OF DE MIE VON WHffl. e 'M deze BINNENLAND. r, ek, Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Woensdag 11 November 1896. No. 7118. nz, t'EUiLLETOiY i a nl lenJ 35ste Jaargang. 1 I van Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. Ions, lerlooi ia, lijk konden zijn; zyu geweten dat opgeld ide in De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VU F CENTEN. in ge- deeds eene jnge- and tadje lilHINIIE COURANT IT irmon IK 2 hier- Bld; ver- on- lald ge Dame ir er aan ervelend, Stopwerk eelvuldig rouwen- ke hand- i geheel le Stop i ’achtig W u hand- SCHU- By de jl. Zaterdag alhier gehouden verkiezing van twéé notabelen der Ned. Herv. kerk zyn de aftredanden, de bh. C. de Vreugt en J. Kool, herkozen, ADVEHTENTIEN worden geplaatst 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Volgens Het Vad. komt het meest in aan merking voor het lidmaatschrp der Eerste Ka mer, vacature-Cremore, mr. C. J. Sickess.ond lid dier Kamer. De »Dordeche Gt.< meldt: Dinsdag hebben de knipersgezellen, werk- zaam by den heer Looman te Dordrecht, het werk gestaakt. De zaak heeft zich als volgt toegedragen Maandag boden de gezellen den heer Looman een nieuwe loonlyst aan, mot het verzoek deze in te voeren. De aanbieding dezer loonlyst was een gevolg van de ontevredenheid, die er lang zamerhand onder de kuipers gekomen was. Reeds dikwyls was geklaagd over het weinige dat zelfs met bard werken verdiend werd. De loonlyat, die Maandag werd aangeboden, was gemaakt naar de in Rotterdam geldende loon lyst. Zy geeft op elk stuk werk een hooger loon, soms met een verschil van 8f ct. per GODDA, 10 November 1896. Stolwyk, 10 November '96. Gisterenmorgen brak bij den visscher V., wonende op den Tent weg alhier, een felle brand uit. Hoewel do spuiten reeds zeer spoedig aanwezig waren, konden zij tegen de vlammen, die door den sterken wind werden aangewak- kerd, weinig uitrichten, zoodat weldra woning en inboedel in de ascb lagen. Door bet onvoor* zicbtig omgaan met petroleum by het aanmaken van de kachel is de brand ontstaan. Het rapport van den Raad van State over het voorstel tot ongelukken-verzekering is bij de Regeering ingekomen. Door de roedery te Scheveningen is aan het gemeentebestuur te ’sGravenbage aangevraagd een terrein ten Zuiden van den vuurtoren tot het maken van een zoogenaamd schuitengat, waarin een gedeelte van de vloot gedurende den winter kan geborgen worden. Door de speurders te Amsterdam is gearres teerd een gesignaleerde beambte der posteryen, verdacht van diefstal van geldswaardige brieven. hij aanmerking maakte op de plaats waar zijne vrouw de vreemde wilde bergen; hij had haar in een kamertje boven den stal, en niet in huis willen hebben. «Gij weet, vrouw, dat de baron geen gekheid verstaat, als hij iets verbiedt, en hij heeft mij ditmaal zoo uitdrukkelijk belast, geon levend wezen «Samuel,” viel zij hem in de rode, «gij zjjt on verdragelijk. Kunt gij dan volstrekt niet begrijpen dat er een groot onderscheid bestaal tusschon hot gespuis dat oas gewoonlyk lastig valt en dit mftnscb, dat, ik begrijp zelve niet door welk ongeluk, bij ons gekomen is. Hoe kan die vrouw ons benadee- len? Ik durf er een eed op doen dat de baron zelf de eerste geweest zou zijn om haar in huis te nemen; maar ik zou het ook tegen zijn wil gedaan hebben, want ik ben een christenmenreh. Bemoei u nu met uwe eigene zaken en laat mij aan de mijne; en jaag het arme mensch als ik haar binnen breng, geen angst aan door uwe tegenspraak I” Eenigen tijd daarna kwam de vrouw, die hel kind te bed gebracht en zich zoo veel mogelijk verkleed had, met Verens in de woonkamer om met het ge zin aan tafel te gaan. Samuel moest zijne vrouw toestemmen dat de vreemde zeer in haar voordeel verschilde van de landloopers die zich nu en dan in de streek vertoonden. Zij scheen een fatsoen!yk mensch haar zenuwachtige angst was nu verdwenen, hare vermoeienis was geweken en had plaats gemaakt voor het gelukkige