DE EED M LADY
aad.
EVER
G
BINNENLAND.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken
De Verkiezing.
No. 7004.
Dinsdag 30 Juni 1806.
35ste Jaargang.
icht.
jbaar.
3ron,
FEUILLETON
1AVERVERIJ
i
lEiMEIl,
[{otterdam.
i, Az.
G. PRINCE.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
w
Eau
4
>3
zo
iseherij
IF or Ut rercolgil.)
RINKMAN ZOOS
om trouw
venschten
jxuay
10 de
>rs.
Dat zijn nietszeggende frases, die
onderschrijven, welke voor dezen
-i-i-n
Iets anders is liet of ,de minder-
i, met 78
t voor de
fiWDSIÏÏE 101 III VI
U. den Koning
a.
JDA de Heer
men en verven van
ieroben,»18cok alle
E OUDE
IDAMMER
•leik
ITCA P
Uit Batavia
Courant”
Vrjjdag werden tochten gemaakt naarSenelop
en Biloel, waarby 3 minderen gewond werden.
Toekoe Oemar heeft het hoofd der IV Moe-
kims gevangen genomen.
lar UTRECHT
r. Met dezen
Paiiaagier»
perioou, die door de arrondiesemeuti-
rechtbank te Maastricht wegens landlooperg
tot twaalf dagen hechtenis werd veroordeeld,
heeft tegen dit vonnis hooger beroep aanga*
teekeud, omdat de rechtbank niet tevens zyue
opzending naar eene rykswerkiurichting voor
den tyd van drie jaren bad bevolen, zooals
door het O. M. waa geëiscbt.
ADVERTENTIEN worden geplaatst vau
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Voorzitter,
etaris.
igs 5 uur-
voor
der Polytechnische school te
voor werktuigkundig ingenieur.
GÖUDA, 29 Joni 1896.
Gisteren was het 12| jaar geleden, dat de
agent van Politie le klasse J. Bosman bij de
Politie in functie trad in deze gemeente. Zyne
collega’s vereerden hem een souvenir by deze
gelegenheid.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers V JJ F CENTEN.
het stoom n van
t enz.
iz. worden naar de
s geverfd.
jstoomd of geverfd
de gezondheid en
ijgbaar bü:
ETERS Jz.
jwijs van echtheid ia
en kurk steeds voor-
i) den naam der Firma
DPPE.
overdreven ijver van Squire laster in hechtenis was
genomen, bevond zich die avonturier nu in de
macht van den heer Bent. Do heer Blair begreep
het rechte van de zaak nog niet; hij en lord Dane
verschilden van oordeel ten opzichte van sommige
bijzonderheden, en hun afscheid was vrij koel geweest.
De heer Blair was nu op weg naar het stationen
hij was in het voorbijgaan in Zeemansrust aangegaan,
om ze daar met een enkel woord vaarwel te zeggen
en voor het laatst nog ooi borreltje te drinken. De
advokaat nam hem ter zijde en reide hem, dat een
zijner klicnten, die zich op dit oogenblik in diezelfde
herberg bevond, zijne diensten noodig had, en hij
vroeg den heer Blair, of hij gezind was, die te ver*
leenen.
Ik mo t u vooraf zeggen, dat gij lord Dane
zult moeten tegenwerken, maar ik begrijp zelf nog
niet op welke wijze gij dit zult moeten aanleggen,
merkte de advokaat aan. Zullen uwe persoonlijke
gevoelens niet in stryd zijn met die taak!
Een politie-agent moet er geene persoonlijke
gevoelens op na houden, was het antwoord van den
heer Blair. Lord Dane ontbood een politie-agent
uitj de stad, en men zond mij hierheen. Mijne zaken
met hem zijn ten eindeen, als nu eene andere partij
mijne diensten inroept, mag ik niet weigeren en ik
verlang ook geenszins zulks te doen, al worden die
diensten tegen lord Dane ingeroepen. Ik ben tot
uw dienst.
