem.
Door de heeren J. M. Molyn, ingenieur
alhier, en H. E. Griltere Doublet, ingenieur t»
's-Gravenhage, is aan den gemeenteraad b‘
Drummen een adres gericht, houdende verzoek
hun te willen verleenen de voorloopige, maar
uitsluitende concessie tot het fabriceeVen en
leveren van gas, zoowel voor de gemeente'
verlichting als voor particulier gebruik.
De >Arnh. Courante haalt naar aanleiding
van de artikelen van >Het Vaderlandover
te hooge gerechtskosten, door ons behandeld,
het volgende aardige voorbeeld aan.
Een onzer medewerkers die met den trein
zou vertrekken, en zeer kort vóór het uur van
vertrek aankwam, ziet den trein juist in bewe-
Door de politie alhier zyn twee minderjari
gen aangehouden, de een uit Hilversum en di
ender uit Zalt-Bommel. Zij zullen onder ge
leide naar de ouderlyke woning worden over
gebracht.
Zekere 3., in dienst bij den kleederbleeker
J., heeft zich sedert een geruimen tijd schuldig
gemaakt aan diefstal van wasebgoed, telken*
kleine hoeveelheden. Tegen hem is proces
verbaal opgemaakt.
Bij de reedery van het schip Anna, ie Oude-
Pekela, is uit Gibraltar bericht ontvangen, dat
-- van den door zeeroorers gewonden
Smit, kans geeft op volledig
herstel. Van de vjjf kogels zyn reeds drie
verwjjderd; zoodra zyn toestand het gedoogt,
zal naar de twee audere gezocht worden.
De burgerlyko gemeente krygt voor bet aan
haar vallende onderhoud en de dadelijke ver
betering van de toegedeelde straten en het plein
langs de Hofstraat den interest vae f 3500 ad
3 pCt of f 105 ’s jaars op zijn best voldoende
voor de kosten van een goed onderhoud.
nederon, wiens vrouw ik bon, door in alle» wat hij
doet iets laags, valsch en slechts te zien.”
>Gij wilt dus liever bedrogen worden
njha, liever dan dat ik hot wagen zou, «ene onrecht
vaardigheid to begaan.”
De baton lenndo achterover in do sofa on zweeg
eenige oogenblikkendaarop hernam tnj met drift
«Het is waar, dat ik geen afdoende bewijzen te
gen hen heb, maar ik zal mij die verschaffen. Ik
wil noch zal de belachelijke rol van oen bedrogene
•pelen.”
«Bemint gij Constance?" vroeg Alma met onver
anderde kalmte.
«Welk eene vraag I Waarom zou ik anders met
haar getrouwd zijn Waarom zou ik nu met zulk
eeno angstige onrust hare liefdo tot Ivar zien
Waarom zou de bewustheid, dat haar hart een ander
toebehat»rt, mij doen lijden, wanneer ik haar niet
beminde? Maar bovendien, hoe zou het mogolijk
zijn, Constance niet te beminnen, die zoo schoon en
innemend is
«Ja, zij is onweêrstaanbaar schoon I” fluiitordo
Alma.
«Alma, gij zijl zelve jaloerscb.”
«Ik?” Alma schrikte op en wierp het hoofd
den nek met eene trotsebe, bijna koninklijke bewe
ging. «Neen, gij bedriegt u. Ik ben niet geboren
voor zulk oen gevoel, want ik geloof nog met mijne
geheelo ziel aan de eer en het geweten van anderen.”
«Een gelukkig galoot, dat echter uw man niet
Gedeputeerde Staten hebben afwjjzend be
schikt op het verzoek van C. en J. Oppelaar
en N. van Zwieten, landbouwers te Hazerswoude,
om wyziging van den legger van wegen en
voetpaden der gemeente Koudekerk, voor zoo
veel betreft de aanwyzing van den onderhouds
plicht van cene brug, gelegen in den Lagen
Rijndijk over de uitwatering van den Hoogen-
waardseben Polder.
1«)
De mpziek begon te spelen en de baron voegde
or na eene poos bij:
«Gij hebt mij deze franyaise beloofd gij zult het
mij immers niet ten kwade duiden, wanneer ik in
plaats daarvan eeno andere gunst van u verzoek
«Volstrekt niet. Waarin zou die bestaan?”
