lOPI
DE MW VON HAGENBACII.
ften.
GD GO.
1.
BINNENLAND.
Ier
Ie.
L cezit.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
I
IT,
ions,
»nz.
FEUILLETON.
'IER.
11258
ERVERIJ
ka n|
len
Iz.
’/ilJ
HEB
rdam.
n Koning
Zaterdag 7 November 1806. 35ste Jaargang.
8
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
en
nummer van
o
•ij
stoom n van
o
iekeó zyn de
opgeld
nde io
w afleverbaar
n eene week.
i de verklaringen der
welke achtereenvolgens
worden gepubliceerd.
hebben
gageren.
Komp alumend van ons hellen houschgasien,
vpord
Noem ik My
Med Agteng I. P. G.
en Soon.
By het
iretha«,
Jaesarc,
ticana<,
Losse
IT
de Heer
m verven van
q, alsook alle
1.15,
deze I
1 van 30 October
het logement Sint
i b ZOON.
Koopman
te W.
Verklaar,
guwees inch
by My in patrekkan isch guweesch
dossenden gulden
dat S. M. 4 Jaar in patreking
en daar hy altyt eerlyk en gutrouw
1.1— l --h en jgar hy
voor My verhandelt heef en
daar er Nooi geen aanmerkeg op wasch daar
by dongsaam wasch in Manlykken en in gode-
lykken in dien gy op vryjen voetten word ge-
stelt dan Staat My housch voor U oopen. Wy
hebben u Avocaat ook al een goed gadrag
WIUMJIE UI [RAM
Er worden sollicitanten opgeroepen voor de
betrekking van kapelmeester bij het Reg. Gren.
en Jagers, door het aftreden van den heer
Van der Linden vacant geworden.
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 reg-els a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
GOUDA, 6 November 1896.
De kapitein J. van der Meer, van het 4e
reg. inf.» alhier, zal volgens de >N. R. Ct.,«
binnenkort den dienst met pensioen verlaten.
In den vroegen morgen
heeft zich te Ridderkerk in l
Joris op het dorp, door middel van een revol
verschot, van het leven beroofd een onbekend
manspersoon, 50 a 55 jaren. Op het lijk zijn
gevonden ruim f 70 in Fransche, Belgische en
Nederlandsche goudstukken en eenige pasmunt,
een revolver met revolvertascb, een scheermes,
een fleschje waarin laudanum. Bljjkbaar heeft
bij te voren zooveel mogelyk alles vernietigd
(door verbranding) wat zou kunnen strekken
tot eenige inlichting of persoonsaanduiding.
De voering is uit den hoed gescheurd, in den
rand van den hoed staat: Dubbers Wiese
in het wit overhemd staat: Maison Bleu, Is-
selle, Liège et Bruxelles. Zyn taal was Duitsch,
althans den avond te voren sprak hij geen
andere. Het lijk is ter aarde besteld te Rid
derkerk. Photographieën daarvan berusten bij
den burgemeester van Ridderkerk, den officier
•rden naar de
»rfd.
id of geverfd
ezondheid en
In het vaartuig van schipper Vermeulen,
uit Gouda, was men Woensdagmorgen bezig
met uit bet stoomschip Martaliggende in
de Kalkhaven te Dordrecht, buddings over te
laden. De 21-jarige zoon van den schipper
liet zich langs bet stoomschip, waarop hij even
vertoefd had, afgljjden, om zoo aan boord bij
zijn vader te komen. Hij kwam echter op
buiten het schip uitstekende baddings neer,
waardoor deze wipten en hij tusschen de beide
vaartuigen te water viH. Met veel moeite
kon hij evenwel' door zjjn vader, later door
enkele stuwers geholpen, uit zjjn netelige
positie worden gered.
17)
Nu dan, ik was den geheelen morgen in den
bloemtuin bezig geweest en was buitengewoon moe
geworden. Het was een warme dag en daardoor
kwam het dat ik, toen alles zoo stil om mij heen
on ik zoo alleen was, in uw ouden leeren stoel in
slaap viel, zoo vast alsof het nacht en tyd van sla
pen was. Ik heb hel ook heel gerust gedaan, want,
zooals ik zeide, ik was moedeen daar heb ik
toen in het geheel niet aan gedacht Caro was
buiten en paste op het huis.