Zij gingen zonder verder dralen naar boven. Lord
Dane stond nu bij den haard met Ravensbird te
praten. Als het in Ravensbirds aard had gelegen,
om zich te verwonderen, dan zou hij daartoe zeker
•He mogelijke reden gehad hebben, toen bij den
ten slotte niets anders te zijn dan liefde tot
den onrechtvaardiger! Mammon. Wij wen-
schen de Tergouwsche niet te volgen op
den weg der verdachtmaking. De gehoele
zaak is, dat wij verschillen in onze op
vatting van de taak der overheid, fry
achten het geld, voor onderwijs uitgegeven,
nuttig en productief besteed; wat voorde
volksontwikkeling noodig is, behoort te
worden gedaan en goed gedaan, al ver-
eischt het ook opofferingen van den kant
der burgerij. Onze tegenpartij wil daarop
in de eerste plaats beknibbelen en zou
daaraan de toekomst van het jonge geslacht
en de bloei der gemeente, die er nauw
mede samenhangt, wagen.
De kiezers kennen genoegzaam beide
candidate!!. Wij kunnen dus met dit weinige
volstaan. Voor ons, die ook voorstanders
zijn van een zuinig beheer, die ook gaarne
den belastingdruk zagen verminderd, mits
daaronder niet groote belangen schade
lijden, voor ons is de keuze niet moeilijk.
Wij kiezen morgen den candidaat der
meeting
seint men aan ila >N. Rott.
zal, volgens het strooibiljet der katholieken
„een zuinig beheer der gemeente-financiön
voorstaan, om, zoo mogelijk den belasting
druk te verlichten.” Eilievewie wil dat
niet Zuinig beheer is ons door de om
standigheden vanzelf voorgeschreven, na
tuurlijk zonder dat de groote belangen,
die aan de zorg van het gemeentebestuur
opgedragen zijn, er schade door lijden
Den belastingdruk verlichten, is het ideaal
van elk burger met gezond verstand nie
mand betaalt de belasting voor zijn ge
noegen. Dat zijn nietszeggende frases, die
elk zal onderschrijven, welke voor dezen
post van vertrouwen in aanmerking komen
kan. Iets anders is het of „de minder
heid in den Raad getoond heeft den steun
der burgers ten volle waardig te zijn.”
Vooreerst is die minderheid het in vele
zaken onderling oneensten andere wachten
wij nog altijd op de daden, waardoor die
minderheid zich zoo bijzonder hoeft onder
scheiden. Wij zien bij elke quaestie van
eenig belang verschil van opinie in den
raad, doch houden ons overtuigd dat
meerderheid en minderheid gelijkelijk de
belangen der stad wenschen te behartigen.
Alleen op het gebied van onderwijs heb
ben wij de minderheid, welke hier bedoeld
wordt, aan het werk gezien en het gevolg
was alleen, dat er onuitvoerbare besluiten
werden genomen, door hoogere macht ge
keerd, omdat het onderwijs er onder lijden
zou. Naar onze meening heeft juist de
ondervinding geleerd, dat versterking van
deze minderheid niet is in het welbegrepen
belang der stad.
De Tergouwsche meent, dat de voor
standers van den heer Prince alleen op
de stoffelijke zijde der zaak letton en slechts
vragen naar hot voordeel, dat ze er zelf
bij hebben. Zij vraagt alleen naar het
teeken van den Overwinnaar der wereld.
Maar in ëén adem voegt zij er bij, dat
haar candidaat de uitgaven beperken, het
evenwicht in de financiën herstellen en
de lasten verlichten zal. Waar is nu het
verschil Bij ons is de veer van het zede
lijk bewustzijn verlamd, want geld is de
ziel van de negotie. Wordt die anti-rev.
verlichting van lasten dan eek niet door geld
uitgedrukt? Waarlijk dat teeken, dat onze
tegenpartij in den strijd vereenigt, blijkt
Volgens .ene globale berekening brachten
de Staats-, Uollandsobe en Centraal-spoorweg-
mnaiechappijen gezamenljjk ongeveer 85.000
personen naar Utrecht tot bijwoning van de
Maskerade.
Hierbjj sgn niet gerekend da vreemdelingen
die reeds den vorigen dag in de stad waren
gekomen en »jj die per tram, boot, rijtuig of
te voet ziju gekomen.
Morgen is de stembus weder geopend
voor de keuze van een gemeenteraadslid
Het geldt de Vervanging van den heer
C C. H. Prince, die aan de gemeente is
ontvallen op een leeftijd, welke nog veel
van hem deed verwachten. Van verschil
lende zijden, ook in den gemeenteraad,
is rechtmatige hulde gebracht aan de ver
diensten van dezen waardigen vertegen
woordiger der burgerij, die hart had voor
de gemeente en zulks bij meer dan eene
gelegenheid toonde.
