DE FAMILIE 1MSM, tost I I PEN, 1 Maandag S3 November 1896. 35ste Jaargang. BINNENLAND. Zn. >rt. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. No. 7128. FEUILLETON. I I i en irmeer!!! tc» Ipeldoobc London 8 Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. Bruid er resp. national tion ae enz. ▼óór het amendement. Mathildenburg I (ITorii rrr'olfi.j der ten, •ige itge- m en reien wien Iko.xiXklJJkl. ll RVIlRM e.i ll WASSI Hf RU De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Dit voorstel heeren Cremer iricatie leer van )Ot- rer- ipöt- DÉPOffk 11,504/0,85 irmolen ie Gouda. i den ivere deze bliek WIHMIIE COURANT van dit behang is by- getuigt van de groote 1 LONDON doet dagen verdwynen zacht, belet het f8 van bet hoofd iaconI i van j bet aten, i wij niet heer Pynaoker Hordyk van de reorganisatie en daarom buirerig Door den krijgsraad te ’s Hertogenbosoh is H. A. Z., le-luitenant bjj het 2e reg. huzaren, vrijgesproken van de hem ten laste gelegde poging tot moord door vergiftiging. ▼eo verkocht. (L. D.) Den heer N. S. Polak is opgedragen, bet onderhoud van de gloeilichten voor de straat verlichting der gemeente Gouda. ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels 4 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. De Vereeniging Winterlezingents Berg Ambacht hield gisteravond hare tweede bjjeen komst in dit seizoen. Ditmaal trad ah spreker op de heer burgemeester P. Hoytema vau Konynenburg met een voordracht van A. Werumeus Buning, getiteld «menschen zooals er meer zyn.< Vervolgens werden bydragen geleverd door den spreker en de beeren H. Bezemer en A. Roos. Slechte inzet van het huwelijksleven Zekere J. D., uit Zegwaard, en zijn bruid E. v, d. 8., die juist door den band des huwelijks waren vereenigd en daarna een rytoertje maak Aan, hadden het ongeluk op den Voorweg, on der Zoetermeer, door bet schichtig worden van het paard, in de Voorwegwatering te geraken. Bruid eu bruidegom tuimelden uit het rytuig midden in de vrij diepe vaart, doch werden spoedig door de aanwezigen gered, maar bet kostte heel wat moeite het paard behouden op het droge te brengen. Genoemde personen werden spoedig door bereidwilligen van droge kleeren voorzien, zoodat zij met den schrik en eenige waterschade er afkwamen en hun rijtoer weer konden voortzetten. van De Jonge niet gediend, verzocht hem zyn rede te staken. Mocht hy, zooals bjj voorne mens was, andermaal jlaar willen optreden, zoo zal hy zich van een ander lokaal moeten voorzien, dat zeker moeilyk te krijgen zal zyn De heer De Jonge was vergezeld van den heer Verkerk, voorzitter der mandenmakers- ▼ereeniging. In 'het traplokaal van het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem, is thans een oude gobelin tapisserie tentoongesteld, voorstellende een landschep met waterpartg en vogels, af komstig uit de woning eener Haariemsche patricische familie.' De algemeene kleur zonder aantrekkelijk en decoratieve kracht, die onze voorvaderen in hunue werken wisten te leggen. Ofschoon de tapisserie door de tijden ver schillende veranderingen heeft ondergaan, blyft het toch zeker een merkwaardig stuk, dat veler belang zal opwekken. Maandagavond werd op de bovenzaal van de wed. C. Den Braber te Moordrecht, de jaar vergadering gehouden van de Moordrechtsche Ijsclub.De club telt op ’t ougenblik 86 leden, waarbij zjjn medegerekend 5 damesleden. Ter vergadering waren opgekomen 25 leden. Door een paar leden werd de rekeuing en verantwoprding nagezien en in orde bevonden, waarna werd bekend gemaakt, dat een saldo aanwezig is van ongeveer f 170. ’t Is du< wel te verwachten, dat in den a. s. winter bjj voldoend sterk jjs de club het hare zal be dragen om het ijsvermaak in deze gemeente te verhoogen door