„Ik heb lang geslapen. Toen ik wakker werd,
scheen de zon niet meer op de vensters en ik schrikte
niet weinig, omdat ik de menschen een boterham
had willen brengen. Die schrik werd ovenwel veel
erger toen ik Caro bij mij in de kamer en toch
de deur gesloten vond. Was Verene dan in de ka
mer geweest en had zij my laten slapen en don hond
bij my gelaten P En toen ik nu opsprong en naar
de deur liep, ontstelde ik nog meerwant op den
stoel naast de deur had ik mijn stroohoed en myn
zydon dasje neergelegd, dat gij mij verleden herfst
meegebraoht hebt en nu was bet weg; dat kon
Verene niet gedaan hebben en een vreemde nog veel
minder omdat de hond by my was. Ik wist heel
■oker dat ik het dasje daar neer gelegd had; want
ik bad er nog naar gekeken en er nog bij gedacht
hoe bly ik geweest was toen gij terug kwaumt, meer
dan gij eigenlijk verdient, grootpapa, want gij houdt
niets meer van my.”
//Malle meid I” antwoordde bijdoch in den toon
lag dnidelyk het ongeduld om meer te hooren.
«Ik vind het alles behalve mal, maar heel treu
rig,” antwoordde zij ernstig, z/en het is waar ook.
Maar wy willen nu niet twisten samen. Toen ik
dat alles dan gezien had en bij mij zelve! dacht dat
Samuel of Verene het dasje toch wel weggenomen
konden hebben om my met mijn vasten slaap te
plagen, liep ik naar buiten en kwam Christoffrl tegen
die de boterhammen voor zich en de anderen gehaald
had en juist weer heen wilde gaan. „Züt gy het
vroeg ik. «Zijt gij bij mij in de kamer geweest
»In de kamer? Neen,” antwoordde hij, //ik wist
niet eens dat gij thuis waart, freule. Ik dacht dat
gij met Caro in het bosch waart.” «Wie is er
dan hier geweest vroeg ik verder„er is iemand
in de kamer geweest die don bond binnen heeft
gelaten qn mijn dasje heeft weggenomen ik heb ge
slapen.” «Kijk dien deugniet oens aan I" riep hij
geheel verbluft en rorteldo mij toen op mijn herhaald
vragen, dat er een half uur geleden een man op de
weide bij hem gekomen was, die verdwaald was en
bij het huis te vergeefs om iemand geroepen had en
daarna, toen hij het volk tusschen de boomen door
aan het werk gezien had, bij hen op de wei geko
men was. Samuel had hem daarop te recht gewezen.
//Kijk mij dien schelm eens aan,” riep Cbristoffel,
hij zag er zoo fatsoenlijk uit en dat liegt en steelt 1
Daar moet ik dadelijk onderzoek naar doen. Maan
de hond is buiten geweest, zegt gy P Dan begrijp
noodige en door deze bereikbare op den voor
grond gesteld.
Indien op 14 November dit resultaat ver
kregen wordt, dan zal die dag een gewichtige
zyn in de geschiedenis der liberale party. Wordt
geene overeenstemming verkregen, dan zal die
party niteensplinteren en, in verschillende
groepjes verdeeld, tot vruchtbaar krachtsbetoon
niet meer in staat zyn. Dit worde door wys
overleg der afgevaardigden verhoed
ik niet dat die hem hoeft laten begaan hij is toch
anders niet mak.”
//Nu weet gij alles, grootpapa,” ging Dora, nog
eens hoofdschuddende, voort, „ik begreep niet alleen
dat, maar ook zoo veel anders niet. Ik heb er lang
en breed met Verene en Samuel over gesproken,
en alles was zooals de knecht het mij al verteld had.
Een knap jong mensoh, een hoer, is het geweest,
die volgens zijn zoggen niet in huis ie geweest en
niets geweten heeft van hetgeen er in waf.' Dat is
natuurlyk eene onwaarheid göwoesl, want niemand
an'ders kan den bond binnen gelaten en mijn dasjo
weggenomen hebben Er is zoovee' niet aan gele
gen,” voegde zij er onschuldig bij, terwijl er noch
tans een vluchtig blosje naar hare wangen steeg,
«het was afgedragen en ik heb er wel moer. Maar
wat heeft hij er aan. Hy kan het toch niet ge
bruiken en anders is er niets vermist.”
«Hij heeft een 1 roken willen hebben, waaraan do
prinses welke hij ontdekt heeft, hem later weder
herkennen kan,” merkte de oude man niet zonder
luim aan. «Weet gij niet dat het in de sprookjes
sltyd zoo toe gaat? Maar en hot voorhoofd
betrok weder, on hij woelde mei zekere drift in zijn
baard, „ik zal den heulen troop eens onderhanden
nemen en hen kapittelen over
«Dat moogt gij niet, grootpapa I” riep zij levendig
uit en greep zyue hand, dte juist den stok van zich
wilde afstooten. »G(j hebt my beloofd dat gij niet
knorren zoudt, en zij kunnen het ook niet helpen.”
z/Do duivel hale hen, zij kunnen het wel helpen 1”
„En op Caro knor ik zelve al genoegdie is de
eenige schuldige die had niet moeten toelaten dat
een vreemde man binnen kwam en mij beloerde,”
Door een by zonder toeval was de >Tel.< in
de gelegenheid van het volgende wel-gestelde
gespelde getuigschrift een copie te nemon.
