Iers DE FAMILIE VON HAGENBACH. I Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. I No. 7102. Vrijdag 2.3 October 1896. oud). BS. es. De Gemeehtebcgrootlng. FEUILLETON. w. T' 1 I es, i Haag. trant, 35ste Jaargang. sr? Inzending van Advertentiën tot 1 uur dea midd. a ns t ite en iloel- brande koffie De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. SP verkrijgbaar. olonïön n Verlich- ronds 7 uur n volgens de x&smotor; en nwoordigheid IHIHNIIE HIIIIVI lu«w OTtr Dmn uu te ÏM Ér. ere- uw bet art» tt keateel teee*. K. art» me Oebel» i eabe* tege- itijfktl» leete, tapea- lunnet l*Mtee beeM< ïsS; teebeM, wlll.a etvelk ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. wet grootmama praal P Woorden bijton niet, dat bobt gy zelve dikwijl» genoeg gezegd ea gij zult u tooh over nl die geheimzinnig» toespelingen niet ergeren of verdrietig maken die, wil ik wedden, voor grootmama oven geheimzinnig zijn alt voor on» die er naar luisteren." De oogen der moeder ruatten met eene bijna even toedere uitdrukking op hare bevallige dochter en zij vroeg op alle» behalve atrengen toon: «Hebt gij geluisterd, dwaas kind?" z,Zeker, mama, wat zou ik ander» doen? Ik kan toch niet altijd op kommando met die mokkende IJ ermine praten, of mij zelve plagen door te veel te denken en daardoor nog grooter dwaasheden in myn hoofd halen dan waartoe gij mij nu reeds in staat keurt. Had ik maar ira^apdm gphoord dan dien onzin, waarvan ik geen'vwttót'y, begreep en die u hoe langer zoo verdrietiger^<Mg^|0,.»j>b zelfs dat ik er u 'in het geheel niet mama I Gy rijt ander» de luchtliakftj^^'^rt^s allen en wij zijn er toch immers niet »U^W»/kan toe dan ander» Integendeel, mama," voegde zij er op den overmoe- digon toon van vroeger bij, „ik zou denken beter; want wal ik zoo straks uit louter wanhoop uitram melde omdat het mij te benauwd werd onder al dat zwy'gen en die ernetige woorden en volstrekt een beetje leven in u brengen moest, zie mama, d»t kon mij wel een» ernst worden. Die neef bevalt mij bepaalder is wel wat van hem te maken. Als grootmama er zich maar niet met haar koelen arg waan en haar venpiedingssysteem mee bemoeit. Dat maakt ons zelf y'skoud on het beneemt ons allen moed om te leren. (For/< vervolgd.) Leonore had gedurende die woorden dicht bij hare moeder gestaan en door hare geheele houding bewezen dat zij, in spijt van die laatste aanmerking dar spreekster, toch zeer wel van hare gewoonte kon afwijken en voortreffelijk acht slaan op hetgeen er om haar heen gebeurde. Zy liet de beschuldiging stilzwygend voorbij gaan misschien had zij die niet eons gehoord en ging, nu hare moeder zweeg, nog eens met bekommerd, ja somber gelaat en het hoofd in de hand gesteund, de kamer op ea neder. Daarna bleef zij naast haren stoel staan en sprak op doffen toon «Het moet één kant uit, mamaen ik kan ditmaal niet lydelijk afwachten of ons, bij uitzondering, eens een geluk te wachten staat of, zoo als gewoonlijk, ongelnk. Wie op het punt staat van te verdrinken, grijpt naar een struohalm, cliff is immers een spreek woord geworden, wijl het zoo dikwyls gebeurt en zoo natuurlqk is I Ik kan onzen tegenwoordigen toestand niet langer verdragen. Wij moeten hulp vinden, of en er kwam eene uitdrukking op het gelaat der spreekster, die aan het versteende gelaat barer moeder deed denken, „of de wereld zal misschien nog meer en nog iets erger» over ons te praten heb ben dan zij vroeger gehad heeft. Gij haat die familie terug zal komen, weet ik nog niet. Wilt gij met de kinderen een paer weken bij ons komen, dan is bet ons wel, dat weet gijen kondt gij dien jongen mensch meebrengen, zoo voel te beter. Adieu, mon enfant." Een lichte hoofdknik, eene kleine aanraking der wederzijdsche vingertoppen, on