Zaterdag 5 September 1896.
36ste Jaargang.
No. 7062.
BINNENLAND.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Sa
tan
WASK1ÏSTKI».
FEUILLETON.
f® a
LE
van
irwe en
inde-
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
iSï ZoÖ5.
willoa
itwslk
nate en
ik, zeer
7. KK.
iroodj
onver-
nichten
versch.
s x'an
ij zonder
gbaar
lépót-
e wa-
1.
i wordt
huur,
rolle en
fiOlDSUIE COURANT
>rdt van
i smaak
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Aizonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
SST-
pUJko
wkrift
ÜWtMi
MSSW
iS
[wMe
D»n
mevrouw van hare kousen opziende, met eene stom
ernstig genoeg om den ouden heer al het gewicht
van de zaak te doen begrijpen.
«Wat zegt u, nsfr de Oost?* Vindt ge ’t hier
niet warm genoeg, Otto Wel jt
ik net onder,” ging hg voort ziji:
«wad t daarmede tot ze je wcgj
ADVERTENTIËN worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Hedenmiddag zyu de miliciens der lichtin
gen 1892 en 1893 onder de wapenen gekomen
om onderricht te krygon in de behandeling
van het nièüwe geweer.
Op den Koninginnedag i» het tramverkeer te
Amsterdam drukker.geweest dan met Pinksteren.
Werden op deze beide dagen door elkaar
86,000 passagiers vervoerd, den 31en Augustus
vervoerde de A. O. M. er 89,000.
Het gerechtshof te Arnhem beeft het vonnis
der arrondissementsrechtbank aldaar waarby de
echtelieden H. M. en A. E. te Nijmegen wegens
koppelarij waren veroordeeld tot 9 maanden
gevangenisstraf bevestigd, doch de straf 11. M.
opgelegd, verzwaard tot één jaar.
GOUDA, 4 September 1896.
Morgen vertrekt een detachement infanterie
onder bevel van den In luit. Petter naar De*
venter, om de garnizoensdienst aldaar waar te
nemen.
Naar wy vernamen, zyu 3 werklieden van
de Gondsche. pyponfabriek ontslagen en schijnt
de beweging onder de Gondsche arbeidersbe
volking, die den laatsten tijd sterk op den
vóórgrond treedt, aan dat ontslag niet vreemd
te ayn. (N. R. Ct.)
Weinig konden wij in de laeiste maanden
mededeelen aangaande het gerechtelijk onder
zoek betrekkelyk den moord op het zoontje
van Hoogsteden. Nu echter zyn wy in staat
gesteld bei publiek nader in te lichteq omtrent
De Feestcommissie van 31 Augustus verzoekt
ons melding te willen maken dat onderstaande
leveranciers de daar by gevoegde bijdragen heb
ben geschonken, als:
J. van Galen en H. X de Vries, Broodjes.
e Firma' O. Lourens, Limonade.
Firma A‘. Koek en A. vooBier.
De officier van Justitie te 's Gravenhage
bericht dat is vervallep het verzoek tot op-
sporing der volgende effecten, voorkomende op
bindt. 501 van 1895, te weten
17 certificaten, ieder groot f 1000 der 2j
pCt. Nederlandsche Werkelijke Schuld; Nos.
134659 en 154162, beide van het administra
tiekantoor van S. D. Saportas van Mnarsseveen,
Le Jol Ie Buysen KerkhovenNos. 7783,26243,
54552, 58148, 58410, 59337, allen van het
administratiekantoor der wed. ft. F. Tjèenk c.o.;
Nos. 6702, 27046, 85963, 85964, 109397,
151068, 153912, 188335, 195078, allen van
bet administratiekantoor van Ketwich en Voona-
bergb en do wed. Willem Borski2 obliga
tion der 4 pCt. Wladikawkasspoor (oude leening)
eon a Z. R. 625 No. 53406, 53410 en een h
Z. R. 125 No. 152409 7 obligation 5 pCt.
Oostenryksobe Metalliek rente April—Oct. ieder
h 1000 fl. Nos. 28456, 29806,83623,87344,
98515, 98516, 169545; 14 obligation 5 pCt.
Oostenryksehe Metalliek rente Januari—Juli
ieder a 1000 fl. Nos. 135022,135023, 136424,
136426, 136427, 136428, 136486, 205663,
277760, 355008, 369990, 41-1311, 441642,
465616.
DE HYPOTHEEK
-
,yijf niUdon, eenUn. W.t hebt u .oor «orgt"
«Otto.”
■Otto geeft,” zeide de oude man, dezen de kaar
led toeoebuivene’e«Wat zoudt gy er van denken,
Ludeman als ik eens een glaasje groenlak guff Dat
tal de zorg wel doen afdryven. Mevrouwtje, zou u
daar eens voor willgn zorgen?”