het houden van wedstrijden van verschillenden aard. Tot voorzitter werd herkozen de heer J. C. Ketel, terwyl eveneens herkozen werd de heer N. van der Heijden als bestuurslid. Na nog eenige besprekingen van huisboudelyken aard, sloot de voorzitter de vergadering, onder dankzegging aan de aanwezige leden voor hunne tegenwoordigheid goddank, myn vermoeden dat gij de bewoner van Stockswaart, niet uitgesproken en evenmin van mijn toevallig bezoek hier gewaagd.” «En die brief?” vroeg de baron, terwyl hij weder voortliep. Z/Ik had geen recht dien terug te houden. Die vrouw moet, zooals mijne grootmoeder zegt, vroeger bij de Hagenbachs in dienst geweest zyn en nog altyd met groote gehechtheid van hen sprekenmaar het maakte mij toch angstig vooral toen ik later zag dat zij de brieven onderzocht die met den post aankwamen. Ik heb haar na dien tijd zoo goed mogelijk nagegaan; maar ik kou niets anders doen dan Steinheim waarschuwen en hol aan hom overla ten het u te doen.” „Wanneer?” vroeg de baron en bleef weder staan. „Terstond daarna bijna vier weken geleden, oom.” „Dan heeft de overste dien brief niet ontvangen, hij zou mij anders gewaarschuwd hebbenmaar dat is geen wonder, neefdat was te verwachtenga maar voort.” „Ik weet niet»" zei Robert, „wat gy van hen vreest, en begrijp nog minder wat zij u doen kunnen. Maar wijl gy u in zekeren zin schuil houdt, oom, en ik mogelijk uw geheim verraden heb, achtte ik het mijn plicht u daarvan kennis te komen geven. Daarby hoorde ik eenige dagen geleden door wie doot er niet toe dat de gravin Meerau dexer dagen gezegd had dat gij weer in het land waart en zij u nu eindelijk wel krijgen zou. Bjj het op 20 dezer te ’a Gravenhage ge bonden examen Wiskunde, L. O. art. 65, is geslaagd de heer C. B. vau Scbravendjjk, uit Lek kerkerk. Ten einde uit een Ijjst van een 25tal solli citanten tot eene voordracht eu eventueele benoeming van een kapelmeester bij het staf- muziekkorps der grenadiers en jagers te kannen besluiten, heeft de kolonel regiments-comman- dant eene commissie van deskundige heeren uitgenoodigd hem daaromtrent te willen voor lichten. Welwillend hebben nu in die com missie zitting genomen de heeren A. Kool, R. Hol, H. Viotta en Hutschenruyter, terwyl als adviseerende leden daaraan zyn toegevoegd de kapitein Apol, belast met de leiding van het muziekkorps. Te Amsterdam is opgericht de Vereeniging «Keurvendel Prins Maurits«. Art. 1 der statuten luidt aldus: De Vereeniging draagt den naam van Ver- eenigiog «Keurvendel Prins Mauritsc, is ge vestigd te Amsterdam, en stelt zich ten doel, met inachtneming der' wettelyke bepalingen, den wapenhandel uit den tjjd van Prins Manrits te beoefenen, teneinde de feesten, te geven bjj gelegenheid van de inhuldiging van Hare Ma jesteit Koningin Wilhelmina binnen Amsterdam, op ta luisteren. Het bestuur bestaat uit de hh. K. C. Ketner, le Luitenant der Artillerie, Voorzitter en Generaal-Inatructenr. N. J. Becker, le Secretaris, Singel 512. Amsterdam. F. L. Bergmejjar, 2e Secretaris. C. Th. de Kam, le Penningmeester. Victor R. Solkes, 2e Penningmeester. Eere-lid is o. a. de heer J. M. Noothoven van Goor. SO) „Gy weet kind,” voegde zij er by, „dat ik nooit met de familie in aanraking komik herinner my achter wel dat die Bruno, even als Arnold, in bit tere vijandschap met de gravin Meerau geleefd heeft. Uw grootvader heeft tiph daaromtrent een paarmalen iet» laten ontvallen, waaruit men het treurigste, het vreeselykste kon opmaken en zoo iet» vergeet Eugenie Meerau nooit. Leeft Bruno nog, dan weet zij er xeker vanmaar in een goeden zin stellig niet.” De baron zeide niets, maar er vloog een glimlach over zyn gelaat die beter dan woorden hadden kun nen doen de verachting uitdrukte die hem