’Woensdag 26 Augustus 1896.
35ste Jaargang.
No. 7053.
BINNENLAND.
ar.
GENÏEVnïVËr
ken.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
FEUILLETON^
te
we ge-
loorten
nde-
(N. B. Ct.)
nan-
aedert
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
verder
or een
a Kg.
wor-
wordt
tuur,
olie en
prima
B ct,
Spót-
i wa
«Dö Ze-
voorko-
t is, kennis
ire oorzaken
len.
ysiologische
op ons ze
es, dat zoo-
leeskundige
8.
loofdsteeg 1
Ibrug F 88
r
ZN.
GOIINIIE ÜIIKA NT
renten
veracli,
in in
ju in
In den nacht van Zaterdag op Zondag zyn,
op aanwijzing van een wachtmeester der hu
zaren, op het Slykeinde in Den IIsag door de
politie aangehouden eenige personen, die aan
geklaagd werden in het openbaar op beleedi-
gende wyze over leden van het vorstelijk Huis
te hebben gesproken.
kelijken
htigneid
>ijn, mi-
pgewon-
amelijke
a zieken,
le govolgee
Spraak-
q de ge-
Ive, par-
iheugen,
ikundige
delen, als
ij vingen,
odder-of
rkregen;
beroerte
>en, wegens
zeldheid
n duhe-
voor de
orhoofd,
i handen
ongenoemde
mn bleek,
ige meisjes.
»nen, die
ie de reactie
aangeraden
«tellen, dat
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
einde het geld, dat ik schuldig ben, uit te betalen.
Ik wil frankrijk niet verlaten, terwijl ik er niet be
taalde schulden achterlaatdit is eene wijze van
bankroet, die een hertog en een pair onwaardig is.
Keer, zoodra u dit mogelijk is, zonder te veel gevaar
t* loopen, naar mij terug en breng mij zekere be
richten. Mijne couraat, do Gazette de France, heeft
door de dreigingen der oproerlingen opgehouden te
verschijnen.”
Hij gaf mij zy’ne hand om deze te kussen en ver
gezelde mij tot aan de deur van zijn huis. Ik zag
dinn. da do Mnsda ynfI Genevieve, die
Êmij tot aan de kromming in den weg nakeken. Ik
had eenige moeite om door de wachtposten der na
tionale garde heen te komenmaar toen mijn patroon
de deur van ’t kantoor open deed, zag hij mij voor
mijn lessenaar zitten.
De goede notaris had slecht geslapenop zijn
voorhoofd, dat anders zoo helder was, vertoonde zich
eene donkere wolk.
«Ik verwachtte u,” zeide hij«ik was er zeker
van, dat gij zoudt terugkomen, ofschoon ik u gis
teren ook te midden van een oproerigen troep ach
tergelaten heb. Ochl welk eene plotselinge en treu
rige revolutie! Maar wij moeten ten einde toe op
onzen post blijven en niet vergeten, dat wij voor de
fortuin onzer cliënten aansprakslyk zijn.”
Ik maakte van dit oogenblik gebruik om hem al
datgene te verbalen, wat de hertog de Boispréaux
mij in vertrouwen meegedeeld had. Weinige oogen-
blikken waren voldoende om ons het eigenaardige
en het gevaarlijke van den toestand te doen inzien
het besluit uit dit alles was, dat er, met een weinig
geduld, nog geen reden tot wanhopen was.
In den nacht van Zaterdag op Zondag om-
atreeka één uur werden de ingezetenen van
Utrecht uit den eersten slaap opgeschrikt door
bet luiden dor klokken en bet geroep van
brand en weldra verspreidde zich bet gerucht
»de vuurwerkmakerij van Ruijsch op den
Blauwkapelschen weg staat in brand!*
Gelukkig bleek echter bet gerucht zeer over
dreven, want niet in de vuurwerkmakery, maar
wel in eene der daarbij beboorende loodsen
was brand uitgebroken, namely k in het zoo
genaamde papiermagazyn, waarin ook de halzen
voor bet vuurwerk worden vervaardigd, maar
waarin geen gevulde hulzen worden neergelegd.
Toch woedde de brand fel. Hoog sloegen
de vlammen van het van bout van binnen
van steen opgetrokken gebouw, gevoed door
GOUDA, 25 Augustus 1896.
Onze correspondent te Batavia seint ons
onder dagteekeuing van gisteren.
Gisteren werden onze troepen voorby Ana-
galoeng beschoten. Twaalf minderen werden
gewond, twee gedood. Onze troepen rukken
verder op. (N. R. Ct.)
