H ffl, 1 ERS, a Haag. H. BINNENLAND. Zn. H GS, LTS en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. ten, No. 6836. Dinsdag 10 December 1895. I FEUILLETON. DE WEDUWE. uiting. Inkt te Gouda Omstreken F 34ste Jaargang. Bepareeren 3LS. I IHING. et bijna 100 vau Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. f te Nijmegen de politie orergelererd. de men i kman Zoon JFordt v*rvolfd.) ■andoen, iden voldeed, verkrijgbaar De Strijkster eel, of in 24 it in 24 afle kken pracht Bij de politie te Leiden zijn benoemd tot agenten W. Begeer en L. Abelman. BESTE aDELLIJ K ND. verhaal dezer met VIGTO- >ijval geoogst. RE, Hertogin 1ANS-GÊNE, 3r de personen over het ka- het mooiste, ;t meest pak- HARMO- irecte importa- R L1GI ma 5» ïldocrn; KLEIWEG MNKIJJKT. VERWen ÓLSSCHERIJ lillHISIII L (011{ l \T. dat is het laatste bosje van het pond, dan drie dagen over gedaan. onze Stina kon in twee dagen een toch moet ik zeggen, dat go het PIANO’a uit an, in raime ADV EHTENTIEN worden geplaatst 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. De heer B. H. J. Boers, geboren te Gouda, is geslaagd voor het practische apothekers^ examen. GOUDA, 9 December 1895. Heden morgen ten ongeveer 6' uur brak brand uit in de stalling van de wed. C. La- feber, gelegen achter de Houtmausgracht. Boven de stalling was de hooizolder, waarop p. m. 70000 pond hooi geborgen was. Een der knecht- 8. v. d. E. die des morgens vroeg was terug gekeerd, was een uurtje gaan slapen in het hooi, door de warmte werd hij wakker en brandde zyne handen, terwijl zijn kiel eveneen- in vlam stond, hy had de heldhaftigheid een paard'"1'dat nog in den stal was er uit te ha len, de overige paarden waren gisterenavond met vrachtne naar Rotterdam gegaan. Het ge- heele pand is boven uitgebrand, het hooi word-* door de brandweer en stadswerklieden er afge baald en op de Houtmansgracht nilgestrooid. telkens moet nog water gegeven worden om dit te dooven. De slang der waterleiding gaf bet eerst water, daarna de spuit der militairen, waarna No. 2 der gemeente-spniten watergal. Naar wij vernemen is alles geassureerd bij d^ Haarlemsche Brnndverzekering-Maatschappjj het hooi evenwel laag. De burgemeester, vele raadsleden en verdere autoriteiten waren tegen woordig. De politie eu schuttery hielden het terrein afgebet. ^Geeije Verdere onheilen kwa men voor. De afd. Dordrecht zersgenootschap en Ned. Onderwijzers gemeenschappelijke v. d. Horst belegd, De redactie van »du Kampioene verklaart, dat het gewijzigd voorstel tot heffing vau een rjj wiel belasting haar in hoofdzaak zeer goed kan bevredigen. Doch o. a. maakt zij de vol gende kantteekening Wij zouden gaarne zien, dat de in hetont werp-Rutgers bedoelde beroepen en bedryveo nog met eenige categorieën werden uitgebreid, zoo’n lompert niet laten rijden, die niet eens sturen kan. Hij vertrekt met den Mei, hm I” „Hou is het mogelijk, dat gij zoo boos op hem zyt «Hm! Waarom zou ik niet boos op hem mogen zijn Hij kan de paarden niet sturenzij gaan al* tijd op den loop. En bovendien bevalt mij zijn ploegen ook niet; hij maakt de voren niet diep ge noeg. Ik heb het hem een paar malen gezegd, maar het blijft toet mem (tout de même).” H Dat is toch erg, dat Niels zou vertrekkenwant hij is altijd zoo pleizierig.” n Pleizierig F Hm, ik heb hem niet voor ploizier gehuurd. Neen, hij moet weg, en ik kan het hem wel zeggen, als hy binnen komt.” Sophie zweeg weder, want eene nieuwe verdriete lijkheid was haar deel geworden. Het duurde ech ter nauwelijks vijf minuten, of zij had haar leed verkroptzij was aan zoo iets gewoon. u Wij zullen bij Jensen zeker wel de heeren en dames van Vollerup zien; die zijn immers familie van de vrouw?” begon zij woder. „Neen, er komt niemand van de groote lui.” „Hé, dat is vreemd! Het zijn toch de broers en zusters van de vrouw.” „Ja, maar toen ik op de krasm-visite was, heb ik gemaakt, dat zij niet verzocht werden. Wat ge ven