bezielde. „Dat alles had mijne belangstelling meer en meer opgewekt,” ging Robert voort. „Dat ik te Stocka geweest was, en wat ik daar gezien had, scheen mij een vinger Gods, die mij aanwees dat ik nader ken nis met mijne familie moest maken ik ben hun derhalve een b zoek gaan brengen en heb hen allen leeren kennen, het hoofd van ons geslacht, met vrouw en dochteneen vervelend maar onsohadelijk gezel schap; de gravin Werth in de stad....” „la die nog altoos even behaagziek?” vroeg de oude heer verachtelijk. „Dat weet ik niet,” antwoordde Robert, „wijl ik iets met het verleden van die vrouw te maken heb GOÜDA, 21 November 1896. Maandag 7 en Dinsdag 8 December, des avonds ten 8 uur, zullen in de sociëteit «Ons Genoegen voorstellingen gegeven worden door den beroemden Ben-Ali-Bey, die met schitte rend succes is opgetreden voor den Schab van Penië, de Bey van Tunis, de Koning van Griekenland enz. Sommige oplichters passen tegenwoordig te Amsterdam weder een nieuw stelsel toe. In dezen tyd, nu de dames ’s middags de deur nitgaan voor de St. Nicolaas-inkoopen, posteeren zich scharenslijpers in straat of op gracht. Zien zy mevrouw uitgaan, dan rebellen zjj een oogenblik later aan en zeggen tot de dienst bode, die hun de deur opent«dat mevrouw - De landbouwer D. van den Akker, te Alfen, die in staat van faillissement verkeerde, is eergisternacht door de politie in bewaring ge nomen en met een rijksveldwachter naar den* tre n gebracht. Hy had vooruit zyn Reuter seint uit Milaan De Koninginnen van Nederland zijn gister avond hier aangekomen. Het O. Mm bij de rechtbank te Breda eisch- te gister tegen Kuyten, die onlangs te Oos terhout eenige revolverschoten op zyn meisje losto, waarbjj één kogel haar arm verwondde, 5 jaren gevangenisstraf. ben ik wel geneigd tot medelijden met haren toe stand. Het gaat haar zeer slecht en hare beide arme dochten lijden in alle geval onschuldig met hare moeder gebrek. De oude gravin Meerau heb ik slechts even in het voorbygaan op Hagen en in de stad leeren kennen, waar zij juist kwam toen ik er was dat was eene vrouw die een zeer onaangenamen indruk op mij maakte,” voegde Robert er met een gelaat vol afschuw by. „Ga voort, neef,” zeide de oude baron. „Bij de gravin Werth ben ik één avond geheel en familie geweester was niemand dan een broe der „Zoo, die jeugdige grysaard van Hm I” mompelde de oude heer. „Gy zyt goed met de familie bekend, oom,” zei Robert verrast. //O, niet overalalleen met dien tak van onzen stamboom geen wonder, mijn waarde I De belang stelling is wederkeerig,” antwoordde de baron spot tende. „En toch doet gij den broeder der gravin Werth onrecht,” sprak de jonge man ernstig, „Graaf Eugenius is een sukkelend man en kan nauwolyks voor zich zelven, nog minder dus voor anderen zor gen hij schynt met zyne moeder op een zeer slech ten voet te staan, en hy heeft zich bij mij doen kennen als uw bepaalde vriend.” „God beware mij I” rtap de grijsaard op den vo- rigen toon. „En toch was hy het die openlijk uitsprak wal ik tot dien tijd slechts vermoedde, den haat zijner familie, inzonderheid die zyner moeder tegen u, en de aoodukelykheid van u voor hare intriges te om het dan vo'gt een juiste beschrijving van mevrouw’a wandeltoilet hem opgedragen heeft de messen te slypen, of het meisje ze maar geven wil.