ILIII
DE MARSKRAMER.
rz.
BINNENLAND.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
No. 6730.
Donderdag 8 Augustus 1895.
wegen.
1.
ten?
I
FEUILLETON.
l>J
n
n.
len,
door aidde
34ste Jaargang.
van
Inzending van Ad verten tien tot 1 uur des midd.
ver de wer-
er resp.
national
.tion ae
enz.
Helmstedt durfde het niet
rvsrslag dsr
i
terug.
houders van
n de eerste
188®, Art.
Amster-
jrfcatie
ker van
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.35, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
weer
genisstraf.
(Naar Het Duitacli.)
1.01 INIlli COURANT?
Te ’s-Gravenhage is geslaagd voor het
examen Engelsche taal, 1. o. mej. J. C. Hoo-
gendyk, van Gouda.
oud
Beek en
moedwilligen
Te
circa
zoodat
het kind dermate gewond werd, dat het kort
daarna overleed.
zetten,
marskramer
nog toe duister was en
kennen
i, die in de
rde vestigen
geworden is
tegen vrou-
eft gemaakt
jerking van
en’oudigste
erd aange-
l te verdriu-
liohaam en
worden ee
>r vreeseyko
weid. Dan
m, oorsuizeu
ziekte. Al
enuwziek en
De minister van oorlog heeft te kennen
gegeven, op het verzoek van de militaire wiel
rijders die gedurende de troepen manoeuvres by
het leger worden ingedeeld, om gedurende
dien diensttijd met revolver ot karabyn te
worden gewapend, dat hy die bewapening
vooralsnog niet noodig acht.
▼oor de betrekking van leeraar in de Grieksche
en Latynsche taal- en letterkunde
lo. C. Brakman, candidaat in de klassieke
letteren, tijdelijk leeraar aan het gymnasium
te 's-Graveuhage
2o. E. B. Koster, doctor in de klassieke
letteren, leeraar aan het gymnasium te Den*
tichem
3o. R. K. Boekmeyer, doctor in de klas
sieke letteren, leeraar aan het gymnasium te
Gouda.
Verder wordt voorgesteld dr. Th. P. H. van
Aalst, leeraar aan bet gymnasium, tot con
rector
Amerika ondervoeden bad.
Sarah riep hem aan het ontbyt, waar Elliot hom
vertelde, dat de ladies onverwachts eene lieve uit-
noodiging ontvangen hadden. Wanneer zij terug
kwamen, zei hij niet, en Helmstedt durfde het ziet
te vragen.
kantoorboeken.
De Stet. (no. 183) bevat de statuten der
VereenigingGoudscha Timmerliedenvereeni-
ging Recht en Plicht c te Gouda.
en zich meteen vóór de terugkomst
Het door aanvaring gezonken stoomschip
Estafette is door dep aannemer A. J. Smit
aldaar gelichtde lading is opgeslagen aan de
Maaskade en de stoomboot dryvende aan de
werf van de heeren J. K. Smit te Krimpen
a/d Lek om gerepareerd te worden.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
oen nieuweu weg, die het paard van zelf volgde, en
eerst toen hij op een gesloten traliehek stuitte, be
merkte Helmstedt tot zijn schrik, dat hij zoo min
op den weg als op z’n paard gelet had. Hij keek
om zich heen en zag mets dan bosch en omheinde
velden. Wrevelig over zijne droomerigheid, draafde
bij terug, doch na een korte rit splitste de weg zich
in drie armen, en Helmstedt hield zijn paard in,
niet wetende welke koers hij zou nemen.
Ergens kom ik bepaald I" bromde hij en sloeg
den weg in, die in de richting van Oaklea scheen
te loopen.
Zoo had hij, scherp uitkijkend, een kwartiertje door
gereden, toen hem een neger te paard tegenkwam,
wien hij dadelijk naar den juisten weg vroeg.
„Wel, Sir, u draait Oaklea bijna den rug toe,"
antwoordde deze, „als u met mij door dat kreupel
hout wilt rijden, zal ik u den weg naar Oaklea
wyzen.”
Helmstedt volgde den zwarte, wiens beleefde be
reidvaardigheid hem inwendig goeddeed, en weder
op het vrije veld gekomen, ontving hy eene les in
aardrijkskunde en Neger-Engelsch, waaruit hond noch
kat kon wijs worden, maar Helmstedt gaf den vrien-
delijken topograaf een «half shilling” en volgde de
richting die ’s mans armen hom ingeprent hadden,
Het was al by na middag, toen hy te Oaklea terug
kwam, maar dat kleine uitstapje had hem zyne zelf
controle teruggegeven hy was nu kalm en kon na
den eten zijn werk met ernst ter hand nemen.