gevoel dat zij in veiligheid was. Zy was eene knappe vrouw, wier figuur zelfs door de veel te wyde kleederen vnn Verene met geheel bedorven werd, en hare oogen begonnen weldra van dankbaarheid en vertrouwen te schitteren. Zij sprak 8°) Het was eeno jonge vrouw, die er blijkbaar fat soenlijk had uitgezien, maar wier ui'erlijk thans bewees dat de weg door het bosch geen kinderspel geweest was. Zy had ook niet slechts voor zich zelve moeten zorgen, maar bovendien voor een kind van omstreeks drie jaren, dat zij had moeten dragen. De arme vrouw was niet alleen doodelyk vermoeid, zy scheen zeer zenuwaohtig te zijn bovendien. Zij kwam waggelend naderbij, en zou voor de voeten van Samuel nedergevallon zyn, had Verene, die op het geroep van «wie is daar” toegeschotsn was, haar niet opgevangen en gesteund. Daarop hijgde de vrouw «Om Gods wil, laat ons niet in het bosch ontkomen van angst I O, hot is vreeselük in het botch I” Samuel zag zijne vrouw aan met een blik, waarin duidelijk zyne verlegenheid te lezen was, en begon toen op verdrietigen toon «Wij geven geen huis vesting aan....” «Praat geen onzin, man,” viel Verene hem onge duldig in de rede. Zy had het kind reeds op hare armen on trok de vrouw in huis. «Doe de deur dicht, het is niet noodig dat wij ook nat worden.” «Dat helpt er toch niet aan,” begon Samuel op hieuw, doch weder viel Verene hem ongeduldig ia Omtrent de gisteren op de vy lenkappersfabriek van de heeren Kerk boren en Vonk in de van Reynstraat uitgebroken workstaking, deelde de heer Vonk desgevraagd het volgende mede: Gisteren vóór 14 dagen werd de machinist der fabriek D. Heykamp op grote onachtzaam heid en dronkenschap in zyne betrekking be trapt, hetgeen hem zyn ontslag bezorgde. Op zyn belofte van beterschap kwam de heer Vonk op het ontslag terug, doch in plaats van dit op prys te stellen, bleef die machinist Dinsdag, Woensdag en Donderdag d. a. v. zonder voor kennis weg, zich niet om de fabriek bekom merende. Dit had tengevolge dat de heer Vonk zich van een anderen machinist voorzag en toen Heykamp nu Vrijdagochtend voor het eerst op da fabriek verscheen, werd hem ayn ontslag medegedeeld. In dit ontslag heeft de Rotterdamsche vijlen- kappers-vereeniging Werken om te leven* aanleiding gevonden om in een op 1 November gehouden vergadering het geval ter sprake te brengen, waaruit het zenden van een met de handteekening van het bestuur en 24 leden voorzienen brief aan den heer Vonk gericht het gevolg was. Onder die intoekenasra be vonden zich 13 vylenkappers, op de fabriek van de heeren Kerkhoven Vonk werkzaam. In dezen brief werd dsn heer Vonk op drei genden toon het ongepaste van zijn handeling omtrent Heykamp verwaten, met eene waar schuwing, dat zoo iets meer zoude moeten voorkomen. Dezen brief gewerd den heer Vonk den 2eu November. Hy sprak er met zyn werklieden, ook met de onderteekenasrs over, die hem nu in zake het ontslag van Heykamp allen gelyk gaven en het lieten voorkomen alsof zy door het bestuur yau Werken om te leven* mis leid wareq. Den volgenden dag evenwel dachten zy er weder anders over. Een commissie, uit 4 vylenkappers van zyn fabriek bestaande, wenschte nu den heer Vonk te spreken om hem het ongepaste van zyn handeling onder het oog te brengen. Hiermede liet de heer Vonk zich niet in en gelastte hun de fabriek te verlaten of aan het werk te gaan. Zij gingen toen nan hei werk. Op de fabriek bestaat bet verbod dat er geen jenever binnengebracht mag worden. Des niettemin onthaalde baas Hoekstra op Dinsdag van de vorige week de werklieden op sterken drank, nadat het reads neermalen opgemerkt was dat by met zyne ondergeschikten op de fabriek drank dronk of dien liet halen. Hierin vond de heer Vonk aanleiding om hem Zater dag 11. mede te deelen, dat by hem van zyn functie als baas onthief, doch dat hy als knecht op de fabriek kon blyven werken. Hoekstra stok. De heer Looman, zijn gezellen de loon lyst tornggevende, wilde van geen