DE MARSKRAMER.
BINNENLAND.
JEN
ZH.
95.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
34ste Jaargang.
Donderdag 19 September JS95.
No. 6766.
UR.
FEUILLETON.
'en.
e prijs,
ing be-
ken.
1»,
DE TROONREDE.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
vele
■'j
der reap.
ration de
az. enz.
u
i
mj
abrlcatie
niker van
5
i national
IW,
{Naar het Duittch.)
GOWHE COURANT
Ellegicn.
Krein.
Laiann.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
•De Ze-
voorko-
8 ie, keonia
»re oorzekon
den.
ysiologiiche
op on» u«
ses, datxoo-
neeskundige
ikelHken
Jhtigheid
pijn, mi-
pgewon-
amelijke
n zieken,
de gevolgen
Spraak-
n de ge-
ilve, par-
oheugen,
ikundige
delen, al*
ij vingen,
odder-of
rkregen;
beroerte
ben, wegens
veldheid
m duire-
voor de
>orhoofd,
t handen
ongenoemde
»an bleek-
ige meisjes,
>nen, die
io de reactie
aangeraden
stellen, dal
>S.
oofditeeg 1
dbrug F 32
9. Souvenir de Campine M.
10. Au revoir
A. Ctibulka.
G. Rudloff.
Roascbe.
v. Perck.
Natuurlijk hopen wij, dat het optimisme
der Troonrede niet zal beschaamt! worden
en, wat haar soberheid aangaat, roeds
zoo dikwijls hebben wij gezien, dat op
Troonreden, een reeks van in te dienen
wetsontwerpen, het eene al verleidelijker
dan het andere, den volke aankondigende,
een hoogst onvruchtbaar zittingjaar gevolgd
is. Moge ditmaal het tegenovergestelde
bewaarheid worden cn deze bij uitstek
sobere Troonrede een jaar van nuttigen
en beilzamen arbeid op wetgevend gebied
inleiden.
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
70)
Met een hartelykon handdruk kuste hij haar op
het voorhoofd en sprak aangedaan: «Denk maar,
dat dit de kus van je vader ie; God tegen jelui
met zijne beste gaven I Do oude is hier gowee»t,”
vervolgde hij op gewonen toon, »net xooals ik van
morgen al gedacht heb* Gaat nu maar eerst naar
de parlor, daar ligt een brief van hem!”
Pas waren xy in de gang, of uit een boek kwam
eene donkere gestalte naar hen toe, die driftig Ellens
band greep en kuste.
«Sarab! meid, wat doe jij bier?**
Dat komt wel terecht, kinderen,” tci Morton,
«alles zal opgehelderd worden. Ga maar vast naar
de keuken, Sarah, en maak je maar niet ongerust.”
De lamp in de parlor was al aangestoken en op
de groote tafel lag een groote, dikke brief. Helm
stedt hielp eerst xyne jonge vrouw den mantel uit
trekken en opende toon het ooavert. Ellen ging
naast hem staan met de handen op zijn schouders.
Uit het opengesneden oouvert kwam een boekje en
een brief. Deze laatste luidde
Sirl
«Mijne dochter io op den door haar ingesla-
•gen weg voortgegaan en ik kom to laat, om
•haar voor oen ongelukkig lot to bowaron. Ik
maar het komt nog wel te recht. Als vader eerst
maar ziet, dat het ons goud gaat en dat bij mijn man
erg ondersebat heeft I Hier, hier voel ik, dat hij
zijn hart niet geheel van mij losrukken kan, al
schrijft hij nu wat koud. Nu hebben wij toch vast
een begin en behoeven geen beroep te doen op de
beurs van een ander 1”
Dat klonk zoo pittig van dat verwende rijkelui’»
kindje, dat Helmstedt het van verrukking wel had
kunnen uitjubelen.
•Juist,” zei hij, «on daar heb je nog een begin,
vrouw” en hij pakte baar nog eens flink.
Dat is geen begin, deugniet,” schertste xy, «dat
al oud nieuws
•Neen, hoor, dat is telkens weer nieuw.”
•Zoo, als ’t maar niet te vaak gebeurd, hoor I”
•Och, dat ik het jonge paar weer in zyne zalig
heid moet storen,” klonk Morton» stem op eens.