de oude vrouw stapte, stijf de kamer uit, mot zulk een buitengewoon zach- ten tred en zulk onmerkbaar openen en sluiten der deur dat het op iemand die er voor het eerst ge tuige van was, oen zeer zonderlingen indruk moest maken. Men zou juist hot tegendeel van die ver schijning verwacht hebben. "Leonore vond er intusschon niet» vreemds in. Zij had het zelfs niet opgemerkt en hare moeder niet eonmaal nagekeken, maar na don zoogenaamden handdruk de oogen strak neergeslagen. Zij bemerkte in de stemming, waardoor zij zich voor bet oogenblik liet behoerschen, niet eens dat eene andere deur, in den hoek van het vertrek, en waarvan het bovenge deelte uit glas bestond voor hetwelk een wit gordijn hing, zacht geopend werd en een donker krulkopje, een mooi aardig meisje binnensloop. Ja, zij zag niet, en Constance was toch niet gewoon zich zacht en aarzelend te bewegen dat het jonge meisje nu geheel binnentrad en op haar toesnelde eerst toen de mollige arm om haren hal» geslagen werd en liet mollige handje de hare vatte, schrikte zy, en zag met een onvriendelijken verdrietigen uit. roep op. „Mama, wat maakt u zoo verdrietigvroeg Con stance op zulk een teederen toon, al» waarvoor wij haar, uit hare vroegere gebaren te oordeelen, nau welijks vatbaar geacht zouden hebben. «Toch niet heeft een ontwerp ingediend om de onbil lijkheid weg te nemen, die ontstaan is door de fixatie van het aandeel der ge meenten in de Personeele belasting. Het is te hopen, dat de nieuwe wet meer re kening zal houden met de aanwassende bevolking en regels stellen zal voor het treffen van alle burgers naar vermogen, ook van diegenen, welke thans vallen bui ten de stedelijke en inkomstenbelasting. Immers de meergegoede burgerij, die daarjm is aangeslagen, betaalt de meeste kosten van de stedelijke huishouding, want thans is de directe belasting de eenige bron, waarover de Gemeenteraad de vrije be schikking heeft. Wat do begroeting der Uitgaven betreft, groote zaken zullen dit jaar niet onderno men worden, zoodat wij ons kunnen voor stellen, dat de Raad gereedelijk zal toe stemmen in hetgeen hun wordt voorgesteld Op enkele punten, die in de stukken be handeld zijn, vestigen wij de aandacht. De commissie spreekt in haar verslag over de wenschelijkheid om de jaarwedde van den burgemeester te verhoogen. Zij zegt dienaangaande: „Door vroeger voor gestelde verhoogingen is herhaaldelijk er kend, dat deze jaarwedde te laag was. In aanmerking nemende de uitbreiding der werkzaamheden, door de vermeerdering der bevolking en bovendien de niet geringe representatiekosten aan het ambt van bur gemeester verbonden, stellen zeer vele leden voor de jaarwedde te brengen op f 3000. Eenige leden wenschen dat bedrag vast te stellen op f 2500.” Het College van B. en W. heeft, uit licht te begrijpen redenen van kieschheid, niet geantwoord op deze opmerking. Het komt ons ook voor, dat voor eene stad als Gouda inderdaad de bezoldiging van den eersten magistraat te gering is. Ieder weet, dat bij elke gelegen heid op dezen een beroep gedaan wordt om vóór te gaan, waar eenig goed of nuttig werk beoogd wordt. Zoodoende wordt het werkelijk genoten bedragaanzienlijk minder. Daarbij komt, dat door de verhooging van de wedde van den Secretaris in 1885 tot f 2600, de evenredigheid tusschen de be zoldigingen is verbroken. Op het oogen blik hebben de secretaris en de ontvanger beide hooger wedde dan de burgemeester. houd niet mogelijk is en zeker voor de gezondheid niet gewenscht. Wat de verhooging van de jaarwedde van den Commissaris van Politie betreft, daarvoor pleiten o. i. dezelfde gronden als boven aangewezen zijn voor den Burge meester. Zijne werkzaamheden zijn be langrijk vermeerderd en wij gelooven, dat het belang der Stad