(JPorit vervolgd).
aan bet gymnasium, tot
te benoemen.
Naar het >Utr, Dbl.< verneemt, is door
de »Ned. Handelareizigers-vereeniging« te
Rotterdam de polis-verzekering tegen inva
liditeit en ongelukken bij de Eerste Ned.
Verzekering-maatschappy opgezegd, om van
1 Augustos de risico zelve te loopen.
85)
Wat zou hij dan P Elke waarschuwing van zijn
kant zonder voldoende bewijzen, ware bij den gege
ven stand van zaken onzin dus geduld tot nieuw
jaar, anders zat er voorloopig niet op. Allereerst
dus het meisje moed ingesproken, om voor eventueel
geval tegenstand te kunnen bieden. Morgen, dacht
Helmstedt, zou er wel eene gelegenheid komen, om
haar het noodige te zeggen. En nu nam hij weer
het papier ter hand, staarde in verrukking naar die
aardige, vlugge lettertjes, en maakte eene beweging,
alsof hij ze aan zijn mond wilde brengen, maar hal
verwege hield hij op en zei
«Wees geen zot, August, in deze tuin bloeien
geene rozen voor jou.”
Langzaam vouwde hij het papier op en opende zyn
koffer. «Maar ik kan haar toch in mijn hart dragon,
al mag zij het zelve niet weten I” stoof hij op en
drukte het papier hartstpchteijk aan zyne lippen.
«Goede nacht Ellen, reken gerust op my I”
Toen Helmstedt den volgenden morgen ontwaakte,
begreep hij een sohoonen droom gehad te hebben,
waaraan de herinnering van den vorigen avond plot
seling een einde maakte. Snel wierp hij zich in de
kleeren, om Ellen misschien alleen aan het ontbyt
te vinden.
De afdeeling Arnhem van den R. K. Volks
bond zal weldra een eigen gebouw krygen.
Een geldleening van f 25,000 zal daarvoor
worden aangegaan.
Als een curiositeit wordt gemeld, dat in een
Franschen gids o. a. omtrent Groningen wordt
aangeteekend, dat bet telegraafkantoor gelegen
is achter de Martinikerk in een straatje ge
naamd Stapvoetsryden;'
Spykenisse geraakte een knaapje van
2 jaar spelende onder een melkwagen,
de wielen over het hoofdje gingen en
Door curatoren van het gymnasium te
's-Gravenhage is den Raad de volgende aan-
bevelingslyst aangeboden van benoembaren
van Raai te, meende
onvermijdelijk was
daar de gebleken aanwijzingen niet konden
dienen om daarop eene veroordeeling uit te
spreken.
Eene warme, nevelige lucht omving hem, zoodra
hij door de achterdeur naar buiten trad, het was
een dier snelle temperatuursveranderingen, die ner
gens zoo sterk als in Amerika optreden. De ont
bladerden boomen en struiken doemden als spook
gestalten voor Helmstedt op, en zijne zalige stemming
werd dadelijk bedorven. Langzaam liep hij om het
landhuis heen en overdacht de zonderlinge positie,
waarin hij geraakt was. De vrouw van den huize,
die aan het hoofd van het departement //familiezaken»
scheen te staan, was nu reeds tegen den «buitenlander*
ingenomen, in welke mate was hem nog niet bekend
Elliot met al zyne uiterlyke bonhommie beschouwde
hem maar als den huurling; en tusschen die twee
Ellen, die zich aan hem vastklemde en op
zijne hulp tegen hare eigen ouders rekende. En al
slaagde hy er nu eens in, Bakers knoeierijen aan
het licht te brengen, dan kwam hij toch van dat
oogenblik af tot Ellen in eene scheeve verhouding,
en werd zijne positie in de familie onhoudbaar.
Enfin, wat moest, dat moest, in het uiterste
geval was hy niet aan deze betrekking gebonden,
en dan kon hij ten minste eene aangename herinne
ring meenemen.
Toen hij de hoek omsloeg, zag hij eene koets by
do voordeur staan met Dick op den bok en Sarah
by het geopende portier, terwijl juist Elliot met
vrouw en dochter van het portico afdaalde, beide in
het rijtuig tilde en hem een vluchtigen «good bye I”
toewenkte. En daar reden zij heen.
Helmstedt ging naar zijne kamer terug; hij had
Ellen’s gezicht niet eens gezien, en toen hij zich
mismoedig in zijne stoel neerliet, overviel hem een
gevoel van eenzaamheid, sooals hy er nog geen in
GOD DA, 7 Augustus 1895.
