1 I 1 7EE IES ill H 1 f il BINNENLAND. idrukte Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Ha No. 6821. Vrijdag 22 November 1895. 34ste Jaargang. i FEUILLETON. 1 jj December- lark geval biedt de die door de r goedgekeurd I V en Zn. if H ll n ’meer!!! i ii van Nader schrijft I 1 e> /i-, de nkman Ie Zoon (IPordi vervolgd). ij Beroepen bij de Geref. Kerk te Boskoop ds. O. Eerdmaus te lerseke. ’ïeer als hy driftig is weet bij niet wat diepe snede in de buiging van den had bekomen, die een groote ver- irk >men daaroa- itueel 50(7,000’ WUD8CHE COURANT OVDE IMMER Is» 'CAL’ D door London DÉPOSÉ. SO J O,SS iolen te Gouda ir by: ERS Jz. van echtheid is irk steeds voor naam der Firma E. 11.' ■ON DON doet en verdwjjnen, icht, belet het van het hoofd con kunsten toegepast op de verschillende werken der ambachtsnijverheid waartoe de medewerking van verschillende artisten wordt ingeroepen. De commissie stelt zich voor dat deze ten toonstelling krachtig zal medewerken tot de ontwikkeling der decoratieve kunsten hier te lande. Nadere inlichtingen omtrent de tentoonstel ling worden verstrekt door den conser* vator den heer E. von Saber te Haarlem. T! w ff of 8.50 e 1.75 /a .90 in bankpapier niddellijk met 'oerd, en ieder het wapen van Loten zelf in ADVERTENTIEN worden geplaatst 15 regels A 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. en krachtiger berechting op i> iue, hij door De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. het vereisohte fling der prij- i, als ook de len is, gratis nze Begunsti-, cking de offi- ,n het nieuwe, jop van slecht^ m van 113,000 IMON, HAMBURG, iet vertrouwen n daar wij bij g ter deelne- ook Vbor het een stipte en eid van onze ven. schiedt steeds Staat en kan nar verkiezing otere plaatsen »rden. geluk begun- mlijke pryzen ioieele bewij- ■egen en on o Mark 250,0001 enz. deze op den onderneming irkzame deel- fkend en ver sies te kunnen edig mogelijk, De commissie van het Mussum van Kunst nijverheid te Haarlem, zal tegen 15 Januari 1896 in bovengenoemd Museum eene nationale tentoonstelling houden van ontwerpen, teeke- ningen, opnamen en modellen behoorende tot bet gebied der decoratieve kunsten en der Een jongen die erg driftig is en in zijn drift niet weet wat hij doet, had zich gisteren voor de 5e kamer der rechtbank te Amsterdam voor een ernstig feit te verantwoorden, ’t Ventje is 13 jaar oud en neemt als belangstellend hoorder aan de behandeling deel. In den avond van 27 September jl. liepen te Weesp een paar werksters van de cacaofabriek, op de hielen gevolgd door een bende kwajongens die den meisjes allerlei leelyks toevoegden en haar zelfs dreigden in het gezicht te slaan. Een der meisjes vlnchtte daarop in een gang, maar het besef dat zij kloek gebouwd en de jongens geen reuzen waren, gaf haar den moed weder naar builen te komen. Een van de jongens trad daarop met oitgestrekte handen op haar toe, zij maakte een afwerende beweging en wat er daarna gebeurde weet zij niet. Maar uit de verklaringen van andere getuigen blijkt GOD DA, 21 November 1895. Aangehouden door de politie J. B. 8. die in het politieblad stond gesignaleerd tot het ondergaan van 3 dagen hechtenis wegens open bare dronkenschap. Hij is overgebracht naar het huis van bewaring te Rotterdam. Aan de Krimpenerwaard-Spoorwegmaat- schappy is op baar verzoek door de Regeering tot 1 Mei 1896 uitstel verleend voor het storten van haar waarborgkapitaal voor het tot stand komen van den locaalspoorweg Gouda Schoonhoven. sen a M. 20,000 sen a M. 10,000 sen a M. 5,000 ■en a M. 8,000 sen a M. 2,000 sen IM. 1,000 sen a M. 400 ijz. aM. 156 a M. 800,200, 100,98,69,42,20 ens plan van strekking dezer rgde Geldver- Naar men verneemt, circuleert er te Krimpen a/d IJsel een adres door de gemeente, waarin het gemeentebestuur gewezen wordt op den onboudbaren toestand van den dijk naar Storm- polder en verzocht wordt hierin verbetering te brengen. De passage over dien dyk, welke zeer druk is, is als ’t ware onmogelyk, en vooral ’s avonds schept men de schoenen over in den vuilen gelen modder. Met een weinig grint, desnoods met koolasch, was hierin verbetering te brengen. Op de Hoef kade te ’s Graven hage ontmoette een koopvaardy-matroos een jonge vrouw, die hem