DE EED ffl LADÏ ADELAIDE.
I
1
1
BINNENLAND.
i
n
as
ibaar.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Donderdag 7 Mei 1896.
36ste Jaargang.
JCht.
S
FEUILLETON.
(No. 6960.
r
'1
t
renten en I
b, is zeer
stujcs van
- -
1
f
J o
van
s
Inzending* van Advertentiën tot 1 uur des midd.
rande-
grond in erf-
de
rau
3.
:gtu
4.
5.
sluiting.
6.
Ik kan ook aanspraak maken
ALE
I
I
go maakt
sóórten
1.
2.
Algemeeue
Bespreking
De >T«I.« ontving telegrafisch nog de vol
gende berichten
tLepong werd door het vuur der zeemacht
in brand gestoken.
Luitenant Kröhne is overleden.*
eniaff
jotte
>rs.
den
ten
rer-
btn.
ten
fn
tilt
inco.
pjaat- I
ina krei^- I
et., 201
J
en verder
rdoor oen
Kg.
I) wor-
aar UTRECHT
Met dezen
Patnaffier»
Beroepen bij de Ned. Hervormde Kerk te
Haastrecht dr. J. C. Boa! te Leiden.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
I'
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post L.70.
Afzonderlijke Hommers VIJF CENTEN.
dépót-
le wa-
IG.
risie en
Maandag ia in den Haag een officier door
eenige beschonken werklieden op straat lastig
gevallen. Een hunner trok de sabel van den
officier uit de scheede. De politie stelt een
ondersoek in.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Door den gemeenteraad te Stolwijk ia Za
terdag jl. tot opzichter over de gemeentewerken
benoemd de heer F. Van der Straaten, alhier.
Gisteren ochtend werd door een agent van
politie te Rotterdam voor de zooveelste maal
aangehouden de welbekende vleeschinvoerder
Johannes Jansen, wonende aan den Bergschen-
hoek, die eene party vleesch vervoerde. Naar
het abattoir gebracht, bleek bij onderzoek, dat
het vleesch afkomstig was van aan natuurleken
dood gestorven kalveren, zoodat het voor con
sumptie werd afgekeurd en vernietigd.
jfiNaar de >Tel.< nit vertrouwbare bron ver
neemt, zal dr. P. H. Ritter aftreden als
hoofdredacteur van het «Nieuws van den Dag
en zich weder geheel aan den kansel wyden.
inen getooide schoollokaal vanwege belangstel
lende ingezetenen ruim werd onthaald, een
barometer en 6 nette stoelen, van oudleerlingen
een keurig inktstel, kaartencoupe en bloemen-
vaas.
De Berliner correspondent van 't Nieuws*
werd onlangs op een spoorweg beboet voor 6
marken, onbillyk naar hjj meende, en ging
daarom reclameeren. Van dat bezoek geeft
by nu het volgende verhaal
Hedenmorgen ben ik bij den Herrn Inspector
toegelaten. Na inzage van het papier, vroeg
deze heel beleefd, op wplke gronden ik recla
meerde.
Ik vertelde het geval.
*Dus u was u ten volle bewust, met een
3e klasse kaartje in een 2e klasse wagen te
stappen
Ja, maar het was op het laatste moment,
er werd aftocht geroepen, en al de 2e klasse
wagens stonden voor in den trein, zoodat ik
geen 3e klasse meer bereiken kon
>Maar dat zyn allemaal geen gronden,* be
tuigde hij, zijn pennehouder heen en weer
draaiende. >Kunt ge misschien als veront
schuldiging in 't midden brengen, dat ge
niet al te goede oogen hebt?*
Vergadering van de Afd. Gouda* van bet
Nederlandsch Onderwyzers Genootschap op
politie beklaagt en een streng onderzoek wordt
ingesteld.
Vrgdag herdacht de heer A. Van Weyger-
den, onderwijzer te Sliedrecht, zyn gouden
ambtsfeesk. Talrijk waren de blijken van be
langstelling en waardeering. Vanwege de ge
meente ontving hij twee prachtige fauteuils
voorzien van het gemeentewapen en de jaar
tallen 1846 1896, van zijn ambtgenocten een
paar sierlijke bloemenstandaards, van de com
missie van toezicht een keurigen spiegel, van
de schooljeugd, die in het met groen en bloe.