medebrengt, dat de tegenwoordige titularis zoo lang mogelijk in ons midden blijft. Een goed ambtenaar behoort fatsoenlijk te worden bezoldigd. Het verwondert ons, dat in den boezem van den Raad nog beproefd is op de uit getrokken som af te dingen. Met genoegen zagen wij daarom in de toelichting dér begrooting eenvoudig bericht, dat eeno voordracht is gedaan om de bezoldiging van den Commissaris te brengen op f 2000. Wat de verhooging van schoolgelden betreft, die in het rapport wordt aange roerd, ook wij zijn van meening dat deze zaak eerst van alle kanten dient te worden bekeken. Oppervlakkig lijkt het niet on raadzaam het schoolgeld aan beide soort van burgerscholen gelijk te stellen, maar de mogelijkheid beslaat, dat het onderwijs er schade bij leed zonder dat de gemeente financieel voordeel behaalde. Wij kunnen dus tevreden zijn met het door B. en W. toegezegde onderzoek. Als er verandering moet komen in die richting, is het beter dat het voorstel uitga van dat college: Immers dan draagt het ook de verant woordelijk voor de gevolgen en men is zeker, dat er licht gevraagd zal worden, waar dat te krijgen is. De kosten voor de vernieuwing aan het dak van het Stadhuis en de meerdere uitgaven voor twee onderwijzers en ver nieuwing van de leermiddelen der Avond school voor ambachtslieden zullen zeker geen bedenkingen uitlokken. Onze lezers zien uit het weinige, dat er over de begrooting te zeggen valt, dat geen groote beginselen betrokken zijn bij de discussie in de Raad op morgen. Toch is het een der belangrijkste werkzaamheden dor gemeentelijke vertegenwoordiging en de burgerij heeft recht te verwachten, dat haar belangen naar behooren zullen worden gewikt en besproken. Voor zoover wij ons een oordeel mogen aanmatigen, komt aan door in de verte,” voegde zij er merkbaar bitter bij. „Gij verdenkt hen en klaagt hen nan ik doe het de anderen, die naderbij zijn. Oom Jozef woont te Hag n in weelde en overvloed, terwijl wij nauwelijks droog brood hebben en hy denkt er niet eens nan of hy ons helpen zal. Het speldogeld van zyne vogelverschrikker» van dochters maar ik wil mij niet warm maken het helpt my toch niet I” Er kwam werkelijk iets als etn glimlach op het strakke gelaat der oude vrouw zij zeide evenwel niet»eerst toon Leonore met onveranderde hevig heid zeide „Als gy mij maar eene enkele afdoende reden voor uwen argwaan tegen die menschen, voor uwe vermaning tot voorzichtigheid geven kondt!” hernam zij, niet alleen weder met strak gelaat, maar zelfs met eene herhaling van dat krampachtig ver trekken van haren mond dat haar gelaat reeds meer malen ontsierd had. „Die kan ik u wel geven, kind. Ik heb acht dagen geleden een brief ontvangen van dien ver vloekten en die kwam uit dezelfde plaat» waar tante Marianne dezen zomer geweest is. Is u dat voldoende P” Zonder op antwoord te wachten, rees zij op en •tond in dezelfde »tyve houding als waarin zij ge zeten had zij was eene uitgedroogde, vermagerde vrouw en hare nauwsluitende kleederen deden die magerheid nog meer uitkomen. Zij nam een hoed die op een tafeltje naast haa lag en zette dien op, niet voor den spiegel evenwel, en eindelijk «prak zij weder geheel op den ouden, koelen, droogen en scher pen toon «Nu, goeden dag, kind; ik ga heen, wanneer ik De begrooting, die morgen in den Raad zal worden behandeld en vastgesteld, bevat geen ingrijpende veranderingen. Wij hebben dan ook, evenals het vorige jaar, de daar over gewisselde stukken afgewaclit, om er mot een enkel woord de aandacht op te vestigen. Gelijk te begrijpen is, is het deel van de begrooting, dat over de Inkomsten han delt, grootendeels in overeenstemming met de ramingen van vroegere jaren. Een uit zondering maakt de eerste posthet batig slot der