bekend voorkwam. Ook zy keek hem aan, alsof zij hem meer had gezien. Er wat bleek nu vyf jaren geleden in Argentinië, waarheen zij met vader en moeder als landverhuizers warn vertrokken, had zy haar ouders ver laten au een man ontmoet en getrouwd. De jonge vrouw vertelde nu haar lijdensgeschie denis. Zy was in Argentinië getrouwd geweest, haar man wasj overleden aan een vreeselyke ziekte en nu was zij in wan hoop met haar eenjarig meisje naar Holland, naar Grftvenhage, vertrokken, waar de familie van haar man in goeden doen was. Bitter was het haar tegengevallen. De familie van haar man wilde niets van baar weten en nu wist zy niet waarheen zich te wenden. De broer, die nog een paar duiten had overgespaard, wist daar spoedig raad op. Nader schrijft men uit ’s-Gravenhage In den ouderdom van bijna 83 jaar ia hier ter stede overleden de heer W. C. A. Staring, oud-boofddirecteur van de rijkstelegraaf, een ambtenaar wiens naam onafscheidelijk is ver bonden aan de inrichting der telegrafie hier te lande. De heer Staring, die aanvankelijk de mili taire loopbaan gekozen en den rang van lui tenant der artillerie verworven had, terwijl hy ook als leeraar aan de Koninklyke Militaire Academie geplaatst was, ving de ambtelyke loopbaan dadelyk aan als referendaris, chef der 6e afdeeling (nijverheid) bij het departe ment van binnenlandsche zaken en nam toen, te rekenen van 1 October 1850, een werkzaam aandeel aan de voorbereiding van het in wer king brengen eener rijkstelegraaf. In Maait 1852, toen de telegraaf was ingevoerd, werd aan de ouder zijn beheer staande afdeelir- die der telegrafie toegevoegd en in hötzeL-« jaar werd bij benoemd tot lid van de commissie voor de zaken van de rijkstelegraaf. Den len Februari 1877 werd de heer Staring benoemd tot hoofddirecteur van de rijkstelegraaf, van welke betrekking hy den len Juli 1884 op de eervolste wyze ontheven werd. uw kind beleven. Het wordt den jongeling eene onverdragelijke gedachte, zich niet meer onder de eerlijke monschen to mogen rekenen; hij wilde boven andoren uitsteken en nu hooft hy zich zoo jammerlijk verlaagd. Zelfs do karrejongen behoudt nog zijn eerlijken naam, al draagt hij maar eene eenvoudige, grijze kiel; hot is ontzettend, dat hij zoo diep gezonken is, om zijr. hoogmoed te bevredigen. Hoe klein is hij tegenover zijna gelijken I Zelfs de gedachte aan zijne overleden ouders die slechts vluchtig in hem opkomst en aan do schande, die hy bun nog in het graf aandoet, drukt hem niet zoo zeer, als dat zyn goede naam te schande zal worden bij de dorpsbewoners, wanneer deze verne men zullen, wat hij gedaan heeft. Eindelijk, lang na middernacht, heeft hij zyn eeni- gen aanklager, zyn geweten, hiermede tot rust ge bracht, dat onmogelijk iemand iets van zijno schand daad weten kan; met dezen troost sliep hy in. Plotseling is het hem, als hoorde hij vóór deu molen een geruisob, als ware de molen in vollen gang, hij hoorde het molenrad klepperen en het rui- schen vau het wator. Maar de aanbrekende dag was took eon Zondag; dan stond het werk stil; want de molenaar houdt zich aan de wet. Hoe kon betook zijn I Hij zelf was immers altijd de persoon, die den molen in gang bracht I Hij luistert weder. Stil! neen, <lat is een ander geruiech; hot is vóór den moleneer wordt iets ge timmerd, hij hoort duidelyle do slagen van den ha mer. Hij sluipt naar het venster en ziet naar buiten. Wat is dat F Alle mrnschen nit het dorp zyn bijeen en slaan een galg op. toch niets kwaads in den zin? Bezint eer gij be gint! Ba, die onnoozele Leen met haar bijgeloo- vigheid I Hij schuift de lade zoover in, als hij die gevonden heeft. Maar de billetten branden hem in de hand ach I was hy ze maar weór kwyt I Maar nu hoort hij duidelijk, dat in de aangren zende kamer iemand nadert. Dat is de molenaar hij kent hem aan zijn stap. Als die hem hier eens betrapte? Gisteren nog behoefde hij in dit vertrek, by het openslaande bureau, voor den molenaar niet te vreezen een uur, eene minuut geleden ook nog niet zijne handen waren toen nog rein I Haastig bergt hij de papiertjes in zijn witte mole- naars-wambuis, sluip de deur uit en zet die weder aan. Hy luistert oen oogenblik: hij hoort, hoo de molenaar eenige zware geldstukken in de