Het >N. v. d. D.< meldt het volgende:
De vrouw van Alexander Cohen is by ons
gekomen met hot verzoek eene klacht te doen
over de behandeling van haren man in de
gevangenis. Wy, daarvan niet op do hoogte,
hebben baar verzocht op te schrijven, waarover
te klagen viel. Het stuk, dat zy zond, komt
geheel overeen met hetgeen de kleine Fran^aise
ons met veel ernst en overtuiging gezegd had
maar natuurlyk blijft ’t voor hare rekening.
Hier volgt de vertaling
Donderdag 20 Augustus was ’t bezoekdag
voor de gevangenen van den Amstelveenschen
weg, en daar bad ik met mijn man het ge
sprek dat ik hier laat volgen.
den grooten voorraad papier en aaagewakkerd
door een stevigen bries, door het luchtruim.
De brandweer was gelukkig vry spoedig
met een aantal spuiten ter plaatseweldra
richtte zij hare waterstralen op de aangrenzende
gebouwen, waaronder ook nog twee tot de
vuurwerkmakery beboorende bouten loodsen,
en in de woest om zich heen grypende
vlammen, die binnen een uur tyds het gebouw
geheel sloopten en den inhoud vernielden. Maar
toen was ook het gevaar voor de omliggende
perceelen geweken. De eigenlyke vuurwerk
makery werd niet bepaald bedreigd, daar die
op eonigen afstand van het verbrande perceel
staat.
De door den brand veroorzaakte schade is
door verzekering gedekt.
81)
Gelukkig met de vergunning, die hij mij gaf, be
reikte ik mijne kamer en viel, te midden van het
rumoer en de verwarring in slaap.
Bij mijn ontwaken bevond ik, dat myn gastheer ,-rioor de glazen de mooie oogen
lang voor my opgestaan was. De slaap was, mis- fajj tot aan de kromming in der
schien wel voor altijd, van de peluw van dien over- 1 -“- -
wonnene gewekenzijn hoofd was in verwarring
hij vereenzelvigde het tegenwoordige met het verle-
dene en hield den lOden Augustus, treuriger ge-
dachtenisse, voor den dag van gisteren. Overigens
was hij zeer helder van hoofd en deelde mij tot in
de minste bijzonderheden den staat zijner fortuin
mede. Deze was in vier en twintig uren heel wat
verminderdJiet gemis van zijne betrekking aan het
hof en van zijne inkomsten was reeds een groot ver
lies. Hij deelde mij mede, wat mij te doen stond;
Lij begreep al mijne tegenwerpingen. Hij had de
papieren, die hem in ongelegenheid konden brengen,
in orde gebracht, en beschikte over my, alsof hij
begreep, door welken band ik aan hem verbonden wal.
«Tracht," zeide hij tegen mij, «in de stad te
dringenhet zal aan geringe lieden altyd gemakke-
iijker vallen om de stad binnen te treden, dan aan
een edelman om zich buiten deze muren te wagen.
Gij moet u naar mijn notaris begeven, en gij moet
hem verzoeken om het geld, dat mij toekomt, ten
Aftuublailüt heeft het volgende tele
gram ontvangen van den heer Andrée, geda
teerd 11 Augustus: Tot nog toe hebben wij
nog niet kunnen opstygen de wind die eerst
uit bet Noorden kwam, is plotseling gevallen
en gedurende veertien degen hebben wy een
kalmte, afgewisseld door heftige windvlagen.
De mogelijkheid bestaat due, dat wy ge
dwongen zullen zijn terug te koeren, maar wy
stellen onzen terugkeer zoo lang mogelyk uit.
De Virgo* moet 20 dezer terugkeeren,
volgens hnar verzekerings-contract.
Alles wel aan boord, ofschoon myn metge
zellen wel een weinig ter neer geslagen tyu
wegens deze ongevallen.
Den commissaris van politie te Hilversum
is gebleken, dat de diefstal met inbraak op
de villa Theresa* aldaar, was voorgewend door
het Daitsche meisje, als bonne bij den bewo
ner in betrekking, die nn naar het huis van
arrest is overgebracht.
Voorts leggen hier by het kantoor op de
Vest aande ^van Amsterdam en daarheen
terugvarende stoombooten op Rotterdam,
Vlaardingen, Arnhem, Zutphen, Dordrecht,
Gorinchem, Eindhoven, Zierikzee, Middelburg,
Vlissihgen, Goes, Maastricht, Zalt-Bomrael,
Tiel, Nymegen, Helmond, ’s-Hertogenbosch,
Waalwyk, Bergen op Zoom, Tilburg, Breda,
Woerden, Delft, Schiedam, Vlaardingen, Ant
werpen en Brusselde van Rotterdam en
daarheen terugvarende etoombooten op Bode
graven, Haarlem, Alkmaar, Den Helder, For
merend, Zaandam, Wormerveer, Nieuwediep,
Woerden, Hoorn, Enkhuizen, Kampen, Zwolle,
Meppel, Assen, Sueek, Heerenveen, Harlingen,
Franeker, Leeuwarden, Groningen en Deven
ter en de booten van Zaandam en Leiden op
’s-Hertogenbosch, Bergen-op-Zoom en Breda.