laatst vastgestelde rekening is circa f 23000 hooger, hetgeen zeker geruststellend is voor de toekomst en een bewijs te meer voor hel richtig en zuinig beheer van het gemeentebestuur, waaraan ook in^het af- deelingsverslag terecht alle hulde jjgbracbt is. De opcenten op de Rijksbelastingen (40 op de gebouwde, 10 op de ongebouwde en 60 op het personeel) hebben in den regel te wijzen op een kleine vermeerde ring dit is nu ook het geval met de eerste heffing, de tweede is op een cent na gelijk, maar bij het personeel is een kleine ver mindering to constateerenwaaraan die is toe te schrijven, blijkt niet. Het ge fixeerde aandeel in deze belasting blijft natuurlijk volgsns de wet onveranderd. Wat de plaatselijke directo belasting op het inkomen betreft, de laatste voorstellen van B. en W. strekken om die f 10 000 lager te ramen dan voor den loopenden dienst. Het plan zal dus wel zijn een lager percentage te heffen, aangezien dit bedrag, dat als een sluitpost kan beschouwd worden, niet behoeft te worden overschre den. Bij de volgende posten trok de op brengst van bruggelden enz. en van weeg- loonen onze aandacht, daar die respectie velijk met f 650 en f 250 vermeerderd zijn. Ook het Gymnasium levert f 700 meer op, hetgeen een gunstig teeken is voor den bloei dezer inrichting. Overigens komen de inkomsten, behoudens kleine verschillen, voor met de gewone bedragen. Het komt ons niet noodig voor veel over dit deel der begrooting te zeggen, aangezien waarschijnlijk reeds spoedig verandering zal gebracht worden in de regeling der gemeentefinanciön. Immers de Regeering Sedert 1872, dat is 24 jaar geleden, is de toestand der gemeente zeer veranderd, zoodat wij het alleszins gewenscht achten in deze regeling verandering te brengen. Het was een goed denkbeeld van den Raad OJ> deze omstandigheid de aandacht te ves tigen beter nog zal het zijn, als hij morgen een besluit neemt aan Gedeputeerde Sta ten van dit gewest voor te stellen de wedde te verhoogen tot genoemd bedrag. Het zal den tegenwoordigen titularis, die met ijver en talent de belangen der ge meente behartigt, zeker niet anders dan aangenaam kunnen zijn, als de Raad uit eigen beweging zulk een besluit neemt en daardoor toont zijn werkzaamheden te waardeerenwij twijfelen niet of de hoo- gero autoriteiten zullen een dergelijk votum bekrachtigen. Terecht is bij nota van wijziging door B. en W. erkend, dat de geheele ver nieuwing van de bestrating der Markt (Westzijde) enz. niet tot het gewone onder houd behoort en dat de kosten daarvoor dus mogen worden bestreden uit eene eventueels geldleening, natuurlijk als de middelen ontbreken. Zulks is in overeen stemming met het ten vorigon jaro door dit College verkondigde en door den Raad geaccepteerde beginsel. Meer toezicht op het plaveisel, dat wordt beloofd, is zeker wenschehjkook wij kennen straatgedeel- ten, die telkens verlegd worden en toch zeer onvoldoende bestraat zijn. Wellicht kan er bij deze begrooting wel geld ge vonden worden voor de bestrating achter de Vischmarkt, waarover do bewoners terecht klagen. Ook vestigen wij do aan dacht op den Fluweelen Singel, waar men door de nieuwe schoeiing en daardoor ontstane ophooging der kanten, dreigt overlast te krijgen van het regenwater, dat bij hevige buien geen afloop meer heeft op de Singelgracht. Wat het reinigen der urinoirs betreft, wij kunnen ons niet voorstellen, dat de kosten van het aanbrengen van water leiding ter doorspoeling, op drukke dagen althans of enkele keeren per week, zoo bezwarend zouden zijn. Het heeft meer malen onze aandacht getrokken, dat die dingen verstopt zijn en zeer onaangenaam rieken, hetgeen bij goed toezicht en onder-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1896 | | pagina 1