Donderdag 10 September 1896.
35ste Jaargang.
No. 7066.
BINNENLAND.
aar.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
ZN.
WASEN STEIN.
FEUILLETON
F
lLE
van
•ande-
Inzending van Advertentiën tot 1 uur deg midd.
op
in
Rockanje, burgemees-
'W,
het leiding-
der reap.
iratlon ae
>nz. enz.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
18 Augustus, waarby
Margaretha Toor
fabricatie f
■uiker vanB
><fa
n tarwe
aar in
is van
a 2 ct.
onvor-
c gebak,
•krijg
hes in
lépöt-
le wa-
Q.
m wordt
(huur,
volle en
zonder
i smaak,
2 Kg.
e van
||OI INIIi: COURANT
J
mon ze bijna
doorschijnend
hier om,
kkon en
bïi hen
ware b
berryd.’
bnrgt
raad opende, en den Koning ontving en met den
predikant ruzie had en den eersten steen legde van
een groot gebouw en door ieder werd gegroet, ge
vierd en geraadpleegd. Wanneer ik maar eens lid
van de Staten benin ieder geval tal ik dan iets
syn, Als dat kereltje is wat hy why'nt te weien,
e national mJ
Op den Loth. Burgwal iu Den Haag werd
gisterenmiddag 4 uur een persoon bemoeilijkt
door een 'drietal kerels. Hij kreeg onverhoeds
een vuistslag in bet aangezicht. Na afloop miste
de geslagene zyn gouden ring en was zyn
horlogeketting stukgetrokken.
Door de Arrondissements-Rechtbank te Rot
terdam werd gisteren o. a. bet volgende von
nis gewezen
N. B., 19 jaar, arbeider te Waddingsveen,
wegens mishandeling tot f 1 boete, subs. 1
dag hechtenis.
De 50-jarige beklaagde A. H. huisvr. van
J. De J., zonder beroep te Reeuwjjk, had zich
bezwaard gevoeld met bet by verstek tegen
baar gewezen vonnis van P
zij wegens mishandeling van
De raadskamer der arrondissementa-rechtbank
te Maastricht heeft rechtsingang verleend met
bevel van gevangenhouding tegen 8. H. Schle
gel, oud 55 jaren, schoenmaker, wonende te
Limmel Meerssen, gedetineerd, beschuldigd
van schaking van een 20-jarig meisje.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Te Amsterdam heeft zich een nieuw too-
neelgezelschap gevormd onder den naam van
>Vereenigde Tooneelisten, onder leiding van
den beer Jos. van Lier.
Leden van dit gezelschap zyn de Dames:
Julia van Lier-Coypers, W. Ellenberger, H.
E. Hopper, Ex-leerling der Tooneelschool, E.
van Beem-Kapper, M. Stevens-Hens en F. van
Biene, alsmede de bh. H. Schwab Jan Malherbe,
M. van Been, 0. Lagoman, A. van Sprikhuyzen,
F. Stevens en A. C. Kremer.
Met groote zorg gekozen nieuwe Drama’s,
Tooneel- en Bijspelen, zullen naast de voor
treffelijkste van onder datum, bet repertoire
van het gezelschap vormen.
Staten-Qeneraal zal worden gesloten op Zater
dag 12 September 1896, des namiddags te drie
uren.
Art. 2. De minister van binnenlandsche
zaken wordt gemachtigd zich op het in art. I
ring der Stateu-Generaal, ten einde
verueui/ D a
zitting in naam der Koningin te sluiten.
De »Stct.bevat het programma voor
Bij het departement van koloniën is ontvan
gen het volgende van 8 dezer gedagteekende
telegram van den gouverneur-generaal van
Ned.-Indië betreffende de krijgsverrichtingen
in Atjeh
Eergisteren trok eene colonne zonder tegen
stand naar Djerir en Sihon. Gisteren doorge
rukt naar Silemoen, alwaar Panglima Poliin
(en) zes andere vijandige hoofden. Gisteren
twee hondshoofden in de XXVI Moekims op
gelicht.
5
500
0
3
geene
zeer goed
Bjj kon. besluit is tot voorzitter van de
Eerste Kamer der Staten-Genecaal, gedurende
de zitting die zal aanvangen op den derden
Dinsdag in September 1896, benoemd mr. A.
van Naamen van Eemnee, lid van die Kamer.
-
H. M. de Koning-Regentes heeft Eergisteren
de wet tot regeling van het kiesrecht be
krachtigd. Gisteren ontving de wet het contra
seign van haren ontwerper, den minister van
binnenlandsche zaken.
