onderwijszaken.
DE B ffl Mï MEME,
4
raad,
is, met 78
at voor de
s
rea*-
»MIH
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
No. 7001.
FG
cht.
FEVILLETON.
a?1
Vrydag 26 Juni 1896. 36ste Jaargang.
ssrï
‘D,
MSS
I
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
4.LE
rande-
H.< 4
Me»
I
Ion, iour
il aanbe-
ijfaal van
om trouw
wenschten
-stallen, zoodat zij
erordentng hebben
beetje Fransch
zeggen dan ook
uurbotvr,
liet droog
r Is In
Fijne
zwarte
jgbaar
wr UTRECHT
Met dezeu
Patnagler»
dépot-
de wa-
IG
en wordt
gliuur.
voile on
I.IIIINHE HIIIUM.
wtartate
rrssd. arte
4 MliH
Jij k laags
baas over
STBS
smu ta
rsa
Voorzitter.
retarie.
«gs 5 uur.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Hommers VIJF CENTEN.
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Wel bekome het my. Maar ik had nooit gedacht,
dat hij zoo te recht zou komen.
Sally, weet gij t waarom hy jnyn broeder
het deed F wat zijn doel waa
*- Neen, antwoordde do meid, op misnoegden
toon. Ik denk, dat zy bet zilver en ul wat zij ver-
'dor hebben weggekaapt, zullen rerdeelen. Alz een
fatsoenlyk man eenz zoo laag zinkt, komt hij van
kwaad tot erger.
Er scheen nergens ‘iroool te zyn, en Maria ging
mot een bezorgd hart naar huis. Torwyl zij onder
weg waa, begon de avond te vallen. Zij wu bang
en meende in eiken boom een vijand, in eiken draai
van don weg eeffe hinderlaag te zien, misschien zocht
de politie haar broeder nu reeds. Er. waren eeuige
uren verlopen, sedert William Lydney gevat was,
on hij had misschien allee bekend.
Toen zij haar huis bereikte, stond êr oen knecht
aan de deur, die baar vader uitliet. De heer Letter
scheen in groote spanning to zijn. Maria had hem
nooit zoo boos gezien, sedert hy Lydney de deur
uitzette.
Hoe durft Bent een gevangene’ in vrijheid
stellen, dien ik beochuldig van by mij te hebben
ingebroken F riep hy uit Ik zal hem gebonden naar
de gevangenis terug laten brengen.
Zonder op Maria te letten, streek hy haar woedend
voorbij. i
Wat is w gunde! vroeg zij aan den knecht.
Wel, freule, men zegt, dat die persoon, die
Lydney, los is gelaten, antwoordde de man. Meester
i gaat ér op uit, om hém weder vast te laten zetten.
I Hij en mylord Dane hebben heden aan Bent gezegd,
i dat zij van geen borgtocht booron willen.
iten gefa-
jaar ia
rug in
rusten. Gij weet niet, wat gij doet on welke vreo-
solyko geheimen or aan hot Hebt zullen komen, als
gij do faak vervolgt. Is bet nooit bij u opgek omen,
dat oen ander dan de hoor Lydaoy schuldig zou
kunnen zijn F
-* Waarom, wat bedoelt gij! vroeghy, vorschriku
Hij ontstelde niet too zeer van hetgeen zij wide,
dan van haar zonderlingen toon. Wordt gij razend
Ik durf niot zoggen, wat ik bedoel, ik
durf or waarlijk niet voor uit komen. Maar, geloof
mij, papa, all uwe eer on uw geluk u dierbaar zijn'
zult gij deze zaak niet vorder onderzoeken.
Dit zeggende keerde zij zich snikkend om en
spoedde zich nur huis. Do heer Leetor zag haar
misnoegd on ontsteld na.
Op eenmaal bekroop bom de angst, dat zij liefde
voor dien avonturier, dien Lydney, bad opgevat. 1
schoen wol, dat da beer laster op éon punt met
blindheid geslagen wu, want hy kwam niet op de
gedachte, dat tij beng wee, dat eoo ander portoon
schuldig wee, of dat zyn zoop, Wilfred, aan do inbraak
van den vorigen nacht bad 'deel genomen
De hoer Homo, ut in koortsachtige spanning in
de 'ziekenkamer van Zeeounsruot want zoo hadden
zij do garner gedoopt, wur do zioko vreemdeling zoo
lang verbluf hield. Hij was do man niot, om bedaard
tegenspraak of dvaredryverg 'te verdragen, of om
zyne bevolen in don wind te ziofi slaan, hij schoen
daar niet aan gewoonhij bad mot kwalijk vorbor
gen ongeduld op do terugkomst van den beer Apperly
te Danesheld gewacht, on nu deze terne wu, helde
heer Hbme hem verzoeken, onmiddolliik by hom te
komog. a Per Jl wreolprf).