De Commiasaris van politie te Gouda ver
zoekt te wordeu bekend gemaakt met de namen
der twee mannen, die op Zondag 28 Juli jl.
morgens omstreeks 10 uur op de Spoorstraat
te Gouda van een persoon 4 boekwerken in
prachtbanden kochten. De koopsom zal gaarne
worden vergoed.
Te Dtrecht is naar het Huis van bewaring
overgebracht de kapl.-kwartierm. N. II. M.
van A., van het le reg. vest.-art., beschuldigd
van valschheid in zyne administratiehy zal
deswege voor den krygsraad te Arnhem te
rechtstaan.
Gisterenavond ging in de Schouwburg Van
Lier een ouderwetsch stuk van Dennery, dat
wy ons herinnerden jaren geleden reeds ge
zien te hebben, maar dat nog altijd aantrek
kingskracht blykt uit te oefenen op het groote
publiek. Althans de talrijke toeschouwers
gingen blijkbaar voldaan huiswaarts en slikte
de onwaarschijnlijkheden en onmogelyke toe
standen ter wille van bet inderdaad goede
spel der vertooners.
Mevr. Julia Van LierCuypers vervulde
de hoofdrol met haar gewoon talent, terwyl de
heer Bigot de dankbare rol van den Engelsch-
man Sir Drake goed typeerde. De dames de
la Mar—Kley, Kinsbergen Rentmeester en
AndréMeeuwissen benevens de heeren Mal
herbe en Delmonte verdienen een woord van
lof. In één woord de voorstelling slaagde
goed door het verdienstelijk samenspel der
acteurs.
Hedenavond als afscheidsvoorstelling Roze
Kate, waarin wy vroeger reeds Mevr. Van
Lier—Cuypers zagen optreden.
De rechtbank te Rotterdam behandelde giste-
rén de volgende zaken: In de eerste plaats had
zich te verantwoorden G. v. d. 8., oud 51
jaren, schoenmaker, zonder vaste woonplaats,
thans gedetineerd in de strafgevangenis te Rot-
Men schrjjft uit Utrecht
De Duitscher M., die hier in de vorige
maand zooveel ontsteltenis veroorzaakte door
bet lossen van revolverschoten op onderschei
dene personen, van welke hij er een verwondde
en die toen na veel moeite in hechtenis werd
genomen, is thans weder op vrije voeten ge
steld, omdat de rechtbank geene termen vond
hem langer in verzekerde bewaring te houden.
Eene vervolging wegens de gepleegde feiten
zal echter tegen hem worden ingesteld.
De arrondissements-rechtbank te 's-Herto
gen bosch veroordeelde gister M. B.
50 jaar, landbouwer, geboren te
wonende te Vlymen, wegens
doodslag op zyn vrouw, die hy met een ge
had neergeschoten, tot 12 jaar gevan-
tusschen bekl. en den mishandelde, waarop
bovenstaande mishandeling plaats had. De 2e
bekl. ontkent echterhy zou niets gedaan
hebben.
Het O. M. achtte voldoende bewezen het
ten laste gelegde en eischte ieders veroordee
ling tot eene maand gevangenisstraf
J. v. R., 28 jaar, arbeider te Reeuwyk,
werd beklaagd van in Mei 1892 te Lange
Ruigeweide twee aan W. H. toebehoorende
palingfuiken te hebben weggenomen.
De benadeelde herkent de beide in Judicio
aanwezige fuiken als zyn eigendom, die met
een groot aantal anderen op bewusten tijd in
het vischwater »de groote Wieringen< waren
uitgezet geweest. Ook dien» zoon herkent de
beide fuiken als het eigendom van zyn vader.
Beide get. herkennen die aan de door hen
opgegeven kenteekenen en aan het merk dat
zich daaraan bevindt, dat zij echter geheim
wenschen te houden. Aan twee veldwachters
had bekl. gezegd de fuiken 3 a 4 jaar geleden
zelf te hebben gebreid.
Ter terechtzitting ontkende bekl. dit, bewe
rende de fuiken in het voorjaar van 1892 te
hebben gekocht van zekere persoon, die echter
blykt overleden te zyn.
Het O. M. achtte de gebleken aanwyzingen
voldoende om bekl.’s schuld aan te nemen aan
het hem ten laste gelegde, en eischte dien»
veroordeeling tot drie maanden gevangenis
straf.