wij om dat grootsche volk? Wat hadden zij ar niet op tegen, dat hunne zuster hier in het dorp kwam! Als het dorp hun toen niet goed genoeg was, dan is het dit nu ook niet, hm I” Naar aanleiding van den plotselingen dood van een in een poortje in de St. Jacobatraat te ’«-Gravenhage wonenden man, een venter met Bchuurmateriaal heeft zich een gerucht verbreid dat de dood het gevolg zou zyn van een val, door den gestorvene gedaan onmid deliyk na een woordenwisseling met een zekeren K. Naar men verneemt heeft zich in deze zaak de politie gemengd, die het Ijjk ter gerechte- lyke schouwing naar Leiden heeft opgezonden en is de persoon K. voorloopig ter beschik king van de politie gesteld. Een Engelsch blad verhaalt het volgende. Een Kaapstadscbe beer ontmoette een arme vrouw, die hem 5 s. vroeg tot betaling van bet doopgeld van haar kindje. Hy gaf baar een gouden pond en zeide baar om hem 15 terug te geven. Zy ging en bracht hem het kleingeld. Hy kwam tehuis en zeide aan zijn eebtgenoote, dat hy drie goede daden had verrichtlo. bad hy een arme geholpen 2o. hy had een nieuw lidmaat aan de christclyko kerk bezorgd; 3<i. hij bad een valacb geld stuk van de band gezet. Te Rozendaal (N.-B.) is Zaterdagochtend *®ene vreemde dame aangehouden, die in ver- sdhlüendö winkels nieuwe golden» inrnilde. Een bakker, die Vrydag na haar vertrek 15 gulden vermiste, gaf hiervah kennis aan de politie, doch de dame was niet te vinden. Zaterdagochtend echter kwam zij opnieuw den1 winkel binnen en vroeg, na eene kleinigheid te hebben gekocht, nog eenige nieuwe guldens te mogen inruilen. De bakker liet 20 gulden zien, doch merkte spoedig, dat zy er twee op zeer behendige wyze in haar zak liet glyden. Thans werd de dievegge door de knechts van den bakker, die alles hadden bespied, gegrepen en aan de politie overgeleverd. De schryftaal van onzen tijd is een wille keuiig samenstel dat niet wortelt in de spreek taal. De nieuwere richting wil als vorm aange nomen zien de taal, die in de beschaafde bur gerklassen van Holland als spreektaal gebruikt wordt. Deze taal staat overal min of mee onder den invloed van het dialect, maar is in hoofdzaak overal dezelfde. Als voorbeeld hoe deze beginselen konnei worden uitgewerkt en toegepast in de practijk schetste spr. hoe hij zich dat onderwys, inge richt denkt aan de le klasse van een gymna sium. Allereerst moet helder gemaakt worden dat taal niets is dan klank, het middel waar door de eene mensch zyn gedachte aan den anderen kenbaar maakt door klanken. In de tweede plaats komt aan de beurt de verhouding van de laai tot het leeken waarbij den leer ling blijkt, dat het gedrukte of geschreven woord een zeer onvolkomen voorstelling geeft van de gesproken taal. Vervolgens wordt een vergelijking tusschen deze beide gemaakt aan de hand van de leesleshierbij komen b. v. oefeningen voor als dezede leerling brengt een stuk proza uit de schryftaal van zyn boek over in zyn eigen individueele spreektaalde onderwyzer leest een stuk «oor met stipte in achtneming van de gebruikelijke spelling, waarna de leerlingen bet opschrjjven in de spreektaal. Op” dezelfde wyze zooals hier het verband tusseben klank en teeken wordt aan gebracht, wordt ook de waarde der teekens*èn der accenten duidelyk gemaakt. Aan het goed verstaan en begrypen van bet gelezene wordt bet grootste gewicht geheebtde leerling fnoet zich zelf leeren controleerenen naar deze opvatting wordt de leeraar in moedertaal de man die helpt om de leerlingen wakker te maken, het taalonderwijs wordt zaakonderwys. Het doel van de nieuwe moedertaal-richting is mitsdien bet kind los te maken uit de Chi- neesebe taaldogmatiek der 18e eeuw, waarin de ziel van het kind bij toepassing van de be staande richting van bet taalonderwijs, wordt gevangen gezet. De ziel van het kind moet vrij gemaakt worden, het oorspronkelyk gezond verstand tot zyn recht komen. Veel bestaandi literatuur moet vergeten