Dagelijks met uitzondering van Zondags,
vaart eene barge van hier naar Amsterdam,
drie malen ’s weeks vaart eene stoomboot naar
Delft, en tweemalen eene schuit naar Leiden.
Verder varen op deze stad verscheidene
markt- en veerschuiten.
Op don IJsel en de Gouwe worden door de
hoeren Van der Garden Co. alhier, Pannevis
w Alphen en H. J. Meijer te Rotterdam,
êioomsleepdieniten uitgeoefend.
De vervoermiddelen te land waren in 1895:
de Nederlandsche Staatsspoorweg
de Tramweg tusschen Gouda en Bodegraven,
ij) exploitatie by de Alg. Trammantsehappy te
’sGravenbage
de Stoomtramweg tusschen Gouda en Oude-
water, in exploitatie bij de Maatschappij tot
expl. van Tramwegen te ’s Gravenhage
een postwagendienst op Schoonhaven van J.
J. Driessen aldaar (vroeger A. Jonkheid Co.)
een omnibusdienst op Moordrecht vau J. H.
Perk aldaar;
een omnibusdienst op Schoonhoven van A.
J. van den Bergh.
Broodzetting. Broodzetting bestaat hier niet.
Aan het verslag der Gemeente Goada over
1895 outleenen wij het volgende
Buitenlandsche Handel. Naar het buitenland
worden hoofdzakelijk uitgevoerd kaas, boter,
margarine-boter, pijpen, garens, stearine-kaarsen
en loodwit.
Er worden in deze gemeente vier werven
gevonden uitsluitend bestemd voor vaartuigen,
die de rivieren en binnenwateren bevaren. De
alhier bestaande machinefabriek heeft een
vyzeldok.
De scheepmakeryen hadden ook dit jaar
tamelijk werk. Op de werf »’t Kromhout* aan
den Rotterdamschen dyk, werden een yzeren
zeil- en twee yzeren stoomschepen gebouwd,
alsmede een yzeren pakschuit, metende te zamen
330 ton.
Middelen van vervoer te water. De stoomboot
>IJsel IIvaart behalve des Zondags éénmaal
•n de >IJsel IIIzoomede de stoombooten van
de reed er ij »Maaa en IJael* varen tweemaal
daags heen en terug naar Rotterdam, en >de
stad Gouda* driemaal per week.
De stoomboot van Utrecht op Rotterdam,
die dageljjks behalve des Zondags heen en
weer vaart, legt elke reis hier aan.
De Etoombooten der Maatschappij >de Vol
harding* varen dagelyks drie malen, doch op
Zondag tweemalen, tusschen Leiden en Gouda
heen en terug, en op alle werkdagen tweemalen
tusschen Amsterdam en Gouda, eens tusschen
Alphen en Gouda en tweemalen naar Boskoop.
Des Zondags is nog een extra dienst van hier
naar Boskoop.
lederen Donderdag varen van Woerden,
Oudshoorn en Rynsaterwoude stoombooten op
deze Gemeente.
De stoomboot van de Maatschappij Bos
koop -Waddings veen-Gouda* vaart driemaal
daags heen en terug.
In de spreekkamer, waar wy elkaar zagen
(in tegenwoordigheid van een heer van de
administratie, die Fransch verstaat), zeide myn
man my
>Op den dag van mjjne komst hier op den
Amstelveenscnen weg liet ik den dokter verlof
vragen om flanel te mogen dragen. De dokter
vroeg my ('t is altyd Alexander Cohen die
spreekt) of ik een voorschrift van een genees
heer had. Ik heb inderdaad zulk een voor
schrift van myn dokter uit dea tyd, toen ik
voor myne gezondheid te Nice vertoefde. Maar
dat is vier jaren geleden, en het voorschrift
is misschien zoek geraakt I
Myn man vroeg ook of hij wit brood mocht
hebben, wyl hij bet zwarte brood niet kon
verdragen.
De dokter weigerde dat alles, zeggende dat
Alexander Cohen niet ziek was. Mijn man
protesteerde en zei nog, dat de dokter zyn
toestand niet kon beoordeelen, als hy hem niet
onderzocht.
Toen werd ile dokter, de heer L. T. Wal-
burgh Schmidt, teer boos en zei: »Nu, als jy
(hy tutoieorde) nog eens beweert, dat ik niet
kan zien of jy ziek bent of niet, zal ik je
laten ranselen tot je een beroerte krygt
dan zal je ziek zyn en je kunnen beklagen.*
Ik hoop, dat de Redactie van bet »N. v. d.