In de laatste Raadszitting is van tfvee
verschillende kanten de aandacht geves
tigd op de aanstaande behandeling der
in de zitting van 17 Januari j.l. inge-
diende verordening'op'de openbare scho
len Het eene lid wilde nog eenig uit
stel tot na de inschrijving van nieuwe
leerlingen, de ander drong integendeel op
eene spoedige beslissing aan. De eerste,
de heer Van Galen, had zeker het oog
op de 2e Burgerschool voor Jongens,
wier voortbestaan hem een doorn in ’t oog
schijntde ander, de heer Herman,
wenschte waarschijnlijk eene beslissing te
zien genomen op het voorstel van B. en W.
om de 7e klasse van de le Burgerschool
voor Meisjes op te heffen.
Dit laatste voorstel is genoegzaam be
kend en heeft ook de aandacht onzer
stadgenooten getrokken, blijkens een re
quest door een honderdtal ingezetenen in
gediend om daartoe niet over te gaan
Het schrijven van B. en W. van 10 Ja
nuari deelt mede dat het denkbeeld af
komstig ia van de Commissie van Toe
zicht op het lager onderwijs. Deze
schreef n 1. aan B. en W. het volgende:
„Ook het financieel belang der gemeente
moet door haar in het oog worden gehou
den, wanneer dientengevolge geen schade
aan het onderwijs wordt toegebracht.
Het is daarom dat onze Commissie ook
op middelen heeft gepeinsd om de 2de
Burgerschool voor meisjes wederom tot
een toestand van bloei te doen geworden.
Nu zoude het aantal daar ter school gaande
kinderen zeer worden vermeerderd, indien
de 7de klasse der 1ste Burgerschool voor
meisjes kwam té vervallen. De leerlingen
uamelijk, die uit de 6e klasse dezer school
komen, zijn nog niet voldoende onderlegd
om met vrucht het onderwijs, dat aan de
hier bestaande inrichtingen van hooger en
middelbaar onderwijs, of aan de Rijksnor
maallessen wordt gegeven, te kunnen vol
gen. Deze leerlingen zouden derhalve in
de allereerste plaats de 2de Burgerschool
voor meisjes nog een of twee jaron djenen
te bezoeken, terwijl zij, ingeval door haar
Wanneer een school ia het openbaar
wordt afgebroken en de wenschelijkheid
van opheffing wordt gedecreteerd, dan
ligt het voor do hand, dat het vertrouwen
van het publiek geschokt wordt. Ook hier
dreigt het gevaar, dat men uit financieel»
overwegingen een goede school gaat beder
ven, wanneer men het onderwijs in Duitach
en Éngelseh als eeu aanhangsel voegt bjj de
bestaande le burgerschool voor jongens.
Deze is Hink bezet, heeft een goeden naam
en voldoet in alle opzichten aan het doel,
waarmede ze ia opgericht. Wij vreezen,
dat weder de zuinigheid de wijsheid zal
bedriegen, le er vermindering van kosten
noodig, dan zouden wij de voorkeur geven
aan eene reorganisatie der 2e Burgerschool,
in dien geest dat de lagere klassen ver
vielen en dat zy dus hoofdzakelijk bestemd
werd voor die leerlingen der le" Burger
school, welke niet voor midd. of hooger
onderwijs bestemd zijn en toch voor hun
volgend leven kennis van wiskunde on
vreemde talen noodig hebben. Dan wordt
aan het voorschrift der wet en het ver
langen der hoogore autoriteiten voldaan,
zonder dat men gevaar loopt de goede
inrichting voor het gewone en het aan
midd. en hoogere scholen aansluitende on
derwijs door een nieuw aanhangsel te be
derven.
