N,
DE EED MIADÏ lil®
’PIJ.
3RING,
ES,
’PIJ.
Woensdag 8 Jkpril 1896.
No. 6935.
35ste Jaargang.
BINNENLAND.
Meuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
ilE.
□DA.
FEUILLETON
jht.
It l)zn.
3*»
II Dz,
EREN.
s 1 uur,
uda.
1
vau
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
deerde
populariteit
men
in het daarvoor
vor-
unstige voor-
per duizend.
l'IUUM.
(IFordt wtulgd).
N 3c Zssn
jn van 1
Inder-Voorz.
vak REEDT
Zekere
morgen
r UTRECHT
Met dezen
Passagiers
ran
ver-
Directeur-
1,01 INIIL COURANT
w
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEJi.
Een brutaal stuk.
Men meldt uit Den Haag
In het groote huis op den hoek van den
Kneuterdijk en de Hooge Nieuwstraat, hetwelk
gedurende vele jaren niet bewoond was en te
huur was aangeslagen, was sedert oenigon tijd
werkvolk bezig met herstellingen. Naar men
oproeping,
daaronder
ADVERTENTIES worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
toestand op Atjeh roden geveu tot ernstige
bezorgdheid.
I
Bij het departement van Kolonies is het
volgende, van Zondag gedayteekeude telegram
van den Gouverneur-Generaal ontvangen
Generaal Deykerboff ontving bericht, dat
Toekoe Djoban den pretendent-sultan op 31
Maart verzocht bad, naar Groot-Atjeb te
komen, daar hij ons verlaten had, en dat
Panglima Polim te Lam pisang is.<
Dat mag
noemen
Te Capelle a.d. IJssel is iemand met alge
meens stemmen op één na tot lid van den
gemeenteraad gekozen.
vermoed dat men hier te doen
vertakking van de zwarte
■oortgelyk bedrijf elders in
het land heeft nitgebaald.
Het spreekt van self, dat in het huis on
middellijk bet werk gestaakt is.
De huurder was zoo royaal, dat by de
meeste verrichtingen binnensbuis, die (en laste
van den huisheer komen, voor zjjne rekening
nam om niet afhankelijk te zijn van den huis
heer en eenmaal ze!fs aanbood f 50,000 te
deponeeren ten bewyze dat by er goed voor was.
Behalve de werkbasen, moeien nog eenige
fabrikanten de slachtoffers van deze oplichting
zyn geworden; een groot établissement hier
ter stede is daaraan ontkomen omdat de leve
rancier gewaarschuwd werd juist op het oogen-
blik dat een wagen vol salonartikelen voor het
huis ter ontpakking gereed stond.
De Zweed is sedert niet meer naar de
deringen van het werk komen zien.
De vrouw, een byua 75jarige, ie gisteravond
nit de voorloopige bewaring ontslagen en beeft
de wyk genomen naar Rotterdam, waar men
denkt dat de hoofdzetel van do boude geves
tigd is. Reeds zou voldoende gebleken zyn,
dat de bedryvers niet van vreemde nationali
teit zyn, al was er een onder die achter de
schermen de hoofdrol speelde.
Do meeste handelaren, die tot dusver schade
hebben geleden door het listig optreden van
den quasi-hunrder, zullen vermoedelijk schade-
verscheidone menschen aan boord die op ten ver
leden vol overtredingen terug zagen sommige had
den groote zonden op hunne rekeningweinige ver
keerden in dien staat van voorbereiding dat zij den
dood met kalmte te gemoel konden gaan. Van waar
dan die kalme kinderlijke berusting-, wat was er het
geheim vau? Ken ran de passagiers, een predikant,
had voornamelijk veel toogebraoht om de ongel uk-
kigen die berusting cu dat vertrouwen te schenken.
Toon alle hoop verloren was, en men den strijd tegen
de woedende elementen moesf~ opgaven riep deze
bravo man alle schepelingen in do groote kajuit bij
een. Hjj wees hen op de genade van Christus, die
ook in deze laatste stonde niet uit zou blijven; hij
bezwoer hen, dat zoolang zij nog slechts eene mi
nuut te leven hadden, do hoop en do gelegenheid
hun bleef om door dou Zaligmaker tot God te gaan.