invoering ervan weten. Even later scheen hy evenwel geneigd de zaak in bedenking te houden. De arbeiders zouden nu zeker niet gestaakt hebben, als de heer L. den volgenden morgen niet een zyner arbeiders, lid der Kuipersvereeniging alhier, zonder reden had weggezonden. De be stuursleden namen de party voor den ontslagene op, en toen de heer L. weigerachtig bleef, hem weder in dienst te nemen, legden alle 8 leden der Kuipersvereeniging het werk neer. Dit geschiedde dus èn omdat de arbeiders van oordeel waren, dat door de daad van dei» heer L. bun vereenigingareebt was aangerand, èn in verband met de aangeboden loonlyst. De stakers riepen de hulp in van den Be- stuurderbond, waarby hun vakvereeniging is aangesloten. Een comité, uit dit lichaam ge kozen, verzocht den heer Looman om een onderhond, ten einde door overleg de zaak tot een goed einde te brengen. De heer L. zond tot heden geen antwoord. Wel zond hij de gereedschappen van eenige stakers thuis. Behalve de Dordtsche Arbeidsraad en de Ned. Kuipersbond is ook bel Nationaal Arbeid» Secretariaat met bet geval in kennis gesteld. Het arb.-secr. heeft reeds zyn steun toegezegd. In verband met deze werkstaking wendde de »D. C.< zich tot den heer Looman om inlich tingen. Diens zoon deelde mede, dat het loon der werklieden steeds is uitgekeerd overeen komstig eene 8 h 9 jaar geleden vastgestelde loonlyst, en dat de volwassen werklieden een loon maken van f 10 tot f 16 per week, ter wijl een jongen van 16 jaar nog f 6.19 's weeks verdiende en jongens van 18 a 19 jaar f 8 a f 9 's weeks, Verder werd ons medegedeeld, dat overeenkomstig de bij den heer Looman geldende loonlyst ook bij de firma Lieshout wordt gewerkt. Nadat ’s Maandags het verzoek om loonsver- booging was gedaan, bemerkte de heer Looman, dat twee jongens boodschappen overbrachten naar de knechts van den beer Lieshoutbij stuurde beiden Dinsdag jl. weg met de woorden »ik heb geen jongens noodig die boodschappen brengen by de knechts van een gnderen werk gever.* Dit was voor de helft van het per soneel van den heer Looman drie bestuurs leden en vijf leden van de Kuipersvereeniging oorzaak om het werk neder te leggen. De overige helft bleef aan het werk. Donderdag heeft de heer Looman twee Vlaardingsche kuipers aangenomen. De minister van financiën heeft zyn wets voorstel tot herziening van het recht van successie gewyzigd. Hy heeft de verandering in de wyze van heffing laten varen, maar ge handhaafd de verhooging van de heffing van door buitenlanders nagelaten onroerende goe deren en de maatregelen om ontduiking legen te gaan. De aanneming dier maatregelen meent de minister te moeten aanbevelen. Hy zegt daar van het volgende De ondervinding leert als het ware dage lijks dat de administratie weerloos staat tegen tal van handelingen, die er op berekend te zyn om den Staat verschuldigde belasting te ont houden. Ergerlijk is bet voor den eerlyken man om te ervaren dat velen zyner medeburgers zich schuldig maken aan ontduiking, en op den Staat rust de dure plicht om met gepaste, zoo noodig strenge middelen daar tegen op te treden doet hij dat niet, dan vervreemdt hy ook de genen van sioh die tot nog toe plichtmatig de belasting opbrachten. >Zijn de thans voorgcstelde middelen te fiscaal »De minister meent die vraag beslist ont kennend te mogen beantwoorden. >Do ontduiking, steeds op groote schaal plaats hebbende, maakt ze onvegmydelyk. >Waar men om het successierecht te ont duiken z ch met het oog op den naderenden ydood, hetzy in werkelijkheid, hetzy in schijn van zyne goederen ontdoet ten behoeve van ben die ze anders bij erfenis of legaat zouden krygen, daar moet de wet dat tegengaan. »En omdat nu vaststaat, ten eerste, dat er ook gevallen voorkomen dat iemand zijn goed aan zyne naaste bloedverwanten wegachenkt om andere redenen dan om de betaling der successierechten te ontgaan, en ten tweede dut byna zonder uitzondering de schenkingen die betrekkelijk kort vóór het overlyden geschieden niet tot die categorie behoornn, maar plaats hebben om ‘de betaling van het successierecht te ontgaan, zoo moet en mag de wetgever een termyn vaststellen en bepalen, dut al wat binnen dien tijd geschonken wordt, gerekend wordt als legaat te zyn verkregen. »De keuze vnn den termyn is uit den aard der zaak meer of min willekeurig. Wordt hy op een jaar vóór het overlyden gesteld, dan is naar het voorkomt, overdry ving vermeden.