1 EED ffl LADÏ ADELAIDE.
1
y
No. 6945.
Maandag 20 April 1896.
j
35ste Jaargang.
Mewws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
BINNENLAND.
<1
FEUILLETON
Leio
De Ze
roorko-
is, kennis
a oorzaken
n.
t
vau
,25, franco per
ide-
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
NTE«.
0 en
t IJ de lijkkoets, d«Ü hpofden dqr scholen
I
Het eenjarig onderhoud ran de kazerne-
W. van Waddings-
■1
i 1
ofdsteeg 1
>rug F 22
pöt-
wa-
en i
waar
en
kant gekleed was
kouder on L.VUL
mot
djOor
i en
n ala
•I
Orton
■on-
Dg.
(be-
makt,
lagen
an-,
)rm
ct.,
i mot
I
t
t t
liologische
>p ona ze-
dat xoo-
eakundigo
el ijken
tigheid
jn, mi-
gewon-,
melijke
zieken,
govolgea
Jpraak-
de ge-
tre, par-
leugen,
:undige
ïlen, als
vingen,
lder-of
kregen;
•eroerte
in, wegens
aldheid
idui e-
oor de
irhoofd,
handen
igenoemde
n bleek,
e meisjes,
ten, die
de reactie
angeraden
ellen, dat
ADVERTENTIES worden g'eplaatst
15 regels 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naai- plaatsruimte.
Men schrijft uit Nieuworkork a/d IJsel, dd.
16 April.
Toen de landbouwer
JTR$pHT
Met dfezeu
mitagiera
GOIlkSIIIE (JUKINT
I
Een liefhebber van schaakspel. Verleden
jaar had een schaakgenootschap alhier het ge
noegen een liefhebber uit Leiden een avond
in hun midden te zien. Er werd gespeeld-en
de Leidenaar kon niet zeggen roemrijk het
strijdperk te hebben verlaten maar, hy zou
revanche nemen. En waarlyk, hij heeft woord
gehoudenThans is bij met eere uit den
edelen strjjdjPgetreden. Om echter die 2 of 3
partyen te kunnen spelen, kwam bij per wider
van Leiden en mocht hy in het holst van den
nacht dat ritje van hier naar Leiden perwie-
Ier terug maken.
veen uit Rotterdam huiswaarts retd en ons
dorp passeerde, schrikten zyn paarden, voor
een varkenswagen gespannen, van eenige op
den weg liggende boomen. Zeer zeker zou alles
te water geraakt zijn, indien de voerman niet
over de paarden gesprongen was en ze by de
teugels gevat had. Hy kon echter niet voor
komen, dat zijn knecht kopje-onder ging en
één paard met de wagen voor een gedeelte
van den kant raakte. Bij onderzoek bleken
alleen de beide zwingen gebroken te zyn.
Nadat de knecht zyn natte kleederen voor
drooge verwisseld had, kon de reis worden
voortgezer.
De Truth verhaalt het volgende merk
waardige staaltje van letterknechtery
Een brievenbesteller op bet platteland be
zat een pony J enr gebruikte dat dier bij hot
bezorgen der brieven. De pony kostte nie
mand behalve den eigenaar een halvsn cent,
de brieven werden sneller besteld en de brieven
besteller won tyd uit. Dus louter voordeeleu.
Maar de’postmeesteres ontsloeg den besteller,
want hij was alleen een looper en had geen
opdracht om te rijden 1 Hetzelfde bezwaar zou
ook geldig zyn voor.'een brievenbesteller, die
langs don weg sneldo’in plaats van liep.
werd door P. G. Roozendaal
Smit en Zn. voor f 2330.
W. v. d. Lek Lz., te Reeuwijk, vcor f 2305.
C. P. W. Dessing voor f 2290. D. Amesz
en C. W. den Hoed, beiden voor f 2265.
en J. H. de Wilde voor f 2194.
