Donderdag 30 Juni 1895. No. 6088. 34ste Jaargang. BINNENLAND. t DE ZANGERS. fel Zn.| Aïeuwa- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. lezen 4 I i FEUILLETON. ieuwste gevoerd. NG. U I van 1 ico per Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. I op verachillende tijdstippen in 1894 en Uitspraak Te Groningen is het bericht ontvangen dat n over de wer- 1 d der resp. (Uit het Zweedsch.) lóration de enz. enz. ‘s; nie national fabricatie ïrniker van izage. f» De Uitgave dezer Courant geschiedt dagejyk met uitzondering van Zon- en Feestdd^n. De prijs per drie maanden is 1.25, 'post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. I 1.011M IIE EIII II I \T ADVERTENTIEN worden geplaatst 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Het eerste nummer is verschenen van het Tijdschrift voor Tuinbouwdat geredigeerd wordt door de heeren dr. fl. Bos te Wage- ningen (algemeen en plantkundig gedeelte), A. C. Ide te Frederiksoord (ooit- en groenten teelt), Ernst H. Krelage te Haarlem (bolge wassen en vaste planten), B. A. Plemper van Balen te Amsterdam (bloemisterij en kasplanten) en Leonard A. Springer te Haarlem tuinar chitectuur, woud- en sierboomen en struikge wassen), terwyl voorts verschillende bekende personen op het gebied der plantkunde hunne medewerking hebben toegezegd. Het eerste nummer ziet er zeer aantrekke lijk uit. Uitgever is do heer B. /Wolters uit Gro ningen. GOUDA, 19 Juni 1895. Gisterenmiddag is een zoontje van Sluiter op de Raam te water geraakt. De heer Be- lonje sprong te water en redde het kind van een wissen dood. kennen den, die in de jleerde vestigen id geworden is del tegen vroa- heeft gemaakt beperking van le eenvoudigste inderd aange- lieel te verdrin- in lichaam en rgd worden ee door vreeseyke gekweld. Dan ugen, oorsuizen ide ziekte. Al jn zenuwziek en Door de Arrondissements-recbtbank werd o.a. veroordeeld G. v. M., 18 jaar, boerenknecht te Willes kop, wegens mishandeling van Hendrika Pardoel, aldaar, tot een maand gevangenisstraf. Vervolgens stond terecht voor diefstal van waschgoed. P. J. 8„ 44 jaar, bleekersknecht te Gouda. heeft, dat ik alles zou krjjgeu, wat ik wenschte." «Ja, mijn hartje, dat zult gij ook, als gij nu maar weer lacht. Gij weet wel, dat ik altijd myn woord houd, wanneer ik iets beloof.” «TuMchenbeide ja, maar niet altiïd,” meende Selma en zag nog alles behalve vriendelyk. «Meisje, wat durft gij zeggen I” riep mevrouw Sturm en weer steeg de purpergloed op haar aangezicht. „Is bet niet zoo als ik gezegd heb I Wanneer ik den mond maar open doe, dan wordt tante boos. Het best is maar, dat ik zwijgen om te voorkomen, dat gij mij nog eens een doodelyken schrik aanjaagt, zal ik blyvon zwijgen. O, wat ben ik ongelukkig I" Weder werd het bekoorlik gelaat in het kassen verborgen en mevrouw Sturm had groots moeite, Selma te bewegen, het nogmaals tot haar op te heffen. Zij beloofde haar al het mogqlijke, streelde haar hoofd en wangen en toen niets hielp, om de kleine stijfhoofd zachter te stemmen, kwam tante met de voorspiegeling van een bal op het buiten der oude vrouw voor den dag. Mevrouw Sturm wist uit ervaring, dat, wanneer alle andere vredesvoorslagen te vergeefs waren, Selma nooit ongevoelig bleef voor de belofte van een bal. Zij was dit ook nu niet, maar keek eensklaps op on riep uit „Wanneer tante een bal op Kostad geeft, en ik daarop mag uitnoodigen, wie ik wil, dan zal ik mijn verdriet vergeten en weer vroolijk wordenmaar dan moet tante mij ook beloven in lange, lange niet op mij te knorren tante jaagt mij altijd zulk een schrik aan, dat ik er zeker nog eens een toeval van krijg. Ik kan er niet tegenik weet zeker, dat ik het te een of to anderen tijd besterven zal, wanneer tante niet redelijker wordt.