Het is geen wonder, dat de aandacht
van de kiezers op de meeting gevallen is
op des overledenen broeder, den heer G.
Prince. Zijn naam heeft, door de toewij
ding die zijn vader en broeder toonde
voor de belangen der gemeente, eene
goeden klank bij onze burgerij. Men mag
van hem verwachten, dat hij gaarne be
reid zal bevnnden worden hun voetspoor
te,volgen, indien het vertrouwen der kie
zers hem roept om de ledige plaats in den
Raad te vervullen.
Het is zeker een voorrecht voor eene
gemeente, indien er familiën gevonden
worden, waarin de liefde voor hun ge
boorteplaats en de toewijding aan haar
belangen in het bloed zit. Zij zijn met
de behoeften en eigenaardigheden der
burgerij ten volle vertrouwd en van jongs
af samengegroeid met de plaats hunner
inwoning. Wij achten dus de keuze van
den heer Prince zeer gelukkig. Mannen,
die aan het hoofd staan van belangrijke
industrieele ondernemingen, die dagelijks
in aanraking komen met personen uit
allerlei stand en getoond hebben belang
te stellen in de publieke zaak, behooren
in den Raad thuis. Wie dus medewerken
wil om onze gemeentelijke vertegenwoor
diging op waardige wijze aan te vullen,
stemmen morgen op de candidaat der
meeting.
Wij willen niets afdingen op de ver
diensten van den candidaat, die door een
paar andere kiesvereenigingen tegenover
den onzen ie gesteld. Alleen een enkel
woord over de motieven, die voor die
keuze worden opgegeven. De heer Steeveus
zooganaamden bankier op aanmaal in oen politie*
agent herschapen zag.' De heer Apperly merkte bij
het binnenkomen aai), dat hij zijn man reeds ge
vonden had en stelde den heer Blair aan lord Dane
voor.
Mijnheer, zei do de pair, terwijl hy zyn edel
gelaat en zy'ne indrukwekkende gestalte tot den heer
Blair wendde, ik heb raad en medewerking noodig.
Ik heb grieven tegen Herbert Dane den zooge-
naamden lord Dane die u, naar ik hoor, hier
ontboden heeft. Wilt gij my van dienst zyn
Ik weet bet niet, was het voorzichtige antwoord
van den heer Blair. Als gij my de omstandigheden
hebt medegedeeld, kan ik u misschien raad geven.
Mynheer Home, als ik het wel heb P
Neen, mijnheer. Ik heette Home, zoolang ik
niet voor mijn echten naam uit durfde komen; maar
dit ia nu voorbij. Ik ben Lord Dane.
De heer Blair kuchte evephij dacht, dat de
persoon over hem niet recht bij zyn hoofd was en
eer een oppasser dan een politie-agent van nood)
had. Hij zag den heer Apperly ran ter zyde aan,
Zyn lordschap spreekt de waarheid, merkte de
laatste aan. Hij is de echte Lord Dane.
De echte William, Henry, Lord Dane, de aenige
overgebleven zoon van den ouden Lord Dane, van
wien gy wellicht hobt gehoord, voer de pair voort.
Gy schynt verbaasd, mynheer Blair; ik dacht, dat
mannen van uw vak nooit verwonderd waren.
0)
Ik vraag u, boe krygon wij de doos uit het
kasteel P
Daar weet ik maar één middel op, mylord
maak u openlijk bekend. Gy behoeft u slechts op
het kasteel te vertoonen, om door allen voor heer
en meester erkend te worden.
Ja wel1 maar, als er kan» op is, wilde ik
liever eerst de doos terug hebben, zeido lord Dane.
Ik wenschte, dat ik hier een bekwaam politie-agent
te mijnen dienste had I Die lui weten overal laad op.
Er is op dit oogenblik een zeer bekwaam man
van het vak te Donesheld, geide de heer Apperly.
Ik weet niet, waarom hy zich hier ophondt, maar
ik heb hem van middag langs myn kantoor zien
komen en hem herkend; ik Ijeb vroeger eens zaken
met hem gehad.