2, Het eenjarig onderhoud van de kazerne-
gebouwen te Schoonhoven.
Ingeschreven werd door van Dogterom voor
f 1877.G. de Vos voor f 1830.A. van
Dam voor f 1825.en J. Klip voor f 1767.
By kon. besluit is benoemd tot adjudant
van het regiment grenadiers en jagers de
kapitein J. H. A. Nierstrasz, van het korps.
Heden j'morgen werd ten bureele van de
genie aanbesteed
i.
gebouwen te Gouda.
Ingeschreven
voor f 2370.
Heden nacht werd door de politie aange
houden D. 8., wonende alhier, die aan den
’jGouderakschen dijk twee kippen uit een hok
had ontvreemd.
i Wy deelden dezer dagen mede, dat de heer
J. W. K. Hoevers, predikant te Stolwyk, ty-
fdelyk is geschorst, >ter zake van eene niet
Ivolgens de kerkelyke reglementen vervulde
doodsbediening.
De zaak is, dat de jonge predikant bij de
doopsbediening, tweemaal door hem verricht,
jniet de gewone formule gebruikt, doch gezegd
■‘beeft: >Ik doop u met den wensch en de
jbede, dat gy moogt zyn een kind van God en
jvolgeling van Jezns.'
I De »Kerk. Ct.«, die geen verordeningen
kent waarbij de gewone formule is voorge-
schreven, kourt deze vervolging af en hoopt
dat het prov. kerkbestuur van Z.-Holland in
dezen het class, bestuur van Gouda spoedig
tot de orde roepe en den heer Hoevers in zijne
pas aanvaarde en zoo roekeloos hom ontnomen
bediening herstelle.
zaken. Een stuk van een houten balk; een gouden
Albert ketting; een vaatje met gezouten vleosch
eene toogelakte doos met brieven, en nog eenige
doozeu en kisten. Eons dachten zij, dat zij een arm
klein wichtje opvischten, maar hot was slechts eene
wassen pop, die in satijn en kant gekleed wasde
jeugdige eigenares was nu kouder en levenloozer
dan de pop.
Telkens als er een nieuw voorwerp te voorschijn
kwam, naderde William Lydney met vluggen tred,
om het van nabij te bezien. Er was nog geen eige
naar komen opdagen voor de voorwerpen, die op het
strand lagen. De eigenaren waren even als de kleine
mama van de wassen pop voor goed verdwenen, en
zouden in deze wereld niet weder ontwaken.
Is uwe doos niet bij de voorwerpen? vroeg de
kommies, die daar wacht hield aan den heer Lydney,
die y verig alles nazaghet was algemeen bekend,
dat hij zyne doos zoozeer terug verlangde.
Er is, zoo als gij ziet, eene verlakte doos,
mynheer, maar ik vrees, volgens uwe beschrijving,
dat de uwe grootor is.
William Lydney hief het hoofd op met eene
teleurgestelde uitdrukking op het gelaat
De doos is er niet bij, was al wat hij zeide.
Hij en Wilfred Lester verwijderden zich te zamen.
Zij waren zeer bevriend geworden, en men zag hen
over dag dikwijls, even als nu, gearmd wandelen.
Maar Wilfred had den heer Lydney nooit bij zich
aan huis verzochtde slechte gezondheid zijner
vrouw diende tot voorwendsel, maar de eigenlijke
reden was, dat hy zich over zijne armoede voor een
vreemdeling schaamde. Het eenige huis, waar de
heer Lydney kwam, was cliff Cottage. Hij had zich
101)
O jaLydiey. Ik herinner mij, dat ik
bet een zonderlingen naam vond, toen de vrouw van
Ravensbird mij hem straks noemde.
Die Amerikanen hebben dikwijls zonderlinge
namen, merkte de heer Lester aan, terwyl hot ge
selschap uiteen gink
Er waren sedert het ongeval verscheidene dagen
verloopen. De wind was geheel en al bedaard, en
Danesheld was weder tot zijn normalen toestand
teruggekeerd.
