I Woensdag 7 October 1896. No. 7088. 35ste Jaargang. BINNENLAND. tar. S elk Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. oloniën WASBNSTBIN. c i*- M- FEUILLETON. I LE S5 'i Inzending van Advertentiën tot 1 uur de» midd. toen I ie De by het 4e reg. inf. benoemde 2e-loit.- kwartm. G. T. Sloot komt te Leiden in gar nizoen. aar met hierdoor ivorm ct, 32 rwesoör- rogge- L ron- q van ze ge- indo- Lépót- e wa- 1 i wordt huur, rolle on eta •r»- bet i to tMl •W- Ma S’ ear tea if* GOI KM I IE101 II I NT FM s fee •H te 31 JP verkrijgbaar. ona de* nood» t’huis Men meldt uit Haarlem: Door de politie ia gisteren geconstateerd dat alle neringdoenden die Zondags verkoopen, schuldig waren aan overtreding der Zondagswet. ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels A 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Andermaal heelt van der Veer te Middel burg van predikanten bewijzen van sympathie met betrekking tot zjjne dienstweigering als schatter ontvangen. Thans van de heeren A. van Wyk es J. Serenster, respectievelijk pre dikanten te St. Jacobi-Parochie en te Beets. Aan de dezer dagen gezonden aanmaning om de hem na zjjn veroordeeling opgelegde boete te betalen, heeft van der Veer niet voldaan. DE HYPOTHEEK OP „Kwaad? Wol zeker niet, maar vermoei gij uw hoofdje daar nu niet mede. Genoeg dat ik geen verplichting aan den kamerbewaarder van mijn vader hebben wilKleed u aan Nelly, dan gaan we na hol diné een wandeling doen. Gij zit altijd in huis, dat ia verkeerd voor je.** Bernheim nam de gezondheid zijner dochter tot voorwendsel, maar hij zelf had behoefte aan frisache lucht en aan eene andere oatgeriag. Toch, toen zij op straat waren, berouwde het hem by na dat hij zjjn huis had verlaten de menschon hinderden hemhij was wel te verstandig om te meenen dat men aan hem zien kon wat er in hem omging, maar bjj bad een voorgevoel hoe er over weinige weken over hem zou worden gesproken, als hij, om aan zijne verplichting tegenover Binnensljjo te voldoen, misschien zijn meubelen en al wat hjj bezat zou moeten verkoopen, en toch, bjj slot van rekening, Waaenstein zou moeten verliezen. Maar bjj zou het dan toch niet vrijwillig hebbon afgestaan. Er was in van Bernheim iets van den geest der oude ridders, die zich niet overgaven, zelfs niet aan de tienmaal sterkere overmacht, maar streden tot don „Wij zijn roods half weg.” „Hebt ge don mood P” „Wel zeker; en wij laten brengen met den wagen Van Bernheim wandelde voort on daar Nelly het gesprok op Maarton van Rossum wist te brengen, vergat hij voor eon poos het leod dat hem druktu on oorst toen zij de pachthoeve hadden boreikt, werd de gedachte wodor bij hom levendig, dat het mis schien de laatste maal zou wozen, dat hij zo als eigenaar bezocht. Nog m«. r drong zich die gedachte bij hem op, toen hy dec pachter en zijne zonen op hot erf staan zag, in gesprek met een hoer te paard, die, voor van Bernholm, voor wion hij op dezen afstand niet herkenbaar was, der* toekom stigen eigenaar van Ws- sonstoiu vertegenwoordigde. „Wij zullen maar omkeoren, Nolly." „Zeker niet papa, die heer zal wel heengaan," antwoordde zo, maar ceu ongeduldige wrevelige trek kwum op haar gelaat, toen zij in den ruiter jonkheer de Watto herkende. Een kwartier goledon was deze de hoeve gepas seerd en hij had terstond een gesprek aangeknoopt met den pachter, die des zondags avonds al niet veel beter to doen had dan een praatje te maken, en voor wien de verschijning was met het gesprek, dat hy met zijne zoons voerde. „Een slechte weg, buurman; riep de Watle hem toe, zijn paard inhoudeud.” „Van de beste is hy niet, jonker. Die van uw vader wordt beter onderhouden." (Fordl wrsejpd.) emaakt, ier da- iknipt i- en n ook van 7 Jlkka- In verbaad met den diefstal in het