* De (Minister maakt ten slotte nog de op merking, dat de toepassing der vermogens belasting sedert 1893 meer nog dan vroeger den omvang der ontduiking, waartegen men nu weerloo» is, aan het licht heeft gebracht eu nog dagelijks aan het licht brengt. met eeno innefaetidu openhartigheid, die op het oude, eenvoudige paar den besten indruk maakte. Jéij was de eerste die over het ongelukkige toeval dat haar getroffen had, begon to praten. Zij noemde een plaatsje in den omtrek dat, door het gebergte heen, niet zoo heel ver af lag en dal Samuel wel bekend was, als hare woonplaats. Haar man was sedert «enige maanden ah oplichter aangesteld bij het aanleggen eonor straatweg bij ook hier noemde zij eene bekende plaats, en wijl hot werk hem waarschijnlijk langer van huis zou houden dan hij aanvankelijk gedacht had, had hij hnar bevolen hem mot het onontbeerlykste na te reizen en zoo lang iu zijne nabijheid te komen wonen. Zij had dus voor zich en haro bagago een Luitbeiner voer man genomen, die juist met zijne vrachtkar in haar dorp geweest waa en was gisteren op rei» gegaan 1 zij had den nacht in een naburig dorp doorgsbracht on had sedert den morgen de reia weder voortgezet om nog heden te Breitenfeld te kunnen komen waar haar man haar zou afhalon. De voerman scheen echter in het bosch verdwaald te zijn, had, wat bij het vreeielyke weer geen wonder aas, zyn wagen omver gereden en was, na vergoefsche moeite om hem weer overeind te krijgen op zijn paard gaan zitten om hulp te halen hij bad beweerd dat by de streek kende en dat hij eene houtveshirswoning in de buurt wilt. Het onweer wat inmiddels hoe langer zoo erger geworden zij had mot haar kind eene schuilplaats gezocht onder den half omliggende» wagen die door de boomstammen voor een geheelen val bewaard was gebleven. (JFordi cervolffd.) de rede met de woorden«Ja, zeker helpt het zoudt gij dan het arme mensch en dien lieven jongen buiten willen laten omkomen? Wees maar niet bang, vrouwtje, wij nemen wel is waar anders goene vreemden in huis, vooral bij avond nietmaar mot u en uw jongen maakt het een ondencheid. Kom binnen, en wees bedaard. Er is voor u allebei nog wel wat eten, en een droogan rok heb ik ook nog wel voor u. Wij zullen het arme kereltje gauw naar bed brengen. Ga vooruit man, en roep Trina, dat ze vlug wat brei warm make, het arme schaap zvu het licht bestorven I” Do rentmeeiter was volstrekt geen «onmensch”, zoo als zijne vrouw hem byna genoemd hadhij had zich enkel tegen het in huis nemen van die vrouw verzet om het btvel van zjjn heer op te volgen en een geruit geweten te hebben. Er viel echter niet langer aan verzet te denken tegen de christelijke liefde on bovenal niet tegen den wil zy'ner vrouw, die meoital voor wet gold en die trouwens veelal door de uitkomst gerechtvaardigd werdSamuel moeit zich derhalve in het onvermijdelijke schikken. Obk liet hy toe dat Dora, die tot nog toe met hem en zyne vrouuv in Mae kamer gezeten had, zich niet voor de vreemde vrouw verborg het wat trouwens zeer natuurlijk geweest dat zij zich terstond bij hen bad gevoegd, medelyden met de vrouw en pleizier in bet kind gehad hadde rentmeeiter begreep niet hoe hy na dat alles nog tijne toestemming kon weigeren. Ook wee de vrouw hen vóórgekomen als iemand op wie, de nacht en den storm nog daargelaten, de bevelen van zyn heer niet toepasselijk konden zijn; het was alleen ter bevrediging van zyu geweten dat

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1896 | | pagina 1