«Dat ik, terwijl de anderen danzen, met u mag
praten. Ik hob iets to zeggen, dat ik u al lang had
wenschen mede te doelen.”
Do dansende paren verlieten hot vertrek, om zich
naar de danszaal te begeven en Alma zette zich op
oene der kleine sofa’s ia het nu byna ledige salon.
De baron nam naast haar plaats. Tegen eene der
deurposten geleund, stond magister Rehn naar de
dansenden in de aangrenzende zalen te zien.
«Welnu,” zeide Alma niet zonder ironie, «w^j
zouden met elkander praten in plaats van onzo fran
ksite te dansen. Ik luister met beide ooron en hoop,
dat uwe mededeelingen niet van dien aard zullen
zijn, dat ik over myn toegeven aan uw wenschl be-,
rouw zal hebben.”
«Gij xeidet zoo even, dut ik door de jaloezie ver
blind was; maar gij hadt ongelijk. Ik ben niet
jaloerwh, maar ik ben wakend, en van daar komt
het» dat ik zie, wat er plaatè hoeft, dat ik acht geef
op den loop der gebeurtenissen en gevolgtrekkingen
maak, uit hetgeen het toeval te mijner kenuisso
brengt. Of beschouwt gij het als oen gevolg van
jaloerschheid bij mij, dat Constance en Ivar drie maal
per week elkander hier bij uwe, schoonmoeder ont
moeten? Bij deze ontmoetingen Schikt het toeval
bet altyd zoo dat de gravin op hare morgen-wan-
delingen is, hetwelk hun dan aanleiding geeft, hare
terugkomst af te wachten. Is dit niet goed bedacht,
cm zoowel u als mij tet bedriegen Handelt uw
man niet als het een edelman on mijne vrouw als
het eeno edelvrouw*voegt? Gy en ik hebben waarlijk
de grootste reden, om elkander geluk te wenschen.”
Ofschoon Alma niet bet minst van deze ontmoe
tingen vermoedde en het in de verste verte niet voor
mogelijk gehouden had, -dat haar man zich zelven en
de gelofte, die bij haar godaan had, zoo zeer kon
vergeten, dat hij, in stryd met zijn eere-woord, met
Constance eene liefdosintriguo begon, bleef toch haar
uiterlijk onveranderd en met eene onverstoorbare be»
daardheid antwoordde zijv
«Beste Gustaaf, gij neemt toevalligheden als over
legde handelingen op. Het lot heeft het werkelijk
zoo geschikt, dat Constance en Ivar elkander onder
de afwezigheid mijner schoonmoeder hebben aange
troffen, en dadelijk ziet gij daarin een komplot. Wat
my aangaat, ik geloof volstrekt niet aan dat praatje
van hunne liefde. Zij houden van elkander, zij heb
ber. genoegen in elkanders gezelschap en het toeval
maakt, dat zij elkander ontmoeten, ziedaar alles I”
«Alma', uwe koelheid is niet natuurlijk, ze is ge
affecteerd, even als uw wantrouwen in myne woorden,”
riep de baron snit.
«Mijne koelheid by de inlichtingen, die gij my
»De grieven daartegen zijn maar al te ge
grond. Er dient gebroken te worden met de
wyze, waarop het beginsel in de beslaande
wet is uitgewerkt.
Er moet worden betaald volgens het aantal
haardsteden, in eene woning te vinden, ook *1
wordt een kleiner, veel kleiner aantal gebruikt.
En toch behoeft bet nauwelijks opmerking,
dat het getal haardsteden, dat ongebruikt
wordt gelaten, noch ten aanzien van hel
meerdere of mindere comfort, dat de be-
woner zich verschaft, noch ten aauzien zyner
vertering iets bewjjst. De overtuiging, dat
het verkeerd is, iemand aan te slaan ook naar
het aantal gelegenheden tot stoken, die in
zjjne woning aanwezig zyn, doch waarvan geen
gebruik wordt gemaakt, is by de administratie
der belastingen zoozeer gevestigd, dat zjj sedert
jareu haar uiterste best heeft gedaan om de wet
zóó uit te leggen en toe te passen, dat een
druk werd verminderd, die inderdaad onbillyk
werd geacht. In weerwil echter van die pogin
gen bleef de onbillijkheid in zeer groote mate
bestaan.