** (ForM karta blyven onveranderd bestaan; zeker ook Bantam en Madoera. Dit zjjn gewesten, welke door de eigenaardige ligging of door de eigen aardige toestanden welke er beerschen, moeilijk met andere vereenigd kunnen worden. Doch Krawang, Pekalongan, de Kedoe, Japara en een der meest oostelyk gelegen residenties, Probolingo of Besoeki, moeten verdwenen. Men krijgt dan ondpr een resident grooter uitgestrektheden gronde, en de ambtenaar, met de zorg daarvoor belast, zal geheel en al hoofd van gewestelyk bestuur zyn, geen hoofd van plaatseljjk bestuur tegelykertyd. De afdeoling zelf, waarin hy verbljjf houdt, komt ouder de leiding van een assistent-reaident. Wat Krawang betreft, dit gewest zal waar schijnlijk getrokken worden by Batavia. De toestanden op de particuliere landeryen zouden vóór die samenvoeging pleiten, terwyl de ver beterde verkeersmiddelen in die streken het officieel, zoowel als het nietofficiëel verkeer gemakkelyker maken. De Preanger-Regentscbappen, by het herzien der kaart van Java, zullen misschien een stuk moeten afgeven aan Cheribon en een ander stuk aan Banjoemas, om eenige gelijkheid in de grootte der overblyvende residenties te be trachten. Pekalongan smelt samen met Tegal; Japara met Semarang; Kedoe met Bagelen. Welke residentie in den Oosthoek zal opgdan in welke andere residentie, is nog niet geheel beslist. Tegenover dit verdwynen van gewesten by inly ving, staat bet plan der schepping van een nieuwe residentie, die der Solo-vallei, waarom trent nog van gevoelen wordt gewisseld. De inkomsten der residenten zullen in hoofd zaak blyven als te voren. Het gelyk maken in belangrijkheid en uitgestrektheid der gewes ten brengt voor allen waarschynlyk gelyke bezoldiging medeeen vast tractement met vrije woning en reiskosten. Maar represen tatiegelden zouden gaan tot een hooger of lager bedrag, naar gelang van de plaats waar de zetel des bestuurs gevestigd is. Onbelangrijke of kleine afdeelingen worden opgeheven en hy een aangrenzende afdeeling gevoegd. In verband hiermede ondergaat ook het aantal assistent-residenten een vermindering; hoeveel besparing hierdoor zal verkregen wor den, is nog niet geheel bekend en moet alweder afhangen van een onderzoek in loco. In het algemeen kan evenwel gezegd worden, dat de residenten, over de zaak geraadpleegd, hierin niet zoo ver wenschen te gaan als de heer Mullemeister. De inkomsten der assistent-residenten, welke thans voor een niet onbelangrijk deel bestaan Maar even nauwlettend en gestreng zij omtrent hem geweest was, even toegeeflijk had zy zich steeds jegens hare nicht getoond. Van nature was mevrouw Sturm eene vrouw, die een man had moeten zijn. Zy wa« driftig, heenchzuchtig, vast en onbuigzaam en toch wond Selma haar om haar vinger en deed met de stuursche vrouw alles wat zy wilde. Wel is waar verkeerde mevrouw Sturm zelve in het denkbeeld, dat zij zeer streng omtrent Selma was en dat hare nicht eerbied voor haar hadmaar, om de waarheid hulde te doen, moeten wy zeggen, dat zij de eenige in haar huis was, die zulk eene over tuiging koesterde. Alle anderen zagen, dat Selma hare tante geheel beheerschte, en verlangden de be dienden eenige verzachting van een streng vonnis, dan wendden zy zich tot Selma, dewijl zij verzekerd waren, dat de zaak door hare eene wending kreeg, die in hun voordeel eindigde. Om een denkbeeld te geven van de verhouding tusschen tante en nicht zullen wij het tooneel schet sen, dat plaats greep, toen Selma na haar bezoek bij oom Boberg te huis kwam. Zij was nauwelyks hare nette, vroolijke kamer binnengetreden, of de deur vloog open en mevrouw Sturm, eene sterk gebouwde, eenigszins zwaarlijvige neelen bestand benik kan er niet tegenze maken mij ziek.” „Selma, Selma,” sprak de oude dame op waar schuwenden toon, maar toch veel zachter, «is dat eene taal, die u voegt?....