•Tusscben blijdschap en droefheid ligt maar één
stap, kinderen. Wij moeten een laatste bezoek bij
den ouden Izak afleggen, Mr. Helmstedt, hij ligt te
zieltogen.”
En zonder meer wenkte hy de jongelui hom te
volgen.
De marskramer van New-ïork lag met gesloten
oogen op het bed, waarvan het kussen en het laken
bloedvlekken droegen. Zijne uitgeleerde hand rustte
op een open notitieboekje. Voor het bed stonden
Pauline en de dokter. Pauline verliet dadelijk de
kamer toen de anderen binnenkwamen.
•Is hij dood P” vroeg Helmstedt den arts.
Yes, Sir. De zieke hoeft bepaald van nacht eene
bloedspuwing gehad. Op welk uur is echter mooi*
maar dit is zeker, dat de patiënt
Zaterdag is de gewone zitting van de
Kamers gesloten en gisteren de nieuwe
geopend op den bij.de grondwet bepaalden
datum. Daarmede is het parlementaire
raderwerk weer aan den gang gebracht
en kunnen wij verwachten, dat de hand
zal worden geslagen aan de ontwerpen,
die reeds geruimen tijd de algemeene aan
dacht hebben getrokken.
De sluitingsrede van Zaterdag was
niets dan een dorre opsomming van de
ontwerpen die behandeld zijn, een lijst
van wetten waarvoor de inhoudsopgave
van het Staatsblad de bouwstoffen had
geleverd. Mager was de oogst van het
vorige zittingjaar, vooral tengevolge der
politieke omstandigheden, welke noodzake
lijk maakten dat de ministers in de stilte
van hun kabinet de ontwerpen van de
kieswet en het personeel bewerkten, welke
een eisch van het oogenblik zijn. Er is ja
een verbeterde veiligheidswet voor den
werkman en eene verbeterde heffing van
invoerrechten tot stand gekomen, maar
overigens besteedde de Kamer haar tijd
voornamelijk met het houden van inter-
pellatiën over alles en nog wat. Zelden
is een parlementair jaar zoo weinig vrucht
baar geweest als 1894-95.
De troonrede, die thans uit den mond
van het hoofd van Staat weerklonk, is
bijzonder kort en sober. Zij luidt aldus
„Mijne Hoeren!
„Ik waardeer het voorrecht der Sta-
ten-Generaal opnieuw rondom Mij ver-
eenigd te zien, gereed om hunnen belang
rijken arbeid te hervatten.
„De algemeene toestand van land en
volk geeft reden tot tevredenheid.
„De betrekkingen tot alle buitenlandsche
mogendheden zijn van den meest vriend-
schappelijken aard.
„Zee- en landmacht kwijten zich bij
voortduring op loffelijke wijze van haren
plicht In Oost-Indië waren zij bij ver
nieuwing in de gelegenheid schitterende
blijken van moed en volharding te geven.
„De gezondheidstöestand is gunstig.
„Met erkentelijkheid mag worden ge
wezen op een, in vele opzichten goeden
oogst der veldgewassen. Het mond- en
klauwzeer, dat tot het sluiten van nabu-
De rechtbank te Rotterdam veroordeelde
gisteren J. H., zilveramid en diens huisvroaw
N. 8., zonder beroep, beiden te Schoonhoven,
wegens verduiiiering van f 280, den eerste tot
een jaar, de tweede tot eene maand.
in do eerste plaats stonden terecht J. E.,
24 jaar, sjouwer en M. de G., 29 jaar, boot
werker, beiden te Rotterdam, beklaagd tan op
den 30 Juli, te Gouda te zamen en in ver-
eeniging te hebben gepoogd uit de woning van
de wed. Klem aan deze toebehoorende goederen
weg te nemen, met het oogmerk om die sieb
wederrechtelijk toe te eigenen, terwjjl huu
voornemen hiertoe zich had geopenbaard in het
feit dat zjj door te klimmen door een raam
zich den toegang tot die woning hadden ver
schaft on de uitvoering alleen niet is voltooid
ten gevolge van de van hun wil onafhankelijke
omstandigheid daar zjj in die woning door de
politie werden aangehouden.
zelf zijn einde heeft voelen naderen, want hij beeft
in syn zakboekje eene soort van testament opge-
slagen.”
