HE
DE MARSKRAMER.
VER
fcx
?CAP
BINNENLAND.
she
us
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Donderdag 15 Augustus 1895.
34ste Jaargang,
No. 6736.
FEUILLETON.
DE3
&Co.
ihage.
P
IG BLOEM*
S
Ls.
A
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post f.70.
Afzonderlijke Nommers VU F CENTEN.
t in flacons
met ge
il ons Han-
echtbank te
A. WOLFF,
kt, Gouda,
rdrecht.
Boskoop,
tater.
larkiJA 144b
_)N, apotheker
R. en Co.,
nonir.
n zittende Kat.
i Trommeltjes
coopers.
van den
l Hofrad
wn
est gebruikt
n Trommel
troond met
a's, Gouden
Medailles,
ire- Diploma
aille en Cer-
d’s Hygienic
het
uiiig Extract
(Maar het Du Usch.)
OUDE
IMMER
CT,
verlof vso
tr bij
ERS Jz.
van echtheid is
urk steeds voor
naam der Firma
E.
hoesten,
ademings-
bewezen.
a warme
ibevelens-
ml
25 cent
zonder zich om de blootliggende
omgewaaide boomen te bekommeren,
denzelfden straffen pas voort. Hij
zwaar zs*-'*--*
Bn u tgevon-
treft, het is
het beste
de vele en
stuigt. Het
DE LIJK
derde borst-
gebruik der
weldadige
lebiet en de
kNTHE be
at hare uit-
ichappen op
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Uroote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Bedankt voor het beroep bij de Geref. Kerk
te Hazerswoude door ds. N. H. Koers te
Wanswerd.
1 r
tegen Jioht,
en, kortom
ixpeller.
'enden tegen
ixpeHer.
r huisgezin
ixpeller.
5 de flraoh.
sken en by
B.
Van het qrgerlyke voorval, dat te 'o-Hage
op 2 Augustus plaats had, geeft de Haagscbe
correspondent der >N. Gr. Ct,< het volgende
verhaal: Het meisje, dienstbode bij een pro
fessor te Utrecht, was met eene familie hier
heen gekomen om een prettigen dag te hebben.
Des avonds geraakte ze echter in bet gedrang
in het Bosch haar gezelschap kwyt, en al zoe
kende kwam zy aan het Staatsspoorweg-station,
toen haar gezelschap reeds met den laatsten
trein huiswaarts was gekeerd. Geheel onbekend
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
Uit Waddingsveen meldt men ons
Dinsdagmorgen klapwiekte de roode haan
woer by ons. Omstreeks half elf sloegen de
vlammen uit de werkplaats van C. Moraal aan
de Goudkade. Welwillende en vriendelyke
buren redden voor een groot gedeelte de in
boedel twee brandspuiten beperkten het vuur
by het aangetaste perceel, waarvan slechts wei
nig verbrandde.
De rechtbank te Rotterdam wees gisteren
de navolgende vonnissen:
Zy veroordeelde J. B los werkman te Rot
terdam en A. v. D., arbeider te Nieuwerkerk
a/d IJsel, wagens mishandeling, ieder tot 14
dagen. Vrijgesproken werden J. v. R., arbeider
te Reeuwyk, beklaagd geweest van diefstal van
twee palingfuiken, en C. B., bouwman te Ben
schop, door het kantongerecht te Schoonhoven
veroordeeld wegens geen voldoende zorg dragen
voor het onschadelyk houden van een onder
zyn hoede staand gevaarlijk dier, (hond).
Juist opende hy de voorpoort, toen de hemel een
oogenblik in vuur scheen te staan en een ratelende
donderslag halt gebood.
„Wel, Cesar, dat zal ons vry wat kloppen bespa
ren I” zei Izak, zich naar den zwarte koerend„de
spitsboeven treffen het slecht, want by dat eene schot
zal het niet blijven.'’