** „Neen, maar wie anders heeft mij die geleerd dan tante, die nooit tot mij spreken kan zonder te knor ren en daardoor altyd mijue vreugde verbittert? De minste kleinigheid, waarover ik mij verheug, wordt altijd eene bron van leed. Nu byv. kom ik vrolyk te huis en dadelijk komt tante mijne genoegeiyke stemming, wie weet, voor hoe lang I verstoren.” Selma verborg het gelaat in een der sofa-kussens. Mevrouw Sturm keek als iemand, die eene scherpe berisping ontvangen had. „Wel, wel, mijn lieve hartje,” stamelde de oude vrouw en ging naar het jonge meisje. „Schrei nu maar niet, gij weet wel, dat taute het zoo kwaad niet meent. Zie my nu maar eens aan en zeg mij, wat u zoo verheugd hoeft.” „Dat weet ik al niet meer uw uitval heeft mijn hoofd heel in de war gebracht.” Selma verborg het gelaat nog dieper in het kus sen en mevrouw Sturm zag er angstig uit. Zy streek met hare groote, breede hand over het lichte, glan zige haar van het meisje, gaf haar alle mogelijke lieve namen en beloofde Selma, dat zij alles krygon zou, wat zij wilde, als zij nu hare oude tante maar wilde aanzien. Selma bleef onbewegelijk, totdat de oude trouw verzekerde, dat zij haar elk vermaak, dat zij verlangde zou toestaan, als zij nu maar vrolyk wilde worden. Toen hief Selma het hoofd op, zeggende „Tante moet niet vergeten, dat zy mij beloofd Over de plannen tot reorganisatie van het binnenlandsch bestuur welke nog geheel geheim zyn en waarvoor de heer Mullemeister nog op een rondreis door Java isscbryft >de Locom.c >Het aantal residentiën op Java en Madoera is bestemd te komen van 22 op 17een ver mindering dus met vyf. Soerakarta en Djokja. Door de afdeelingen der Tweede Kamer zyn gekozen tot rapporteurs over het wetsontwerp tot herziening der belasting op het personeel de heeren Van Gyn, Van Delden, Rink, De Beaufort (Amsterdam) en De Lange en over de voorstellen betreffende overeenkomsten met Engeland omtrent de zaak der Costa-Rica- pakket en Nieuw-Guinea de heeren Beelaerts van Blokland, S. van Bylandt, E. Smidt, Cremer en Tydeman. oude dame stapte binnen. Niettegenstaande hare meer dan zestig jaren had zij schitterend zwart haar, dat als een dikke krans het hoofd bedekte en een sterk contrast vormde met de zware, grijze wenk brauwen, die een hardsteenen gewelf geleken boven eene diepe grot, waaruit een eigenaardig, vreemd en scherp licht straalde, dat zijn oorsprong in een paar kleine, bruine oogen had. De bovenlip was door eene scherpe schaduw geteekend. „Wat zijn dat voor vryheden, die mejufvrouw Onbeschaamd zich durft geven P” sprak mevrouw Sturm op een toon, die de voorbode van oen orkaan geleek. „Hoe komt het, dat gij niet thuis zit te werken? Wie heeft u verlof gegeven, langs de straten te slenteren? Als ik goed deed, dan moest ik u voor altijd uwe onbetamelijkheden afloeren en nu zeg ik u ook, dat, wanneer gij het nog eenmaal waagt, zonder myne toestemming een voet buiten de deur te zetten, gij met mij te doen zuk hebben en wel zóó, dat gij het niet vergeten zult. Deze laatste woorden werden door mevrouw Sturm uitgeschreeuwd. Haar gelaat was bloedrood geworden en de grijze wenkbrauwen op eene onheilspellende wijze samengetrokken. Het scheen inderdaad, dat zij het voornemen had, het jonge meisje in allen ernst te bestraffen. Selma zag haretante zonder eenige vrees aan, wierp zich daarna op de sofa en riep op wreveligen toon uit: „Zoo, ik zie, dat het weer om een scène te doen is. Het is toch wat te zeggen, dat tante altijd moet schelden en razener is geen huis op de geheele wereld te vinden, waar het zoo onuitstaanbaar is als hier. Tante weet, dat ik niet tegen die ruwe too- verklaring u décharge af. Hij zeide: >alsdat mynheer, wegens de brug de wagen der al ruimschoots overheen was. Aangezien toen de man desniettemin evenwel als een wild dier nochtans Edelachtbare op myu zoon kwam afstuiven mijnheer. Alstoen greep hy hem by zyn jas en scheurde hem zyn boezem ris in tweeën Deze verklaring die onder het pu bliek den lachlust gaande maakte, werd echter door getuige van Okkeren weerlegd. Het O. M. |het ten laste gelegde bewezen achtende, requireerde voor elk der beklaagden 2 maanden gevangenisstraf. Uitspraak over 8 dagen. Hy zou op verschillende tijdstippen in 1894 en 1895 te Gouda verschillende stuks waschgoed, toebehoorende aan klanten van den kleeren- bleeker L. J. Jaspers, hebben weggenomen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe- eigening. Bekl. die gedurende 5 jaar by Jas pers was werkzaam geweest bekende het goed te hebben weggenomen als hij het in de waschmanden