en verloochend wor den, maar ook wanneer men zich al het ge schrevene en gesprokene wegdenkt, blijft de levende taal in den mond der levende men- schen over, en waar die taal op deze wyze tot haar recht komt, daar zal naar spr.’s overtuiging, een geslacht dat na ons komt een nieuwe, gezonde volksliteratuur zien ont staan. De spreker vond warme instemming, en in op zjjne rede gevolgde discussie vond hy geen principieele bestrijding. als b.v. journalisten, aannemers en architecten, bloemen- eu boomkweekers, handelsreiziger'1 en ouderwijzers. Blijkens de statistiek in 1891 door den bond opgemaakt (deze is dus onge veer 5 jaar oud) waren er toenmaals 56 aan nemers en architecten, 58 bloem-* en boom- kweekers, 94 handelsreizigers (manufacturiers inbegrepen) en 62 onderwyzers, die het rywiel in hun beroep gebruikten, en thans mogen we gerust aannemen, dat deze getallen veivjjf- of -zesvoudigd zyn. Dezelfde billykheidsgronden, die pleiten voor het toestaan van vermindering van belasting aan winkeliers en deurwaarders, kannen met evenveel recht worden nangevoerd ten bate der door ons opgenoemde categorieën van wielryders. avond feest gevierd, wijze. Nadat men in den nacht van Dinsdag op Woensdag by G. de KI. den stal gedeelte lijk vernield bad, heeft men op genoemden feestavond van denzelfden persoon du itortknr in de Graaf gegooid en den tentwagen in de Wetering. Zwarte Antje heeft bericht gezonden dat hare volgelingen zich v rdedigen mogen, zoo als zij goed dunken. Ee i persoon die op kort avonden was geweest werd, zonder reden, reeds met een mes en een blaaspijp bedreigd. De hofstede van de weduwe ligt in het veld, in de nabijheid van bet bosch. Er staan hooge popu lieren omheen en de witte muren komen vriendelijk tusschen de boomen uit. Van den wog geleidt een goed aangelegd pad naar de woning, en menig reizi ger heeft wellicht lust gevoeld, daar eenige oogen- bliltken te pleisteren. Vraagt hij zyn voerman, aan wien de mooie hofstede toebehoort, dan ontvangt hij tot antwoord: aan de weeuw. En daarmede moet hij genoegen nemen; niemand vraagt naar haar naam, dewyl zy de eenige weduwe van het dorp is, die eene eigene hoeve heeft. Komt men dichter bij, dan ziet men. hoe netjes en puntig alles is. Ik zal maar het eerst spreken van de „goudmijn”, waarop iedere boer jaloersch zou worden. Men ziet hier namelijk niet eene mestvaalt, die maar zoo in het wilde is neêrgeworpen, maar eene regelmatige, vierkante battery, waarin het hooi niet ontbreekt en welke van drie kanten door eene gracht omgeven is, die haar bijna onneembaar maakt. Een kenn r zal dadelyk zien, dat da vloeibate inhoud van de gracht her haal del ijk op de vaalt gehoosd wordt, opdat de ongelijksoortige bestanddeelen van deze in gisting kunnen geraken maar ik moet mij zelvon geweld aandoen, om mij van deze bosron-goudmyu los te Uit Zomeren wordt van 6 Dec. gemeld Gisterenavond verliet een schipper, een reeds bejaard man, zyn vaartuig liggende alhier Huis 12 van de Zuid-Willemsvaart. Toen hy wat lang weg bleef, werd men aan boord ongerust en ging men hem zoeken. Evenwel zonder hem te kunnen vinden. Van morgen echter beeft men zyn pet en klompen dryvendu ge vonden in de vaart. Ofschoon men den man zelf nog niet gevonden heeft, ducht men terecht dat de ongelukkige verdronken is, door de duisternis misleid. van bespeelde van het Ned. Onderwy- die van den Bond van hadden Zaterdagavond een vergadering in het lokaal waarin de heer J. H. van den Bosch van Gouda het woord voerde over »de methode van het nieuwe moedertaal-onder- Spr. stelde by zijne inleiding op den voor grond, dat waar bier van methode gesproken wordt, nist in de eerste plaats de leergang maar wel de leerstof een onderwerp van be schouwing moet uitmaken. Immers eerst wan neer vaststaat wat deze laatste omvat, kan van methodische rangschikking sprake zyn. Als grondbeginselen van de nieuwe richting gaf spreker aanalle taal is