HET BLOEMENMEISJE.
Co.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
:he
as
Kapitaal en Interesten.
No. 0809.
Vrijdag 8 November 1895.
34ste Jaargang.
if.
ederen.
'5.
VROUWENSTUDIE.
FEUILLETON
ken.
ll
van
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
eer aan-
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco
post 1.70.
Afzonderlijke Nominees VIJF CENTEN.
oofdsteeg 1.
ibrng F 22.
(iOllIISI'IIE COURANT
en toen hij
Bastei in de
hoesten,
ideminga-
bewezen.
i wanne
ibevelen*-
HL
?5 cent.
nu rijst de vraagwat heeft de
die vreeselijke opleiding, welke
«De Ze-
voorko-
is, kennis
ire oorzakea
len.
piologisohe
op ons ze
es, datzoo-
iceskundige
nu» den
L Hofrad
xn
ADVERTENTIEN worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
i)
Ik hoop,
Florence bezocht I
het Café Civico-Militare, dicht bij de Piazza del
Granduco, mot eere
Behalve dat de koffie
Ik hoor u
waar blijft nu al wat er ge
en gesproken is over het ruimer
van de bedrijfsfeer voor do vrou-
kelijkon
htigheid
>ijn, mi-
pgowon-
imalijke
i zieken.
I. garolgan
Spraak-
a de ge-
Ive, par-
iheugen,
kundige
telen, al.
j vingen,
:>dder-of
rkregen;
beroerte
ien, wegens
reldheid
n duhe-
voor de
orhoofd.
handen
ingenoemde
an bleek-
ge meisjes,
non. die
ie da reactie
aangeraden
Bellen, dat
van den man optreedt, maar wèl als zijn
bondgenoot, die hom aanvult. Wil men
dus eon hoogere opleiding der vrouw en
de studie gebruiken als een middel om het
vrouwelijk geslacht evenals de mannen
naar de Universitiet te voeren en haar
alle mogelijke beroepen evenals mannen te
doen uitoefenen, dan verklaar ik dit voor
volkomen verkeerd Er is niets tegen in
tegen te brengen, dat enkele vrouwen, die
naar lichaam en geest buitengewonen aan
leg meenen te bezitten en in den huise-
lijken kring daarvoor geen voldoende be
vrediging vinden, een ernstige studie verder
voortzetten en zich aan de zoogenaamde
„broodstudie" wijden. Maar voor de vrouw
in t algemeen ligt dit niet in de bedoe
ling der natuur.
Zonder op die vraag nog dieper in te
gaan, wil ik toch nog uit mijn ondervin
ding het volgende mededeelen. Hoe hoog
ik ook de vrouwen stel als verpleegsters,
ja haar als zoodanig voor onmisbaar houd,
moet ik toch bekennen dat ik ze voor de
geneeskundige studiën niet geschikt acht.
Ik heb aan die zaak mijn bijzondere aan
dacht gewijd en heb gedurende mijn pro
fessorale loopbaan gelegenheid gehad onge
veer 40 of 50 vrouwen, die reeds in het
bezit waren van de doctorsbul, uit Enge
land, AmÖrika, Zwitserland en Rusland,
les te geven. Welnu, ik moet er bij voe
gen dat daaronder slechts „drie” waren,
die meer dan gewone begaafdheid hebben
aan den dag gelogd. En dat kleine getal
komt nog te meer uit, als men bedenkt
dat dit drietal nog thans met zeer moei
lijke omstandigheden te kampen heeft,
zoodat men wel moet aannomen dat zij
juist bijzonder flinke en karaktervolle
vrouwen waren.”
Aan dergelijke stemmen uit de practijk,
oordeelvellingen van deskundige mannen,
moet zeker hooge waarde worden toege
kend. Over het algemeen zal ieder het
met dezen schrijver eens zijn, dat de
roeping der vrouw ligt in hot huisgezin,
maar voor deze taak is beter en grondiger
voorbereiding, degelijker studie noodigdan
thans algemeen voor haar verkrijgbaar is,
terwijl voor die vrouwen, welke geen
vrede vinden in huiselijke bemoeiingen of
wel voor wie het huwelijk, ook doordien
De voorstellen van den minister Van
Houten, betrekking hebbende op het onder
wijs, hebben reeds vele pennen in be
weging gebracht. Vooral'de plannen, die
hij heeft met staatsgeld het onderwijs der
vrouw te bevorderen, hebben een deel der
voorstanders van dit ministerie nl. de
katholieken, in het harnas gejaagd en
dreigend wordt er gesproken van wraak
neming op dien bewindsman, wanneer hij
met zijn kieswet in ’t vuur komt. Dat
van anti-revolutionaire zijde, waar alle
openbaar onderwijs uit den booze is, geen
steun maar felle bestrijding het wacht
woord is, mag als bekend worden aan
genomen.