•Ja, hij Is dood, de oudo kameraad I” zei Morton
mot de hand het voorhoofd van don doode aanra*
kond. «Do oudo pelgrim heeft uitgezworven en zijn
mars zal hem niet meer drukken. Zie, boe kalm
zyn doodstrijd is niet zwaar geweest. Zoo vond
Cesar hem van morgen en hij ging dadolijk de ka
mer uit, om den ouden Izak niet te storen. Tegen
den middag vond hij hem nog zoo liggen en weer
ging hij been, maar teen ik een uur later met hem
binnenging, zag ik dadelijk het bloed eu stuurde
Cesar dadelijk om den dokter, die den dood moest
constatoeren. Deze laatste regel» heeft hij voor u
opgeachrevon, Mr. Helmstedt,” vervolgde Morton,
en reikte hem het notitieboekje ovor, •zie bet maar
eons inde coroner zal wal gauw komen, dan kunt
u het geheel in bezit nemen.”
Op een losgescheurd blaadje stond met waggelende
potloodletters het volgende:
•Ik weet niet, of mij van nacht ook ieta
menschelijk» overkomen kanik heb don beo
liën avond al een bloedsmaak in den mond en
•oen vreemd gevoel in do bont. Mocht het
•gebeuren, dan spijt het mü niet erg, want ik
•heb niet veel meer hier beneden uit te voo
rren. Myn verzoek is, dat Mr. Helmstedt do
•geldswaardige papieren iu deze portefeuille voor
•mijn zustenzoon in bezit neme. De noodige
•aanwijzingen zyn op het eerste blad van dit
•boekjo te vinden.
{Slot oolfit.)
GOUDA, 18 September 1895.
Het programma der zevende muziekuitvoering
op Donderdag 19 September, 'e avonds ten 8
uur, op de Markt alhier, luidt aldus
1. Marseb Batavia D. Banwena.
2. Ouverture, Une nuit d'étó G. Tack.
3. Chants d’Hynieuóe Suite de
Valse»
4. La femlle do Rose
5. Donderland, polka voor pis
ton solo
6. Ouverture L'amitió
7. Aux bords de la Sambre
Ouverture G. Tack.
8. Am Früblingsmorgen Grande
valse
•doe u echter geen verwyton, want ik zou niet
weten, wat u na het voorgevallene beter had
•kunnen doen. Ook wil ik u wel bekennen,
•dat gij, met het oog op uw kortstondig ver-
«blijf onder mijn dak, niet geïntrigeerd, maar
volkomen te goeder trouw gehandeld hebt.
•Evenmin maak ik myno dochter verwyten,
•want zij is als eenig kind door bare oyders
•verwend I Intusschen zult u inzien, dat tij door
•haren eigenmachtigen stap vrijwillig uit hare
•familie getreden is, eo ik kan dus niets moer
•doen, dan God bidden, dal Hij zich in genade
•over haar moge ontferme en haar hot bygaande,
•dat haar in eigendom toebehoort, afsta evenals
•de overbrengster Sarah. Het is een bankboekje,
•waarin het opgeloopen bedrag van het voor
Ellens vruchtgebruik bestemde stuk farm, te
•zamen 1195 dollar. «Mocht hare moederoog
«iets van haar ia bewaring hebben, dan zal haar
•dit spoedig aan het adres van Mr. Morton
•gezonden worden. Haar paard hoeft zij van
•morgen zelve al meegenomen, ik voog daarby
bet paard, dat ik voor uw gebruik had afge
staan en nu, Sir, verzoek ik u ten stelligste
•van elke poging tot communicatie met my of
•Ellens moeder af te xien,zwant uwe brieven
•zouden niet gelezen worden. Moge mijn kind
•hare te vroeg gerijpte ulfstandigheid niet te
•spoedig berouwen I”
ELLIOT.
De brief viel Helmstedt mee, maar toen hij zijne
jonge vrouw aankeek, zag by hare oogen vol tranen.
•Och, August, het doet my zoo zeer,” zeitenau-
walyka hoorbaar, «zóó van mijne ouders te scheiden, I lyk te zeggen,
Overigens spreekt de Regeering „van
ten deele reeds aangekondigde ontwerpen.