'roii9
kenend antwoord. Als een onbekend persoon hier
met eene uit de lucht gegrepen aanklacht tegen
Lord Dane durfde aankomen, dan zouden wij zoo
vrij zijn, hem om zijne onbeschoftheid de deur te
wijzen, maar als eene dergelijke aanklacht geschiedde
door een gentleman van rang en stand, zou dit oen
gansch ander geval zijn.
De heer Lydney moest erkennen, dat bier wel iets
van aan was.
Ik ben gentleman, als gij die verzekering ver
langt, merkte hij aan Ik kan ook aanspraak maken
op rang en stand.
Kunt gij dat bewijzen
Ik geef er u mijn woord op.
De commissaris glimlachte op eene wijze, die den
hoer Lydney niet aanstond. Maar deze ging bedaard
voort
Men heeft nog nimmer aan mijn woord ge
twijfeld.
Dat kan zijn, mijnheer, maar voor de wet komt
men niet ver met zijn woord, als men dat niet met
bewijzen kan staven. Men heeft ons gezegd, dat gij
Amerikaan zijt P
Dat is ta zeggen, ik ben op Amerikaanschen
grond geboren meer niot. Mijn vader was een
Engelschmao, mijne moedor eene frantohe vrouw.
Mijn vader behoort tot eene der eerste familiën van
Engeland, die de eer van hun geslacht weten te
handhaven.
De commissaris spitste zijne ooren, en vroeg;
waar wonen uwe oud n In welk gedeelte van En
geland? Lydney? Lydney? Ik herinner my niet,
dat dio naam tot de eerste familiën behoort.
(JFordi rervolfftl.)
in de hand.
- Hebt gij geen plan om heden aan tafel te ko
men, freule Lester? vroeg zij kool. De bel luidt,
als ik mij niet bedrieg.
O, ik dank u, Lady Adelaide; wacht mij van
daag niet, bracht Maria met moeite uit. Ik heb
hoofdpijn, ik geloof niet, dat ik in staat zou zijn om
te 'eten.
Mylady zwaaide den trap af en de arme Maria
kroop naar boven. Tifle kwam uit een hoek naast
de studeerkamer te voorschyn, en zag Maria met
loenschen blik na.
- Ik wenschte, dat ik die jonge dame eens door
elkander mocht schudden Ik zou haar hare be
moeizucht met haar Wilfred en haar praatjes over
gebrek lyden wel afleerenMylady moet voor dit
verraad gewaarschuwd worden; het komplot van Grey
Fox was hier niets by.
Men ziet hieruit, dat Tifle het gesprek in de stu
deerkamer van den heer Lester afgeluisterd had.
De heer Lydney begaf zich intusschcn weder naar
het politiebureau, en vond daar den commissaris
Bent, die hem wachtte. Hij^rerd weder in hot af
geschoten vertrek achter de tralies gelaten, en daar
werd hem onder de gaslairfp een stoel gegeven, maar
men deed hem de eer niet aan, hem in een afzon
derlijk vertrek te ontvangen. Men had dien avond
het licht vroeg opgestoken. De commissaris stond
in de schaduw achteloos tegen een lessenaar geleund,
en hij luisterde naar het schoen met groote onver
schilligheid naar het verhaal van den heer Lydney.
Maar dit was slechts eene gemaakte houding; hij was
inderdaad één oor en één oog, en niets zou hem ont
gaan, zoo min van den heer Lydney zelren, al« van
hetgeen hij te zeggen had.
Begrijp ik u wel, en bedoelt gij, dat gij Lord
Dane verdenkt van den diefstal van uwe doos? vroeg
do commissaris,
Ik beschuldig hem niet, omdat de bewijzen
mij ontbreken, was het stoute antwoord. Het is be
wezen, dat Lord Dane de doos op de kar heeft doen
laden, het is bijna even zeker, dat zij op het kasteel
is aangekomen, en, volgens mijn oordeel lijdt het
geen twijfel, of de doos is op het kasteel gebracht.
Waar kan de doos dus gebleven zijn? Lord Dane
geeft de doos niot terugéén van beiden by kan
het niet, of hij wil bet niet; en het eenige hulpmid
del dat mij overblijft, is, dat er door de politie huis
zoeking op het kasteel Dane wordt gedaan.