Aan Den Heer S. M.
Ik ondergutekkenden
I. P. G.
van justitie te Dordrecht, den commissaris van
politie te Dordrecht en den hoofdcommissaris
van politie te Rotterdam. De kledingstukken
en andere voorwerpen berusten by den burge
meester van Ridderkerk.
Naar aanleiding van het ongelnk, dat inder
tijd in Atjeh heeft plaats gehad, toen een
projectiel uit een onzer kanonnen onder onze
troepen te land kwam, ia de le luit, der art.
L. A. F. H. door den krygsraad te Kota-Radja
schuldig verklaard aan doodslag op zes per
sonen en het toebrengen van kwetsuren aan vyf
In het kantoor van den heer Swenker te
Utrecht is Woensdagochtend in de vroegte
inbraak gepleegd. Daar de eigenaar ruiten
bad hooren breken ging bjj, niets kwaads
vermoedende, maar tooh voor alle zekerheid, om
6 uur met de knechts mede naar het kantoor
en vond toen alle kenteekenen van inbraak.
De dief heeft getracht door de deur van het
achterkantoor naar binnen te komen, doch toen
dit niet gelukte, heeft hy een ladder tegen een
venster gezet, een ruit verbrijzeld en is zoo
naar binnen geklanterd. Nu probeerde hy het
voorkantoor te bereiken, doch ook hierin slaagde
hy eerst niet, omdat de deuren er van met
een yzeren pin gesloten waren. Toen ging hy
de gang in en heeft, door het forceeren van de
gangdeur het voorkantoor bereikt. Alle laden
van de schrijftafels waren opengebroken, doch
daaf de heer Swenker des nachts nooit geld
op zyn kantoor laat, heeft hy niets weten buit
te maken als een portefeuille met post- en
plakzegels. Het gelukte hem niet de brandkast
te openen. Juist stond men hierover te praten,
toen op eens op handen en voet n uit een hoek
van het aehierkantoor, waar hy zich verscholen
had, een man kwam kruipen, die de gang in
sloop en de straat opwipte. Doch nauwelijks
had men dit gemerkt, of hy werd door de
knechts achtervolgd en op het Stationsplein
gegrepen. Nu werd hy aan de inmiddels ge
roepen politie uitgeleverd. De portefeuille met
postzegels had hy op het Stationsplein wegge-
worpeu, terwyl ook in zijn bezit is gevonden
de eenige sleutel van een der laden van een
schrijftafel, die ontbrak. Tevens zyn een fraaie
collectie inbrekerswerktuigen gevonden.
Naar men verneemt moet men een goede
vangst gedaan hebben het is een berucht per
soon, die reeds verscheidene inbraken op zyn
kerfstok heeft. (U. D.)
De Vereeniging Wilhelminaalhier verzoekt
ons te willen melden, dat ook de beide wet
houders, de heeren J. M. Noothoven van Goor
en dr. F. H. G. van Iterson, het eere-lidmaat-
scbap der Vereeniging hebben aangenomen.
Het bestuur is thans definitief vastgesteld als
volgt: R. L. Martens, Burgemeester; J. M.
Noothoven van Goor en dr. F. H. G. van
Iterson, Wethouders, eere-leden, D. C. W. van
der Laar, voorz.J. IJpelaar Jz., vice-voorz.
J. Ouderkerk, secretaris; R. H. Cools, vice-
secretaris; B. W. van de Pavoordt, penningm.
J. Zwart Pz., vice-penningm.L. Bisschap,
W. J. van de Kasteelen, D. de Jong, J. A.
Verhoeff, J. N. Both, J. D. van der Want
en Th. A. van Berkel, commissaris en.
e Aan den opzichter van fortificatiën le kl.
J. J. Kersbergen te Gouda is de gouden me
daille met daaraan verbonden gratificatie van
f 50 voor 36-jarigen trouwen dienst toegekend,
welk eereteeken hem den 15en dezer zal wor
den uitgereikt.
Boeken voor het volk.
(Brief aan de redactie van bet Nieuwsblad).
Gonda, den 22 ten October 1896.
Zeer geachte beer redacteur.
>In uw hooggeacht en veèl gelezen blad van
den 19den October las ik iets van Boeken
voor het volk.< WMjps zoo goed en ruim ook
voor my een plaatsje in niet alleen voor mij
maar ook voor bet welzyn van vele menschen,
besloot zij, en er was iets bijzonder liefelyks in den
nieuwen blos die het gelxele gezichtje overtoog, en
in de uitdrukking van lieve beschaamdheid die over
hare trekken gloed. //Dat is het ergste, grootpapa,
on daar kan ik niet overheon komen. Dan begrijp
ik niet dat de hond zoo aanstonds goede maatjes
mot hem geweest is en wat hij mot mijn dasje wil
wat gij van dat teekon zegt, is toch maar een
grap.”