Daarentegen kan de minister rekenen
op de medewerking van alle liberalen, ook
van die welke op het gebied der kieswet
geving niet tot zijne geestverwanten be
boeren.
Hoe dit geschilpunt zal worden beslecht,
zal de tijd spoedig leeren, daar in Decem
ber bij de discussie over de begrooting de
zaak aan de orde komt, Intusschen hebben
deze voorstellen reeds dit nut gehad, dat
het vraagstuk van het onderwijs aan en
de studie van vrouwen in vele kringen
en bladen is besproken en dat men vrij
algemeen tot deze conclusie is gekomen: de
gelegenheid tot studie moet voor meisjes
openstaan, want bij de tegenwoordige
maatschappelijke verhoudingen zijn vele
gedwongen zich zelf een bestaan te ver
overen. Keurt men steun aan het onder
wijs voor de vrouw dan al niet goed uit
beginsel, met het oog op de practijk leggen
velen er zich bij neer.
In de laatste weken is in Duitschland
en vooral in Oostenrijk een levendige strijd
gevoerd over de vraag of het goed is,
dat vrouwen studeeren. Het komt ons
voor, dat een paar mededeelingen daar
omtrent onzen lezers niet onwelkom zullen
zijn. Een beroemd chirug prof. E. Albert
had op besliste wijze zich verklaard tegen
de uitoefening der geneeskunde door
vrouwen. Wel acht hij ze geschikt voor
verpleegsters, maar voor artsen deugen ze
niet. Dit advies was het sein tot velerlei
artikelen en correspondentiën, o.a. ook
voerd Dat doel kan niet enkel door
gewoon schoolgaan bereikt wordendaartoe
is vóór alles noodig dat de vrouw een
inzicht erlangt in den ernst van het leeren
en dat kan slechts bereikt worden wan
neer zij zelve Weder een gelijksoortige
opleiding erlangt als de knaap van ge
lijken leeftijd geniet.
Naar mijn innige overtuiging kan onkel
een hoogere vorming der vrouwen een
zedelijken en verzachtenden invloed oefe
nen op de vreeselijke verwildering welke
wij helaas bij een niet klein gedeelte der
mannen niet alleen in ,hun daden, maar
ook in hun denken waarnemen.
Een tweede, maar practische reden
Let eens op de toestanden bij de midden
klassen, bepaaldelijk in de groote steden.
De ernst des levens drijft den man uit
zijn huishij moet bij zijn zaak zijn.
|Wie zal nu thuis den zoons, bij hun
werk, ik zeg niet behulpzaam zijn, maar
toezicht op hen houden Een gouverneur
zal wel zelden aanwezig zijndie taak
valt dus aan de moeder ten deel. Hoe nu
zal deze ook maar in geringe mate nuttig
kunnen optreden, wanneer zij volstrekt
jgeen begrip, volstrekt geen inzicht heeft
np ’t gdên thans van de jongens, en weldra
misschien ook van de meisjes verlangd
wordt? Zoodoende zou ook de overdreven
angst en afkoer worden getemperd, welke
volgens de bestaande denkbeelden vaak
zelfs zeer beschaafd geachte vrouwen ge
voelen voor de school met de ondraaglijke
lasten en moeite, die haar lievelingszoontje
worden opgelegd
En daarmede ben ik aan het eind van
mijn betoog en heb ik in groote trekken
u mijn oordeel medegedeeld. Maar ik zie
reeds, hoe ge, met teleurstelling op het
gelaat, mijn brief op zij legt,
zeggen-
schreven
openen
wen
In dit opzicht, waarde mevrouw, loopen
onze denkbeelden wellicht ver uiteen.