De advokaat was niet op de hoogte van de voor
vallen van den laatsten tydhij wist niet, dat de
politie-agent bijna een week op het kasteel doorge-
braoht bad. Ravensbird luisterdi toehij wist even
min, dat de heer Blair, de voorname Londensche
bankier en de politie-agent een en dezelfde persoon
waren.
Zoudt gy hem niet hierheen kunnen troonanP
vroeg lord Dan-,
Een belangryke beschikking nam de recht
bank te Arnhem eenigen tyd geleden op
iemands verzuek om zyn naam te mogen ver
anderen.
Volgina artikel 68 B. W. moet men voor
de verandering van een voornaam of om voor
namen by de zyne te mogen voegen, de toe
stemming hebben van de rechtbank zyner
woonplaats.
Wil men zyn geslachtsnaam veranderen, dan
moet toestemming worden gevraagd van den
Ironing, on deze wordt niet toegestaan dan
nadat een jaar ia verloopen sedert van de'
aanvraag <le aankondiging in de officieele
nieuwspapieren heeft plaats gehad, opdat be
langhebbenden hunne bezwaren kunnen in
brengen.
Nu had de beer L. A. Mees te üagfnchem
tot genoemde rechtbank bet verzoet-gericht,
zyn voornamen te mogen veranderen in L.A
Alting, dezelfde die zijn vader boeit gedragen.
Do officier van justitie was echter van oor
deel dat het verzoek behoorde te worden
afgewezen, omdat »do naam Alting is do ge
slachtsnaam van een sinds eeuwen in Groningen
voorkomende familie en dat, al moge die naam
wel eensvdoor fam'lieledin van den requeatrant
minder juist als voornaam aan hunne kinderen
zijn gegeven, dit niet wegneemt dat genoemde
naam ia en bljjft een geslachtsnaam.” Volgens
dan officier had de verzoeker daarom de
koninklijke toestemming te vragen.
De heer J. P. de Voojjj is geslaagd
bet eindexamen
Delft en wel
Gedeputeerde Staton van Zuid*Holland heb
ben der Staten-vergadering ongunstig geadvi
seerd omtrent het ontwerp van den minister
van binnenlandsche zaken, die het gevoelen
van de Staten vroeg tot splitting van Rotter
dam in vijf kiesdistricten voor de verkiezing
van leden der Provinciale Staten.
Dr. H. A. W. Speckmann, alhier, is be
noemd tot leeraar in de wiskunde, werktuig
koude en cosmographio aau de hoogere burger,
school te Arnhem.
Ik zal mijn best doen, antwoordde de heer
Apperly. Hy is misschien al weder vertrokkenzpo
niet, dan ben ik waarlijk verlegen, waar ik hem zoe
ken zal*
Ga er op uit en doe uw baat, verzocht lord
Dane. Ik mo' t die doos terug hebbenfoei, dat
myn zoon van een boevenstreek hebben durven
beschuldigen en in hechtenis nemeo het begint er
fraai uit te zien. Haast u, mynheer, voegde hij er
op bevelenden toon by en laat het aan mij over, om
den man de zaak zelf uit te leggen.
E» bleef do advokaat geene andere keuze over dan
te gehoorzamen. Hij verloor zich in duizenderlei
gissingen. Toen hij langs de kamer van juffrouw
Ravensbird kwam, kon hij do verzoeking niet weder-
staan, om eens even eeu praatje met baar te houden.
Hij had daarby geen bepaald doel, maar bij zou zich
zijne nieuwsgierigheid ditmaal niet bt rouwen. De
heer Blair stond met juffrouw Ravensbird te praten.
Het scheen wel, dat er geen einde kwam aan de
verrassingen van den advokaat.
Dit is de heer Blair, de Londensche bankier
van Lord Dane, ze ide Sophie, terwyl zij den heer
Apperly, bij het noemen van den titel van den heer
Blair, vol beteekenis aanzag. Hy heeft bij zijn lord
schap op bet kasteel gelogee d.
De boer Apperly had werkdyk vernomen, dat
de bankier van mylord op het kasteel logeerdemaar
was deze persoon de bankier? Hij zag den politie
agent vragend aan, en toen de laatste bemerkte, dat
men hem herkend had, gaf hij den heer Apperly een
wenk en legde zijn vinger op zyn lippen.
De zaak, waarvoor de heer Blair te Danesheld was
ontboden, waa afgaloopon. Daar Lydnay door den