sigaren- magazijn van den beer C. Wilke te Rotterdam aan den Westzeedyk ie Zaterdagavond een derde verdachte, genaamd C. v. B. 8. te Oujlewater gearresteerd. Hjj is, ter beschikking van den officier van justitie, naar de strafgevangenis te Rotterdam overgebraebt. GOUDA, 6 October 1896. Naar men ons mededeelt ia de inteekening voor de drie synpbonie concerten van het Utrecbtsch orkest (directeur de beer W. Hut- schenroyter) nog verre van voldoende, om de zaak te doen doorgaan. Ten einde nog een ieder in de gelegenheid te stellen, die niet geteekend heeft, ligt tot 15 Oc'ober een Ijjst ter teekening bij de beeren J. van Bentum on Zoon. Wij vertrouwen dat nog vele abonne menten zullen genomen worden, ten eiude de kans te vermeerderen op het genot van drie concertavonden in het aanstaande saizoen. Maandagochtend ontspoorde van een goede rentrein nabij bet station Bodegraven een der wagens, waardoor de weg versperd werd. De wagen en de weg werden eenigszins beschadigd. Persoonlyko ongelukken hadden niet plaats. De reizigers der treinen' 78 en 193 moesten op de plaats van het onheil overotappen. Onze correspondent te Batavia seint on» onder dagteekening van gisteren Bet stoomschip Atjeh heeft honderd matrozen aan land gezet. De kampongs Gondok en Kitnbang werden verbrand. 40 oproerlingen werden gedood en 25 gevangen genomen. De vyand vluchtte. Wy leden geen verliezen meer. Het is nu rustig. (»N. R. Ct.«) De Hooge Raad verwierp het cassatieberoep van M. van Gelder, colporteur te Utrecht, veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf, wegens opruiing. familie, voor u is het loven nog lang en do toekomst kan nog helder worden: Voor mij is dat niot moor te wachten. Waarom zoudt ge om mijnent wil die toekomst prijs geven. Uw uaam weegt togen een fortuin op „Beste vader," zeide Nelly, het woord gebruikende dat wel in de ban is gedaan; maar dat, iu do ern stige omstandigheden des levens, trots do balling schap toch zijn weg woet te vinden, „beste vader, gij hebt in de laatste tijd roods meermalen over een huwelijk gesproken, och zwijg daar toch van. Ik trouw nooit." „Ik zal tegen u niet zeggen, wat ik tegen elk andor meisjo zou gezegd hebben, Nelly." „En wat is dat dan papa F" „Zij, die zoo vast verklaren dat zij nooit zullen trouwen, hebben er ernstig ovor gedocht, Nellv." Nelly bloosde on anlwoorde niet. Zjj had haar roman gemaakt, haar roman mot de onmogelijke ontknooping, omdat de hold nooit de heldin zou knnnei. krijgon. Misschien was hot daarom, dat zij gezegd had nooit te zullen trouwen. Zij vroog niet verder, en haar vader roorde dat onderwerp evenmin verder aan: zijne stemming was er niet naar on ook in oen ander govai had hij met zyno dochter zulke zaken niet besproken, ilij volgde zwijgend, maar thans langzamer, don weg die naar eenc hoogte in de nabeheid voerde, van waar men een onbe lemmerd uitzicht over den omtrek had. „Daar ligt Waaenstcio, Nelly," zeide hij na eon poos lang in het rond gezien te hebben. „Ge kunt hier duidelijk het boach zien." „Wij moesten er nog eeus naar toe gaan, papa." „’t Ia nog anderhalf uur," L. A. do Z., gewezen assistent-bode aan het dep. van Koloniën, veroordeeld geweest wegens den bekenden postzegeld iel.stal, gaf ons lezing van een adres, door hem gericht aan de Re gentes, waarin hjj zeer wjjdloopig t jen zijn vonnis opkomt, den minister Berguna van onware verklaringen beschuldigt, verzekert dat hy de dupe is geworden van zyno zelfopoffering, omdat er, naar lijj meende, verscheiden amb tenaren >in ex« waren in de zaak, verklaart niet in appèl te >yn gegaan, omdat hjj de zaak niet zoo doorgrond on doorzién had als nu en omdat hy als militair eerst do straf wilde onder- gian en dan reclameoren, en ten slotte aan H. M. verzoekt: shorn het geluk