Laat ik u echter oprecht mijne meening
zeggen. De werkkring van de vrouw is
zóó schoon, zóó edel, dat zij daaraan niet
mag worden onttrokken. De natuur heeft
gewild dat de vrouw niet als mededingster
hebt
Niet omdat iemand zich voor do glazen dour
plaatst en u het uitzicht belemmert
Niet omdat een of andere bedelaar u lastig valt
om una piccola elamosine, terwijl hij met gretige
blikken naar uw ontbijt ziet
Ik zal niet beweren, dat u niet oen of ander van
dien aard kan overkomen ik hob bot, holaas, zelf
to dikwijls ondervonden maar deze stoornissen
zijn slechts accidenteel eu hebben zoowel in Rome
als in Parijs, zoowel in Stokholm als in Napels,
kortom, overal plaats; die, waarvan ik spreek, zijn
iets wezenlijk karakteristieks voor Florence.... het
zijn de bloemenmeisjes.
De bloemenmeisjes, deze jonge, lichte veerkrach
tige, 1 zwartoogige en glimlachende Florentijuschen,
die haastig door het vertrek zweven en verdwijnen en
geurige bloemen en aangename indrtikken achterlaten.
De bloemenmeisjes, die met beminnelijke vrijpos
tigheid u in uw ontbijt, in uwe lectuur of in uwe
politieke, economische of erotische overpeinzingen
storen, om u een bouquet viooltjes in de hand te
stoppen, of eene heerlijke jonquillo in uw roksknoop
te steken.
De bloemenmeisjes, die niet verknopen, maar ge
ven, die nooit eene vergoeding van u vragen, die
uwe gave ontvangen, zonder er naar te zien en die
even vriendelijk glimlachen, of gij iets geeft of niet.
Gy zult mij toestemmen, dat gij nooit boos werd
over eene dergelyke stoornis, dat ze u daarentegen
dikwijls welkom was, dat ze menigmaal de rimpels
van uw voorhoofd deed verdwijnen en aan uwe ge
dachten eene aangename richting gaf.
(Wordt vervolgd).
«Komaan, Bastei!” zeide Reginel, «kijk toch eens,
wat hij daar neergelegd heeft I”
Bastei nam het papier in handen, vouwde het open
en las toen overluid voor:
«Op bijzonder verlangen van den lakenwever Pel
zig te Marienthal verklaart de ondergeteekende,
griffier bij de rechtbank, hierby voorloopig, dat de
genoemde Pelzig op den dag van heden de landhoeve
no. 41 te Marienthal, die vroeger aan Jacob Tannert
en sedert aan Christiaan Roth toebehoord hoeft, met
en benevens al de gereedschappen en den veestapel,
bestaande uit eene melkgevende koe, een kalf en twee
varkens, met den oogst, zooals deze te velde staat,
het gras op het land en het ooft aan de boomen
verkocht en voor onze oogen kon tan t met veertien
honderd gulden betaald heeft, en dat deze landhoeve
op uitdrukkelijk verlangen van den genoemden la
kenwever Pelzig aan den daglooner en tuinman in
’t klein Bastei, alhier te Marienthal woonachtig, en
aan diens vrouw als onbezwaard eigendom toegewe
zen is. Dit getuigt, daar de koopbrieven eerst later
kunnen ter hand gesteld worden, met den stempel
van het kleine zegel der rechtbank,
«De griffier der rechtbank in het
«Marienthal, den enz. district Marienthal,
«Daniel Schneider.”
een brief van prof. Von Schrötter, waarvan
wij de hoofdinhoud willen mededeelen.
Op den voorgrond stelt de schrijver, dat
hij zijn eigen dochters het gymnasium
heeft laten afloopen en komt dan met het
volgende betoog.
„Als geneeskundige behandel ik eerst de
vraag, of wellicht de studie voor het
vrouwelijk gestel schadelijk is. Dat wordt
vaak beweerd, en meestal door lieden die
niet uit eigen waarneming kunuen oor-
deelen. In dat opzicht nu kan ik u vol
komen geruststellen. Wat het lichamelijke
betreft staat het bezoeken van een h. burger
school of gymnasium volkomen gelijk met
dat van een andere goed ingerichte school
en over ’t algemeen zijn de meisjes ook
niet zwakker dan de jongens. Stellig kan
ik verklaren dat een uitgebreider opleiding
op het vrouwelijk karakter volstrekt geen
omkeerenden of ook maar schadelijken
invloed heeft. Men kweekt daardoor geen
blauwkousen. Ik heb gelegenheid gehad
te zien dat jonge vrouwen, die in Latijn
en Grieksch of wis- en natuurkunde on
derwezen waren, het meisjesachtige met
al zijn lieftalligheid hebben behouden, en
evengoed met naald en draad weten om
te gaan, fijn borduurwerk të maken" zich’*
voor tuin en voor kippenhok te interes-
seeren, als hare zusters die enkel Fransch
en Engelsch hadden geleerd. Wel moet
ik doen uitkomen, dat zij bij alle levens
vreugde een meer ernstige geestesrichting
hadden gekregen, en aan de modezucht,
waarop andere vrouwen vaak al hare zin
nen zetten en waaraan zij al haren tijd
zoek brengen, minder aandacht plegen te
schenken.