De reden, waarom de wet vau 1833 alle
haardsteden belast en niet enkel die, waarvan
werkeljjk gebruik wordt gemaakt, is kenne
lijk vrees voor ontduiking der belasting. Doch
het onbiiljjke der regeling heeft den prikkel
tot ontduiking verscherpt, en de uitvoering,
die de wet aan het aangenomen beginsel heeft
gegeven, beeft de ontduiking maar al te sterk
in de hand gewerkt.
»Hot valt dikwyls getnakbelyk, haardsteden
tjjdeljjk aan diet oog te onttrekken, De opne
mingen op aanvraag der belastingplichtigen
geschieden, doordien het dienstjaar met 1
Mei begint, gewoonlyk in de zomermaanden,
derhalve wanneer de meeste haardsteden buiten
gebruik zyn. Eveneens valt doorgaans in dien
tjjd van het jaar de korte termyn, dien de
wet voor de contröle der aangiften openstelt.
Bovendien zyn voor de zoogenaamde herzie-
ning zeer omslachtige formaliteiten voorge-
achreven, en heeft zy door hare regeling voor
den belastingplichtige een batelyk karakter.
Dit maakt het middel van herziening minder
geschikt om als gewone, nuttige controlemaat
regel dienst te doen, en het wordt dan ook
alleen toegepast om gepresumeerde, zoo niet
bekende, overtredingen te constateeren. Inder
daad is er dus ruime gelegenheid tot ontdui
king, en dat zy niet ongebruikt blyft, is van
algemeene bekendheid.
>Is het billyk en naar de uitvoering van
het beginsel dar pqjrsoneele belasting volstrekt
noodig, rekening te houden met het getal der
ia gebruik genomen haardsteden of - hetgeen
gewnonljjk op hetzelfde neerkomt - met het
ging, en meenende dat het de zijue is, springt
hij er in.
De conducteur maakt proces-verbaal tegen
hem op. De zaak komt voor het kantonge
recht. De betrokken persoon erkent terstond,
dat hij schuld heeft. Maar de kantonrechter
’t is al een jaar of wat geleden begrypt in
zyn wysjieid, dat op zulke losse gronden als
een proces-verbaal en een erkenning van schuld
geen vonnis mag berusten. Hy laat den con
ducteur als getuige verschijnen. Deze woont
te Leeuwarden, en voor zulke gevallen geeft
een spoorweg-maatschappy geen vry vervoer
aau baar ambtenaren. De delinquent nu moet
die kosten betalen, en met zyn boete van f 3,
waartoe de kantonrechter hem veroordeelde
werd hem achttien gulden en eenige centen in
rekening gebracht.
Nu zyn, gelukkig, niet alle kantonrechters
zoo scrupuleus, maar men staat er toch aan
bloot, dnt er meer van die kracht zijn.
Als de kosten voor rekening van den Staat
kwamen, zouden zulke rechterlijke ambtenaren
misschien zich twee maal bedenken eer zjj met
dergelyke onkosten het lljjk bezwaarden.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets
ontwerp, strekkende om de tot nu toe als af
zonderlijk fonds beheerde mamorie-goederen
vau Montfoort te verdoelen tusschen de Neder).
Hervormde en de burgerlyke gemeente van
Montfoort, ten spatte van welke gemeenten het
genot van sommige en de iukomsten van de
overige dier goederen tot dusverre gestrekt
hebben. Door die verdeeling wordt de Staat
ontslagen van het beheer van goederen, die
hem zelven niets van dfoust zyu en hem niete
opleveren.
De kerkelyke gemeente te Montfoort beeft
by de aangegane regeling het voordeel, dat zjj
bet vrije beheer over de te haren dienste be
staande goederen verkrijgt en de soort van
voogd jj over haar, tot nn toe namens den Staat
uitgeoefend, opgeheveu ziet, een voordeel dat
voor deze gemeente van te grooter beteekenis
is, nu eene nieuwe predikantswoning
worden gebouwd, -u“ -1:-
kunnen handelen,
te zyn, evenals in
toren.