Mevrouw zette een eenigszins knorrig gezichtzij
hield van geen groenlak, zoo min als van roodfak,
en ze was midden in een kous.
Nochtans stond ze op om de noodige huishoude
lijke maatregelen te nemen, want Vink had recht
van bevelen in hare woning. Daarvoor betaalde hij
zijn honderd gulden *s maande.
«Ik heb wéér een misèretje, mijnheer Luisman.
O speelt niet meê. Nu heb ik óók misère, maar,
weet ge, ik trek het me niet aan. Is de provincie
in de war?
«Het geldt de provincie niet, mijnheer Vink, maar
myn zoon Otto.”
«Kom watde jongen is zoo frisch en gezond
•Is gjj maar .verlangen kunt. Misère schoppen, Otto.
Mina zit voor. Opgepast hoor.”
Henri wil naar do Oost, mynheer Vink/’ zeide
Op last van deu commissaris van politie tyo
gistermiddag ten huize vaa een handelaar in
postzegels en scbertearlikeleu te Amsterdam
door een inspecteur eeu aantal ouzedeljjke por
tretten iu beslag genomen.
«De jongelui zijn heel voortvarérfd in onzen tijd.”
«Juist net; in mijn tijd kwamen de jongens vnn
negentien jjusr pas kijken, maar nu willen ze al
minister zijn verloren? Dat ’o niets. U geeft
mynheer Ludeman. Wil je oen betrekking bij mij
hebben, Otto? Schenk me dan maar eens in.
Otto vulde, eenigstins teleurgesteld, bet glas van
den commensaal, die zich nu weder geheel aan hét
spel wijdde, want z<t> lang over zulke akelige dingen
te praten, ging niet. Vru hteloos echter trachtte hij
ook de anderen in eene vroolijke stemming te bren
gen. “Het groenlak miste dien avond alle werking,
en toen de oude heer met zijn blaker naar boven
zou gaan, dacht hij een oogenbiik er aan een ander
kosthuis te zoeken, want met saaie menschon om te
gaan dan zat hij liever alleen. En dat was veel
gezegd, want Vink was, ondanks zijn vroolyk huiheur
en zyno grappen, voor niets zoo bang als voor do
eenzaamheid, De mensch was een gezellig wezen,
zeide hy zij die altijd allen zaten hadden veel
kwaad gedaan of zij waren van plan kwaad le duen.
Men kon dan ook zeker zyu, dat men hem geen drie
avonden in het jaar op zijne kamer zonder gezelschap
vond. Voorheen... maar wat hij voorheen gedaan
had, daarover sprak Vink by voorkeur niet. Niemand
had daarmede noodig, en zoo hij er geen volstrekt
geheim van maakte, by had toch niet gaarne dat
men zyn verleden kende, veel minder dat men er
over sprak.
De eenzaamheid werkte zonderling op dien ouden
man. Dan verloor hij alle vrolijkheidals zijn
verleden hem gezelschap hield, wérd hij zwaarmoe
dig en vaak wrevelig, maar tevens ook ernstig en
vatbaar voer eene andoro levensbeschouwing. Ook
Bons in aanraking met deu heer boofdcommü-
naris van politie. II y had zich herinnerd dat
ky den 18on November Willem De Vos gezien
had. Hy atond n. I. op de Hoogstraat, op den
hoek van de Wyde Kerkstraat, toen hij De
Vos zag aankomen, met een kind aan zyn
rechterband en daarnaast een als heer gekleed
persoon met een jas over den arm van het kind
herinnert hy zich niet meer, dan dat dit een
kort broekje aan had, doch De Vos had zyn
aandacht getrokken, door dat hy niet als ge
woon eeu korte jas of tjotter aanhad, maar
een lange jas. By bet voorbijgaan had hij hem
toegesproken en gezegd: »Dag Willem Vos!«
waarop de ander, die in een ferme houding de
Groote Markt af kwam, hem had. toegeroepen
>hó Koffie het laatste woord is da bynaam
yan Bons onder zyn kameraden.
Deze ontmoeting had plaats ongeveer te balf-
vijf in den namiddag en Bons was op eenigeu
afstand gevolgd, totdat de personen met het
kind langs de Viaduct gingen, waarop Bons
doorliep, en by Floryu een glas bier ging
drinken.
De boofdcommissaris nam de verklaring van
Bons aanstonds zeer ernstig op, en liet hem
herhaalde malen terugkomen, blijkbaar om na
to gaan of hy wel zeker ging in al hetgeen
hy wist mede te deelen. Ook by den rechter
van instructie onderging Bons herhaalde malen
een verboor, en Dinsdagmorgen werd hy met
Willem De Vos geconfronteerd. Op bet zien
van Bons ontstelde De Vos geweldig. Do rech
ter van instructie kon niet nalaten hem her-
haaldeljjk te vragen De Vos, waarom schrikt
gy?< Z.Ed. Achtbare ondervroeg Do Vos in
tegenwoordigheid van Bons als volgt:
Kent gy dezen persoon
Ja, mynheer.