geldlade laat vallen en die dan dichtschuift. Een zware last valt hem van het hart: vooreerst heeft zijn mees ter niets gemerkt. Hij snelt den smallen trap op naar zijne slaap kamer; op hetzelfde oogenblik hoort hij, dat de kleermaker aan de molenaarsvrouw naar hem vraagt, alsmede dat doze den man naar het kleine kamertje zendt. Ook deze heeft dus nog niet de minste ver denking. Het kamertje van Hannes is in het achterste ge deelte van het woonhuis gelegen en ziet op het bosch uit. Het is reeds geheel donker. Hij zit tan het venster en staart in gedachten verdiept in de duis ternis. Slapen kan hij nog niethij kan niet tot rust komen; ook het stilzitten is hem ondragelijk, maar hy kan niet op en neer loopanhet zou iemands 4) Hij tast toe, doorbladert te, om te zien, of er veel van hooge waarde bij zijn. Hè, hoe lijk is die mo lenaar 1 Hannes zou blij zijn, wanneer hij er maar een gedeelte van bezat. En weder was het hom, alsof eene waarschuwende stem hom toeriepHannes, bedenk wat ge doet. In dat geld schuilt een booze geest, die u aanlokt en u in het verderf zal sleepen. Nog altijd staart de jongeling op het geld; hij hoort beweging in de aangrenzende kamer verschrikt deinst hy’qgne schrede terug. Het was niets; de groote staande klok gaf slechts den voorslag aan. Weder staat hij dicht bij het bureau en weder reept de waarschuwendo stem hem toeHannes, het is eens anders goed I Maar eene andere stem riep nog luiderMisschien is het niet geteld, de molenaar zal een paar van die papieren reepjes niet eens missen. Reeds heeft hij een billet in de hander staat eene groote 10 op. Neem maar I roept weder de laatste stem, neem nog meer! niemand ziet het en gij kunt het er weör in leggen, wanneer gij een sommetje hebt opgespaard. Reeds heeft hij eenige billetten gegrependaar komt eensklaps de waarschuwing van de arme Mag dalena hem voor den geest. Hannes! uw schaduw lang en donker, een booze geest volgt u, gy hebt gedaan, met het gevolg dat de heer van W. de kwade gevolgen daarvan reeds ten deele heeft ondervonden. De huishoudster betrapte op 5 dezer mevrouw v. W., terwyl zy anti* pyrine wierp in een glas bier, dat voor de helft reeds door den heer v. W. was opge- dronken. Mevrouw v. W. ontkende dadelyk na de ontdekking, eu beweerde slechts aan het glas gestooten te hebben. Het scheikundig onder zoek, ingesteld door de deskundigen dr. H. D. Krusemau en A. H. van Tubergen, daartoe door den rechter-commissaris aangewezen, heeft ecbt«r aan het licht gebracht, dat het bier in het glas antipyrine bevatte. De scbadelyke werking van antipyrine, in groote hoeveelheden gebruikt, is bekend. r' verhouding tusschen do eohtgenoofen Van was reeds lang zeer gespannen. Reeds vroeger is een eiscb tot echtscheiding tussclieu hen bij de rechtbank aanhangig geweest, doch tengevolge van de verzoening van partijen is daaraan toen geen gevolg gegeven. Thans had de heer Van W. weder een eisch tot scheiding van tafel eu bed ingedieud, eu de vrees dat dientengevolge de beide kinderen aan den beer Van W. zouden worden toegewezen kan mevr, v. W. tot de daad gebracht hebben. De be schuldigde ontkent echter tot nog toe alles en beweert het slachtoffer te zyn van eene valsche kunstig in elkaar gezette aantyging. Het requisitoir, waarop het bevel tot gevan genneming volgde, luidde als volgt De officier van justitie by de rechtbank te Haarlem. Gezien de hierby gevoegde processen-verbaal en voorloopige informatie. Overwegende, dat uit de overgelegde be scheiden voldoende bezwaren voortvloeien om S. M. C. J., oud 41 jaar, geboren te Tiel, echtgenoote van den notaris J. van W., laatst wonende te Krommenie, thans verblyf houdende te Laren in het Gooi, verdacht te houden dat zij met het oogmerk haar echtgenoot J. van W. van het leven te berooven of althans diens gezondheid te beeadeelen eu langs dien weg diens leven te verkorten, io hunne ge meenschappelijke woning te Krommenie tus- schen 1 September en 6 November 1895. Io. by herhaling opzettelijk en met voorbe dachten rade in voor haar echtgenoot bestemde dranken, die door dezen tot zich zyn genomen, antipyrinum, in voor de gezondheid schad Ijjke hoevoelheden heeft gemengd ten gevolge waar van haar echtgenoot ook schade in zyn ge zondheid