Er waren geschikte menschen aangesteld, om zoo
mogelijk eenige voorwerpen uit het wrak op te halen
de nieuwsgierige leegloopers bestempelden hen met
den naam van duikers. Kommiezen hielden dag on
nacht do wacht en zagen nauw toe, als er iets werd
opgevischt, zoodat er niets kon weggeroofd worden.
Maar de pogingen der duikers waren tot nu toe
by na vruchteloos gebleven.
De jonge vreemdeling, de heer Lydney, was altyd
aan het strand te vindon. Men kon gerust zeggen,
dat hy er zich bijna den ganschen dag ophield; hij
was uiterst bezorgd over eene zekore doos, waarvan
wy reeds gesproken hebben.
Op zekeren dag, toon Wilfred Lester daar met
hem op en neer wandelde, lachte deze hem uil over
Den laatsten dag’ van Maart eindigde te
Haastrecht de tiende wintercursus in het band
on bouwkundig teek en en. Zjj werd bezocht
door 14 leerlingen, waarvan 8 zich oefenden
in het lynteekenen. Door’eone gunstige be
schikking van de afdeeling Haastrecht* der
M. t. Nut van ’t Alg. werden weder 3 leer
lingen kosteloos] geplaatst, terwyl het Edel
Achtbaar bestuur der gemeente als altyd één
lokaalder^openbare school beschikbaar stelde
en bovendien deze inrichting zyneu steun toe
zegde. ^Dat bet[daardoor den dank van allen
verdient, behoeft nauwelyks gezegd te worden,
als men rekent boevelen door onze teeken-
school tot nuttige en bekwame handwerkslieden
wtrden opgeleidhoevelen door deze school
een [stoot *in de goede richting kregen, waarvan
verbetering? en meerdere volmaking van het
ambacht bet gevolg was. Den heer den Oud
sten uit Gouda, die de lessen leidde, komt dan
ook een woord van lof toe en hij mag met
voldoening op de vruchten van zijn arbeid
gedurende dezen cursus terugzien.
zijne bezorgdheid over die doos.
Het heeft er veel van, of al wat gij bezit in
die doos is, Lydney. Is er goud in?
Noch goud, noch bankpapier, antwoordde de
heer Lydney. Zy bevat alleen papieren en bewijzen,
die groote waarde voor den eigenaar hebben.
Voor den eigenaar I Behoort de doos dus niet
aan u?
Neenzij was mij slechts toevertrouwd, en
daarom ben ik er dubbel bezorgd over.
Zou het een onherstelbaar verlies zijn, als zij
voor goed verdwenen was?
Dat kan ik op mijn woord niet zeggen. Het
verlies van sommige papieren zou te herstellen zijn
maar er zijn er bij doch ik wil de mogelijkheid
liever niet veronderstellen, brak hij af.
Ik kan mij vergissen, maar mij dunkt, dat er
weinig kans op is, dat de duos te recht zal komen,
merkte Wilfred aan. Mij dunkt, dat het tien tegen
een zou zijn, als zij te voorschijn kwam.
Daar hebt gy gelijk in maar ik heb een goed
geloof, en het is my, alsof ik een voorgevoel heb,
dat de doos gevonden zal worden. Men heeft reeds
eenige kisten opgehaald, die grooter zyn dan de doos.
Hoe groot is zij?
Niet heel groot. Ongeveer twee voet in het
vierkantmaar zy is zeer zwaar.
Er kon zeker geen water in doordringen
denk ik.
Neen ónmogelijk.