Hebt gy wel eens met hem gewerkt?
Ja.
Eu gy Bons, ging Z.Ed. Achtb. voort,
herkent gy in dezen persoon, De Vos
Ja, mynheer.
Gy hebt met hem gewerkt, nietwaar
Ja, mynheer op de booten en by Ciam.
Maar De Vos, ging de rechter $fcn in
structie voort, waarom schrokt ge toch
(Waarop geen antwoord volgde),*»
Bons, vervolgde hy, zich tot dezen wen
dend, hebt gy soms iets met dezen jorsöon
gehad
Noen, mynheer, wy hebben bet altyd
goed met elkaar kunnen vinden.
Zelfs getuigde Bons later, dat hy geen be
zwarende verklaringen omtrent den verdachte
wensch af te leggen. Ook tot Do Vos werd
de vraag gericht of by iets tegen Bons had,
waarop ook De Vos ontkennend antwoordde.
Gelyk men weet heeft de scbutterplichtige
J. K. van der Veer te Middelburg in een
brief aan den schuttery-commandant te ken
nen gegeven, dat hy weigeren zou als schutter
dienst te doen. Zyn voorbeeld is gevolgd
door een Amsterdammer, die aan de regiments
commandant Hchriftelijk heeft medegedeeld,
dat by nooit aan de oefeningen enz. zal
deelnemen. Y
»Wat, schryft do »Kamp. Ct.«, zullen de
autoriteiten tegenover zulke menseben, die
weigeren zich aan de wet te onderwerpen,
doen
Als de scbnttery-commandauten of de audi-,
teurs er geen weg mee weten, dan dient de
Regeering er zich mede te bemoeien.
Als curiosium vermelden wy, dat, naar bet
Volksdagblad* mededeelt, de genoemde weer
barstige schutter te Middelburg een brief heeft
gekregen van dr. Loma A. Biihler, predikant
te Schiermonnikoog, waarin deze hem zyn
sympathie betuigd eu o. a. scbryf:
>Ik verheug my over u en ik bewonder u
en ik Hoep my ten einde toe welk einde
het voor -u ook neme over u te kunnen
verheugen en u te kunnen bewonderen.
Als uw verzet aanvangt iu den Christeljjk-
bezadigden geest van Tolsioï en daarin voort
gaat, heb ik om uwe toepassing van de idee
der liefde-waarbeid niet te vreezen.
Ik bid u de kracht toe. waarin eenmaal de
Kwakers de geweldenarijen der wereld over
wonnen.*
de*gevangenhouding van W. J. De Vos. Deze
Sjmen zal zich herinneren werd eenige
maanden geleden, plotseling gevangen genomen
een arrestatie, die zoowel zyne vrienden als
zyi vrouw ten zeerste verbaasdede arrestant
was een week voor zijn inhechtenisneming
geluwd.
Willem Bons, van beroep los werkman,
heeft de volgende verklaringen op ons bureau
afgelegdHy was dikwerf werkzaam met
W, J. De Vos, dien alle kameraden gaarne
mochten lyden wegens zijn opgeruimd humeur,
door zjjn kwinkslagen bracht hy degenen, die
met hem werkten, in een vroolyke stemming.
Hjj was eeji goed kameraad.
Niemand heeft hem ‘ooit verdacht van eenige
medeplichtigheid aan den gruwelijken moord
zelN baarde het geen opzien, dat hjj afwezig
was gedurende de week, dat de knaap ver
dwenen was en overal werd gezocht. Hy was
loe werkman, gelyk de overigen, doch hy stond
als nummer één om werk te krygen by de
firma Claus, expediteurs op de Glashaven albier,
zoodat anderen invielen, toen hij niet op het
appèl versaheen, en men niet anders dacht, dan
dat ziekte hem wederhield. Onder de werk
lieden werd de moord natuurlyk duchtig be
sproken, eu menige verwonsching geuit tegen
den dader. Een hunner herinnert zich nog
gezegd te hebben, dat hy hem zou aangeven
ook wl ware hy onder zyn kennissen, ja van
zyne familie. Eerst later werd het opgemerkt,
dat De Vos, zich meer afzijdig hield. Op den
dag van zyn arrestatie had hy werk gekregen
en zieb met W. Bons *t morgeus te 7| uur
mei eeu wagen met een bascule er op bege’ep
naar de loods der Amerikaauscbe booten. On
derweg had Bons nog een glas bier gedronken
by Leerdam en ook eerst later was het opge
vallen, dat De Vos dit rustig had aangezien
zonder zjjn kameraad te polsen of de geldmid
delen niet tooi ie ten, dat ook hy een glas bier
dronk. Dien dag stonden zy vaor zWaar werk
wat De Vos niet zoo goed van ,’de band giug
als wel anders, hetgeen aan Bons do opmer
king ontlokte: »Wira, wat mankeert je, heb
je nu al spijt dat je getrouwd bent?* »O,
neeul* was het antwoord »dat zal wel beter
gaan.s
Het werk ging op de gewqn» wyze door,
totdat tusschen 4 chir en half vjjf in de dichte
loods van de Amerikaausche booten de arres
tatie plaats vond, waarvan niemand de oorzaak
begreepenkelen vreemden ontlokte deze han
deling zelfs de opmerking, dal zjj niet konden
begrypan dat iemand voor een paar platen
koper zjjn vrjjheid eu oer in de waagschaal
stelde.