God zelf verleende hun die gelegenheid. Hij her
innerde hun dat den moordenaar aan het kruis ge
nade was geschonken; hij deed hen opmerken, als
zij er mogelijk vroeger nooit bij hadden stil gestaan,
dat Jezus, toen Hij op aarde was, allen die tot hem
kwamen had aangenomen; dat Hij hun nooit had
gevraagd waarom zij zich niet eerder bekeerd hadden,
dat Hij hen nooit de veelheid hunner zonden had
verweten; maar dat Zijne genade te overvloediger was
geweest naarmate de schuld zwaarder was. Jezus
nam nu nog, even als toen, alle zondaren in ge
nade aan, vervolgde do predikantHij was nog de
zelfde liofdevolle Heiland die er zijne grootste za
ligheid in stelde om zondaren te verlossen, indion
zij slechts vol geloof tot Hein kwamen, niets moest
hen verhinderen.
brengen, als er hier in den omtrek eene is.
Ik houd eene herborg, en zij is niet ver
hier, zeide Ravensbird. Wij zullen hem good
zorgen.
De wagen kwam dichlor bij, en de man werd
er in gebeurd. De jongeling wilde volgen, maar
vooraf groep hij de hand van Wilfred Lester.
Het lijdt geen twijfel,, mijn vriend, of wij
danken u naast God het leven. Ik hoop u Inter
nog inniger mijn dank te betuigen dan ik er nu
toe in staat ben.
Toen hij sprak hoorde men dat hij oen gentleman
was, zijn toon was bijzonder aangenaam, en aan zijn
accent herkende men den flju beschaafden man. Een
dorde volgde hen in de koets, het was een matroos,
wiens hoofd zwaar gewond was, en de wagen reed
daarop naar Zeemansrust. Ravensbird was vooruit
gegaan om hen te ontvangen.
Wilfred Lester deed nu eene nieuwe
en had weldra verscheidene mannen, eu
weder Bill Gand om zich verzameld.
Neen, Dick, ik neem je niet mede, zeide Wil
fred, terwijl hij een van hen afwees.
Waarom niet? vroeg de man. Ik ben sterk
genoeg. Ik bon veel gezonder sedert die ziekte van
verleden zomer.
Hij was mogelijk sterk genoeg, maar het scheen
wel dat Wilfred Lester eene andere reden had om
te weigeren hem mede te nemen. De man bad eene
vrouw en zeven jonge kinderen.
Ik wil je niet mede hebben, zog ik. Ga terug,
Dick I Wij hebben geen tijd te verliezen.
Nauwelijks had Wilfred Lester deze woorden go-
uit toen men in de verte een luid gegil vernam.
(91
Een van de mannen dio zij onder uit de boot
haalden, sprak mtt flauwe stem. Hij had niets aan
als oen hemd en een broek, hij scheen reeds bejaard,
want men zag bij het heldere maanlicht dat hot
vochtige haar dat over zijn gelaat hing grijs was.
Op welke hoogte van do kust ziju wij gestrand?
vroeg hij. Hoe heat het hier?
Danesheld.
Mijn hoofd, was het nauwelijks hoorbare ant
woord. Ik ben koud. Geef mij een doek voor mijn
hoofd.
Er was aan het strand geen overvloed van doeken
voorhanden maar een der omstanders ontdeed zich
van zijn mantel, en spreidde dien over den geredde
uit. Hij trok de kap over zijn hoofd en zijn gezicht
heen, om zich tegen den wind te beschuttenen een
ander van do geredden, een jong monsch die geheel
en al gekleed was, als ware hij in zee gesprongen
zonder dat hij den tyd had gehad om zich voor te
bereiden, haastte zich hem te helpen. Hij scheen
wel een vriend, naar de bezorgdheid die hij voor
den ouden man had te oordeolen, maar mogelijk was
hij een bediende, of misschien enkel een tochtgenoot.
Beide waren passagiers, geeu matrozen.
Ik wilde hem gaarne naar eene goede herberg
de man ook daar onbekend was. Terwyi het
werk aan bet huis op den Kneuterdijk werd
voortgezet, kwam de Zweed andermaal een
kijkje nemen en toen hem werd medegedeeld,
dat men hem te Stockholm niet kende, ver
wonderde by zich daarover niet, daar by syne
woonplaats had in eene der voorsteden van
Zweden’» hoofd stad, bjj name opgegeven.
Per telegraaf deden de lasthebbers daarnaar
onderzoek, en toen het antwoord luidde, dat
de persoon in quaestie ook daar ter plaatse
geheel onbekend wastoen gingen de
oogen open en kwam men tot de ontdekking
dat men met een flesscbentrekker van de ergste
soort te doen had.