te willen verschaffen, zjjno onschuldige veroordeeling voor bet hof van appèl te rnogen verdedigen, met het oog op zyn schitterend verleden, die hy als militair voor Koning en Vaderland heeft opgeoft'erd, en met het oog op zyn huisgezin »dat hy hoopt als Ridder on Nederlander in verzet te mogen komen tegen de Rchtbank »dat hjj hoopt nogmaals op een zeer gunstig advies van H. M. mogen te gemoot zien, voor het recht dat hem tookomt, dan zal hy hot hof van appèl en de geheele wereld ten vollo bewyzen, dat hy niet de bewuste persoon is, die do straf heeft moeten ondergaan »dat requestrant bovendien H.M. do Regen tes eerbiedig verzoekt om met den heer Bergsma, Minister van Koloniën, in conform te mogen verscbynen voor het hof. De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s met uitzondering’ van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Vrijdagmorgen werden wy per spoor naar Dordrecht overgebracht, waar wy by den rechter van instructie en do officier van justitie werden gebracht. Roaier verklaarde dat hy ontnogelyk by den diefstal heeft kunnen wezen, daar hy Donderdag 22 September paa uit Amerika was terugge keerd. Na zyn portefeuille te hebben onder zocht, voud men twee passagierslijsten welke aanduidden, dat Rosier 1 September weder te Rotterdam was gearriveerd na 6 dagen te New- York te hebben vortqefd. Verder ontkende hjj aan den diefstal of den verkoop schuldig te zyn. Nadat ik had bewezen, dat ik noch by den diefstal, noch bjj den verkoop tegenwoordig was geweest, werd ik door den rechter van instructie en don officier van justitie voor on schuldig verklaard en onmiddollyk in vrjjheid gesteld. Rosier werd iu voorloopige hechtenis ge houden. (Rott. N.) vroegen of de persoon, die pas uit Amerika was gekomen en wiens kist by May stond, al by hem terug geweest was, of hy dien persoon kende, of hy ook wist waar bij nu verblyf hield en of hjj bjj aankomst der boot ook een Engelsohe dame by zich had. Op al deze vragen moest May het antwoord schuldig bljj- ven. De rechercheurs vertrokken nu, doch kwamen weldra terug, waarop Rosier zich aan hen bekend maakte, als zjjnde de persoon naar wien zij zochten. Hy bad op de boot met een Engelscho dame kennis gemaakt, was met haar naar het logement De Zon< gegaan, waar zy hem verzocht voor haar bagage zorg te dragep. Toen hjj met do bagage aan het logement kwam, zeide de kastelein geen bagage te willen aannemen zonder reizigers, dat de dame weder naar den trein was gegaan, waar by baar met de bagage volgde en zy, onder toezicht van een agent van politie en eeuige spoorwegbe ambten is vertrokken. De rechercheurs verzochten Rosier en mjj ben te volgen, Roeier verzodkend aan den boofd- commissaris zijn verklaring zelf mede te doelen. Bjj den hoofdcommissaris werd ik gevraagd, hoelang ik by Rosier was geweest, wat by mjj had verteld, of ik al eens in Gorknm was geweest en wanneer, of in Amsterdam, waarop ik hem antwoordde nooit in Gorkum te zyo geweest, slechts één keer in Amsterdam, 7 a 8 jaar geleden. Daarna werd Romer binnengeroepen, die zjjn verklaringen aflegde. Den volgenden morgen, dus Woensdag, wer den wjj naar Amsterdam getransporteerd, waar wij bij den boofdcom missar is werden gebracht en Rosier genoemde autoriteit te kennen gaf dat het hem niets aanging, by met de geheele zaak niets te maken had en geen verklaringen wilde afleggen. Daarna werden wjj naar het Leidscheplein overgebracht, waar wjj opnieuw verhoord werden. Toen ik aan den commissaris vroeg, waar voor ik aangehouden was, kreeg ik ten antwoord, »dat zal je wel beter weten dan wjj en behoe ven het je dus niet meer te zeggen.’