Maar bedenk, hoe befeedigend zulks voor Lord
Dane zou zyn, zeide de heer Bent ontwijkend. Weet
gij wel, met wion gij te doen hebt dBliij is pair
van Groot-Brittannië, gouverneur van Met district,
heer van de heerlijkheid on bovendien^ eon hoogst
achtenswaardig mensch.
Hoogst achtenswaardig? viel hem de jonge man
in de rede.
Wel zeker, hoogst, en hoogst achtenswaardig,
antwoordde de beer Bent, terwijl hij den aanklager
aanstaarde. Hebt gij iets tegen hem in te brengen?
Dat heb ik zeker, als hij mij myne doos ont
nomen heeft.
Genoeg I zeide de commissaris scherp, vóór
dat wy naar dergelijke aanklachten mogen luisteren
- als gij van plan waart ze ie doen dienen wij
te weten, wie de persoon ia, die zo durft op peren.
--Wat doet dat èr toe?
Dat (bet er zeer veel toe, was het yeelbeteo-
116)
Onze moeder leeft niet meergij hebt andere be
trekkingen aangeknoopt. Maar Wilfred en ik staan
geheel alleen.
De heer Lester antwoordde niet. Hij was ont
roerd; hij had zijne dochter nooit in zulk een toe
stand gezien. Na eene korte pauze, keerde Maria
zieh langzaam naar de deur, en opende die, toen
sprak hij
Als gij besloten hebt, hierin naar willekeur te
handelen, waarom hebt gij er my dan over aange
sproken
-— Ik wilde u niet ongehoorzaam zijn, zonder het
u te bekennen, papa. Ik wenschte, dat gij wist,
waarom ik aldus moet handelen.
Hij zeide niets meer, en Maria verliet de kamer.
Ach, zij had hem lang niet alles gezegd, wat haar
op het hart lag. Zy, had ook iets willen zeggen
van de onaangename praatjes, die er over Wilfred
in onjoop waren, in de hoop dat dit voor haar va
der een drijfveer te meer zou zijn, om hem te helpen
maar de moed was haar ontzonken.
De etenabel luidde nu, en toen Maria naar boven
ging, met den hoed in de oogen gedrukt, om haar
gelaat te verbergen, kwam lij Lady Adelaide in-groot
avond-toilet tégen, met een waaier en een bouquet
Het >N. v. d. D.« ontving het volgende
telegram
»Drie bataljons trokken naar Kroeng Kali
op en ontmoetten’ daar een hevig vuur. Ge
dood werd een Europeesch sergeant, gewond
12 minderen. Luitenant C. G. A. C. Kröhne,
kreeg ernstige wonden aan het hoofd.*
Naar wij vernemen was de schrijver der
Goadsche Brieven slecht ingelicht, want de
heer T. G. G. Valette vertrekt eerst morgen
(Donderdagmiddag) met den sneltrein van 4.55
(stadstyd).
De Utrechtsche raadsveralaggever der »N.
R. Ct.« meldt:
Een uur lang hebben we ons verdiept in
de vraag, wat een matige snelheid is.
Een matige draf van een p^ard, dat begreep
ieder; dat stond nu al ja ren in de verordening
en had nooit aanleiding tot eenig geschil ge
geven, ah iemand bekeurd was omdat hy har
der dan in èen matigen draf gereden had.
Maar nu de heer van den Wall Bake ook
won voorschrijven, dat wielryders niet barder
dan met matige snelheid zich mochten voort
bewegen in de kom der gemeente, na ging het
plotseling boven den horizon zelfs van prof,
de Louter, boe men zou beslissen, of een wiel-
ryder met een matige ot een onmatige snel
heid had gereden. En hoe zou men zoo'n
onmatige achterhalen
Al die denkbeeldige bezwaren hielpen echter
niets, Met groote meerderheid nam de raad
des heeren Bake’s voorstal aan, om het ryden
barder dan met matige snelheid ook wor wiel
ryders strafbaar te stellen.
GUI INIIL COURANT
Vrydag 8 Mei 1896. ’s avonds om 8 uur, in
't lokaal van den heer A. Dam.
Agenda:
Mededeel in gen.
Benoeming van Commissarissen
Spaarbank.
Benoeming vau Afgevaardigden voor de
en d^Gewestelyke Vergadering,
van de beschrijvingsbrief van
de Gewestelijke en de Algem. Vergadering.
Schoolvergaderingen, in te leiden door den
heer J. Slop.