Alles wees er op, dat de sluwe Zweed hot
btiis had uitgekozen tot arbeidsveld voor zyne
kanstgrepen, dat ’t hem gelukt was het Werk
volk in hui» te krjjgsn om soodoende aan
zyne soliditeit te doen gelooven, en dat al het
geleverde in de woning was gelokt om 't er
spoedig weer nit te dragen, wat dan ook met
vele artikelen gebeurd is. Waarheen Dit
vorderde eeu onderzoek van de politie, die
eergisteren met de zaak in kennis werd gesteld.
Dientengevolge is de bewaarster voorloopig
aangehouden.
Er wordt
heeft met eeu
bende*, die een
Een duur visebwater.
Een rechtsgeding dat tal van jaren geduurd
heeft, ia deze week door den oppersten rechter
in Engeland, bet Hoogerbuis, beslist. Het
betrof het visebreebt in een stroompje van
120 meter lengte, dat de grensscheiding vormt
tuaschen de eigendommen der beide partyeu
en waar »on» zalmen worden gevangen. De
eerste rechter verklaarde zich nadat elk
ongeveer f 2500 kosten had gemankt voor
onbevoegd, en gaf hun tevens den goeden raad
het geschil in der minne bij te leggen en
beiden broederlyk in hetzelfde water ie vis
schen. Maar by de pleidooien baddep de
advocaten zoovele hatelykheden gezegd, dut
de gedingvoerenden van geen verzoening wilden
weten.
Er werd voortgeprocedeerd bij de Quoenf-
Bencb, die den eiseher gelijk gaf. Maar in
hoeger beroep werd het vonnis vernietigd en
teruggewezen naar een andere Kamer der
>Bank
Deze wees den eisch af en niet beter ging
het in hooger beroep. De eiseher gaf het
niet op, maar bracht de zaak ten slotte voor
de Lord?. Zonder goed gevolg edfiterhjj
werd tevens in alle gerechtskosten ^roordeeltl
die tot f 92.000 waren gestegen, en moet
bovendien nog zjjn advocaten eu procureur^
betalen. En om welk eeu belang? Het
visebwater was vroeger verpacht geweest en
die pocht bracht toen.... f 25 opEn sedeit
is de vi ch er nog in verminderd, zooals uit
bet proces is gebleken.
Nauweljjks heeft het Nederlaudsch Taal-en
Letterkundig Congres zjjn eersten omzendbrief
verzonden, of reeds ontvangt bet de meest
verheugende tydingen van belangstelling. Zoo
meldt men nit Gent dat er daar fel gewerkt
wordt om al de Gentscbe vrienden aan te
zetten het Congres te Antwerpen bjj te wonen
en dat zy minstens met honderd zullen zijn.
Uit Transvaal zelfs zal eene afvaardiging naar
Antwerpen komen. De Rubensstad zal, van
haren kant, als naar gewoonte, hare vreemde
gasten feesteljjk weten te onthalen.
nog eons
GOUDA, 7 April 1896.
plaatsvervanger C. v. B., die beden
w naar Harderwyk zou vertrekken om
dienst te nemen bjj het O. I. leger, had gis
terenavond zooveel gedronken, dat hjj met -de
politie in aanraking kwam. B. die zich al
dadelyk als een vechtersbaas deed kennen,
viel de ageut, die hem in bewaring wilde
brengen aan, met dat gevolg, dat er een hevig
gevecht tusschen ben beide plaats had. Het
gevolg was, dat de agent in zjjn vinger werd
gebeten, waardoor by een hevige wonde be
kwam, doch eeuigen tijd lat&r werd bjj toen
in arrest gebracht. Hjj is heden aan de mi
litaire autoriteiten overgeleverd.
vernam was het huis bestemd voor een
Zweodschen koopman, die met een Hollandsche
vrouw gehuwd was en zich in het vaderland
kwam vestigen.
De vreemdeling was zelf herwaarts gekomen
om naar een geiohikt huis te kyken. Eerst
bad hjj het oog op een der andere kapitale
boekhuizen in dezelfde straat, maar verne
mende dat dit prachtige huis noch te koop,
noch te huur was, trad bij in onderhandeling
met den gemachtigde hier ter stede van den
buitenslands verblyfhoudende eigenaar van
het eerstvermelde pand op den Kneuterdyk.
O<»k dit zou hjj liever in eigendom dan in huur
bezitten. De gemachtigde telegrafeerde hierover
aan den eigenaar, die echter niet tot verkoop
genegen was. Dientengevolge werd de huur
vastgesteld, men zegt tegen een prijs van
f 2500 jaars.
Het buis moest ten spoedigste voor bewoning
gereed gemaakt worden, daar de familie het
tegen M i wilde betrekken. Er was veel te
doen en weldra werd de ledige ruimte door
tal van werklieden bevolkt. De voorgevel werd
opnieuw geverfd en in alle vertrekken hadden
de schilder», timmerlieden, gasaanleggers de
handen vol.