Onze Head schijnt in den laatsien fjjd
geneigd het openbaar onderwijs te be
schouwen als een proefveld voor toepassing
van allerlei meer of minder gegronde
theorieën en allerlei gewaagde denkbeelden
worden daar ten beste gegeven. Het komt
ons voor, dat men juist op dat gebied
voorzichtig moet zijn met hot afbreken
van het bestaande; een vaste leiding, ge
grond op deskundige adviezen on voorge-
licht door de ervaring hier en elders is
noodig, wil men niet telkens door een
wisselvallige meerderheidMk den Raad
minder gowenschte hervorffl|gen te zien
ingeroerd. Gelukkig dat op onderwjjsX
gebied althans hoogor gezag een oog ip 't
zeil houdt en niet aan de gemeenteraden
de banden vrij gelaten wordt.
1S7)
Hel gaal mijn ranland la bovea, vat ar ia
aan dargalek garal gedaan voel worden, antwoordde
Sally genelijk. Mgn hoofd loopt mij om, nadert ik
woel, dal hij gevangen is genomen de onde Goud
vertelde hel mij, toen bg die garnalen voor bij de
thee van mijne meesleroa bracht. Ik geloof ik
geloof waarlijk, dal hg eer in staal sou sgp, sioh
rast te laten netton, dati den heer Wilfred le verre
den maar uw broeder is op cijns manier ook edel
moedig, freule Leetor; stuik vrees, dat als bg van
Groal-Croee terug komt en hoort wal er is voorge
vallen, hg, tonder tick te bedenken, uur hot politie
bureau ul loopeo, en sich ulf ul aanklagen, om
den hoor Lydney rrg -te stellen, O, wal wordt ik
voor mgne onvoonichtigheid* gestraft
iVoor uwe onvoorzichtigheid vroeg Maria, dia
wonder ophoorde rag deze bekentenis.
Wel ja, freule I-ester. Ik wu dwau genoeg,
hen lol hunne huwelijksplannen un la sollen At hem
te beloven, dat ik hen helpen sou en gaarne bet
werk un twee meiden op mij wilds nemen. Il trok
oigenlgk partij voor hen, omdat tk het niet kon ver
dragen, dat Squire Iveter en tgne mooie vrouw hen
zoo onbillgk behandelden, en ik heb den beer Wil
fred ven jonge af sla mijn eigen kind lief gehad.
Maria’s hart klopte, alsof hot breken souallerlei
angstige gedachten woelden hur door hel hoofd en
zij ijlde hur vader na.
De beer Lestsr hoorde, dol hem Iemand volgde
en zag om, ug, selfs bij het schemerlicht, dat
zij doodsbleek-en met bevende lippen nur hom toe
kwam.
Papa, papa! riep zij zij was zoo ontsteld,
dat zij ter nauwernood wist, wat sg uida, of wat zij
zeggen wilde luister even. Laat die suk ruston.
Vervolg den boer Lydney niet vorder, als bij vrij-
gesteld is, of als zg hem rfij willen stellen. Wij
hebben op den Hall niets vermistvervolg dis zssk
vorder niot.
Ik zou Lydney vrij latenik zou de suk niet
verder vervolgen I herbaalde de hoer Lester, terwjjl
hg hur bleef aoastaren. Wet bedoelt gij t
Hg ia onschuldig, papa I gij zijl op
dwulspoor. -
Op wolkan grond segt gij dat, jonge juffrouw I
vrdeg da heer Laster, spottend, terwgl hij zijn heat
deed, bedaard te blgren.
Ik, ik heb ar gaene gronden voor, antwoordde
,«i>. verlegen en bedroog Behalve behalve de
overtuiging vaa nyn oi^n hart.
De overtuiging, die uwe dwaMheid u inb|aaat,
riep de beer laeeter uit. Gy moest u schamen, den
naam van dien man over aiva lippen te laten gaan.
Ik zal hem vervolgen op dood en leven, vervolgde
de boer Lester, in drift eene sterke uitdrukking be-
zigende.
O, papa, doe bet niet, doe bet niet I riep zij
uit, terwijl zy zyn arm 'greep, als wilde zij hom
terughouden, an in tra&ea uitbarette. Laat do Mak
geen toegang tot Gymnasium of Hoogere
Burgerschool werd verlartfcd, het ontwik
kelend onderwijs onder leiding van het
bekwame hoofd dezer school zouden kunnen
volgen. Doch ook voor die meisjes, wier
ouders een langdurig voorlgezet onderwijs
niet noodzakelijk achten, zoude een één-
of tweejarig verblijf aan deze school nog
zeer veel nut kunnen hebben. Door dezen
maatregel de opheffing van de 7de
klasse aan de school tan den heer van
Cittcrt - zou de zoo zeer gewenschte
aansluiting tusschen de beide Burgerscho
len voor meisjes op de meest natuurlijke
wijze worden bereikt; de 1ste Burgerschool
blijven wat zij was: eene voortreffelijke
school met uitgebreid leerplan, en de
tweede Burgerschool beter bevolkt worden.