Vér vol gunt klopte hij aan Helmstedte reuter
hij klopte nog sens en harder, maar weer geen ant
woord. Hy wachtte nog even en begaf zich hoofd
schuddend naar de voordeur, waar hij nu aanklopte
en meteen maar goed.
In de hoogte werd oen venster opengeworpen en
Elliot vroeg luid
„Wie klopt daar F”
„Izak, Sir. Komt u maar gauw hier, want do
wolf is onder uw zwarte schapen gekomen, Sarah
en hare broers gaan er van door!”
Elliot stiet een onverstaanbaar geluid uit en ver
liet het venster. Kort daarop verschoon by, half
gekleed bij de huisdeur.
„He, ben jy het, Izak Wie io er van door F”
hSarah en haar broérs, Sir, maar als wy gauw op
rukken, kunnen wy de blanke wolven nog inhalen I”
„Maar m’n goede man, spreek duidelijker, heb je
het niet mis F Sarah heeft van avond nog verl
me gekregen voor oen nogerbal in de buurt,!”
„Halt, Sir!” riep de oude en greep Elliots arm,
„hier moet gojieodeld worden. Luister goed naar
mijne woorden de man, die uwe zwartjes stoelt, héét
Baker ik heb zijn spoor nagegaan, zoolang hy
hier in de streek is, want waar hij komt, laat hij
onheil achter.
(Fordf eorwM).
hare bevrijders zoo mogelyk eeuige inlichting
ontvangen. (»H. Ct.«)
1,01 IM1IE COURANT
GOUDA, 14 Augustus 1895.
Het programma van de 5e Muziekuitvoering
door het muziekcorps der Schuttery, op Don
derdag 15 Augustus 1895, des avonds ten
8 ure in de teut op de Markt alhier, luidt
Nieuwerkerk, Moordrecht en Gouda in de ge
legenheid te stellen per Staatsspoor de wereld
tentoonstelling te bezoeken. Tot Dinsdag 20
Aug., 12 uur, zyn kaarten in beperkt aantal
te verkrygen.
Voor de Haarlemscbe rechtbank verscheen
een jongentje van twaalf jaar met een niet
ongunstig uiteriyk, netjes gekleed, dat heel wat
op zyn kerfstok had. Op klaarlichten dag,
tusschen 12 en 2 uur, sloop het ventje in
een sigarenwinkel, zorgvuldig de bel vasthou
dende en kroop achter de toonbank om de
lade te lichten. De beer Van der Wiel, die
boven zat en alles door een spiegelruit aan de
overzjjde kon gadeslaan, kwam naar beneden
en snapte hem. In een café van den heer De
Neef kaapte een poos daarna deselfde jongen
tien kwartjes uit de lade, maar werd daar by
ook gesnapt. Nog maar enkele dagen later
klom hy in den tuin van den heet Krelage
en stal daar aardbeien.
De heer mr. Van Onteren, requisitoir ne
mende, wees er op, boe de vorige maal, toen
De Mon zoo heet de knaap terecht
stond wegens diefstal, de rechtbank hem een
veel lichtere straf heeft opgelegd dan spreker
vroeg, waarschijnlijk omdat het de eerste maal
was. Thans zal, naar spreker meent, de recht
bank een zware straf moeten opleggen. De
Mon, een jongen van uitnemenden aanleg, die
volgens verklaring van het hoofd der school
nooit verzuimde en zeer ijverig was, heeft
niettemin een zeer slechte inborst. Het door
spreker pas ontvangen politierapport van
Woensdag begint met de rermeldiag, dat
Hendrik De Mon door de politie te Rotterdam
naar Haarlem is gebracht wegens diefstal van
geld van den portier der Diergaarde aldaar.
Eisch 4 maanden gevangenisstraf.
41)
„Ik ben er al, Master!” en meteen hoorden zy
nog andere personen spreken.