Nu en dan kwam de aanstaande bewoner
zich zelf van den stand der werkzaamheden op
de hoogte stellen. Men toekent hem als een
man van tusschen de 30 en 40 jaar, niet groot
van gestalte en gebroken Hollandoch sprekende.
Hy deed dan verschillende aanwjjsingen, zeide
dat gobelins zonden komen voor de wanden
en vond de ruimte in den achtergelegen stal
wel wat beperkt voor zjjno paarden en rjjlui-
gen.
Een groote kamer werd afgezonderd ter
plaatsing van huisraad en meubels, die in af
wachting van de groote verhuizing uit het
buitenland en uit magazijnen hior tor stede
gezonden werden.
Deze aan den Kneuterdjjk afgeleverde arti
kelen werden in de woning door eeno vrouw
in oiitvaugat genomen en
bestemde vertrek geborgen.
B.| een tweede bezoek van den Zweed vroeg
een der patroons van de werklieden aan zyn
lastgever eenige inlichtingen.
Die vreemdeling, die naar men zeide te
Stockholm woonde en voorgesteld werd iemand
te zyn die zich terugtrok uit eene bandelszaak
met behoud van aandeel in de Actien-Gesell-
schaft waarin de onderneming wat omgezet,
vertelde toen dat bjj in een der grootste boHs
te Amsterdam logeerde. Nadat informatiën
daaromtrent te Amsterdam ingewonnen geen
resultaat hadden opgeleverd, werden inlichtin
gen te Stockholm gevraagd, waaruit bleek dat
Het waren jammerkreten zoo als zjj reeds vroeger
vernomen hadden toen de eerste slachtoffers van het
schip werden gespoeld; het waren geena wanhoops
kreten, ook geene angstkretenmaar kreten van schrik,
zooals wij ze zouden slaken, als wij geheel onverwacht
in oen koud bad gedompeld worden.
Wat is dat? riep men van allo kanten. De
genen die de vraag deden slaakten kort daarop, toen
zij de oorzaak wisten, een kreet van ontzetting; het
was eene klacht vol medegevoel en afgrjjzen. Do
voorspelling van den geredden matroo» was helaas
al te spoedig en te zeker bewaarheid geworden. Het
schip was verbrijzeld en sloeg in het water uiteen.
O, nu kon de reddingsboot weder dienst doen.
Nog eene reis, en wie weet hoe vela slachtoffers er
nog gered konden word-n! Voor dat de boot den
derden tocht kon ondernemen, zouden de overigen
do eeuwigheid zijn ingegaan.
En de reddingsboot stak wader van wal, en on
dernam opnieuw den gevaarlijken tocht onder luide
toejuichingen. Maar zij redde slechts één mensch,
Zjj word mot kracht teruggeslagon, en was op het
punt om te zinken toen er een oogonblik wind
stilte kwam en zij nog eene poging wilde wagen was
er geeue ziel meer te redifon De golven hadden
zich van hare prooi meester gemaakt, Welks ge
heimzinnige macht had de gemoederen der arme
schepelingen zoo eensklaps tot bedaren gebracht
Toen allo hoop nog niet verloreh was had uren van
allo zijden jammer en wanhoopskreten vernomen, en
nu er aan geene redding moer te denken viel, en de
moedigsten de hoop opgaven, heerschto er rust en
kalmte op het schip.
Was dit niet een vreemd versohynsel Er waren
De >Telegr.« maakte Zondag te Amsterdam
het volgende particuliere telegram bekend
>Toestand Atjeh zoo ernstig, dat de vrouwen
der ambtenaren en militairen zich aan boord
der oorlogsschepen begaven.*
Daarentegen ontving het >Hbl.« bet vol
gende telegram
Toestand bevredigend, Toekoe Oemar ver
sterkt het door hem bezette gebied, maar
neemt eene afwachtende houding aan. Het
bericht omtrent loopgraven om Ole-leh wordt
officieel tegengesproken. Er zjjn aanwijzingen
dat de vyandelyke benden in getalsterkte af
nemen.
>Nog drie bataljons staan gereed ter ver
sterking van onze troepenmacht op Atjeh.*
Naar voorts de «Tel.* uit Batavia vernam,
was het 9e bataljon met generaal Vettefr eer-
gister vertrokken, volgde het 6e gister van
Semarang en zouden de 5e, 7e en 2e batal
jons weldri volgen. Naar ’t oordeel van mi
litaire autoriteiten zou volgets dat blad, de
s