De financieele voordoden voor de stad
zouden zijn in de eerste plaats, het ver
hoogde schoolgeld voor iedere leerling, en
in de tweede plaats het afschaffon van
eene onderwijzeres aan de 1ste Burger
school voor meisjes."
Dat denkbeeld is bij B. en W. dade
lijk in goede aarde gevallen, zoodat zij
het in hun nieuwe verordening hebben
\overgenomen. Over het algemeen schijnt
dat College in zijn tegenwoordige samen
stelling gaarne te bezuinigen op het Open
baar onderwijs.
Het is echter de vraag of bet waar ie,
dat het onderwijs door den voorgesteldeu
maatregel geen schade lijden zou. De
le Burgerschool van Meisjes is bestemd
om eindonderwijs te geven aan de groote
meerderheid der meisjes, wier maatschap
pelijke positie medebrengt, dat zij aan
lager onderwijs met een
genoeg hebben. Terecht
bovengenoemde adressanten, dat de bloei
van de 2e Meisjesschool een heel mooi
ding is, maar dat die niet moet gekocht
worden ten koste van de le. Overgang
naar een andere school voor één of twee
jaar is altoos schadelijk, als die niet
noodzakelijk is. De kinderen komen in
geheel andere omgeving en worden vol
gens een geheel ander leerplan onderwe
zen en eer ze er weder eenigszins thuis
raken, zou de leertijd voor haar voorbij
zijn. Wij zijn het oens met het adres,
dat de allereerste beginselen van Duitsch
en Éngelseh van geene waarde zijn, in
dien er niet verder op wordt voortge
bouwd. Zooals de school van den heer
Van Cittert thans is ingericht, voldoet
zij aan de behoeften van het gros der
leerlingen, die gewoon lager onderwijs
behoeven en geeft tevens gelegenheid om
zooveel Fransch te leeren als voor ver
dere studie op inrichtingen van midd. en
hooger onderwijs noodig is. De verwach
ting dat het hooger schoolgeld een cenigs-
zins belangrijke bate in de stadskas zou
brengen zal wel ijdel blijken immers het
meerendeel der ouders zal eerder beslui
ten hunne kinderen van school te nemen
dan ze nog een jaar op de 2e Burgerschool
te doen. Daarvoor is het schoolgeld te
hoog. Het resultaat zou dus hoogstwaar
schijnlijk zijn, dat vele leerlingen de school
een jaar vroeger verlieten, hetgeen zeker
niet in het belang der vblkaontwikkeliug
en van het onderwas zou zyn.
Over het geheel komt het ons voor,
dat de autoriteiten zich te veel laten in-
fluenceeren door het betrekkehjk geringe
aantal dergenen, die de 2e Burgerscholen
bezoeken. Het ligt toch voor de hand,
dat in eene gemeente als de onze niet
vele ouders zich de opoffering kunnen
getroosten hun kinderen zoo lang de
school te laten bezoeken als voor eene
degelijke opleiding aldaar noodig isook
bet hooger schoolgeld, dat voor velen,
die een groot gezin hebben, een belang
rijke factor is, schrikt ze daarvan af.
Uit den aard der zaak kunnen die klas
sen niet sterk bezet zjjn en is dat on
derwijs voor de stad betrekkelyk kost
baar. Daaraan is echter niet veel te
doen en kunstmiddelen, zooals de Comm.
V. T er thans een bedacht heeft, komen
ons steeds bedenkelijk voor. Wij hopen
dus dat de Raad zjjn aandacht wijden
zal aan het ingekomen adres en zal
besluiten vooralsnog niet tot opheffing der
7e klasse van de le b. v. m over tc
gaan.
Wat do nieuwe plannen betreft, die
de heer Van Galen hoeft met de 2e
Burgerschool voor Jongens, daarvan is
ons niets bekend. Mocht die school
minder gaan bloeien, dan ligt de schuld
thans grootendeels bij den Raad zelf.