DE EED ffl LADY ADELAIDE. EL, t. BINNENLAND. RG, Vrijdag 24 April 1896. No. 6949. ht. ar el. FEUILLETON Inzending van Advertentiën tot 1 uur des inidd. veranderd fönhage, voorziening ia E ide- ie er. (Wordt vervolgd). De' Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTER. Beroepen by de Ned. Herr. Kerk alhier dr. J. A. Cramer te Alkmaar. GOUDA. UTRECHT Met dezeu iasagier» 99) heb- (Stct.) r met r door i en 3n als pót- wa- oorten ron- Dg. (be- laakt, dagen an-, orm et., a met 25, 5 K.G 60UD8CHE COURANT en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. laaga ov«c 'SS ia te a sa* Mtete •■te la ga- HfteH imia, «MB- anaar *rtaa baart- Haart, *ria labaM, villa» tetek te«te aftka ahrift irte te nataal naa» I. arte ia tea op wed. L. Blanken entree tien cent. ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Tot wethouder der gemeente Zwammerdam is benoemd de heer J. v. Dobben Cs., ter wringing van den heer G. v. Dam, die, na deze betrekking 21 jaren te hebben vervuld, als zoodanig ontslag had genomen. Voor de akte-exame lager onderwijs, gis» teren te ’sGravenbage gehouden, zyn 0. a. geslaagd de dames M. W. Julius an J. H. Teeling, beiden alhier. Verschillende personen, die gisteren te Am sterdam met Amsterdam Vooruitcolporteer den, werden gearresteerd, onder hen de bekende colporteur Bos. Te zamen borg het politiebureau een veertigtal arrestanten. De dienstdoende brigadier onderdrukte, naar men ons meedeelt, elke poging van de aanwezige agenten om hen te brutaliseeren. Om vier uur ongeveer werden zy uit de hechtenis ontslagen. (Volks. D.) stamboek no. 35235 141) en de kanonnier H. Cilia (no. 41739)en is aldaar aan uitputting besweken de fuselier G. Zaaijer (uo. 33987). Te Haastrecht zal op Woensdag den 29 April a. e. avonds ten 8 ure door bet Leger de» Heil» een» groote bijeenkomst worden ge. honden op de bovenzaal van mejuffrouw de en vyf-en-twintig De minister van binnen'andsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat eerlang gelegenheid zal gegeven worden tot het afleg gen van het examen ter verkryging van het diploma van veearts. Dag en plaats van dat examen zullen nader worden bekend gemaakt. Zij die tot gemeld examen wenschen te wor den toegelaten, moeten daarvan vóór 6 Mei scbriftelyk opgave doen, mits portfry, aan den waarnemenden voorzitter der commissie van examen den heer M. J. Hengeveld G.Jzn., districts veearts te Haarlem, en bij bun verzoek voegen net bewjis, waaruit blykt, dat zij het natuurkundig examen, omscbreven in art. 9 der wet van 8 Juli 1874 (Stbl. uo. ben afgelegd. scherper geworden, en het haar was misschien dun ner dan voorheen, maar toch «og altijd glanzig. Zij was ouder dan haar broeder zooals wij, naar ik meen, reeds vroeger vermeld hebben zij was in derdaad twee en veertig jaar oud maar het zou haar een zwaar toeval gekost hebben, als de ge dachte by haar was opgokomen, dat me» dit in Danesheld wist. Zij kleedde zich en gedroeg zich nog als een meisje van twintig jaar. Hoewel zij minder kleur had, had zij toch nog roode wangen, hare gelaatstrekken waren regelmatig en welgevormd zy droeg hare bruine glanzige krullen laag in den nek, en zij had de gewoonte om hare blauwe oogen verlegen neder te slaan, als een vreemdeling, vooral wanneer dit een heer was, haar aanzag. Hare ijdel heid en gemaaktheid daar gelaten, was er werkelijk iets aantrekkelijks in de ongekunstelde manieren van freule Dane. Zij droeg een licht blauw zijden kleed en een jakje van dezelfde stof, beide met zilveren knoopen afgezet. Bij den eersten oogopslag dacht William Lydney in ernst, dat zij een jong meisje was. Heb ik de eer tot freule Dane te spreken? Freule Dane sloot den kanarie in zyne kooi, en boog met een gemaakt lachje, en boog nogmaals. Zij bewonderde nog steeds alle mogelijke knappe