Er had eone langdurige stille goheerscht, toen do
oude hoer hy had in zijn uiterlijk wat men
„voornaam" noemt, en dat den titel dien wij hem
gaven rechtvaardigtzijne donkoro oogen op
zijne kleindochter vestigde en knorrig zeide: „En
naluurlyk heeft do oude domkop hem zonder onder
zoek laten loopen, weet niets van zijn naam en stand;
noch waar de man van daan kwam of waar hij heen
ging I Dat woot ik al vooruit.”
«Nu vorongelykt gij hem, grootpapa,” antwoordde
Dora ernstig. „Do vreemde is uit het Saksische
gekomen on wilde naar Breitenfeldmaar hij is
onder weg verdwaald en Samuel zegt dat dit in
deze streek heel gemakkelyk gebeuren kan. Hij heeft
hem don weg gewezen naar Bachenau, wyl de vreem
deling zeide dat hij daar bekend was. Samuel heeft
natuurlijk niet naar zijn naam gevraagd, maar ginds
in Bachenau toch onderzoek naar hom gedaan toen
hij er toe in de gelegenheid was. Zij wisten daar
wel wion hij bodoelde, maar kenden hem niet. Hy
was een net, jong, vriendelyk mensoh, een grootelui’s
kind, zoo als Verene het noemt, en geon landlooper,
dat zeg ik nog eens. Wat hebben wij dus van hem
te vreezen, al kwam hij terug, wat tot nog toe niet
gebeurd is.” (JForit —rvoljS)
De Uitgave dezer Couraft geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
De Goesche Courant wyst op de verdeeldheid,
die de programma's der Liberale Uuie hebben
verwekt, en wenscht, dat men in de vergadering
der Liberale Unie op 14 November tot over
eenstemming kome, wnartoe van weerszijden
iets moet worden toegegeven. Het blad acht
het drjjven van de (liberale) Nederlander om
de kiesrecht-quaestie voorop te zetten zeer af
te keuren en meent, dat het de hereeniging
der party roekeloos in gevaar brengt. Het wil
het program van actie in ieder geval losge*
maakt zien van het groote hervormingsprogram.
De Leidsche motie in hare kolommen op
nemende, meent de Goesche Courant, dat die
de basis moet zyn, waarop voortgewerkt zal
worden en met genoegen zag zy, dat de kiee-
vereeniging »Goes< een besluit nam in gelyken
geest. En lan laat het blad daarop volgen
Ook het bestuur van de Liberale Unie kan
zich, naar het ons voorkomt, daarbij neder-
leggen. Hare grondbeginselen blyven onaan
gevochten slechts wordt het op dit oogenblik
voor de vorming van ééne groote liberale partij
dia, nadat «zy het volgende gelezen hebben,
zich niet meer zullen laten bedriegen, doch
met de grootst» verachting op zulke uitgevers
en dito colporteurs zullen neerzien.
Weet dan, dat ik ruim twee jaar geleden
mij abonneerde by de firma te R
straat, op het werk (Schryver noemt hier
den naam van een werk, dat door bet Nieuws
blad >De Sultan van pali zal getiteld
worden). Dit werk zou compleet zijn in circa
80 afleveringen, waarvan elke week één afle
vering a 10 ets. zou verschynen. In het begin
ging de bezorging daarvan nogal goed, maar,
toen ik lot no. 45 a 50 kwam, mocht ik bly
zyn, wanneer ik weer eens een aflevering zag.
Eindelijk ben ik gekomen tot no. 79 en zeide
tot den agent: »IIet begint my nu te vervelen,
breng mij de volgende week de resteerende
boekjes met het horloge en ik zal u afbe
talen maar daar echoot de >aap< of liever
gezegd de Sultan van Balie, uit de mouw.
>Mag ik u tusschen twee haakjes mededeelen,<
zei de agent, >dat het werk uit 110 afleve
ringen bestaat.Ik stond verbluft, en zonder
een woord meer te spreken, verwyderde hy
zich, om niet meer terug te komen.
Acht a negen weken lang heb ik gewacht,
zonder dat er ook maar de minste notitie van
mij genomen werd. Eindelyk besloot ik aan
bedoelde firma den navolgende brief te schrij
ven.
Deze brief zal in het volgend
het Nieuwsblad verschynen.
Laten we alvast er bij voegen, dat de mede-
deelingen van dezen correspondent overeen
komen met de verklaringen der overige in-
teekenaars, welke achtereenvolgens in het
Nieuwsblad worden gepubliceerd. (R. N.)