Zij zal spoedig, vermoedelijk nog deze week,
in het Staatsblad afgekondigd worden.
vermelde tijdstip te begeven naar de vergade-
.2“ cizia in eene
ligde vergadering der beide Kamers de
de
opening van de vergadering der Staten-Generaal
te ’s Gravenhage, op Dinsdag den 15den Sep
tember 1896.
Kraan kantoor. IJsel.
5
20
i 0
1
geene
zeer goed
GOÜDA, 9 September 1896.
Aan het tweede admissie-examen voor bet
Gymnasium namen deel 7 candidaten.
Toegelaten werden J. W. van den Bosch
voor I, en E. A. A. Gobée voor V.
Afgewezen 1 voor I, 1 voor JI, 1 voor V,
2 voor VI.
Ujjtenhovon, (secretaris), directeur van
’astingeu in Noord-Brabant te 's Her-
„o-'j.
J. J. L. Heldring, lid der firma Heldringen
Pierson, bankiers te \s Gravenhage.
In al de provinciën vormden zich commission,
deze zullen overal in Ihaar provincie, waar zij
die noodig oordeelen plaatselijke comité’s in
het leven roepen.
De provinciale commissie van Zuid-Holland
bestaat uit de volgende leden, de heeren
M. M. de Moncby, voorzitter der kamer van
koophandel te Rotterdam. Voorzitter der pro
vinciale commissie. Lid van de hoofdcommissie.
W H. van Oordt, H. W. Az., koopman te
Rotterdam, secretaris der provinciale commissie.
F. M. B. Ridder Alewjjn, gep. luit.-generaal
adjudant i. b, d. van H. M. de koningin te
*s Gravenhage, lid van de hoofdcommissie.
Jbr. mr. T. A. J. Van Asch van Wyck,
oud-gouverneur van Suriname, benoemd lid van
de lo kamer der staten-generaal te s Graven
hage, lid van de hoofdcommissie:
Mr. T. M. C. Asser, lid van den raad ran
state te ’s Gravenhage, lid van de hoofdcom
missie.
Jhr. mr. G. J. Th. Beelaerts van Blokland
Gisterenmiddag ten ongeveer 3| uur is een
jongetje van 17 maanden, van N. in de vierde
Kade in het water geraakt, zonder dat dit
bemerkt is, en een halfuur later levenloos
opgebaald.
Bacteriologisch onderzoek van 1
water der Goudsche Waterleiding-Maatschappij
en het IJaelwater.
Datum 1 September 1896.
Oorsprong.
Aantal teldagen
kiemen per gram
vervloeiende kiemen
soorten
ziektekiemen
Opmerkingen
Een aantal mannen van verschillende rich
ting en positie hebben zich vereenigd om uit
voering te geven aan het denkbeeld om een
nationale insohryving te openen voor een hul
deblijk, aan te bieden aan H. M. de koningin-
mpeder bij hoogst-derzelver aftreding als regen
tes van het koninkrijk, als een bewijs van den
innigen dank der natie voor al hetgeen door
Hare Majesteit gedurende haar regentschap
verricht werd, zoowel voor de opvoeding van
hare koninklijke dochter als voor de bevordering
van ’s lands belangen.
In het bureau der hoofdcommissie hebben
zitting de heeren
Mr. J. Heemskerk Azn. (voorzitter), minis
ter van staat, lid van den raad van state, te
■’•.Gravenhage.
L. E. Ujjten
’s rjjks belastir
togenbosob.
kan ik veel dienst van hem hebben, en al helpt hij
mij alleen maar van de oefeningen af
Hier ging de deur langzaam open en mevrouw
Binneusliju vertoonde zioh in de geopende deur.
Mevrouw Binnenslijn was een tenger, blond
vrouwtje, die er zoo teêr uitzag of zij door een
tochtje zou bezwijken. Toch scheen bij hare komst
de kolossale Binnenslijn plotseling veel kleiner te
worden en het was met zekere onderwerping en ge
dwongen vriendelijkheid in den toon, dat hij haar
goeden avond zeide.
«Ge hebt veel gemist,” zeide mevrouw, met een
hoofdknik den groet van haar man beantwoordende.
„Heel veel gemist.”
»’t Spijt me, ik had werk.”
«Zeg niet dat het u spijtdat zou huichelarij
zijn Binnenslijn. Het spijt u niet, het kan u niet
spijten. Maar mij spijt het wel. Mij doet hot in
mijn hart leed, dat ge die enkele uren in de week
niet geven kunt aan betere dingen dan aan al die
doellooze bezigheden.”
«Maar Anna.”