klankalle taal is individnMl. rukken. De tijd zal mij ontbreken, om alles wat op de hofstede der weduwe te zien ie, zoo goed te beschryven; maar zoo gaat het, wanneer men een maal op zijn stokpaardje zit. Wij doen het hek open en komen op de keurig reine plaats van de hoeve, waar niets meer aanwezig is dan er moet zijn. Wan neer de boeren zulk eene hofsteê zien, zeggen zij van den eigenaar: dat is een knappe boer. Deze uitdrukking zou hier misplaatst zijnbovendien zyn wij geen boeren en daarom zeggen wij: dat moet eene ordelijke vrouw zyn. De vensters zyn zoo glinsterend, dat men er zich in spiegelen kan; maar nergens staan bloemen voor de ramen, wier beeld door de heldere ruiten kan weerkaatst worden. Wij stellen den lezer natuurlyk eerst de weduwe voor. Verwacht geen in het zwart gekleede, troos- telooze vrouw met rood geschreide oogen, want tot dit soort van weduwen behoort zij niet. Neen, zij is eene gezette vrouw mot roode wangen, stijve hou ding en gebiedenden blik. Wanneer men haar daar in hare waardigheid aan het snorrende spinnewiel ziet zitten, gevoelt men, dat men best dool, haar niet „onder de handen”, te komen. Aan het andere Spinrokken zit hare dochter Sophie. Het is een meisje met een zwart kopje, een paar levendige oogen en kuiltjes in de wangen. Ér is aan haar niets waar te nemen, dat naar deftigheid of gevoel van eigenwaarde gelijkt. Het is baar aan te zien, dat zij lust heeft in ’s levens vreugde; maar in het bijzijn barer moeder moet zij zich inhouden, want deze houdt van geen scherts. Sophie heeft vernomen, dat er bij Jens Jensen in het dorp een groot doop- maal zal gehouden worden. Ook zij zal aan dit feest deelnemen; zij denkt er bij dag aan en ook ’s nachts. Voor de arrondissementa-rechtbank te Arn hem stond Zaterdag terecht A. van Eminenes, redacteur van de Voorwaarts,* ter zake van smaadschrift. Bekl. had in de nummers van 26 October en 2 November van geuQumd WwAbhul aan lwe© officieren en -twee -burgers te Inste gelegd het als getuigen a décharge in een voor het kantongerecht behandelde ver volging wegens drank wetsovertreding afleggen van een valschen eed. Als getuigen a décharge werden thans o. a. op verzoek van bekl. geboord bet geheel kantongerecht en de vier heeren op wier klacht de strafvervolging is inge^teld. De eisch was 8 maanden gevangenisstraf. Bekl. wiens advocaat mr. Biederlack niet was verschenen, droeg zelfs eene verdediging voor. Uitspraak heden. De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs er drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Het »Nwbl. r.o SlioiJ. meldt uit Molenaar.* graalOok hier beeft men op St. Nioolau- maar op een zeer vreemde wanneer zij wakker wordt. Zij zegt „Zie, moeder, Ik heb er niet meer „Zoo, maar pond afspinnen goed maakt.” „Marie Sórena zal zoo mooi zijn op het doopfeest bij Jens Jensen zij zal een groen wollen kleedje aan hebben.” „Hm, zoo? Ja, zij denkt aan niets anders dan aan mooie kleuren.” „Och, moeder, ik zou ook zoo graag zoo’n kleedje hebben. Als gij me er een geeft, dan zult gij eens zien, hoe ik spinnen zal.” „Dat zult gij toch wel moeten. Hm, zoo’n staatsie past niet voor boerendeerns. Je hebt je half wollen, half linnen kleedje, dat je op zyn best eenmaal hebt aan gehad.” „Ja, maar het is zoo zwaar aan het lijf, als dansen wil.” „Als gij moede van het dansen wordt, dan houdt gij op. Én nu is het genoog, zottin. Hm 1” v Na dit vriendelijk bescheid wachtte Sophie een paar minuten, waarin zij zich met haar droevig lot verzoende; maar toen kon zij niet langer zwygen. „Niels heeft een paar nieuwe laarzen besteld, en hij zegt, dat hij bij Jens Jensen er de zolen zal af dansen.” „Hij zal zyn zolen wel sparen, want hij gaat niet meê.” „Wat, moeder gaat hij niet meê En hij denkt het vast on verheugt er zich al op.” „Wat kan mij dat schelen, hm I Ik wil mij door enz. enz.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1895 | | pagina 1