Hiertoe zullen wol behooren de vroeger
genoemde Kamers van arbeid, het mid
delbaar onderwijs voor meisjes, do straf
vordering, maar toch laat de uitdrukking
ruimte om nog enkele verrassingen te ver
wachten. Noodig zijn die niet; er zal
met het bovengenoemde gelegenheid genoeg
zijn, veel nuttigs tot stand te brengen ten
bate van land en volk.
Voor politieke beschouwingen leent zich
dus deze rede niet. Het is alles reeds
bekend wat er medegedeeld wordt, zoodat
de Kamers wijs zullen doen spoedig met
ernst aan het werk te gaan.
Het overzicht van den toestand des
lands bepaalt zich tot de gewone, ditmaal
zeer korte mededeelingen, die gunstiger
luiden dan in 1894 het geval kon zijn.
Een jaar geleden, waren pas kort vóór
de opening der zitting de jobstijdingen
uit Lombok ontvangen en moest hot ver
trouwen worden uitgesproken „dat do eer
onzer wapenen op Lombok, ook na den
ondervonden tegenspoed, krachtig zou
worden gehandhaafd.” Thans kan wor
den getuigd dat „land- en zeemacht in
Oost-Indië bij vernieuwing in de gelegen
heid waren blijken van moed en volhar
ding te geven.
De oogst had in 1894 veel geleden van
de aanhoudende regens die de goede ver
wachtingen verijdeldeen wegens het
mond- en klauwzeer waren de grenzen
onzer naburen voor ons vee gesloten.
Gelukkig kan dit jaar de oogst der veld
gewassen in vele opzichten goed worden
genoemd, en do ziekte onder het vee is
nagenoeg geweken. Gaarne had men
daarbij de verzekering vernomen van de
regeering, dat de grenzen weldra weder
voor den uitvoer zullen worden geopend.
De Tijd vindt deze troonrede al te
optimistisch en had liever gezien, dat de
regeering verklaarde, dat de toestand van
handel en nijverheid bevredigend is „on
danks onze ellendige handolsstaatkunde.”
Hier speelt de voorliefde van den schrijver
voor de protectie hem zeker parten, maar
gaarne vereenigen wij ons met den goeden
wensch der redactie aan het slot barer
beschouwing
rige landen voor den invoer van ons vee
aanleiding gaf, is nagenoeg geweken.
„De toestand van handel en nijverheid
is, den invloed der in andere Rijken ge
volgde handels-staatkunde in aanmerking
nemende, niet onbevredigend.
„Gedurende dit zittingjaar wachten
opnieuw vele en gewichtige werkzaam
heden.
„Voor de verdere behandeling der wets-
voordrachten tot herziening van de perso-
neele belasting en tot regeling van het
kiesrecht roep Ik in de eerste plaats Uwe
medewerking in.
„Voorstellen tot nadere regeling van do
gemeente-financiën zullen U bereiken, ter
wijl ook andere wetsontwerpen, ten deele
reeds aangekondigd, zullen worden in
gediend.
„De toestand onzer bezittingen in Oost
en West-Indië geeft, in het algemeen,
reden tot voldoening.
„Met vertrouwen, Mijne Heeron, doe
Ik wederom een beroep op Uwen ijver
ter vervulling van Uwe veel omvattende
taak.
„Moge Uw arbeid, onder Gods zegen,
strekken tot verhooging van dep voor
spoed van ons dierbaar Vaderland^!
„In naam der Koningin verklaar Ik de
gewone zitting der Staten-Generaal re'zijn
geopend
Volkomen absentie dus van groote be
loften en weidsche voornemens. De hoofd
schotel van het parlementaire menu is
natuurlijk de reeds ingediende en in de
afdcelingen onderzochte Kieswet benevens
de nieuwe regeling van het Personeel. Het
is inderdaad te hopen, dat de samenwer
king van Regeering en Volksvertegen
woordiging deze beide belangrijke zaken
tot een gewenscht einde brengen. Daar
mede zal, na de behandeling der begroo-
tingen welke eenige weken in beslag neemt,
het grootste deel der zitting wel gemoeid
zijn.
Opmerking verdient ook, dat nu in zoo
vele woorden eene nadere regeling der
gemeentefinanciën wordt toegezegd. Wel
wist men reeds sedert verleden jaar, dat
men bezig was aan de voorbereiding van
dergelijk ontwerp, thans echter kondigt de
troonrede de indiening er van aan.
8