TER. ■E DE EED VAN LADY ADElffl. PIJ. t BINNENLAND. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. I II Maandag 27 April 1896. 35ste Jaargang. No. 6951. 'am te :en. en I Dzn. tlt. FEUILLETON van 3TIE. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. E l naakt lorten ide- f 25 boete. - i 1 er resp. national .tion ae enz. Zoon Wordt Mrvolfd). pót- wa- De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. iet nog kwam, van met Dane brieatle ker van UTRECHT Met dezen tssaffiers erder r een Kg- For en en i zeer s van aat- kren- 20 1.01 INIIE EO III4NT ing van betaal- De komst eener commissie uit hei claasikaal bestuur van Gouda te Berg-Ambacht heeft ten gevolge gehad, dat drie der meiejes-catechisan- ten s'ch laten aannemen tot lidmaat; de ove rige, zich niet willende examineeren in tegen woordigheid van een der ouderlingen, don heer E. L hebben zich teruggetrokken. ADVERTENTIEN worden geplaatst 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. De president der Vereenigde Staten i> aan een groot fjpvaar ont’napt rjjdende in de buurt - openbare scheurmaking, openlyke blasphemie, meineed, echtbreuk, hoererij, dieverjj, gewone dronkenschap, vechterij, kortom, zulke zonde en grove overtreding, die den dader voor de wereld eerloos maakt. Hopen we, dat het Prov. Kerkbestuur van Z.*Holland in dezen het Class, bestuur van Gouda spoedig tot de orde moge roepen en den heer Hoeven in zyne pas aanvaarde en zoo roekeloos hem ontnomen bediening ber- stelle Sch. Ct. In de gisteren gehouden zitting van den gemeenteraad te Boskoop is aan de heeren Gauverit en de Kanter te Amsterdam concessie verleend tot 1 Januari 1897, tot den aanleg van eene electrische tram tussehen Gouda, via Boskoop en Alfen, voor zooveel deze gemeente betreften tot electrische verlichting dor ge meente en telepboonverbindiug. By Alhandra in Portugal is dezer dagen een dynamietaanslag gepleegd op een groudbe* zitter, toen deze ’s avonds naar huis reed. Een man klom achter op zyn rjjtuig en bevestigde een bom aan de kap. De bom ontplofte het rjjtuig sloeg uiteen en de eigenaar werd gedood, terwijl de koetder zware, maar geen levens* ^evaarljjke wonden kreeg. De dader is Diot gevat. Bjj de eerste behandeling in tegenwoordig heid van beklaagde werd aki gevolg van diens verdediging door den kantonrechter de oproe ping van bedoelde jongens als getuigen bevo len. Han verhoor bracht aan bet. licht dat zjj (jongens van 13 u 14 jaar) voor een weekloon van f 1.25 tok 1.75 dikwyls tot 's avonds 10 uur hadden moeten werken en drie achtereen volgende weken telkens óen etmaal per week van morgens 8 tot 12j, van nam. ij tot 7 en van 's avonds 8 schier zonder rust tot ’s morgens 5 of 6 uur. Deze ergerljjke feiten werden beklaagde, die bjj het verhoor der jongens niet aanwezig had mogen zyn, in de zitting van 10 dezer onder bet oog gebracht en gaven zoowel den kan tonrechter als bet O. M. aanleiding, hem eene scherpe terechtwijzing toe te dienen over bet misbruik, dat van zoo jeugdige werkkrachten was gemaakt; waarna het O. M. nader eischte 4 boeten van f 15, subs. 4 dagen hechtenis voor elke boete en vryspraak van eene over treding wegens eene foutieve opgave in het verbaal ten opzichte van een der jongens. In de zitting *an gisteren werd de bij ver stek gewezen uitspraak vernietigd en opnieuw rechtdoende, veroordeelde de kantonrechter be klaagde overeenkomstig den eisch, behoudens d ze afwijking, dat elke boete werd bepaald op f 20. Op Donderdag 23 April bestond de stoet, waarmede een der te huwen paren naar bet gemeentehuis te Berg-Ambacht reed, uit niet minder da* 14 rytuigen. GOUDA, 25 April 1896. Op verlangen van velen nemen wy hierbij in zijn geheel over wat de Kerkeiyke Courant* schrijft aangaande de tydelyke schorsing van den predikant aldaar »De dagbladen berichten, dat de heer J. W. K. Hoevers, predikant te Stolwyk, lydelyk