Maar
vrouw aan
wij reeds bij den man als een zware plaag
beschouwen Daarvoor kan ik u een
reeks van gronden aanvoeren. Ten eerste
ben ik van oordeel, dat de vrouwen uit
den middenstand over ’t algemeen be
hoefte hebben aan een hoogeren graad
van opleiding. Bedenk slechts, welke
hooge eischen thans worden gesteld aan
den man voor allerlei beroepen. Ligt het
niet voor de hand, dat ook de opleiding
der vrouw, de levensgezellin van den man
tot een hooger peil moet worden opge
dat een ieder, die in de laatste jaren
beeft, met mij zal erkennen, dat
- l:: .1~ j„|
mag genoemd worden.
onberispelijk is on het ge
roosterde brood niets te wenschen overlaat, staat het
u vrij, in het Journal des Débats of in den Monitore
Toscano, u aan hot staatkundig nieuws van den dag
te verzadigen, tenzij gij verkiest, het telkens afwis
selend gewemel op straat gade te slaan.
Zijt K*j T00r O0n n°°b het ander gestemd,
dan steekt gij uw sigaar aan, laat u in eene sofa
glijden en mankt uw plan voor den dag op
Of gij doorloopt in gedachten de gebeurtenissen
van der. vorigen dag
Of gij verplaatst u met behulp uwer verbeeldings
kracht in het vaderland en vraagt u zelven, hoe men
bet t’huis zou maken
Of gij maakt de balans van uwe reiskas op en
tracht uwe inkomsten met uwe uitgaven in harmonie
te brengen
Of gij gebruikt in alle rust en vrede en zonder
aan iets anders denken uwe kop koffie.
Welke uwe bezigheid ook zijn moge zooveel
is zeker, dat ze spoedig zal worden afgebroken.
Niet omdat uwe sigaar uitgaat
Niet omdat deze of gene «seccatore” aan uwe
courant trekt en vraagt, of gij nog niet haast gedaan
Nu ontglipte het document aan de hand van Bas
tei, en hij keek zijne vrouw aan, alsof het hem oen*
weinig voor de oogen schemerde.
«Begrijp je dat?” vroeg hy.
«Het is immers duidelijk te verstaan,” zeide zijne
vrouw, terwijl zij hare tranen droogde; «maar hoe
dat alles samenhangt, dat weet slechts God en de
wever.”
Nog eenige minuten zat Bastei daar roeiloos met
bet hoofd op de hand leunende; toen sprong hij op,
stak het papier in den zak van zijn kamizool en
snelde weg.
Hij stormde het kamertje van Pelzig binnen en
wierp het papier op de tafel neer met de woorden
«Pelzig een van bsiden is waaróf je wilt den
spot met mij drijven, óf je bent zelf gek geworden
en wilt mij ook gek maken. Hoe zit dat alles in
elkaar Vertel het mij eans oprecht I”
Palzig en ftjne vrouw glimlachten, en Pehig ver-
tsJde hem alles, wat bij nog niet wist, k"
ten einde was, legde hij de handen van
zijne eu zeide terwijl hem een traan in het oog
blonk «Och, Bastei het is nu do eerste maal, dat
onze goede God my de vreugde schenkt, mijn groot-
sten weldoener en trouwsten vriend in den nood
genoegen te kunnen doen gun mij toch, dit genoe
gen onvergald te smaken. Ik ben door de erfeqis
tot middelen gekomen, die bet mij vergunnen,
je zulk eene vreugde te bereiden: Laat het dus
daarbij blijven en geef mij eene quitantie voor de
voldoening van kapitaal en interesten
1:
6.uur.
6.—
6.—
6.—
6.
1.-
2. -
2.30
3.
3.30
4.30
5.
5.30
6.
6.—
6.-—
6. -
6
7. -
2—
3.—
3.30
4.30
5.
per