D.« myu stuk zal opnemen en dat de woorden
van den geneesheer protest zullen opwekken
onder humaan denkende menschen.
Onder dankbetuiging en met hoogachting
KAYA COHEN.
Zondagmiddag omstreeks 2 uren is op een
kwartier afstand» van Kykduin onder de ge
meente Loosduinen in de duinen gevonden het
lyk van den 57j»rigen jhr. C. A. v. S., die
30 Juni zijne woning verlaten heeft
onder omstandigheden, die vermoeden van zelf
moord hebben opgewekt. Dat vermoeden is
juist gebleken.
zeilen F Ik heb je gebedenboek meegebracht.”
Door de groots deur traden wij de kerk binnen,
terwijl iedereen het meivje en den grijsaard groette.
De portier der kerk bracht hem, met inachtneming
der gewone eerbiwyzen, naar zyne bank. De kerk
werd al spoedig vol, en de onversobilligsten werdou
door de vroomheid van den oude» edelman gesticht.
Hij bad met gevouwen handen wet al het vertrou
wen en den yver van een Chiton; doch wanneer
er zich «enig gedruis achter ür de kerk deed hooren,
wendde hij een verschriktJi blik naar dien kant,
om zeer spoedig tot jMrffébed terug te keeren.
«Hij bid, du> is hij gered I” zeide Geneviève,
terwijl zij een teederen blik op den doorluchtigen
grijsaard sloeg.
Na de mis trad hij de sacristie binnen en wenschte
den geestelyke, een vriend van ouden datum, geluk
met zijn moed. Daarop aloegen wy den weg naar
het huis weder inmaar daar wachtte hem eene
teleuratellinf, die hij zich niet had voorgeatdd.
Toen hij zijne courant, die sedert vier en twintig
nren weder vrijelijk in het licht verscheen, öpen-
vouwde, las hij de lijst dergenen, die zich bij de
revolutie aangesloten hadden, den naam van zijn
schoonzoon. Men bad hem tot prefect van een
verwijderd departomont benoemd. Gedurende tien
minuten keek hij op den naam van dezen ongelukkige,
alsof bij zich van de waarheid van diens verraad
wilde overtuigen. Daarop sch urde hij de courant
aan stukken.
«Laat men niet meer over hem spreken,” zeide bij.
(tForM eervelgtl.)
Hij zeide mij ook, dat hij het ontslag van zijn
tweeden klerk ontvangen had, cn dat ik hem zou
vervangen.
Ik heb hier do geschiedenis der Juli-revolutie niet
te verhalenzy is genoeg bekend. Wat my in dit
verhaal der vervlogene uren aantrekt, ia alleen Ge
nevieve zij is mijne leidster en ik ben dit verhaal
slechts begonnen om het genot te hebben, over haar
te spreken. Ik bleef de geheele week op Let kan
toor, en het werd my eerst op Zondagmorgen ver
oorloofd, mij naar Saint-Cloud te begeven, na eerst
eene procuratie opgesteld te hebben, waarin de hertog
de Boispréaux mij bet beheer over al zijne goederen
opdroeg.
Ik vertrok reeds vroeg in den morgen en met
het eerste het beste rytuig. Eene gelukkige ver
rassing wachtte mij op den drempel van de woning
der goede vrouw, die ons op de eerste reis derwaarts
zoo goed behandeld had. Geneviève was bij baar.
Zij bad er een voorgevoel van gehad, dat ik zou
komen.
«Wee» welkom I” zeide zy tot mij«het zal aan
myn vader genoegen doen, u te zienhij verwacht
u. Hij moet noodwendig tot kalmte gebracht worden,
want anders sla ik niet voor zijn vorstand in.”
Zoo pratende, wandelden wy het pad, dat naar
het kasteel van Boispréaux loopt, langa, toen wij
midden op den weg den grijsaard ontmoetten, die
met een vasten stap op ons afkwam.
«Geef mij uw arm,” zeide hij tegen mij, «en breng
mij door eene geheime deur naar onze kerk, waar
de priester, zooals ik heb hooren zeggen, met ge
vaar van zyn leven nog de mis voor de geloovigen
jeest. En jy, Geneviève I zou je my durven verge-
Door den heer M. den Hartog is thans het
volgende adres gezonden aau Gedep. Staten der
Provincie Noord-Holland*:
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen
M. den Hartog, gewezen onderwyzer aan de
ojtenbare lagere ach ooi der le klasse no. 78,
te Amsterdam,
De Eerste Kamer zal in hare aanstaande
bijeenkomsten de kieswet het laatst behandelen
van de drie wetsontwerpen, nog bij haar
bangig.
8