is geschorst »ter zake van eene niet volgens de kerkelijke reglementen vervulde doopbediening. De zaak is, dat de jonge predikant by de doopsbediening, tweemaal door hem verricht, niet de gewone formule: »Ik doop u inoftöt den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes* gebruikt, doch gezegd heeft Ik doop u met den wensch en de bede, dat gjj moogt zyn oen kind van God en volgeling v*n Jezus I »Wjj treden niet in een onderzoek wat seen doopsbediening is«, die volgens do kerkelijke reglementen* is vervulde. Wy kennen geen verordeningen, waarby het gebruik der z.g. gewone formule zou zyn voorgeschreven. >Ook beoordeelen we niet de handeling van den jongen predikant. Als zjj het gevolg is van een verstandoiyk parisme, dat bang is voor bet gebruik van woorden, aan aloude en heilige overleveringen ontleend, omdat ze dik- wjjls niet gemakkelyk verstaanbaar zjjn, dan keuren wy ze »f, omdat ieder voorganger by den «eredienst de gelegenheid heeft wat duister is uit te leggen, on wijl de oudste formules voor one en voer velen het eerwaardigst en indrukwekkendst karakter hebben. >Maar wy vinden het diep treurig, dat bet Claes, bestuur van Gouda in eene >afwyking< van de gewoonte een feit heeft gezien, dat strafbaar is, ja, met ontzetting van het kerkelyk ambt, of, om het gewone woord te bezigen, mot afzetting als predikant. >En wy vinden het méér dan diep treurig wjj aehten het een onverantwoordelijke handeling, dat dit bestuur, niet maar art. 47, R. O. e. T., beeft toegepast, maar volgens art. 48 den beer Hoevers provisioneel beeft ge schorst. Met andere woorden de afwyking door hem van eene oude, zjj het eerwaardige gewoonte, is door het Class, bestuur beschouwd en behandeld als een geruchtmakend bezwaar van ergerlyken aard. >Hoe is het mogelijk? »0f staat de bateekeais van de zegswyze >een geruchtmakend bezwaar van ergerlyken aard,* niet sedert art. 80 van de Dordtsche Kerkorde vast? Wordt er bij een predikant niet door aangeduidvaleche leer of kettery, 107) Zoodra hij hem zag, ging gij stoutweg op hem af. en verhaalde hem, wat er dien morgen was voorge vallen, terwijl hij met nadruk bij het feit stilstond, dat de kamer op last van freule Dane tegen zyn zin was geopend. Lord Dane zat op een boomstam, hy was bezig om eene boterham te eten, en af en toe nam hij een dronk uit eene flesch. Bruff stond in eene deemoe dige houding voor hem zijn vonnis af te wachten. Lord Dane was niet gemakkelijk als men zyne be velen in den wind sloeg. Gij weet, Bruff, dat ik er over het algemeen op sta, dat mijne bevelen stipt woidan nagekomen, en dat ik het niet ongestraft voorbij laat gaan, als men tegen mijne orders in handelt, riep zijn lord schap met een vollen mand uit. Deze zaak is ran minder gewicht, mijne zuster schijnt in dit geval schuldiger te zyn dan gij. Hebt gij den jongen man zijne doos gegeven? De doos was er niet, mylordten minste niet degene, dis hy zocht, hernam Bruff, uiterst verbaasd, maar meer gerustgesteld. De doos, die hij terug eisoht, is volgens zijne beschrijving verlakt; er staan in vergulde spy kers letter» op. Er was niets van dien aard in de kamer te vinden, mylord. Is dat de vermiste doos P die waarop vergulde spijkers drie V’s stonden riep Lord I uit. O, die is bepaald op de kar gebeurd, ik heb or dio op zien laden. Mag ik vragen, waarom uw lordschap zich mot die doos heeft bemoeid? Ik heb de zaken uit voorzorg naar hot kasteel laten brengen, hernam Lord Dane. Maar ik had verklaard, dat die doos my toe- behoorde en Mitchel gelast er op te passen, tcrwyl ik een kruiwagen bestelde, om haar naar de herberg te brengen en men heeft u dit alles gezegd, zeide de heer Lydnoy. Mij dunkt, dat deze zaak uw lord schap volstrekt niet aanging. Wat hot bewaren van de doos betreft daarmede was, zooals ik herhaal Mitchel belast. Als gij meermalen eene schipbreuk hadt bij gewoond, en ik