„Dat is pa I” fluisterde Ellen, opende voorzichtig
de deur barer kamer en luisterde.
„Alles is stil I” riep zij zacht, over hare schouder
heen.
Helmstedt trad op de teenen naar haar toe
geen geluid was te hooren.
„Goeden nacht, Ellen, droom van mij I” zei hy
innigeen oogenblik nog hing zij aan zijn hals, toen
drong zij hem de kamer uit.
Behoedzaam deed Helmstedt de noodige stappen
tot de trap, en liet zich zonder gedruisch bij de
leuning afglijden.
Toen Baker laat in den namiddag Riverhouse ver
laten bad, richtte de marskramer ziob in z’n volle
lengte op en vertoonde zich nu in zijne ware ge
daante kloek van bouw en gespierd. Het oude
gezicht was bezield en het oog fonkelde onder de
borstelige wenkbrauwen.
„Nu of nooit 1” mompelde hy, zette zyn mars ach
ter de toonbank, greep zyn stok en ging naar baitee.
Met forsche schreden volgde hy eerst denzelfden
weg, dien Baker opgedraafd was, maar toen deze
eene groote bocht maakte, sloeg bij linksaf een
Een gnldenstrein (derde k'lasse) zal Woens
dag 21 Aug. loopen van Den Haag uaar
Amsterdam en terug, ten einde bewoners der
residentie, van Voorburg, Zoetermeer-Zegwaard,
Zevenhuizen-Moerkapelle. Rotterdam, Kapelle,
in de teut op de Markt alhier, luidt
als volgt:
1. Le ConfcritTorelli.
2. Confidence. Ouverture v. Perck.
3. L’aurore, grande valse C. Faust.
4. Mosaique de l’opéra Vabu-
chodonoserKessels.
5. Die Wachtparade kommt Eilenberg.
6. En avant l’pétit tambour.
MarchSchild.
7. Nachtlange a/d Zillertbal
fantaiaie für Cornet solo. Th. Hoch.
8. La soiree tardioe. Schottisch. P. Janssens.
9. Susfinul. Valse roumaiue Ivauovici.
10. Pour la fatrie. Marohe de
I'Etadiaut fauvre Millöcher.
Een snuggere van de bovenste plank
Op eene publieke veiling eener boerdery te
Kollum (Friesland) stond op een bordje ge
schreven f 1108. Toen de notaris dit bod
mededeelde, riep de bieder, dat dit veel te hoog
was, maar dat het bordje onderstboven moest
gekeerd worden. Natuurlyk was het toen nog
booger want nu verkreeg men de som van
f 8011.
Ook mis! riep de inschrijver; de nul
moet er uit; ik bedoel f 811.
Men meldt uit Oudewater:
Do gister alhier gehouden wielerwedstrijd
was geregeld als de schaatsen weds try den. Er
werd nl. gereden man tegen man op een af
stand van 300 Meter. Tijden werden niet op
genomen. Uitgeloofd waren 1 gouden, 1 ver
guld zilveren, J zilveren en 3 brouzeu medailles.
Vau de 20 deelnemers behaalden De Raadt van
Rotterdam den len, Maarschalk ran Boskoop
den 2en, Lingbeek van Veendam den 3eu,
Cornele van Den Haag den 4en, Maris van
Scheveningan den 5en en Van den Berg van
Montfoort den Gen prys.