«Och maak geen verontschuldigingen. Wij stellen
er niet eens prijs op dat ge komtzij die komen,
moeten van ganscher harte bijeen zyn Het moet
geen offer, maar oen uitspanning, eon begeerte des
geestes wezen, zoo ah mevrouw Latum van avond
nog zoo heel nadrukkelijk opmerkte en doming
Inheijer beeft het ook innig lief gedaan. Maar die
de wereld zoo lief hebben, hebben gelijk dat zij
t’huis bljjven.”
„Myn lieve hemel, ge zult toch niet zeggen dat
ik de wereld lief heb. Ik kom de deur niet uit.”
«Waar zoudt gy ook heen gaan!”
De »Stct. bevat het Kon. Beal, van 7 Sept.
1896 (no. 43) welks inhoud luidt als volgt:
Art. 1. De tegenwoordige zitting van de
«’t Is waar, ’t is een beroerde stad I”
«Lieve Binnenslijn, doe me plezier en gebruik
zulke grove uitdrukkingen niet, ’t Is om alle
stichting bij mij weg te nemen.” Mevrouw trok haar
mantilla dicht en haar halsje terug als de onschuld
die zich in haar mantel verbergt. „Dat ge zelf
niet gaat, moet gij weten, maar ge moest mij althans
gunnen, dat ik er heen ging.”
„Wel dat doe ik ook Anna. Ik heb u nooit
weêrhoudeu om van die oefeningen gebruik te maken.”
„Dat zoudt ge ook niet moeten beproeven Bin-
nenslyn,” sprak mevrouw op geheel anderen toon
dan van eene vervolgde onschuld. „Als ik verlang
mijn godsdienst waar te nemen, heeft niemand het
recht er mij daarvan te weêrhouden. Gij allerminst.
Ik heb u ook altijd vrij gelaten.” En nu volgde.er
eene reeks van beschouwingen van mevrouw Bin-
ninslyn over een onbetwist punt, waaraan haar man
niet de minste moeite deed een einde te maken.
Dat einde kwam daardoor zoo veel te spoediger,
want nu niemand anders haar belemmerde in hare
ontboezeming, viel zij zich zelve in de rede met de
vraag; „je zult toch Maandag met ons medegaan P”
„Maandag om acht ure komt Ludpman weêr.”
„Dan laat ge hem afzeggen.”
«Ónmogelijkde zaak eischt spoed. Als ik talm,
is vau Bernheim mij voor en Wasenstein is verloren.”
Dat argument scheen eenigszins op mevrouw lo
werken. Althans haar toon was veol minder ecnerp,
toen zij vroeg„Hoe gaat het er mede P Wil hij
Wasenstein nog niet afstaan.”
„Hy heeft er volstrekt geen lust in, Annamaar
ik vrees dat het tot een proces zal komen. Je kunt
niet begrijpen hoeve»! hoofdbreken ik er van heb.
Nu ben ik bezig met een reglement van 1718 wacht
'wil je ’t eens hooren P"
Binnenslijn, die met zijne kopie van zulk een
eerwaardig oud document zeer in zyn schik was,
ofschoon hij er niets aan had, greep met beide ban
don de gelegenheid aan om er gebruik van te maken
en het zijne vrouw voor te lezen, maar mevrouw
voorkwam dit terstond door de zeer prozaïsche vraag,
waarmede zij het vertrek verliet„Als ge gereed
zijt, komt gij soupeeren Ik ga nog even naar myue
kamer."
„Dadelijk,” zeide Binneaslyn, zijn reglement weder
neêrleggende, waarna hij langzaam en zorgvuldig
zijne courant opvouwde en even kalm naar de be
neden kamer ging, waar hij zijne twee dochters
vond. Frederick en Antoinette waren twee blondi
nes, zoo blond dat mon ze bijna voor transparant
zou houden. Even doorschijnend was of scheen
baar hartje. Zij waren lieftalig tot onuoozelheid toe
on oprecht tot onbescheidenheid. Voor één zaak
slechts loefden zijde godsdienst hare schuchtere
zieltjes begrepen niet dat men een ander levensdoel
kon hebben dan de overpeinzing en naleving van al
die dogmatische waarheden welke haar van de jeugd
af waren verkondigd, en zoo zij zich al eenige voor
stelling moesten maken van andersdenkenden, omdat
zij dan toch in de kerk vernamen dat er zoodanige
bestonden, dan stelde zij zich di» altyd voor óf ais
verregaande onwetenden of wel als huichelaars die
eigenlijk dachten zoo als zij zelven, maar alleen uit
anders spraken.
lid van de 2e kamer der staten-generaal te
*s Gravenhage, lid van de hoofd-commissie.