veronderstel dnt dit niet hot geval is, «oudt gij weten, dat geen kommies ter wereld in slaat is, togen roof te waken, liet was myn plicht als heer van Danesheld, te zorgen, dat de voorwor pen, die men gevonden had, goed bewaard werden, vervolgdo Lord Dane op trotschen toon dit diende tot naricht van den jongen Amerikaan, die naar alle waarschijnlijkheid niet wist, welke rechten de heeren eener heerlijkheid of Lords over het algemeen hadden. Ik oisch mijn eigendom terug, zeide de hoor Lydney. En ik geef u volkomen vrjjhrid, uw eigendom mede te nomen, was bot vriéndelijke antwoord. Bruff had het u in dit geval gerust mogen geven, zonder mjjne toestemming af te wachten. Wat beteekende I et dan, dat de vent er om kwam malen? vroeg zyn lordschap gemelijk. Ik heb wel goed voorzien, dat Jan Rap en zijn msat, elk die slechts in de verste verte belang by het schip had, zou komen aanzotten, om die zaken te bekijken en daarom gaf ik last, dat do deur gesloten zou blijven. Laat de nieuwsgierigen naar hot strand gaan, en met de duikers iets opsnuffelen. De jonge mna zegt, dat de doos gevonden was en naar het kasteel is gebracht, mylord, antwoordde Bruff, die meende dat Lord Dane niet geheel op de hoogte van de zaak was. Maar, zooals ik hom ge zegd heb, als de doos met de andere zaken mode was gekomen, dan zou hij er nog bij zyn. En zij is er natuurlyk ook bij, antwoordde Lord Dane, los weg, terwijl hij een slok uit do flesch nam. Zij kan ónmogelijk door den steenen vloer heen gevallen zyn. Gij hebt de doos waarschijnlijk in der haast over het hoofd gezien. Als mij dat had kunnen gebeuren, mylord, den vreemdeling zeker niethij scheen er te veel belang in te stellen, om de doos terug te hebben. Hy zeide, dat hij weder zou komen, om uw lordschap over de zaak te spreken. Hy zal welkom zijn, hernam Lord Dane, ter wijl hij opstond, om weder te gaan jagen. Bruff keerde naar het kasteel terug. Even voor zessen meldde de heer Lydney zich weder op het kasteel aan, en werd in de groote vestibule, of, zoo als die nu gewoonlyk genoemd werd, de audiëntie zaal gelaten. Lord Dane liet zeggen, dat hij onmid- dellyk beneden zou komen. Zijn lordschap was juist van de jacht te huis gekomen, zeide Bruff en was bezig zich te kleeden. Hy verscheen een oogenblik Den 27 Maart veroordeelde de kantonrechter te Nijmegen den heer W., als lid der boek drukkersfirma W. en BI. 8., wegens overtre ding der arbeidswet tot vjjf boeten van f 5, subs. 3 dagen hechtenis voor elke boete; de overtreding betrof het doen verrichten van arbeid door vijf j< ngens beneden den 16jarigen leeftyd in verboden tyd. Do veroordeelde kwam tegen het vonnis, dat bij verstek was gewezen, in verzet, zoodat de zaak opnieuw bjj het kantongerecht voor kwam. De rechtbank te Middelburg deed gisteren uitspraak in de bekende, veel besproken xaak tegen J. K., graanhandelaar aldaar, beklaagd van smokkelarij uit Antwerpen van 8000 KG. suiker en van den daarop volgenden dag door het do»n zinken van bet vaartuig de ambte naren te hebben verhinderd de voorgenomen visitatie te doen plaats hebben. Het O. M. had tegen bekl. 6 maanden hechtenis gevorderd, terwjjl de rijksadvocaat zyn veroordeeling vroeg van 50 ct. tot f 300, met verbeurdverklaring der aangehaalde goe deren. Hij werd veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf en f 25 boete. delyk,< voegt de ander er aan toe: >het is al laat genoeg »Üw wachtwoord?* is het antwoord van den schutter. >Kom, nou geen gekheid, laat ons on maar gauw door!* en meteen wilden de nachtelijke onbekenden doordringen. Dit wordt den schutters te machtig. Het paleis is aan hun trouwe zorg toevertrouwd zy zullen de Koninginnen met hun lichamen beschermen slechts over hun lyk zullen de snuode indringers binnenkomen, en met een snelle beweging zyn de beide wakkere schutters een stap achteruit getreden en hebben zij het geweer geducht wapen in hunne hand geveld, op het ergste voorbereid. Ontdaan deinzen de onbekenden, zoodra zy de punten der bajonetten op hun borst gericht zien, terug. >Maar luister dan toch!