De jongelieden naderden nu do plok, waar de dui
kers aan den arbeid waren, en bekeken de voorwer
pen, die uit de zee opgehaald waren. Er lag allerlei,
en, zoo als zich denken laat, de meest tegenstrijdige
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zón- en feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1
post |.7O. i
Afzonderlijke Nommers VjIJF C;i
eta heer Posthumus als een goed onderwijzer
61$vriend. De overledene was vroeger op zyne
1 school werkzaam geweest, steeds had hij hem
gekend als uitstekend ouderwijzer, die de jeugd
wiét te boeien door zijn goedheid van hart,
wtórom hy hem een rust zactyt dierbare vriend
®iep. J
De hoer M. den Oudsten, plaatsvervangend
hoofd, herdacht in weinige, maar welgemeende
woorden, den pverledene als chef en vriend,
'hij wenschte de lot over den overledene niet
verder uit te breiden, dat zwjjgen was een blijk
vta| hoogachting en dat de leerlingen hem ook
liefhadden, bewees de krans die door ben op
dëfklykkist was nedergelegd.
'iXelfs buiten Gouda was genoegzaam bekend,
hem.’de overledene met zijn personeel omging.
Tot daags voor zyn dood had hij nog'over
de'; schoolzaken gesproken.
XEindelyk kwam de heer Bakkes, schoonva
der van den overledene, aan het woord, die
ip [korte trekken ons den dood voorstelde en
een vaarwel aan den overledene toeriep.
Hiermede was deze treurige plechtigheid
afgeloopen en wij zyn overtuigd, dat wij een
liefhebbend echtgenoot, een goede vader,‘en
een waar vriend ter aarde hebben besteld,
wiens naam nog lang in aller harte zal bly-
ven voortleven.
daar niet laten waehten, maar had zoo spoedig mogelyk
van de uitnoodiging van juffrouw Bordillion gebruik
gemaakt, en hij voelde zich daar weldra geheel te
huis, zoodat hij als vriend in- on uitliep. Hy ont
moette Maria Leiter zoodoende dikwijls, en had haar
des avonds reeds menigmaal naar huis gebracht, als
er niemand anders was om dit te doen. Er zou oen
tijd komen, dat juffrouw Bordillion zich vreesolyk
zou verwijten, dat zij do onvoorzichtigheid had ge
had, oin een vreemdeling zoo dikwijls in aanraking
met Maria te brengen. Zij zag daarvan de onvoor
zichtigheid nu nog niet in; later toen heel Dauesbeld
haar veroordeelde, en zij haast ten eindo raad was
door al de verwyten die zij slikken moest, placht
zij te antwoorden, dat het wel schoen, dat zij destijds
mot blindheid geslagen was geweestzij, de overigens
zoo verstandige en voorzichtige Margarelha Bordillionl
Hot is waar, dat de hoer Lydney van top tot toen
gentleman, en buitendien oen allerbeschaafdst, bele
zen man was, die veel talenten en groote kundig-,
heden bezat, dit kon niemand hom betwisten het
was ook waar, dat hij in voorkomen en manieren
mts bijzondor aantrekkelijks had; juffrouw Bordillion
had hem zonder vorder nadonkon diensvolgens be
oordeeld, en niet getwijfeld aan zijn fatsoenlijkheid,
ovenmin aan zijne oprechtheid en aan zyn eergevoel.
Dat was al wat men tot hare versohooning kon by-
brengon. Ongelukkigerwijze was er nog iemand an
ders, die ook niet blind was voor al do goede hoe
danigheden van den heer Lydney, en die geheel en
al door hem betooverd werd en voor deze was
het govaarlykor dan voor juffrouw Bordillion. Maar,
wy mogen niet vooruitloopen.
(Wordt wvolffd).
Vooral in de laatste weken schijnen de he-
Hineiingen van het comité omtrent de Locaal-
spoor SchoonhovenGouda zeer ernstig te zyn.
Verschillende opmetingen hebben omtrent den
weg reeds plaats gehad en dagelyka wordt de
door den heer A. J. Krieger geprojecteerde
Jyu opgenomen. Een en ander moet, naar
men zegt, in verband staan met de mogelijk
heid, dat het comité zal slagen in het bijeen
brengen van het benoodigd kapitaal.