vreemdelingen, en zy herinnerde zich niet, ooit iemand met een bevalliger voorkomen ontmoet te hebben. Welk een edel voorkomen, dacht zy bij zich zelve, en zij raakte op het eerste gezicht verliefd op hem en hoopte, dat hij hare gevoelens deelde. Al ware de heer Lydney ever, gevoelig van aard geweest als de freule, zoo was hij nu te zeer vervuld met het verdwynen van zijne verlakte doos, om aan teedere indrukken gehoor te geven. Hij vertelde GOUDA, 23 April 1896. Van het 4» regiment infanterie komen bij geneeskundige geschikt bevinding door de Indische commissie voor sens 2-jarige deta- cheering in aanmerking de 2e luit». J. van Greuningen, C. Webb en G. B. Noothoven van Goor, eerstgenoemden te Gouda en laatst- genoemde te Leiden in garnizoen. Nog niet ontdekte moorden. Met Rotterdam mede, zyn er nu sinds '92, dertien moorden in ons laud gepleegd, waarvan de daders nog niet ontdekt werden. Ziehier bet lystje: De moord op de 2 vrouwtjes te Haarlem in Februari 1892; 2) de moord op een weduwe te Gouda in April 1892; 3) de moord op de dienstmaagd van den heer Viotta te Amsterdam in Maart 1892; 4) de moord op L. F. uit Waalwyk, te Drunen gepleegd in November 1894; 5) de twee vrouwen van De Jong, verdwenen in 1893; 6) de moord in het Asser Bosch in 1895 7) de moord op Paasch morgen 1894, gepleegd op een slager in de Ceintuurbaan te Amsterdam; 8) de moord op een slager te Enkhuizen in November 1894; 9) de moord op den slagerszoon te Halfweg; 10) de moord op den heer Brouwer te Doetinchem in October 1894; 11) de moord op den onbezoldigd Rykaveldwachter G. Homan te Vlodrop; 12) de moord op den Groninger politie-agent Van Vliet, 21 December 1895. tientallen van jaren nog de menschen tot schutteren heeft gebracht. De tyden zyn echter veranderd en eeu vry nlgemeene weerzin openbaart zich tegen bet soldaatje-speien, waarin de schuttery meer en meer ie ontaard, voor het oogenblik dient echter de wet gehandhaafd en desnoods moet met de militaire macht verhinderd worden, dat de weerspannigen den eerbied ondermijnen, dien elk burger verschuldigd is ook aan de slechtste wet van ons land. Aan het volk moet getornd, dat men in Nederland de wet niet ongestraft overlreodt of in een bespottelyk daglicht stelt. Daarna echter zal de regeering hebben te zorgen dat aan onhoudbare toestanden als deze een einde worde gemaakt. Het is nu niet langer gewenacht het is een onafwijsbare eiscb der noodzakelijkheid, om onze wet op schutterijen spoedig on goed te herzien. De geheele organisatie moet worden. De schutterij, dan gewapend, moet een weer* baar korps worden; gekleed vau rykswege, ge oefend onder militaire leiding, niet enkel plaat- selyk, maar ook onderling vereenigd binnen zekere kringen. De schutter moet niet enkel tydens de oefeningen, maar steeds z°ol»ng hy in uniform is aan de militaire discipline onderworpen worden; de overtredingen, door schutters, in dienst en ook buiten de oefeninge- aren, doch in uniform gekleed, gepleegd, moe ten niet enkel met boeten, maar ook met arrest en provooststraf kunnen worden gestraft- Op die wyze zou men een gewapende macht kunnen verkrygen, die voor het behoud van de inwendige rust eu voor de veiligheid en zelf standigheid des lands waarde kon krygen. Ik treed nu omtrent zulk een organisatie niet in bijzonderheden, maar op één punt zou men b.v., dienen tv letten, nl., dat, juist bij rustvsrsto- ringen^ de schutterij van de eeno gemeente moest kunnen wordea geroepen in eene andere op te treden want ’t is, bij onze schutterij- opstootjes byv., duidelyk gebleken boe moei lijk het is de burgers van eenzelfde gemeente door bun medeburgers in sebuttersuniform tu doen in bedwang houden. Er is waarlyk haast by een deze aangelegenheid. En aangezien een geheele herziening van de verouderde wet van 1827 