«Avonds omstreeks 7 uur werden wjj geconfronteerd met de beeren juweliers, goudsmeden en opkoopers,- die Rosier berkenden als zjjnde de persoon, die mot een party gouden on zilveren voorwerpen bjj ben kwam met het doel dit aan hen te verkoopen. Rosier zeide deze personen niet te kennen. Verder wilde hy geen verklaringen afleggen daar, zeide hjj, hem deze zaak niets aanging. Donderdag kwam Roder herhaalde malen bjj den commissaris, doch hjj bleef hardnekkig zwijgen. De Hooge Raad verklaarde gisteren op de bekende gronden nietig de bepalingen omtrent bet sluitingsuur voor koffiehuizen te Maastricht. Behandeld werd voor genoemd college de quaestie betreffende het sluitingsuur te Grave. Ook in de in die gemeente daaromtrent ge maakte bepalingen wordt in bijzondere gevallen aan den burgemeester de bevoegdheid tot wij ziging gegeven op grond hiervan verklaarde de kantonrechter te Ósch ze niet verbindend, waartegen het openb. ministerie zich in cassatie voorzag. Adv.-gen. mr. Patgn concludeerde tot ver werping der voorzieningde uitspraak word op 26 dezer bepaald. dood toe. Hij wist dat hij vollen moest en hjj versmaadde de middelen, die hem nog konden be houden. „Nelly, onze toestand ia onhoudbaar," zeide bjj. „Als de hypotheek moot betaald worden, zul Ion er onaangename dagen aanbreken voor u en voor mjj. Gij moet bij oen uwor kennissen voor eenigon tijd belet vragen, tot dat die zaak achter den rug is.” En dan papa „Dan zullen wij verder zien.” „Welnu, dan blijf ik by u, wat gij dragen kunt, zal ook mij niet te zwaar zjjn." Van Bernheim verzette zich tegen dat besluit zijner dochter, maar Nelly had het zich eenmaal onherroe pelijk voorgenomen om niet van baar vader te schei den en hem vooral in zulke omstandigheden niet alleen te laten. Bovendien, waar zou zij heen gaan P Zij had bijna geene kennissen en van hunne bloed verwanten hadden van Bernholm en zijne dochter zeer weinig notitie genomen. Zij zouden haar zeker wel ontvangen, maar genadebrood bij anderen te eten dan liever armoede Ijjden met baar vader. Dat besluit viel haar te lichter daar zij geen armoede kende. Van Bernheim liep, met zijne dochter sprekend, al sneller ed sneller voort en verwjjderde zich hoe langer hoe verder van de stad. In de spanning waarin hij verkeerde voelde hij geene vermoeidheid, totdat Nelly klaagde dat zij hem niet kon byhouden. „’i Ie waar ook, mijn kind. Maar ziet gij vel dat het u op den duur ónmogelijk zou wezen, met mjj te blijven Wat beteekent zulk eeno kleine ver- moeijenis bjj de tallooze opofferingen, die ge u zoudh moeten laten welgevallen. Geloof me; ga naar de Men schrjjft uit Den Haag Hangende het gerechlelyk onderzoek naar de oorzaak van do instorting van het verwulf iu de Casuariestraat, was bet werk aan dit ge deelte van het kerkgebouw, op laat der politie, gestaakt. Een politieagent stond op het bouwterrein op post. De toestand van don opzichter bleef bevre digend. Hy heeft den linkerarm ontwricht. Aan de bouwkundigen door de rechtbank aangewezen, is opgedragen een onderzoek in te stellen naar de oorzaak van de ramp en aau wien de schuld daarvan is te geven. Van H. P. Hartman, die, jn verband mot den te Goriuchem gepleegden diefstal, ten na- deele van den goud- en zilversmid Meijer, tegelyk met Rosier werd gearresteerd, ontvingen wij volgend schrijven Dinsdagmiddag 3 uur kwam H. F. Rosier, dien ik onder bjjzondere omstandigheden bad leeren kennen, aan mijn woning te Rotterdam met verzoek een glas bier met hem te gaan drinken. Nadat wy in verschillende proef lokalen iets hadden gebruikt, zeide ny naar den uitdrager May aan den Goudschen weg te moeten, waar zijn kist stond, waaraan May een gulden had verdiend door haar van de Amerikaansche boot te halen. Nadat wy bij May een poosje hadden zitten praten, kwamen er een paar rechercheurs binnen, die aan May

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1896 | | pagina 1