De jaarlyksche batea van het fonds der
memorie-goederen, die aan de kerkelyke gemeen
te komen, zullen gemiddeld genomen, tenminste
noodig zyn voor de bestryding van de lasten
en bet is wel als zeker aan te nemen, dat deze
lasten in hoofdzaak het onderhoud van het
oude kerkgebouw en den toren met de nieuw
te bouwen pastorie, op den duur niet zullen
verminderen.
De minister van financiën verdedigt in zyn
memorie van toelichting op L^t wetsontwerp
tot regeling der personeels belasting aldus
het behoud van den grondslag haardsteden
>Wil men meer belasting laten betalen naar
mate meer geld wordt besteed aau de woning,
m. a. w. naarmate meer wordt uitgegeven
voor een verbljjt met zjjne geriefelijkheden,
dan kun de hunrwaarde der ongemeubelde
woning niet als eenige grondslag dienen. Dan
moet wel degeljjk worden gelet op de meerdere
of mindere geriefelijkheden, waarvoor de be
woner toont geld over te hebben, doch die
niet van invloed zyn op de huurwaarde der
woning zelve.
De een heeft vaak, door de omstandig
heden gedwongen, eene woning vau evenveel
huurwaarde als de woniug van een ander,
zonder echter dezelfde geriefelijkheden te ge
nieten. Zul men opzettelijk beiden evenveel
belasting laten betalen? Het zou niet billyk
«jjn,
Zal men dan enkel de wanrde van bet
mobilair nevens de huurwaarde in aanmerking
laten komen, en dus den grondslag haardste
den laten vervallen? Hot verdient geen aan
beveling, waut het gebruiken van een groot
aantal stookplaatsen, of het verwarmen van
een groot aantal vertrekken, wjjst even goed
als een kostbaar mobilair op grooter geriefe
lijkheid der woning.
>Er komt nog iets by. Wilde men den grond
slag haardsteden laten vervallen zonder de
opbrengst der belasting al te zeer te doen
dalen, zoo zoude de belasting naar den grond
slag huurwaarde aanmerkelijk moeten worden
verhoogd, met bet gevolg, dat een nieuwe
druk zou worden gelegd op ben die, om welke
reden dan ook, wonen op eene plaats of een
stand, waar de huren boog zyn.
»Zoo de grondslag haardsteden by velen in
discrediet is, moet dat voor een goed deel
worden toe^schreven aan de tegenwoordige
regeling.
beletten zal, u te bedriegen. Ik van mijn kant, ge
loof ann de slechtheid der menschon.”
«Zelfs waaneer gy bemint
«Ja, zolfs dan.”
«Dau is un liefde niet veel waardig, «sardien
ze u geen achting inboezemt voor den persoon, voor
welken gy die koestert.”
«Ja wel, tot zoo lang ik géén redenen lot twijfel
heb, koester ik aobting; maar houd dit op, dan word
ik een onverbiddelijk streng rechter tegenover degq-
nen, die met mij ipolen. Byvoo^beold, tegenorer
Constance zou ik ouvenoeulyk worden, dowyl ik
haar voor beter dan andere vrouwen gehouden ej>
haar meer bemind heb dan iemand tor wereld, mij
aelven niet uitgezonderd. Mocht zijne verdenking
bewaarheid worden, en aij de achting vergeten voor
myn naam en do teoderheid, die ik vóór haar gevoel,
dan zon ik, zonder venchooning, haar voor de ge-
heêle wereld als eene echtbreekster ten toon stellen.
Ik zeg u dit, Alma, opdat gij niet onvoorbereid
getroffen wordt door de wraak-oefening, die ik zoo-
wêl op den verleider als op rjjne rdodeschuldigo zal
zal nemen.” Do baron sprak met ontroerde, trillende
•tem.
«Maar zult gij, een verstandig ey beschaafd man,
iemand op louter vermoedens en alleen naar den
sobijn oordeelen?”
«Neen, dat zal ik nlstj. maar ik zal my,bewijzen
verschaffen en wanneer ik-die in handen heb, zal
ik den gehuwden man straffen, die de minnaar is
van eens anders vrouw. De wet is streng in zulk
een geval.”
(JKordt oarvolfd.)
1-