in den eersten tyd nog wel niet is te waakten, komt 't my voor een dure plicht van da regeering te zyn om, door tydelyke voorzieningen, op krachtige wyze herhalingen te voorkomen van de tooneeltjes, die hier zyn voorgekomen. Mocht de regee ring niet van zelf daartoe overgaan, dan hoop ik dat de Tweede Kamer, zoodra zy haar ar- Gisterenmiddag omstreeks 1 uur had er tus- schen Helvoort en Den Bosch een ongeluk plaats. Zekere K. y. d. Moölen wilde op een in beweging zijn den ballavttrein springen, maar viel, zoodat zyn rechterbeen onder de wielen raakte en eveu onder de knie werd afgereden. De man werd naar het gasthuis te ’s-Her- togenbosch vervoerd. 101) Hy-heeft mij ten strengste aanbevolen, niemand, onder welk voorwendsel ook, in do kamur toe te laten. De heer Lydney was letterlijk ten einde raad. Hij voelde, dat de man gelijk had, en begreep, dat hij bem niet zou kunnen ovorreden, aan zijn verlangen te voldoen. Kan ik mij bier op het kasteel tot niemand wenden, die de macht bezit om mijn verzoek toe te staan? vroeg hy. Freule Dane woont op het kasteel, mijnheer zij is de zuster van mylord, maar ik weet niet, of zy het op zich zal durven nemen maar, indien gy wilt, kunt gij het haar zelf vragen, mijnheer. De vreemdeling wenkte toestemmend met zyne hand, en Bruff liet hem binnen, en ging hem vooruit naar de zaal. Uw naam, als het u belieft, mynheer? vroeg hij, terwijl hij zyne hand aan den knop van de deur sloeg. De heer Lydney. Freule Dane was bezig, met een kanarievogeltje te spelen, en keerde zich om, toen hij binnen kwam. Zij was, sedert wij haar het laatst ontmoetten, wei nig verouderd, waarde lezer; hare trekken waren Neen, dat zou hij zeker niet, mynheor, beaamde freulo Dane trn volle. Bruff, gij moogt dozen heer gerust zijn eigendom teruggeven. Freulo, mylord heeft verboden, dat men onder goou voorwendsel ter wereld die zaken aan zou roe ren, merkte Bruff aan. Ja, dat begrijp ik zoolang do eigenaars zich niet aanmoldon, «preekt het van zolf.dat bij dit verbood. Maar deze heer eischt zijne doos terug, en heeft die noodig. Gij moet hom die aanstonds geven, Bruff. Dat doe ik niet op mijne eigene verantwoor ding, freulo, hernam Bruff. Hot is een ander geval, al» gij het my beveelt. Lieve hemel, Bruff, wat xyt gij vervelend en langdradig I riep freule Dane in l.are onnoozelbeid uit, Het spreekt toch van zelf, dat zijn lordschap geen ander doel kon hebben bij het bewaren van die voorwerpen, dan alleen het belang der eigenaars daarom kunnen wij dezen heer gerust zyn eigendom teruggaven. Do hoor Lydney wendde zich nu tol Bruff. Het is eene verlakto dopt, met letters ea een kruis op het d oksel, die er mot gouden spy kers op staan; gij kunt u niet vergissen. Maar ik kan even goed mot u medegaan, om u de dooi te wyzen. Maar de heer Bruff stond, zelfs nu nog, geheel besluiteloos. Do man wilde de doos gaarne afgeven; hij gevoelde, dat de eigenaar er recht op had; maar hij vreesde zich het ongenoegen van zyn meester op den hals te halen. Hij stond bijna even onnoozel te kijken als Mitohol. Bij bat departement van koloniën is bet volgende telegram van den gouverneur-generaal van Nederlandse!) Indië ontvangen Wegens ongunstigen toestand in de 26 Moekims waar 150 met acbterlaadgeweren gewapendeü van Toekoe Djohan by den vijand zyn, wérden eergisteren de posten Kroeng, GBempang, Tjot Rang eu Toengkoep opge heven. Een officier werd gewond, 33 mindere mili tairen zijn gesneuveld uf gewond. ’s Vyands verhezen bij bet gevecht op 17 dezer bedragen ongeveer 70 dooden en 200 gewonden. Habib Lhong (een der op den vóór grond tredende vyandelyke bendeboofden) sneuvelde. Blijkens bij genoemd departement ontvangen telegrafisch bericht zyn in Atjeh aan hunne wonden overleden de korporaal F. C. G. A. Stolls (alg. stamboek nof 