Eerst veertien dagen na de arrestatie kwam
nu was hg geen kwartier alleen of hg begon ander»
over de familie Ludeman en Otto te denken.” Het
was toch een heel ding voor ouders om bun soon
te zien heengaan, dacht bijeen oudsten toon
waarin men zijn trots en zijn hoop stelt, dien men
ala kind heeft gekoesterd en verzorgd zoo als men
alleen zijn oudste kind opkweekt; died men ais
knaip heeft zien opgroeijenin wien men al zijne
illusién beeft ingosteld die do steun on de troost
van onzen ouderdom zou w. zen I" zoo met zich
zelven redenerende, was Vink onwillekeurig zijne
secretaire genaderd. Hij had die geopend on uit
oen dor ladeu een pakje te voorschijn gebaald en
tuurde, men zou zeggen worktuigelijk, op een kin
derportret, dat reeds vele jaren in die secretaire
moest gerust hebben. r/Hg was ook negentien jaar,”
prevelde Vink, op zijn gewonen toon, waarin niet
de minste hartstochtelgkheid doorstraalde «bij was
ook vol hoop noen, iaat ik dat niet zoggen bij
was een deugniet, door en door, en ik kon hem
ni i behoeden. Een slecht harteen verdorven hart
FritsFrits I gij hebt u vader veel doen lyden.”
De oude Vink sloot toon hel portret weder evei
werktuigelijk in de secretaire en legde zich te ruste.
Er is een tijdvak in het leven, waarop bet hart
niet meer door de smart overweldigd wordtwaarop
men zooveel hlbft verloren en te niet beeft ties
gaan, dat men alleen nog voor eigen/liobamelyk
leed en genot gevoel heeft. ‘In dien, voor den
ouderdom gelukkigen, toestand verkeerde de oude
hoor Vink gsen treurige gedachten hielden hem
dan ook bezig in het estate uur dat bij slapeloos
doorbraobt.
(Ford! rsmolpd.)
jongetje daar kan
jn kaart bijloggende
-je wegjageo."
«Daar is niemand die mij kan weg jagen ik
ben niets mijnheer.”
«Die heb ik niet meer,” zeide Vink, een heer
wegwerpen, «zie zoo, dat zijn de laagste, nu zult
ge ’t wol govon. Kom mevrouwtje, drink ook een
glaasje mee.”
«Dank je mynhoer Vink, ik drink nooit wgn.”
«Arme menschen, niet waar Ludoman? Ze ver
dienen Mohammedaan te zyn. Dat moet je nooit
worden, hoor Mina. Dan verkoopen ze je,” en Vink
lachte zoo genoêgolijk om zijn eigen grappen, dat
Mina uit beleefdheid medelachte en ook Ludeman
een he^l langdurigen glimlach om zyne lip den plooide
maar *t ging van harte. Otto lachte nietde dingen
die hem bezig hielden waren te ernstig dan dat een
Vink er mode spotten mocht.
«Ei, ei, woudt ge naar de Oost,” zeide de oude
man, toen hij gegeven had en stil zat «Dat moet
go niet toelaten, mevrouwtje.”
«Mijnheer Vink, ik ben negentien jaar; ik verdien
nog niets en ik heb nog geen onkel vooruitzicht,”
zeide Otto met nadruk.
«Negentien jaar I ’t Is ook wat. Als je nu zei
negen en dertig, dan zon ik je gelyk geven. Maar,
zie eens aan, vriendje, ik bon een en zeventig en ik
verdien ook niets; on ik ga niet,naar de Oost.
Wat zegt gy Ludeaaan?’’
ik je gelyk geven. Maar,
ik ga niet, naar de Oost.
uun
MUtOS
kooN.