Voor de in den namiddag gehouden hard
draverij voor paarden, gespannen voor desulkey
(die op korte baan nooit een prys hooger dan
t 200 hadden gewonnen) waren ingeschreven s
1. W. H. J. Brom, Utrecht, br. m. Cateatf,
beryder A. Bos2. J. G. Matze, Mijdrecht,
zw. r. Tabor II, beryder eigenaar3. A. A.
van den Berg, Haarlem, br. h. Major Ulrich,
beryder B. Blok 4. J. W. Schujjl, Utrecht,
ach. r. Newbold; 5. G. Kruit, Stadskanaal,
zw. h. Graaf Adolf, beryder J. F. de Boer
6. J. Koster, Heemstede, sch. r. Ninus, beryder
eigenaar; 7. Wilhelmina Ver, Woerden, br.
h. Beckford, beryder J. G. de Boer 8. J. A.
van den Berg, Haarlem, zw. h. Majick, berijder
B. Blok9. J. W. Schuyl, Utrecht, zw. h.
Batir 10. M. Bos, Zevenhuizen, br. r. David,
beryder eigenaar; 11. J. G. Matze, Mydrecht,
sch. r. Immerzu, berijder eigenaar12. W. H.
J. Brom, Utrecht, br. m. Princes, beryder A.
Bos; 13. W. Verboom, Haastrecht, vos m.
Victoria, beryder B. W. Schippers; 14. H. K.
Glas, Loppersum, sch. r. Cesar, beryder J. F.
de Boer.
De prys f 150 werd behaald door No. 4,
de eerste premie f 40 door No. 5 en de
tweede premie f 20 door No. 14-
Door den Texalschen blazerachipper Koppen
is in het Westgat dry rende gevonden bet
lyk van den beer A. Adriaanse, die de vorige
week aan het strand te Huisduinen by bet
baden verdronk. Het lyk, op het vinden
waarvan door de familie een premie was ge
steld, werd door Koppen aan boord genomen
en te Helder aangebraebt.
in den Haag, wist zy niet waarheen te gaan
en verzocht aan een koetsier, haar naar een
logement te brengen. Deze reed baar toen de
stad door en bracht haar ten alotte naar een
stal, waar twee andere koetsiers, bij de politie
niet minder slecht aangeschreven, hem wacht
ten. Het was inmiddels 4 uur in den nacht
geworden bet meisje werd gebondeneen
prop in den mond belette baar te schreeuwen,
en daarna mishandelden de drie kerels baar
op de gruwelyksta wjjze.
De sedert nog niet teruggevonden oude man,
die de poort voorbijkwam, waarin de misda
digers bun slachtoffer byna bewusteloos hadden
neergeworpen, terwyl zy zich uit de voeten
maakten, waarschuwde een agent van politie,
en deze vond het mishandelde meisje in deer-
niswaardigen toestandzy werd in een vigi
lante naar bet politiebureau gebracht, en wel
dra bleek, dat hare verpleging in het ziekenhuis
te Leiden noodig was, wegens de ondergane
lichamelijke mishandelingen.
Ofschoon zyn verhaal in de hoofdaaak niet
onjuist is, heeft de correspondent naar onze
inlichtingen toch ten aanzien van de bij
zonderheden zyne verbeeldingskracht wel wat
veel laten werken. Het meisje, dat niet by
een Utrecbtscben professor diende, is nl. niet
door een der koetsiers tot 4 uur rondgereden,
maar, toen zy bemerkte, dat de laatste trein
weg was, blyven wandelen, zonder 't doel om
een logement te zoeken, alleen om den tyd
door te komen tot den eersten trein op die
wandeling is zij de kóetsiers tegengekomen,
en dezen hebben baar toen, In de Boekborst-
straat, inderdaad in een poort gesleurd en
ergerlijk behandeld, zoodat er aanleiding be
staat tot toepassing van art. 246 Strafw.
(ontuchtige handelingen met geweldpleging,
waartegen 8 jaar gevangenis is bedreigd),
hoewel niet in die mate als uit bovenstaande
correspondentie is op te maken. Op het ge
schreeuw van het meisje kwamen drie mannen
te hulp; twee daarvan zyn bekend; de derde,
de onbekende oude, heeft haar blijkens
zyne nachtelyke verklaring aan de politie
zien voortsleepen.
Dat bet meisje zoodanig letsel heeft beko
men, dat zy naar Leiden zou zyn vervoerd,
is ook onjuist. Zy is, na eenigs uren in het
politiebureau te hebben vertoefd, weer ver
trokken.