Mr. Th. L. M. H. Borret, lid van de 2e
kamer der staten-generaal, notaris te ’s Gra
venhage.
M. C. J. E. Graaf van Bylandt, lid van de
2e kamer der staten-generaal en lid van gede
puteerde staten van Zuid-Holland te 's Graven
hage, lid van de hoofdcommissie.
Mr. 0. Cock, lid vnn den gemeenteraad te
Leiden.
Mr. L. C. Driebeek, advocaat te Rotterdam.
Jhr. mr. J. F. Hnmalda van Eysinga, lid
van den raad van state te 's Grravenbage, lid
vau de hoofdcommissie.
S. M. Hugo van Gyn, lid van de 2e kamer
der staten-generaal te Dordrecht.
Mr. J. Heemskerk Azn., minister van staat,
lid van den raad van state, te Gravenhage,
voorzitter en lid van de hoofdcommissie.
J. W. Hein Jr., van
ter van Nieuw-Hei voet.
J. J. L. Heldring, lid der firma Heldring en
Pierson, bankiers te *s Gravenhage, lid en the
saurier vaa de hoofdcommissie.
A. van Hoboken van Cortgene, koopman,
lid van de provinciale staten van Znid-Holland
te Rotterdam.
F. B. ’a Jacob, burgemeester van Rotterdam,
lid van do hoofdcommissie.
R. C. Kroegen, oud vice-president van den
raad van Nederlandseh-Indië te 's Graven
hage, lid vso de hoofdcommissie.
Mr. L. P. M. H. Baron Michiels van Ver-
dnynen, Lid van de 2e kamer der staten-gene
raal te 's Gravenhage, lid van de hoofdcom-
missie.
J. M. Noothoven vau Goor, lid der provin
ciale staten van Zuid-Holland, wethouder te
Gouda.
Jhr. J. A. Roëll, gep. vice-admiraal, adju
dant i. b. d. van H. M. de koningin te
’b Gravenhage, lid van de hoofdcommissie.
Mr. A. J. Roest, burgemeester te ’s Graven
hage, lid van de hoofdcommissie.
Jan Smit Cz. te Alblasserdan.
Jhr. G. M. Verspyck, gep. luit, generaal,
adjudant generaal van H. M. de koningin, kan
selier der Nederlandsche orden, te ’s Gravenhage,
lid van de hoofdcommissie.
ep 16 Mei dezes jaars tot drie dagen gevan
genisstraf werd veroordeeld.
De beklaagde erkent het feit maar beweert
drift gehandeld te hebben. Zij ontkent
echter ten stelligste dat zy tot bet meisje by
die gelegenheid zou gezegd hebben»je bent
er nog niet af, te avond of te morgen zal
myn zoon je wel krygen!<
De president, mr. A. H. v. Tionboven, merkt
de beklaagde op dat bet wel zoo zal zyn want
werkslyk werd bet meisje dienzelfden avond
door haar bekl’s zoon deerlyk toege
takeld.
Beklaagde beweert voorts dat het meisje
baar voor dief had uitgescholden, maar een der
ooggetuigen verklaart dat dit woord eerst ge
bezigd is nadat de mishandeling plaats had
gehad.
Bij monde van den snbst.-officier, mr. J. K.
H. Enderlein, eisebte het O. M. bevestiging
van het by verstek gewezen vonnis.
•regaunde
eigenbelang of hoogmoed - het laatste vooral
(ForEt cervolad.)
DE HYPOTHEEK
OP
Binnenslijn droomde dat zijne vrouw niet meer
naar de oefeningen ging, dat zijne dochters in de
wereld kwamen en gevierd werden dat hy zelf bij
al zijn geld ook eenig aanzien en invloed had, dat
hij wat beteeliende in de wereld, terwijl nu zijn aaam
slechts bekend was by leveranciers.
«Als ik nu maar lid van de Staten wordt,” zeide
hy, een krachtige rookwolk uitblazende. Ik heb land
genoeg om door de boeren in den om trek gekozen
te wordenen di» zaak met Bernheim zal mij genoeg
h»n bekend maken. Provinciale Staten, Gede-
>rde Staten kon ik mij maar burgemeester
makenmaar mijne vrouw wil de stad niet uit.
mij is ’thier geen leven. Provinciale Staten*
in was ik ten minste ietsmaar burgemeester
'beter, dan was ik voor goed van die clique
Ed Binnanslyn droomde verder dat hij
burgemeester was en eene zitting van den gemeente-
i opende.
groot gebouw en door ieder werd gegroet,