heeft geleden en zich meermalen on wel heeft gevoeld tengevolge der stoornissen in zyn organisme door de werking van het antipyrinum ontstaan. dut zij een linkerarm bloeding en bewusteloosheid te voorschijn riep. Een van de getuigen herkent deu jeugdigen bekl. als dengene die op het meisje toesprong en een van do jongens buiten eede gehoord beweert dat hij zyn makker met een mes pp het meisje heeft zien lostrekken. - Of echter de jongen al dan niet de waarheid spreekt, Valt heel moeilyk te- zeggen. Door een andere get. wordt nl. verklaard dat hy den jongen (get.) heeft hooren zeggen »ik heb haar een goede snede gegeven*. De dokter uit Weesp verklaart, dat de hoofdslagader van den linker arm van het meisje was doorgesneden en legt een voor het karakter van den bekl. gunstige verklaring af. Overigens komen de verklarin gen van de getuigen niet in alle opzichten met elkander overeen. Do zaak schynt twy- felachtig. Jhr. Baud doet opmerken dat de Weesper straatjeugd niet onder doet voor de Amster- damsche. Is iemand door de uitdrukking straatjeugd* gegriefd, dan mogen de ouders der jongens zich dat aantrekken, die niet beter op hun kinderen toezien. De jongens die de hoofdrol speelden, zyn de kinderen vau een wethouder en van een dominee te Weesp. Avond aan avond worden de meisjes der fabriek te Weesp lastig gevallen door een bende jon gens, die zich handtastelijkheden en uitdruk- 1>.Mugen veroorloven, welke lang niet malach zyn. Spr. acht het bewys geleverd dat de bekl. de snede heeft toegebracbl. Ten aanzien van de straf, meende spr., dat men den jongen niet naar de gevangenis moest zenden, maar liefst eene boete, en wel van f 200, moest opleggen. PI. betreurde ’t dat men den jongen op de sitting had moeten brengen betere, d. w. z., spoediger eenvoudiger wijze laat de wet niet toe, De bekl. zelf verklaarde dat meisjes was aangevallen, dut hij zich verweerd had, en dat hij wel kan gestoken hebbenhij weet het echter niet, want hij is, zegt hy, driftig en r’- L" - hij doet. De verdediger, mr. Bruijn, meende dat er een dwaling heeft plaats gegrepen en dat niet zijn cliënt maar een andere jongen de dader is.(Hbl.) Men meldt uit Haarlem Uit kracht van een bevel der rechtbank al hier, is gisterenavond te 6| uur te Krommenie in hechtenis genomen mevrouw v. W. JM die, zooals gemeld is, verdacht stond van bij herhaling in voor haren man bestemde dran ken, als thee, jenever, bier voor de gezondheid schadelijke hoeveelheden antipyrine te hebben aandacht wekken, wanneer men hem zoo laat nog hoorde. De kamer van don molenaar en zijne vrouw is juist onder zijn kamertje gelegen en de dunne zoldering zou elk zijner voetstappen verraden. Langzaam stijgt de maan boven het donkere woud op; Hannes ontstelt bij bet heldere schijnsel. In de duisternis was hij als verborgen met zyno schuld nu wordt alles zoo licht. Hij slaat de oogen naar den achtergrond van zijn kamertje en ontstelt op nieuw: juist valt het heldere maanlicht op de fraaie kleuren, die hij naast zijn bed aan den kapstok ge hangen heeft. Is dat nu geluk? Zullen de fraaie kleederen hem niet veeleer als een last drukken on onverdragelijk worden? Maar niemand komt aan de weet, waarmee ze betaald zyn I De molenaar dat weet hy zeker is geen beste rekenmeester, hij tolt ter nauwernood zijn geld. Een aanklager heeft hij nietvoor wieu zou hij dan vreezen F Hij werpt zich met de kleêren aan op zyn leger en wil slapen; hy is zoo moede van zijn dagwerk en van de span ning,' waarin hij dezen avond verkeerd hoeft, maar de slaap komt niet. Kan hij dan niet meer bidden; Neen, het bidden heeft hij reeds lang verleerd F daartoe heeft hij geen tijd gehad zijne gedachten waren wel op iets anders gevestigd. Hij staat op on treedt aan het vensternu is de maan zoo hoog aan den hemel geklommen, dat ze over het geheele bosch schijnt en dat aan den anderen kant zelfs het kerkhof zichtbaar wordt. Daar zijn de graven zijner ouders. Arme eerlijke vader, arme goede moeder, hoe trouw hebt gij bij uw leven uwen zoon vermaand, Gods wegen te be wandelen en eerlijk en braaf te blijven. Wel u, dat gij in de kille aarde rust; gij kunt geen schande aan werking De W.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1895 | | pagina 1