De verdediger, mr. Jos
dat in deze eene vrijspraak
terdam. Beklaagde, reeds vroeger wegens op
lichting tot drie maanden gevangenisstraf ver
oordeeld, werd beschuldigd van op den 3 Juli
1895, te Haastrecht, met het oogmerk om zich
wederrechtelyk te bevoordeelen, P. C. O., wed.
A. U. te hebben bewogen tot de afgifte van
vijf ryksdaalders, door zich valschelyk uitgevende
voor opzichter bij den waterstaat, bij haar
eene vrye kamer te huren met den kost tegen
f 10 per week, zeggende dat hij een vrye
kamer hebben moest om zyn boek aan den
ingenieur van den waterstaat te kunnen voor
leggen, als deze hem bezocht, haar mede te
deelen dat hij 19 maanden te Haastrecht bly-
ven moest, daar werk had aan den IJssel en
belast was met de vernieuwing van eene brug,
dat zyne koffers nog aan het station te Gouda
stonden, dat deze voor hem moesten worden
afgehaald en naar hare woning gebracht, dat
hij reeds vier man aan het werk had even
buiten Haastrecht, dat bij die wilde opzoeken
en daarvoor geld noodig bad, alle welke op
gaven in strijd waren met de waarheid.
Beklaagde bekende alle bovenstaande opgaven
en nog veel meer andere gebezigd te hebben
om zich in het bezit van geld te stellen,
volgens zyn zeggen om daarvoor schoenwerk
te koopen met de bedoeling om dit in den
avond van dien dag terug te geven.
De wed. wilde hem oanvankelyk 2 ryks
daalders geven, doch daar hij dit wat weinig
vond, had zy er nog 3 bygedaan. Hy be
weert niet in staat geweest te zyn tot terug
gave van het geleende geld, daar hij te vroeg
is gearresteerd.
Het aan bekl. ten laste gelegde feit werd
bewezen door de verklaringen der gehoorde
getuigen.
Tegen bekl. die bij verschillende vonnissen
te zamen reeds tot ongeveer elf jaar gevange
nisstraf is veroordeeld, werd door het O. M.
twee jaar gevangenisstraf gevorderd.
De toegevoegde verdediger mr. J. Hane-
graaff refereerde zich aan ’s rechters oordeel.
Vervolgens stonden terecht I. B., 21 jaar,
los werkman te Rotterdam, en A. D., 36
jaar, arbeider te Nieuwerkerk a/d IJsel. Zij
zouden op 14 Februari jl., op het ys onder
de gemeente Zevenhuizen, te zamen en in
vereeniging G. v. d. D. hebben mishandeld, de
le door hem moedwillig aan te grypen, hevig
te slaan en bloedend te verwonden, de 2e
door hem tegelijkertijd gewelddadig bij den
nek vast te houden en moedwillig te schoppen.
Uit de behandeling dezer zaak bleek dat de
zuster van den eersten beklaagde verkeering
had met den mishandelde, waar die beklaagde
tegen was. Bij gelegenheid van het schoon-
rijden op genoemden datum ontstond er ruzie
Na geëindigd ontbijt verzocht Helmstedt Elliot’s
kantoorboeken. Hij wilde bard werken, om zich
alle lastige gedachten voorloopig uit het hoofd te
L’_ van den
licht te verschaffen in hetgeen hem tot
weldra zat hij vooreen
stapel ongeordende papieren op zijne kamer. Hij
begon te sorteeren, doorlas brieven en nota's, maar
zonderling, als hij een ding driemaal gelezen had,
wist hij nog niet, waarvan eigenlijk sprake was.
Zijne gedachten waren- overal en nergens, en hoe
meer bij zich tot attentie wilde dwingen, des te
zenuwachtiger en verstrooider werd hy, tot hij ein
delijk met een vloek van zijn stoel opsprong. Woest
ontsloot hij de koffer en haalde Ellen’s briefje er uit
maar eer hij het ontvouwen had, legde hij het
er weer in. //Olie in ’t vuur!” mompelde hij en
zette zich weer aan den arbeid. Maar geen vyf
minuten later, sprong hij weer overeind, greep zijn
hoed en ging zijn paard zadelen. Eerst wilde hij de
plantage maar een» rondrijden, doch zonder erg kwam
hij op denzelfden weg, dien hij den vorigen dag met
Ellen langs gereden was. Hij reed verder en zag
weldra in de verte het witte landhuis van Mr. Morton
door den nevel blinken, maar de gedachte aan Pau
line Peter» en hunne eerste ontmoeting was niet in
staat zyn humeur te verbeteren. Hij reed van de
straatweg af, dwars door een stoppelveld en bereikte