Intusschen, de zaak is hoogst ergerlyk,
zoozeer dat wy f 50 beschikbaar stellen voor
den bovenbedoelden ouden man, indien deze,
door zich by de politie aan te melden, de
zaak tot helderheid brengt.
Mocht bet meisje nog hier ter stede zyn,
dan zouden wy ook gaarne van baar omtrent
ken,” mompelde hij, „moeten zij op z’n laatst te elf
uur opbreken. Ik zal zelf maar oven naar den stal
gaan,” wendde hij zich tot den zwarten aryskop, en
snelde, in de duisternis zyn weg zoekend, naar
Mortou-house. De stal was groot, maar Izak sloeg
geen hoekje over, waar Ceaar misschien van Elliots
Sarah lag te droomennergens was echter een spoor
van Cesars tegenwoordigheid te ontdekken.
„Bepaald misgeloopen!” bromde hy voort, „en ik
weet niets van de plaats, waar zij elkander ontmoeten
willen! En alleen kan ik ook niet gaan!”
Haastig stapte hy weer uaar de negerhutten terug
en nu was hij gelukkiger, want eensklaps trad de
gezochte uit dezelfde hut van straka te voorschyn
en zei: ‘eIk heb al lang op u gewacht, Sir, om
elf uur breken zy op!”
„Om elf uur F God help ons! Het is al bij half
elf! Voorwaarts, Cesar, anders komen we te laat!”
En de marskramer legde op, alsof de lengte zyner
beenen verdubbeld was, zoodat Cesar moeite had,
bem bij te houden.
„Heb u niets nieuws gehoord, Sir F” vroog de
zwarte.
„Loop en praat niet,” was het korte antwoord,
„of je mooie Sarah gaat naar de suikerplantagea van
Ixiuisiana Weet je precies, waar de schurken bij
eenkomen F”
„Yes, Sir!”
„All fight!”
De goede Cesar was buiten adem, toen zy Oaklea’s
liohton in het oog kregende marskramer daaren
tegen scheen stolen poezen te hebben, want zyne
gelykmatige, wyde passen waren nog geen daim
korter geworden.
bosebpad in en
boomwortels of
schreed hy op
haalde zijn zwaar zilveren horloge uit het wees
bij zessen.
„Het wordt tien, eer ik Morton-houae bereik,”
bromde hij in zyn baard, „maar hij gaat daar ook
eerst heen, en ik weet heel goed waarom. Laat
hem daar nog eens van do ongelukkige verleide geld
afpersen, hij zal er geen pleizior van hebben, want
te Oaklea zal ik nu het net over hem toetrekken!”
Die gedachte verdubbelde zijne snelheid. Bij het
onzekere schemerlicht geleek hij een reus, die met
een geduchten knots in de hand den draak gaat
bevechten.
„Ik had eigenlijk vroeger moeten komen,” zei hij,
„maar de mensch kan nu eenmaal niet overalom
tegenwoordig zijn, on ik geloof ook, dat ik oud wordt.
Ik weet niet eens het juiste uur maar Cesar zal
bet wel weten. Vooruit dus, oude Izak I”
Nog een paar uur en het woud opende zich en
aan den horizont der vlakte, die zich hier uitstrekte,
schitterden de lichtjes der negerhutten van Morton-
houae.
„Goeden avond, oompje, is Gesar thuis F” vroeg
de marskramer aan een witharigen neger, die het
venster opende.
„Hy komt zoo meteen, Sir, hij is nog even naar
den atol» want er ligt een paard ziek,” waa het ant
woord, „wilt u niet binneukomon F”
Izak hield zijn horloge tegen het nrar buiten val
lende licht het was al over tienen. Eeu oogen
blik zag hy naar de donkere wolken.
„Ah zy nog voor donkor de rivier willen borei-