38437), do fuselier J. Van Dyk, van de ko'oniale reserve (alg. De protest-meeting tegen de schuttery h»d Dinsdagavond plaats in het Casino», te 'süravenbagfdat stampvol Was. Buitenstond een nieuwsgierige menigte. De heer Havers sprak uitvoerig tegen het voortbestaan van de schu'tery verklaarde dat de pogingen om den schutierplichtige, die te paard was verschenen op eeue oefening, in arrest te nemen, wegens boeten, in hel vorige jaar opgelegd, tot dosver tftislukt waren, ge tuige zyne aanwezigheid ter meeting, en zeide, dat de Auti-schutterybond eischt kostelooz» verschaffing van schoeisel aan de manschappen, behoorende tot de arbeidersklasse, eu billyke vergoeding van de uren die dezen verzuimen. Daarna sprak de heer Bergmeyer, uit Dord recht, tegen het militarisme, waarna de schutter Duivestein, die luide werd toegejuicht, verslag uitbrach£ van zyn verschynen voor den schut iersraad. Ten slotte sprak de heer Havers, hopende eene strafvervolging hierdoor uit te lokken, tegen den schuttersraad de beschuldiging uit van onvoldoende kennis der sebuttery-wet en vervalscbing van het proce»-verbaal dat tegen Duivestein is opgemaakt. De vergadering nam de volgende motie aap >De groote openbars vergadering, gehouden op Dinsdag 21 April in «Casino» te 's Gra ven hage, stemt in met 't protest, dat wordt uitgesproken tegen de schuttery, overwegende dat de schuttery een instelling is, die noch nuttig, noch noodzakelyk is voor de samen leving spreekt den wensch uit, dat deze belachelyke komedie spoedig zal verdwynen, doch eischt, dat bij de instandhouding daarvan de schutters worden voorzien van schoeisel maar vóór alles, dat eeue behoorlyke vergoeding worde gegeven aan ben, die zulks willen, voor elk uur dat aan deze zaak wordt besteed.» Er hadden geen incidenten plaats. Naar aanleiding van de bekende relletjes in de residentie wydt de Haagscbe corres pondent der i'Zaanl. Ct.« een brief aan onze schuttery. De geschiedenis dezer instelling nagaande, wyst hy erop, dat het geen wonder ie, dat de schuttery, zooals zy thans is ge organiseerd, van zeer geriuge beteekenis is voor de verdediging dos lands. Zelfs zegt hij dat 't wel pleit voor de ordelievendheid en gedweë gehoorzaamheid aan de wetten des lande, zelfs de meeat draconische, dat men haar in korte woorden, wat er geschied was, on vroeg haar, óf zij niet kon bevelen, dat men hem zijne doos terug gaf. Ik heb nooit iets dergolijki gehoord, riep zy met piepend, kindernobtig stemmetje uit, terwijl zij hare krullen op gemaakte wijze heen en weder schudde. Gij zegt, dut mijt), broeder Gooffry, aan hot strand is geweest on gelast heeft, dat men do opgovischte voorwerpen hierheen zou brengen Waarom doed hy zulks? Waarom bemoeide hy zich daarmede? Dat is ook juist, wat ik gaarne weten wilde, freule Dane. Ik geloof niet, dat zij hier gekomen zijn, mijn lieve mijnheer, ik donk dat hier een misverstand plaats heeft. Vergun my, dat ik Bruff uitleg vraag van deze zaak. Zij trippelde naar do bel, oor do hety Lydney haar voor kon zijn, en kort daarop verscheen Bruff. Bruff, rroeg freule Dane, zyn or dozen morgen eenige voorwerpeu, die men op het wrak gevonden heeft, op het kasteel gebracht? J», freule, antwoordde Brnffhoewel freule Dana als moesterosso des huizes op hot kasteel fun geerde, wilde zij nooit als mevrouw aangesproken worden. Zij vroosde daardoor ouder te schynen. Is de doos van dien heer hier? Ik denk hot wol, freule, als ze mot de overige voorwerpen op dt kar was. Zij zyn allen in de>berg- kamer neergezet. - Het is voor mij van het allergrootste belang, die doos lorug to hebben, freule Dane, zeido de vreemdeling. Als Lord Dane te huis was, zou hij zeker niet aarzelen, mij mijn eigendom terug to geven.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1896 | | pagina 1