moest pakken. Hij bracht het dan naar de bank van leening, waar hij het verpandde. Bekl. verdiende by den bleeker f 9 per week en gevoelt thans veel spijt dat hij door zyn handelwyze in het ongeluk is ge raakt. De getuige Jaspers verklaart, dat bekl. vooral des Maandags nog al suf was, waar schijnlijk door bovenmatig gebruik van sterken drank. In 1894 kreeg hij herhaaldelyk klach ten over de vermissing van waschgoed totdat het bleek, dat bekl het waschgoed ontvreemdde. De bleeker had aanmerkelijk schade geleden, doordien bij de vermiste stukken waschgoed moest vergoeden. Voor ruim f 50 gestolen waschgoed kocht hy van de bank van Leening terug en de gezamenlijke waarde van het ont vreemde bedraagt ongeveer f 250. Het O. M. waargenomen door mr. H. J. K. Dyckmeester requireerde met het oog op be- klaagde’s ongunstige reputatie op het gebied van drankmisbruik eene gevangenisstraf van een jaar. Mr. M. M. van Valkenburg als toe gevoegd verdediger pleitte verzachtende om standigheden en riep de clementie der rechtbank in, ook in verband met het groote huisgezin, dat bij beklaagde's veroordeeling onverzorgd achterblijft. Daarna kwam aan de orde de zaak tegen lo D. G. J. P., 17 jaar en J. G. v. D. 23 jaar beiden glazenwasscher en wonende te Utrecht. Zy zouden den 23 Maart j. 1. te Gouda aan de Haastrecbtsche brug te zamen en in vereeniging moedwillig den brugwachter P. Van Okkeren, tevens onbezoldigd ryksveld- wachter, die zich in de rechtmatige uitoefening zyner bediening aldaar surveilleerende bevond hebben geslagen. Uit de verklaring van ge- melden brugwachter blijkt, dat men bruggeld op de Haastrechtsche brug moet betalen indien men geen ingezetene van Gouda is. Beklaag den kwamen met een wagen met ladders be laden over gemelde brug waarop getuige bet verschuldigde bruggeld wilde ontvangen. Be klaagden zeiden eerst dat zy Gouwenaars waren en ten slotte, dat zij het verd om te be talen, waarna een schermutseling ontstond die met een pak slaag voor den brugwachter afliep, hoewel deze zyn ambtspenning ver toonde. De vader van den In beklaagde, eveneens glazenwasscher, die zich voor den wagen bevond legde een hoogst merkwaardige De voorstellingen in het circus Robinson voldoen uitstekend, werden een vorig jaar door de clowns vele nummers uitgevoerd, thans zyn werkelijk goede artisten bij het gezelschap. Signor Milani met zjjne exercities met bran dende lampen enz. wekt ieders bewondering. Een heel goed figuur maakt Miss. Wilma de Stnola op haar goudvoshengst Vladimir, zij beeft hem geheel in haar macht. Miss Er nestine, die verleden jsar zoo’n buitengewoon succes bad met haar parforcerit, is ook thans nog de geliefde actrice, die by haar optreden luide wordt geapplaudiseerd, zy is ook thans het glanspunt vau het circus. De jocky voor gesteld door den heer Charles, brengt veel by tot bet geheel, zyn ryden op bet ongezadeld paard, benevens zyne sprongen en exercities zyn uitmuntend. De directeur *heeft met zyn apporteerpaard, en met het springpaard een buitengewoon succes. Ook de beide kleine artisten Claris en Acholfo, op de gespannen telegraafdraad, werken uit muntend en verrichten bijna ongelooflijke uit voeringen. Zooals gebruikelijk wordt het einde der voor stellingen in circussen besloten meteen panto mime, gewoon lijk om te lachen. Ook hier wordt een pantomime opgevoerd en wel Pluto in twee bedryven. De dansen die door het viertal dames worden uitgevoerd, verbazen iedereen. Zy worden met een gelykheid en juistheid uitgevoerd, die onberispelijk is. Ook de vier heeren dansen en springen allen te gelyk, de standen worden nauwkeurig uit gevoerd. De costumes expresselyk voor dit stuk vervaardigd, zyn prachtig. Het geheel lokt veel toeschouwers. Wy raden ieder aan het Circus met een bezoek te vereeren over tuigd dat men niet teleurgesteld zal heengaan. op de Noordzee liet nieuwe yzeren tjalkschip van kapt. Kramer vergaan is. De geheele bemanning moet omgekomen zyn. De zoon van Kramer was mede aan boord.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1895 | | pagina 1