Rondvraag en
Vrijdagmiddag zag eene vrouw, te Stolwijk,
die zich aan den Gouw vliet bevond, plot-filing
een kinderhandje en even daarna een voetje
boven bet water uitsteken. Op haar geroep
snelde iemand te hulp en dezen gelukte het
den drenkeling te grijpen en op het droge te
brengen. Het was het driejarig zoontje van
J. v. B. Iedereen meende eerst, dat liet leven
geweken was, docb biet zeer veel moeite en na
geruimen tyd wist fiien de levensgeesten weer
op te wekken. Nog lang daarna verkeerde het
kind in levensgevaar, do«h nu is de toestand
bevredigend.
Voor het akte-examen lager onderwys,
gisteren te Arnhem gehouden, slaagde o. a.
mej. N. van der Palm te Arnhem.
Maandagmiddag is in de Obreehtstraat te
’a-Gravenhage een heer ^aangerand door een
drietal kerels. Zy sloegen hem zonder eenige
aanleiding in het gelaat, rokten zijn horloge
uit zyn zak en wierpen het tegen de grond.
De aangerande, een student, heeft zich by de
By het departement van koloniën is het
navolgende telegram van den gouverneur-ge-
,neraal van Ned.-Indië ontvangen
Gisteren had eene excursie plaats naar
iKroeog Kali. Bentings en bezittingen van
Tjoet Toengkoep en Iman Siem vernield. Tjoet
Ras uit VI Moekiina terug. Een luitenant en
ongeveer vyftien militairen beneden den rang
van officier gewond.*
Eene vernieuwde historie van >de rijke
bedelaar* is dezer dagen te Ondewater afge*
speeld. De vrouw van zekeren K. R. nl.»
welke persoon behalve bedoeling door de diaconie
der Herv. Gemeente, ook dog giften van par
ticulieren ontving, werd ziek en hare ziekte
had o. m. ook dit gevolg, dat zij mededeelde
nog geld te bezitten. Dadelyk werd een on
derzoek ingesteld met dit resultaat, dat bij K.
R. werd gevonden de somma van pl. m. f 1600.
Dit sommetje na is met goedvinden van mau
en vrouw in handen gesteld van genoemd
armbestuur, hetwelk nu zeer zeker voor den
reeds bejanrden man zal zorgen, vooral nu zyne
echtgenoote tengevolge van hare ziekte is
Overleden.
»Waar je 't niet zou zoeken, daar zal je ’t
vinden zoo sprak menigeen na 't gebeurde.
Te hopen echter is ’t, dat het voorgevallene
niet ten gevolge moge hebben, dat de meer
gegoeden nu hunne handen van de minder
bedeelden aftrekken in de veronderstelling, dat
er ook nog hij anderen >wel wat kan zitten*!
't Is beter, dat er bij tien armen nog geld in
buis gevonden wordt, dan dat er een van ge
brek omkomt
De le luit. H. M. J. Sark, van het 4e reg.
inf. te Leiden, wordt 1 November a.s. voor 3
jaar gedetacheerd bij de hoogere krijgsschool
te 'a Gravenhage tot het volgen van een krijgs
kundigen cursus.
Een agent van politie bemerkte Maandag in
Den Haag, dat aan het einde van het Bezui-
denhout aan een buis in aanbouw allerzonder
lingst gewerkt werd. De steenen van de
fundeering werden eenvoudig zonder kalk op
elkander gestapeld, alléén de bovenste steenlaag
werd met kalk bestreken. De betrokken dienst»
is met een en ander in kennis gesteld.
GOD DA, 6 Mei 1896.
VERGADERING tanden GEMEENTERAAD
op Vrijdag den 8 Mei 1896, des namid
dags ten 1 uur, zoo noodig vbort te zetten
op Zaterdag 9 Mei d. a. v., 's namiddags
Ij uur.
Aan de orde:
De benoeming van een Lid in de Commissie
van beheer der Stedelijke Gasfabriek iu plaats
van bet periodiek aftredend lid, den heer C.
P. W. Dessing.
De benoeming van een Zwemmeester.
Het voorstel tot uitgifte van grond in erf
pacht aan den beer J. Bits alhier.
De rekening der Gemflante-Gasfabriek over
het dienstjaar 1895.
De rekening van het Stedelijk Museum van
Oudheden over het dienstjaar 1895.
Het kohier van de Plriatselyke Directe Be
lasting naar het Inkomen voor het dienstjaar
1896.