< Het dienstmeisje, dat door de juiste beschrij ving van mevroüw’s hoed en mantel meent dat de man besteld is, geeft de messen af en laat ze slypen. Ze krygt ze een oogenblik later geslepen terug, en dan wordt voor het werk een prijs gevraagd, zoo hoog, dat men er best nieuwe messen voor kan koopen. De man wordt lastig en het meisje betaalt. Als mevrouw thuis komt, bemerkt men dat er oplichterij is gepleegd. Zondag trad te Ammerstol, zonder vooraf gaande kennisgeving, in het café «Den Hoek« van den heer P. Blanken Jz. als spreker op de heer De Jonge, gewezen president der bootwerkers vereeBiging. Daar zyn komst onbekend was, was ook de opkomst matig. Daarna ging genoemde heer naar Schoonhoven, ten einde aldaar te spreken. Op zyn terugreis kwam bjj andermaal in café «Den Hoekaan en begon ongevraagd wéder ah spreker op te treden. De beer Blanken, met de redevoering wachten.” „Intriges I” herhaalde de oude man, en voegde er na een oogenblik zwygens bij„Dus werd er over mij gesproken. Door de oude?'* „Neen. Op dien avond kwam het gesprek op de familie en toen sprak gravin Leonore over uniet vriéndelijk, maar toch zoo dat ik wel meikto dat zij over het geheel weinig van u af wist; zelfs over uwe verhouding tot hare moeder sprak zij niet. Ik twyfelde eerst nog of zij inderdaad niets van u wist, en toen heb ik beproefd of ik haar aan het praten kon krijgen ik vertelde haar wat ik hier in Stocks gezien heb, als iets dat mij voor jaren in het Rhöu- gebergte overkomen was.” Baron Bruno bleef plotseling staan on keek zijn geleider aan met een donkeren, doordringenden blik, „En Leonore?” vroeg hij eindelyk langzaam. „Zij werd inderdaad opmerkzaam, en vroeg my waar ik die ontmoeting gehad had, wijl de plaats beschrijving haar aan iets deed denken waarvan zij voorheen gehoord had. Dat deed mij in zekeren zin verschrikken, vooral toen haar broeder my op onzen weg naar h«t logement in betrekking tot u voorzichtigheid aanbeval Ik vertrok den daarop volgenden dag en was van plan u te wrarschuwon doch mijne grootmoeder werd terstond daarop zoo ernstig ziek dat ik haar niet verlaten kon. By die gelegenheid vond ik eens, toen ik, verschrikt door eene flauwte mijner grootmoeder, naar de kamer van hare kamenier vloog, een brief van deze aan de gravin Meerau op de tafel liggen. Ik had rny'ne grootmoeder op den avond van mijne teragkomst natuurlyk myn wedervaren verteld en die vrouw moet daarvan ongetwijfeld gehoord hebben; ik heb, Staten-Generaal. 2e. Kamkb. Zitting van Vrydag 20 November. Aan de orde was de Indische Begrooting. Het debat over de reorganisatie van h t bosoh- wezen werd voortgezet. De heer Tydeman juichte de reorganisatie zeer toe in bet belang der toekomstige voor- deeleii en in het staatsbelang, onafhankelijk van die voordeelen. Hy verdedigde staats exploitatie tegenover de heeren Crsmer en Do Beaufort die eigenlyk dilatoire exception hebben gepleit. Hy waarschuwt tegen uitstel der be handeling. De beer Vau Gennep is voor behoud van het bestaande selsel, dat goed werkt, terwyl het nieuwe stelsel onzekerheid schept. Daarby kan men bel niet overzien. Hy is dos voor uitstel en voor de behandeling by afzonderlek voorstel. De minister vau Koloniën wyst ophethoogo gewicht der zaak voor de toekomst van Java, met het oog op de klimatalogisi he toestanden. Het geldt hier niet invoering van staats-exploi- tatie, maar voortzetting van het bestaande stelsel, met invoering van houtvesterijen. Na dere toelichtingen kan bjj niet geven. De zaak is alleszins voldoende overwogen, en uit stel zou geen vrucht dragen. De particuliere industrie zal niet geschaad worden, ook bij bet nieuwe stelsel. Het gaat niet aau, steeds aan te dringen op het scheppen van nieuwe bron nen van inkomsten en, nu de minister komt met een goed voorbereid voorstel, dit uit te stellen. De heer De Beaufort stelt een amendement tot vermindering met 1 ton, met de bedoeling om het reorganisatieplan bij de suppletoirs begrooting te doen bes issen. viel zeer in den smaak dor en Van Gennep. Ook vond het steun bij de heer Van Gijn, terwyl de T00r afstel vreesde was

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1896 | | pagina 1