Wij hopen dat het comité dat thans byna
10 jaren met den heer A. J. Krieger ale In
genieur is werkzaam geweest tot bet daar-
stellen van deze spoorwegverbinding, eindelyk
zal mogen slagen, en de hoofdzaak nl. Schoon
hoven en haren omtrek te verbinden aan het
spoorwegnet zal verwezenlijkt worden. Waarlyk
zooveel volharding, moeite en zorgen verdienen
algemeene erkenning en waardeering en niet
het minst steun en medewerking van allen,
die daartoe kunnen geroepen worden.
Men schrijft uit Hekendorp dd. 14 April
In de op heden gehouden vergadering besloot
de Raad eene gratificatie van f 55 toe te ken
nen aan den onderwijzer, waarnemend hoofd,
en een van f 45 aan de onderwijzeres, wegens
buitengewone werkzaamheden, door hen verricht
tijdens de vacature van hoofd der school alhier,
van 1 Augustus 1895 tot 1 April dezes jaars.
lïGOUDA, 1« April 1896.
Heden middag ten 12 ure werd bet stoffelijk
overschot; van den heer S. Posthumus, in leven
hoofd 4er tweede) kosteloöze school ter aarde
besteld.'Van beA sterfhuis begaven zich achter
JL- L 1 uit deze
gemeeatje, vele tómfdeh vsin scholen uit naburige
gemeenten, alsmede vele onderwijzers, benevéns
de k;weekelingen aan de tweede kostelooze sch'oo)
S verbonden. ,j
7. DeJykkoets was behangen meteen zevental
kranseb, die achtereenvolgens op de begraaf-
plaats ip de kist werden nedergelegd, als een
van 'da kinderen, oen van zyn zwagers, een
van de schoolkinderen, een van de onderwijzers,
aan de tweede kostelöoze school geplaatst, een
van de leerlingen det^Normaalschool^waar de
overledene leeraar ann wqs, een van het hoofd
bestuurvan het pensioenfonds voor onder-
wijze'fs, terwyl eene-palm door den jongeheer
Visser op de kist werd gelegd.
Nadat de kist 4>oven de groeve was geplaatst,
nam de heer L. R. Oldeman, remonstranfsch
predikant te dezer stede, het woord, die in de
eerste plaats^de kinderenifaansprak en hen op
bet gemoed drukte, dat zij tot steun van hunne
diep bedroefde moeder zouden zyn en dat zy
moesten berusten in hetgeen ben ontvallen was,
want de schel was hen ontvallen, maar de
parel zou bij hen blyven, de overledene rustte
van zyne werkzaamheid, maar by zou by hen
wel blyvet voortleven.
Daarop nam ’’de beer Leopold het woord,
die de overledsne^schetste, als een waar vriend,
die in de kracht van zyn leven aan zyn gezin
vrienden ^was ontrukt, een man die een
r vriend’was, een liefhebbend echtgenoot
een braven vader, hij spoorde de kinderen
aan voor hunne moeder tot steun te zijn.
De heer^Smildens bekwam daarna het woord,
die de heer Posthumus herdacht als stichter
van het ondersteuningsfonds voor onderwijzers,
dié niettegenstaande^de^bijna on mogelijke po
ging, toch had volgehouden en had gezege
vierd.
De tegenwoordige onderwyzers ondervinden
dit, daar hun toekomst voor vrouw en kinderen
verzekerd is, wat voor een twintig jaren nog
niet het geval was. Werd dan een onder
wijzer aan zijn gezin ontrukt, dan werd door
geheel Nederland een beroep gedaan tot onder
stand. Gelukkig is dat nu niet meer bet ge
val. De^overledene heeft gewerkt tot hij niet
meer kon. Zyne assche ruste in vrede.
De heer Bezemer uit Vlaardingen herdacht