* roep de een, wanhopig. >We hooren hier tehuis brengt de ander berend uit. Dan zullen we den portier er bij halen,* aldus besluit een der schutters practisch. Dit geschiedde, de portier -1, bekeek de twee mannen bij bet licht de lantaarn en begroette hen met een »zoo, jullie komt laat genoeg, hoor!* De mannen traden binnen het bleken een paar lakeien te zyn, die in hun gewone pakjes 's avonds de stal waren in geweest en die nu wat laat thuis kwamen. De deur viel achter hen dicht, en regelmatig klonken weer de voetstappen van den schutter ia den stillen nacht. (Volkedgb.) Het was twaalf uur middernacht Achter het Paleis op den N.-Z. Voorburgwal te Amsterdam was het stil de lantaarns ver spreidden slecht» een onzeker lichtbuiten den lichtkring van de dansende gasvlam heerschte diepe duisternis. Voor de groofe, breede deur van het Paleis hielden twee schutters trouw de wacht. Met afgemeten militairen tred liep de eene schild wacht heen en weer, het geweer op schouder. Zyn etappen klanken hol in den «tillen nacht. Plotseling blééf hy staan. Uit de duisternis kwamen haastig twee zwarte gedaanten, man nen in donkere jassen, den hoed in de oogen gedrukt. Zij naderden snel en stapten recht op de deur van het Paleis aan. Vastberaden treedt de schildwacht naar vo ren ook de ander komt uit zijn schilderhuisje en posteert zich naast hem. Onverschrokken klinkt hun >werda<. De zwarte gedaanten, verschrikt door dit krachtig optreden, blyvan een oogenblik ont hutst staan, maar gaan daarna weer door. >We moeten naar binnen!* zegt de een. »Nu da- Door de marechaussee te Sittard is gisteren in bet Geleenerveld aangehouden de beruchte vechtersbaas Br. van Leyenbroek, die Donder dag uit Pruisen, werwaarts hij zich onlangs had begeven, was teruggekeerd. Hij wordt nu alleen voor 1 jaar en 3 weken, die hij aan gevangenisstraf te goed heeft, onscha delijk gemaakt, maar zal er hoogstwaarschijn lijk nog eenige maanden by krygen voor deel neming aan «en hevige klopparty, waarvoor bjj nog terecht moet staan. Br. is naar Maastricht overgehrachl. later, en was uiterst beleefd jegens den vreemdeling. Menigeen, die den jeugdigen smeekeling en den heer van het kasteel tegenover elkander had zien staan, zou opgemerkt hebben, dat er tussehen hen beiden eene gelijkenis bestondbeiden hadden eene rijzige gestalte, een edel voorkomen en welgevormde gelaatstrekkenhet gelaat van Lord Dane beant woordde moer aan do regels der schoonheid, hij bad beter gevormde trekken dan de jongeling, maar op "het gelaat van dezen lag zooveel gozond verstand en oordeel en zulk een zedelijk overwicht, dat het menig ander gelaat dan dat van William Lydnoy versierd zou hebben. Mijn huisbewaarder heeft mij c«n onzinnig verhaal gedaan omtrent eene doos, die op onver klaarbare wijze uit de borgkamor verdwenen zou zyn, ving zyn lordschap op gullen, vriendelijken toon aan. Maar dat is ónmogelijk. Als de doos in de berg- kamer is gebracht, moet zij er nog zyn. w. Do doos is op do kar gezet, om naar hot kasteel gebracht to worden dat kan Mitchel ge tuigen, hernam de heer Lydney, »n hij sprak op eenen onafhankelijken, maar eenigzins meer hoog- hartigen toon dan zyn lordschap. En Lord Dane vroeg zich mot verbazing af, wis die jonge mensch kon zijn, die tot hem durfde spreken, alsof hij gelijk mot hem stond, De vraag is, waar de doos is ne dergezet, nadat zij op het kasteel was gebracht Herinnert Mitchel zich, dat hij de doos gezien hoeft f Ja, hernam da heer Lydney met vuur. En Mitchs) zegt, dat uw lordschap do doos ook gezien heeft; men hoeft zelfs de opmerking gemaakt, dat het niet de letters van myn naam waren. S

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1896 | | pagina 1